Godfried Bomans, Michael Salinger

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: 25.000 Boeken. Enige richtlijnen voor de liefhebber

“Mijnheer!
Uw onbescheiden vraag of ik een eigen boekerij bezit, kan ik tot mijn genoegen bevestigend beantwoorden. Ik heb zo vreselijk veel boeken en woon daarbij in zo’n verschrikkelijk klein huisje, dat het vandaag of morgen nog eens uit elkaar zal barsten. Een man van de verzekering, die onlangs vruchteloze pogingen deed mij tegen inbraak te verzekeren, schatte het aantal boeken, dat bij mij gestolen kan worden op ruim 25.000. Hij heeft mij toen niet verzekerd, inziende dat dit voor elke inbreker onbegonnen werk moet zijn.
Een klein gedeelte hiervan staat op planken tegen de wanden, van de vloer tot aan het plafond. Ook op de badkamer en zelfs op de W.C. is dit het geval. Vanzelfsprekend bevinden zich daar de minder belangrijke werken, zoals mijn eigen boeken, of die banden, die tegen schadelijke atmospherische invloeden bestand zijn. De rest staat eenvoudig op de grond.
Het is opmerkelijk, hoeveel bergruimte een vloer biedt. Ten eerste zijn daar de beduidende oppervlakten onder de bedden, die in de meeste huisgezinnen niet efficiënt besteed worden, doch bij enig nadenken een uitnemende gelegenheid bieden om die werken, die men toch nooit van plan is te lezen, afdoende aan het oog te onttrekken. Ik zal geen namen noemen. Het is de bedoeling van dit stukje niet, om iemand te kwetsen. Maar hoor nu verder.
Hebt U er wel eens over nagedacht, hoeveel onnodige vloerruimte een kamer eigenlijk wel bevat? Neem bijvoorbeeld Uw studeervertrek. Als men daar pas huist, meent men waarlijk het gehele oppervlak nodig te hebben om zich daar behaaglijk te gevoelen. Van die kinderachtige opvatting geneest men spoedig. Ras ziet men in, dat slechts de lijn benut wordt, die door de twee punten: Uw bureau-stoel en de deur, bepaald is. Welnu, maak daar een gangetje en vul de rest met boeken. Doe ook zo met de overige kamers. Handel insgelijks met de zolder, de kelder en de gangen. Spoedig zult gij bemerken, dat ge niet alleen al Uw boeken kunt bergen, maar dat Uw bewegingen door het huis ook uiterst sober worden en zich tot strikt noodzakelijke bepalen.

Het kan niet uitblijven of onder Uw huisgenoten zullen er zijn, die zich tegen deze opvatting gaan verzetten. Ga niet op hun onnozele bezwaren in. Stel hen eenvoudig voor de vraag: waar wilt ge er dan mee heen? Wacht niet op het antwoord, maar keer U om en laat hen met dit probleem alleen, oog in oog. Dit is geheel voldoende. Van tijd tot tijd echter zal de tegenstand vastere vormen aannemen. Ge zult aan het ontbijt woorden horen als: orde in de rotzooi, het mes er in, en dergelijke. Er zal zelfs een werkster komen. Er zullen twee werksters komen. Verontrust U niet. Dit alles gaat voorbij. Laat hen een week lang worstelen met Uw 25.000 boeken. Er komt een ogenblik, dat zij dit opgeven. De dag breekt aan, dat zij ineen zijgen. Ge hoeft daarbij niets te doen. Uw boeken worstelen voor U.”

 

Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)

 

De Amerikaanse dichter en performer Michael Salinger werd geboren op 2 maart 1962 in Cleveland, Ohio. Zie ook alle tags voor Michael Salinger op dit blog.

 

Vespula vulgaris (gewone wesp)

De jongen schonk geen speciale aandacht aan
de perenboom waar hij zich achter verstopte
uitgestrekte takken
gedraaid boven zijn hoofd
of het legioen van
geel-gejaste wespen
zoemend in dronken cirkels
rond gevallen
fermenterend zomerfruit
die bruin werden op de grond
hij nam ook niet de moeite om na te denken over
de ruwe reptielenschors die onder
plukjes gras gleed en wortel-
zenuwrank werd die de aarde vastgreep
als houten bliksemflitsen
bevroren in de tijd
het feit dat hij
de kin van zijn vader had, de humor van zijn grootvader
de amandelogen van zijn moeder,
het Zwitserse zakmes van zijn broer,
illegaal in zijn zak,
en de familiehouding,
schouders afgezakt als onder een last,
was nooit in hem opgekomen
de jongen merkte de stofwolk niet op
van achter auto vandaan geschopt
op weg naar de horizon
de bestuurster in gele zomerjurk
vastbesloten om te ontsnappen
en deze keer nooit meer terug te komen
of het fluitje van de loopjongen
opgeschrikt door het passeren van de auto
een volle maan
gesneden uit doorschijnend weefsel
nog steeds zichtbaar aan de hemel overdag
verdween evenzeer ongezien
de flits van gladde gebruinde huid
van zwartharig
buurmeisje
dat naakt zwom
was het hele universum geworden

voor hem

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Salinger (Cleveland, 2 maart 1962)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2020 en ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en ook mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.

Ash Wednesday VI (T. S. Eliot), Michael Salinger

 

Bij Aswoensdag

 

Aswoensdag door Dustin Neece, 2010

 

Ash Wednesday

VI
Although I do not hope to turn again
Although I do not hope
Although I do not hope to turn

Wavering between the profit and the loss
In this brief transit where the dreams cross
The dreamcrossed twilight between birth and dying
(Bless me father) though I do not wish to wish these things
From the wide window towards the granite shore
The white sails still fly seaward, seaward flying
Unbroken wings

And the lost heart stiffens and rejoices
In the lost lilac and the lost sea voices
And the weak spirit quickens to rebel
For the bent golden-rod and the lost sea smell
Quickens to recover
The cry of quail and the whirling plover
And the blind eye creates
The empty forms between the ivory gates
And smell renews the salt savour of the sandy earth

This is the time of tension between dying and birth
The place of solitude where three dreams cross
Between blue rocks
But when the voices shaken from the yew-tree drift away
Let the other yew be shaken and reply.

Blessèd sister, holy mother, spirit of the fountain, spirit
of the garden,
Suffer us not to mock ourselves with falsehood
Teach us to care and not to care
Teach us to sit still
Even among these rocks,
Our peace in His will
And even among these rocks
Sister, mother
And spirit of the river, spirit of the sea,
Suffer me not to be separated

And let my cry come unto Thee.

 

(T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
St. Alphonsus Liguori Catholic Church, Saint Louis, Missouri, de geboorteplaats van T. S. Eliot

 

De Amerikaanse dichter en performer Michael Salinger werd geboren op 2 maart 1962 in Cleveland, Ohio. Zie ook alle tags voor Michael Salinger op dit blog.

 

Nietzsches paard

Op zijn dertiende
wil mijn zoon,

zijn lichaam een kleerhanger
die uit een tanktop steekt
en wijde broeken,
maar een ding
begrijpen –
dat betekent,
alles

Zijn moeder spreekt over tuinieren
en zaden
want dat is wat ze kent

Ik geef een lezing over vliegbanen
de snelheid van geluid spoelvloeistof
honkbal analogieën
economie
de derde natuurwet van Newton
en sanitaire armaturen
omdat ik niets weet
de hele tijd vloekend
dat ik weet
wat het beste is

Hij zit,
rug tegen geruite tegelmuur,
in een armloze houten keukenstoel
onderdeel van de set
die zijn moeder en ik kochten
voordat we uit elkaar gingen
ik denk dat hij van esdoorn is gemaakt,

wachtend op de antwoorden
op de vragen
die me wakker houden

ik zeg het niet
dat de waarheid komt als een droom
details vervagend bij zonsopgang
of dat het wonder van het leven
is dat we overleven
ik zeg
dat hij het mettertijd zal begrijpen
hopend
dat dat hem stil houdt
voor een tijdje

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Salinger (Cleveland, 2 maart 1962)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2021 en ook mijn blog van 2 maart 2020 en ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en eveneens mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.

Godfried Bomans, Michael Salinger

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Pieter Bas

“Op mijn zevende jaar oordeelden mijn ouders het raadzaam mij naar een school, ‘het hok van Wampier’, te zenden, aldus genoemd naar de hoofdonderwijzer, de heer Wampier. Naar aanleiding van deze gebeurtenis kwam de heer Wampier ons persoonlijk opzoeken, een gebeurtenis die mij diep in het geheugen is gebleven. Wampier immers was, naar de getuigenis van mijn drie broers en Johanna, die allen op dezelfde school waren, de meest wreedaardige en onmenselijke tiran die ooit uit Gods hand was voortgekomen. Hij scheen eens met één slag drie jongetjes uit de eerste klas te hebben doodgeslagen, hetgeen voorzeker – uit sportief oogpunt – een prestatie mag genoemd worden. En dat Jan Duifjeshuis het vorig jaar aan influenza gestorven was, daar geloofde niemand van de jongens bij Wampier aan. Christiaan van Noordt – een zeer geloofwaardige knaap – wist zelfs met zekerheid te vertellen dat Wampier – en niemand anders dan Wampier – hierin de hand moest hebben. Mijn broeder Vincent zei mij dat hij ‘het feit op zich’ niet zo erg vond, een mens in drift doet dingen waar hij later spijt van heeft, maar om met een bedroefd gezicht in de begrafenis vlak achter de kist te lopen, zie, dat was min.
Ik beefde over al mijn leden toen ik aan deze woesteling werd voorgesteld, hoewel de eerste aanblik mij buitenmate opluchtte; zeker, hij was natuurlijk een harteloze wildeman, doch zoals hij daar op de punt van zijn stoel gezeten mij door zijn nikkelen brilletje toeknipte, scheen hij mij toch van alle wildemannen de meest zachtzinnige. Gelukkig lichtte Vincent mij later in dat dit alles slechts schijn was; eenmaal in zijn macht, zou deze man zich in zijn ware gedaante ontpoppen. Het hok van Wampier' was een groot gebouw in de Veerstraat, geheel in rode steen opgetrokken, wat het iets bloeddorstigs gaf. Boven op de gevel stond een bronzen man met een vaantje in de hand, die Ijzeren Hendrik genoemd werd. Wat de betekenis van Ijzeren Hendrik en inzonderheid van het vaantje was, heb ik nooit geheel kunnen achterhalen. Er bestond een groot aantal verhalen daaromtrent, waaronder het opmerkelijkste wel was dat hij op de eerste dag van de grote vakantie met het vaantje placht te zwaaien en daarbij het linkerbeen vooruit plaatste. Hoe dikwijls hebben wij niet op het aangeduide uur aan de overkant van de straat gestaan om ons te verheugen over zijn meevoelend hart. 'Het is jammer,' zeiden de grote jongens dan na een uur, 'Hendrik doet 't dit jaar niet.' En hoe heerlijk was het om er ten slotteachter te komen’, en de traditie tegenover de kleine jongens hoog te houden. Zo viel de school van Wampier in twee leeftijdsgroepen uiteen, zij die er wel aan geloofden en zij die er niet aan geloofden. ‘Hij gelooft nog aan Hein’, was trouwens in Dordrecht de korte aanduiding van een stumperd, een onnozele.“

 

Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)
Portret door Jan van ’t Hoff, 2001

 

De Amerikaanse dichter en performer Michael Salinger werd geboren op 2 maart 1962 in Cleveland, Ohio. Zie ook alle tags voor Michael Salinger op dit blog.

 

“Hoe loop je een blokje om”

Draag schoenen.
Als ze veters hebben, zorg er dan voor dat ze vastgebonden zijn.
Kies een richting en ga.
Twee voeten, spring
over stoepgaten,
stop dan en raap een steen op.
Snuffel niet in de brievenbus van je buren
(je zult in de problemen komen als je gepakt wordt.)
Woef, blaf, woef, blaf, woef, blaf, woef:
vraag voordat je die hond aait.
Die stok zou een nieuwe plaats kunnen gebruiken.
Onthoud,
waar je begonnen bent, is je bestemming.
Want een blokje om
is een rondje
(zelfs als het echt een vierkant is).
Terugkomend bij je voordeur,
zul je een andere persoon zijn
als je thuis komt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Salinger (Cleveland, 2 maart 1962)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2020 en ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en ook mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.

Godfried Bomans, Michael Salinger

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Pieter Bas

Het meest echter zie ik mij terug in de St. Andreaskerk onder de hoogmis, tussen Jozef en Vincent. Het koor zingt, de blauwe wierook vloeit langs de pilaren en ik krijg zo’n jeuk in mijn knieën. Ik  wrijf zachtjes, maar het vreemde gevoel is nu in mijn nek. Ik buig mijn hoofd achterover, doch hoor terstond een woedend gefluister achter mij. Het is dokter Simons. Of misschien is het wel Stevens, die gespierde kruidenier tegenover de Linden. Ik word geheel roerloos bij de gedachte dat het Stevens kan zijn, en tracht nu doodstil rechtop te blijven en strak naar een pilaar te kijken. Het is een dikke. Boven helt hij enigszins over. Jazeker, hij staat beslist schuin. Heeft dan niemand het in de gaten? Elk ogenblik kan de kerk instorten. Wat moet ik doen? Ik stoot Vincent aan. `Hou je stil, ongeluk,’ zegt hij, over de rand van zijn kerkboek kijkend. Goed, best. Ik heb het mijne gedaan. Laat nu de boel maar vallen. Niemand kan mij iets verwijten. Wat een slag zal het zijn. De eerste die eraan gaat is Wampier. Hij zit vlak onder de pilaar en weet van niets. Zie hem eens argeloos over zijn bril staren. Nu, er is aan hem niet veel verloren. Maar juffrouw Vriesland, die verzen schrijft, dat is erger. Zij heeft de ogen gesloten en er speelt een glimlach om haar mond. Het is een ondraaglijke gedachte dat het gedicht, waarover zij zonder twijfel denkt, voor altijd verloren is, bedolven onder het gips en de heiligenbeelden. Zie, er valt een rode gloed door het gebrandschilderde raam over haar gelaat. Wat is zij schoon! Hoe steekt zij af tussen de rest! Mevrouw Wilderbeek naast haar is een boerin, en notaris Durand aan de andere kant schijnt een polderwerker. Ik zou haar zo graag een zoen geven en haar mijn vrouw noemen. Wat moet het heerlijk wezen voor de man die haar krijgt om ’s ochtends naar beneden te komen en dat onbeschrijfelijke wezen aan de ontbijttafel te vinden, helemaal voor hem alleen. En haar dan een zoen te geven en te vragen: ‘Hebt u goed geslapen, juffrouw Vriesland?’ Er wandelt een man door het middenpad. ‘Orde in Gods Huis’ staat er op zijn buik geborduurd.”

 

Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)

 

De Amerikaanse dichter en performer Michael Salinger werd geboren op 2 maart 1962 in Cleveland, Ohio. Zie ook alle tags voor Michael Salinger op dit blog.

911

haat is zeer ontvlambaar
zijn dampen kunnen flitsvuur veroorzaken
haat is schadelijk bij inademing
houd haat uit de buurt van hitte, vonken en vlammen
adem de dampen van haat niet in
was je grondig na gebruik van haat
als je per ongeluk ziekelijk haat
medische hulp inroepen

vooroordeel is irriterend voor de ogen en de huid
zijn dampen zijn ook schadelijk
krijg geen vooroordelen in de ogen
of op kleding
vooroordeel wordt niet aanbevolen voor gebruik
door personen met hartaandoeningen
als vooroordelen worden ingeslikt wek je braken op
als vooroordelen in contact komen met de huid
trek kleding uit en was de huid

als de ademhaling wordt beïnvloed, haal dan onmiddellijk frisse lucht

geweld is schadelijk als het door de huid wordt opgenomen
houd geweld buiten het bereik van kinderen
blijf niet in afgesloten ruimtes
waar geweld aanwezig is
verwijder huisdieren en vogels uit de buurt van geweld
bedek aquaria om tegen geweld te beschermen
verwijder je en ren weg van plaatsten van geweld
kan gevaarlijk zijn
dit product is zeer giftig
blootstelling aan geweld kan
letsel of overlijden veroorzaken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Salinger (Cleveland, 2 maart 1962)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en ook mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.

Godfried Bomans, Multatuli, Frank Albers, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany, Olivia Manning, Rinske Kegel

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Pieter Bas

“Zij trok langs ons huis dwars over het Muntplein; ik stond ademloos met mijn neus tegen het vensterglas, en was in het bijzonder verbaasd dat er zoveel rijtuigen nodig waren om één dode man te vervoeren.
Ik herinner mij ook de merkwaardige voorstelling, die ik mij hierover vormde, als zou in elk rijtuig een stukje van zijn lichaam gelegd zijn.
Soldaatje spelen was reeds vroeg mijn lust en mijn leven. Wij bezaten, ik weet het nog goed, zestig loden soldaatjes, waarvan er één geen hoofd had zodat wij hem generaal maakten. De overige stelden wij op in een indrukwekkende slagorde, waaraan wij minstens een uur besteedden, en dan – dan was het uit. Want het lodensoldatenspel bezit deze eigenaardigheid dat het afgelopen is op het ogenblik, dat het eigenlijk beginnen moet. Als het excerceren, het opstellen en het paraderen voorbij is en het gevecht een aanvang behoort te nemen, is de aardigheid eraf. Ik heb later opgemerkt dat dit ook bij andere soldaten het geval is.
’s Avonds zaten wij allen, vader, moeder, vier jongens en twee meisjes, onder het lamplicht bijeen aan een grote tafel. Als ik aan die tijd terugdenk zie ik mij altijd op één bepaalde avond, die mij in het bijzonder goed in het geheugen is gebleven, toen de wind om het oude huis woei en vader met halfluide stem een artikel uit De Dordtsche Bazuin voorlas, waarvan wij allen niets begrepen, doch dat ons een bijzonder gevoel van veiligheid en rust gaf. Later, als gevolmachtigde te Genève, heb ik dikwijls langs de vergadertafel gekeken en gewenst dat mijn vader met De Dordtsche Bazuin daar zat, en mijn moeder, mijn drie broers en mijn twee zusters; en soms – men vergeve het mij – heb ik gemeend dat het een weldaad voor de wereld zou geweest zijn
De eerste mannelijke wezens die ik op mijn levenspad ontmoette, waren mijn drie broeders, Vincent, Prick en Jozef. Zij sliepen gedrieën in één groot bed, en toen ik oud genoeg was, werd er een stukje aangebouwd en kwam ik erbij. Dit was een uitvinding van mijn vader; hij vond het zo overzichtelijk.
Dit enorme bed was een bron van onenigheid. Want Vincent, die de oudste en sterkste was, placht zich een onrechtvaardig groot deel van de dekens toe te eigenen: hij stopte zich goed van alle kanten in en viel genoeglijk knorrend in slaap.”

 

 
Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)
Cover

Lees verder “Godfried Bomans, Multatuli, Frank Albers, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany, Olivia Manning, Rinske Kegel”

Godfried Bomans, Multatuli, Frank Albers, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany, Olivia Manning, Rinske Kegel

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Pieter Bas

“Doch mijn moeder keek hem stralend aan en noemde hem een malle.
Ik heb later meermalen de gelegenheid gehad op te merken hoe gering de belangstelling van vrouwen is in zaken van politieke strekking. Zelfs mijn eigen lieve Catharina kende het verschil niet tussen de Eerste en Tweede Kamer, en wanneer het gesprek die kant opging werd zij onrustig en trachtte de aandacht te vestigen op de jampot of op andere voorwerpen welke in generlei verband stonden met het besprokene. Misschien is dit te verklaren uit een zekere vrees voor de ernst van het leven. In elk geval is het beter terug te keren tot de loop der gebeurtenissen, waarvan mijn geboorte het begin was.
Ik moet die eerste dag geweldig geschreeuwd hebben; doch daar het juist de verjaardag van koning Willem III was, stak hierin niets opvallends. Van dat eerste levensjaar kan ik mij, hetgeen te verontschuldigen is, niets herinneren. Het is het noodlot van memoires dat zij haperen op de twee belangrijkste punten: het einde en het begin, de dood en de geboorte. Omtrent het eerste kan de schrijver niets mededelen zonder met zichzelf in tegenspraak te geraken en omtrent het laatste is hij letterlijk genoodzaakt zich naar bakerpraatjes te richten. De bijzonderheden, die ik nochtans weet, zijn mij overgeleverd bij monde van Anna, een grote dikke vrouw, waarvan ik mij alleen haar twee blinkende zwarte ogen herinner. Ik moet dan een bijzonder groot hoofd gehad hebben, dat ik reeds toen gewoon was een weinig schuin te houden, een gewoonte waarvan, zoals ge weet, duur mijn politieke tegenstanders zulk een laaghartig gebruik is gemaakt.
Naar aanleiding hiervan schijnt mijn oom Jozef in scherts gezegd te hebben dat er nog een minister uit mij Zou groeien. Deze voorspelling kwam mij echter pas ter ore toen ik minister was, hetgeen de betrouwbaarheid aanzienlijk vermindert. Een neiging tot spelen schijn ik niet gehad te hebben; gewoonlijk lag ik stil op mijn rug naar boven te kijken ‘alsof ik over iets nadacht’. Ik groeide snel op en reeds in mijn eerste jaar kon ik lopen. Ook mijn bevattingsvermogen was al vroeg rijp; zo zal ik wel de enige in Holland zijn die zich de begrafenis van burgemeester Sanders weet te herinneren. Hij stierf toen ik drie jaar was en ik kan mij de stoet nog zeer goed voorstellen.”

 
Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)
Ilustratie uit Pieter Bas door Harry Prenen

Lees verder “Godfried Bomans, Multatuli, Frank Albers, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany, Olivia Manning, Rinske Kegel”

Godfried Bomans, Multatuli, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit:Moeder de gans
     Over sprookjes in het algemeen en over Charles Perrault in het bijzonder

“Wie herinnert zich niet haar wonderlijke stem, murmelend in onze verre, verre kinderjaren? Wie heeft niet gezucht van opwinding als de arme vrouw van Blauwbaard (was het zijn tiende? was het zijn twaalfde?) daar hoog op de toren roept: ‘Zuster Anna! Zuster Anna! Ziet gij nog niets komen?’ Nu, zolang zuster Anna nog niets ziet mogen wij opblijven, dat is zeker. Want zelfs uw oudste broer, die geheimzinnige bezigheden heeft op een groot kantoor ergens in de wereld, heeft zijn pijp laten uitgaan en luistert met een vreemde glimlach. Doch als hij zich betrapt ziet, schrikt hij en duikt weg achter zijn krant, want sprookjes vindt hij onzin.
Dat zijn ze ook. Maar we zijn ermee groot geworden en er is iets van die onzin diep in ons zelf blijven zitten. Op sommige zomeravonden komt dat nog wel eens naar boven en dan weten we zelf niet goed hoe we het hebben. Het kan dan gebeuren, dat een ernstig makelaar in effecten plotseling achter het rozenboompje in zijn tuin een kabouter meent te zien; hij wrijft zijn ogen uit en de kabouter is weg. Wat was dat? Het was veel meer van Moeder Gans in ons gebleven dan wij zelf wel weten. […]
Hoe oud ze precies zijn weet geen sterveling, evenmin als men de plaats kent waar ze vandaan komen. Hierover zijn boeken geschreven, veel dikker dan de sprookjes zelf, maar ik moet mijn lezers waarschuwen: ze zijn niet zo spannend. Het eerst hielden Duitse vorsers zich met deze vraag bezig en zij kwamen na veel nadenken tot de natuurlijke slotsom, dat de sprookjes uit Duitsland stamden. Zo zegt bijvoorbeeld Franz Linnig in zijn Deutsche Mythenmärchen (1883), over Roodkapje sprekend: ‘Das Märchen von der kleinen süssen Dirne, die alle Leute so lieb haben, ist den deutschen Kinderherzen so innig verwachsen, das mann an einen fremden Ursprung kaum zu denken wagt’ Niet treffender kan worden aangetoond dat de wens de vader van gedachte is! Een andere Duits geleerde Theodor Pletscher, tekent tegen deze doorzichtige inbeslagneming dan ook protest aan [en merkt op dat de bekendste sprookjes, ook die in Duitsland het bekendst zijn, al lang in Frankrijk hun definitieve vorm hadden gevonden voor zij in Duitsland als volkssprookjes werden opgeschreven].”

 
Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)

Lees verder “Godfried Bomans, Multatuli, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany”

Godfried Bomans, Multatuli, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Wandelingen door Rome

“Ja mijne heren, de beste gids van Rome komt uit Sittard. Het is een klein stevig gebouwd mannetje, met borstelige, witte wenkbrauwen, een witte snor en een wit baardje dat aan de stevige kin vol moed begonnen is, maar zich dan plotseling bedenkt en er ineens mee uitscheidt. Hij draagt een wit hemd, dat van voren open is en daar een kettinkje laat zien, vermoedelijk eindigend in een gouden penning of medaille, doch daarover worden geen inlichtingen vertrekt. Opzij van de mond hebben zich twee kuiltjes gegraven, die op een algemene geneigdheid wijzen het leven een prettige instelling te vinden. De ogen zijn blauw en hebben de argeloze uitdrukking van een Walt Disney-kabouter. De schedel is opzij met een vermoeden van haar bekropen, doch in het midden volkomen kaal. Onder deze schedel bevindt zich Rome.’
(…)

“Naar het schoonmaken van de Trevi-fontein ben ik ook gaan kijken, maar om een heel andere reden. De Fontana di Trevi is de fontein, waar alle vreemdelingen, die later in Rome nog eens willen terugkeren, een munt ingooien. (..) Ik ging daar heen om te kijken, wat ze met al die duizenden munten zouden doen. Hoe vindt u die gedachte? Mij dunkt, dit is een typisch burgerlijke gedachte, die alleen door een Hollander kan worden voortgebracht. Niet de poëzie van zo’n munt in ‘t water gooien, met de volle maan boven je hoofd en een meisje aan je zij, nee, niets daarvan. Alleen de vraag: wáár blijven de duiten? Gaan ze naar de fiscus? Pikt de waterleiding ze in? Of verdwijnen ze in het potje der omliggende percelen? Kijk, aan zo’n vraag heb ik, als Hollander, houvast, daar kan ik mij uren in verdiepen.”
(…)

“Met honderden liepen ze in de stoet mee, allemaal als patertjes, nonnetjes, engelen of martelaren verkleed, met grote, oneindig verbaasde ogen, sommigen met hun eigen martelwerktuigjes in de hand en er verzonken op zuigend. Ik zag één engel, wier beide vleugels tot op de billetjes waren afgezakt en die liep nu juist heel ingetogen te bidden, in een brevier, dat zij precies omgekeerd in de beduimelde handjes hield. (..) Zestig Franciscaner paters trokken voorbij, ieder zeven jaar oud, met echte bruine pijtjes en hagelwitte koordjes, onder leiding van een dik gardiaantje, dat bijna omviel van de slaap.”

 
Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)

Lees verder “Godfried Bomans, Multatuli, John Irving, Thom Wolfe, Michael Salinger, János Arany”

Godfried Bomans, Multatuli, Thom Wolfe, John Irving, Michael Salinger

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog.

Uit: Erik of Het klein insectenboek

“De kleine Erik lag, juist op het ogenblik dat dit boekje begint, in het oude bed van grootmoeder Pinksterblom met den troonhemel en -de zijden kwasten, en keek over den rand van het blanke laken de schemerige kamer in.
Het was het uur waarop de kleine mensen naar bed gaan, het uur waar de grote mensen niet van weten: alle vertrouwde dingen van den muur vervagen zoetjes aan in het groeiende duister, en de wereld wordt stil, zo stil dat zij zelfs niet meer ademt… Buiten stapt nog iemand voorbij: stap, stap, zo klinkt het, en in de verte roept een jongetje hoog en fijn naar een ander jongetje. Zijn stem klinkt in den avond en je denkt- daar is toch een jongetje op de wereld dat nog niet in bed ligt…
Erik lag stil te.kijken naar het raam in de verte en naar de schemerende portretten van den muur. “Het is net,” dacht hij, “of er iets gebeuren gaat. En misschien gaat er ook wel iets gebeuren?” En hij besloot om nu eens niet, gelijk op andere avonden. in slaap te vallen, maar goed op te letten of er misschien , @iets gebeuren ging”. Nu was daar een goed middel voor. Want onder zijn hoofdkussen lag een boekje, “Solrns’ Beknopte Natuurlijke Historie” geheten, en Erik moest daar voor morgen alle insecten uit kennen. Hij had er dezen helen Woensdagmiddag uit zitten leren en was tot aan de meikevers gekomen. Morgenochtend, onder het speelkwartier, zou hij de meikevers er bij nemen.
“Laat eens kijken,” mompelde Erik, “hoeveel poten heeft een wesp ook al weer? Zes. De ogen zijn apart verstelbaar e ’n staan voor in den kop. Mooi. Zij leven niet in korven, gelijk de bijen, maar – ja, waar leven zij dan? Zij zullen apart leven, denk ik Nu, dat doet er ook niet toe. Zij behoren tot de familie der vliesvleugeligen en hebben geknikte sprieten.
En hoe staat het met de vlinders? De vlinder verbaast den aandachtigen natuurliefhebber door haar fraaie kleurenpracht. (Erik zei dezen zin twee keer, zo mooi vond hij hem.) Wij kunnen hen rekenen onder de zogenaamde nuttige insecten, maar de kinderen die zij krijgen – welke rupsen worden genoemd – kunnen zeer schadelijk zijn.”

 
Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)
Hier eind jaren 1960 op de basisschool die hij zelf bezocht

Lees verder “Godfried Bomans, Multatuli, Thom Wolfe, John Irving, Michael Salinger”

Honderd jaar Godfried Bomans, Multatuli, Thom Wolfe, John Irving, Michael Salinger

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans werd geboren in Den Haag op 2 maart 1913. Zie ook alle tags voor Godfried Bomans op dit blog. Dat is vandaag precies honderd jaar geleden.

Uit: Pieter Bas

“Dit heb ik voorzeker met vele grote mannen gemeen: dat ik in Dordrecht geboren ben. De inwoners – die ik vanaf deze plaats hartelijk groet – kunnen u het eenvoudige huis aanwijzen: op de hoek van de Jan de Witstraat en het oude Muntplein. Zo van buiten gezien maakt het niet de indruk dat een minister daar geboren is; dit was althans mijn indruk toen ik het jaren later bezocht. Wanneer ge de moeite wilt nemen het Muntplein over te steken en u tegenover de slagerij van Bos op te stellen, krijgt ge een goede kijk op het geheel. Het raam

links, met de ijzeren spijltjes ervoor, is de kamer waar ik geboren ben. De gedenksteen erboven is natuurlijk later aangebracht. De twee ramen daarnaast werpen het licht in een vertrek dat wij gewoonlijk ‘het Kabinet’ noemden, vanwege het kleine eikenhouten bureau waaraan mijn vader te werken placht, wanneer zijn aanwezigheid niet op het stadhuis vereist werd. Hij vervulde daar de plaats van gemeentesecretaris, een woord dat wij moeilijk konden uitspreken. Zozeer waren wij destijds van zijn hoge positie en onmisbaarheid doordrongen, dat, toen hij een keer met verkoudheid in bed lag, wij verbaasd waren het verkeer op straat gewoon te zien doorgaan.

Naast ‘het Kabinet’, dat is dus het laatste raam rechts, bevond zich mijn slaapkamertje, sindsdien geheel verbouwd en veranderd; doch, naar ik hoor, zijn er reeds stappen gedaan alles in de vorige toestand te restaureren.

De dag dat ik het eerste licht zag, was een zeer bewogene. Het ministerie Brouwer-Kortenhoef was juist de vorige avond gevallen op een onderwijswet en ’s ochtends om acht uur kwam de mare hiervan tegelijk met het bericht van mijn geboorte ‘het Kabinet’ binnen, het eerste door de krant, het tweede door de baker.

Mijn vader schijnt een ogenblik in beraad te hebben gestaan aan welke van de twee bronnen hij het eerste zijn nieuwsgierigheid zou bevredigen, doch ten slotte zegevierde de vader in hem over de ambtenaar en kwam hij naar mijn toestand informeren.

‘Het is een gezonde jongen,’ zei hij, zich over het bed van zijn vrouw buigend en haar kussend, ‘het is een gezonde jongen en Kortenhoef is gewipt.”

Godfried Bomans (2 maart 1913 – 22 december 1971)

Lees verder “Honderd jaar Godfried Bomans, Multatuli, Thom Wolfe, John Irving, Michael Salinger”