Mischa de Vreede

De Nederlandse dichteres en schrijfster Mischa de Vreede werd geboren in Batavia, in het voormalige Nederlands-Indië, op 17 september 1936. Zij was het middelste kind en enige dochter van een dominee en een onderwijzeres. Zij werd Henny gedoopt, naar de op Ambon overleden eerste vrouw van haar vader. In 1957 debuteerde zij als dichteres in het driemansbundeltje “Morgen mooi weer maken”, In 1959 ontving zij de Herman Gorterprijs (voorheen Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam) voor het gedicht “Een jong meisje droomt” uit de bundel “Met huid en hand” (poëziereeks De Windroos). Zij had toen al een kort verhaal in het toonaangevende literaire tijdschrift Podium gepubliceerd. Vanaf 1969 was zij genoodzaakt ‘van de pen te leven’; ze schreef onder meer columns voor de VARA radio, recenseerde kinderliteratuur voor NRC Handelsblad en hield voor het toenmalige bureau SSS lezingen door het hele land. Ook maakte zij (reis)verslagen voor onder anderen Vrij Nederland, Intermagazine en Elégance. Zie ook alle tags voor Mischa de Vreede op dit blog.

Thuiskomen

zullen ze wat zeggen
en wat zullen ze zeggen
als ik de deur door kom
wat zie je er uit
je bent ver weg geweest
of zullen ze niets zeggen
en alleen maar kijken
of niets zeggen zelfs niet kijken
maar doorgaan met doen
net of er niets gebeurd is

hier ben ik dan
hun vriendelijke vreemdeling
ik spreek de taal der mensen
hoe is het weer
het is weer ja
het is weer nee
het is weer mooi weer
buiten

 

Dit jaar november

de zomer gezeefd tot een heldere herfst
die droog en ritselend winter wordt

in het holle van dit huis
heb ik een wankele warmte gebouwd
zorgvuldig mijn eenzaamheid versierd
hier woon ik hier leef ik
hier speel ik val ik
sta op en speel verder

kijk onder mijn handen groeit een vrouw
ik ben de vrouw
kijk onder mijn handen groeit een kind
ik krijg het kind
kijk onder mijn handen groeit de dood
ik ben het die dood gaat

verwond en verwonderd heb ik gewonnen
ga slapen met open mijn handen
[de maan is een gat in de nacht]

 

Liefste: als ik dit zeg

liefste:
als ik dit zeg
is er een lichaam aan het woord
is er veel water
waar dorst was
is er een hemels bloot huis
moedertaal voertaal wordt voelbaar
ik ruik je gezicht
ik zie je genieten
vaderlands zingen je handen mij open
oh hoor toch hoor nou toch hier
een wereld wentelt zich zwijgend
een boom groeit waaiend naar boven
stromende stil
staat de tijd als een zee

zijn wij elkaar zeer bewoonbaa

 
Mischa de Vreede (Batavia, 17 september 1936)
In 1986

Pasen 2000

‘Tempora mutantur, et nos mutamur in illis’  denk je wel wanneer je onderstaand gedicht van Mischa de Vreede vergelijkt met dat van Gezelle gisteren.

 

Pasen 2000

gedroomd dat er een soort kar voorbij kwam
met mensen die eieren bij zich hadden
hun handen eromheen
boers gedoe

ze riepen me toe dat het gewoonte was
in de plaats waar ik woon
– Camperduin –
om met Pasen een ei neer te leggen
daar waar je een dier had begraven
in de tuin dus

ik zag het voor me:
onder het prille groen van de vlier
bij het houten kruis van de poes
waarop in plakletters staat te lezen:
Jantje 17 jaar lief

en ook voor het huis
tussen de hemelse scylla’s
waar Engel ligt:
een 6 jaar jonge teckel
geveld door hernia

hier en daar zo’n volmaakt gaaf gegeven
schijnbaar verloren in rommelig gras

wakker geworden
verbaasd
aan Grieks gedacht
bloedrode eieren op de zerken
‘Christus is waarlijk opgestaan’

ei is ding dus dood
maar wat eruit komt piepen
beweegt
van levendigheid

nog verder denkend
half alweer dromend
zag ik ze staan
Engel en Jantje
leurend aan de keukendeur
deerlijk bemodderd
verwijtend hun blik:

Waar was je nou
in dat voortdurende donker?
Waar bleef je nou
in dat verschrikkelijke niks?

ik moest hun bekennen
dat ik
die over hun welzijn beschikt had
ook degeen was geweest
die hen ‘inslapen’ liet
snikkend niet kijkend
maar toch

het deerde hun niet
en ik liet hen binnen
hun eten schrokten ze op
ik streelde hun holle flanken
wist me vergeven
en voelde me God

 

Uit: ‘Zeestenen’, De Prom, Baarn 2001


Mischa de Vreede (Batavia, 17 september 1936)
In 1959

 

Gerard Reve

Erwin Mortier heeft zaterdag bij de uitvaart van Gerard Reve een schitterende grafrede gehouden. Die wou ik hier toch niet onvermeld laten.