David van Reybrouck, Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, Andre Dubus III, Tomas Venclova

De Vlaamse dichter, schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck werd geboren in Brugge op 11 september 1971. Zie ook mijn blog van 11 september 2010 en eveneens alle tags voor David van Reybrouck op dit blog.

Uit: Congo

“Het is nog steeds de zee, uiteraard, maar je ziet dat er iets is veranderd, iets aan de kleur. De brede, lage golven deinen nog steeds even vriendelijk, er is nog steeds alleen maar oceaan, maar het blauw raakt gaandeweg bezoedeld met geel. En dat levert geen groen op, zoals je van de kleurentheorie nog weet, maar troebelheid. Het schitterende azuur is verdwenen. De turkooizen rimpeling onder de middagzon is weg. Het peilloze kobalt waaruit de zon opsteeg, het ultramarijn van de schemering, het loodgrijs van de nacht: voorbij.
Vanaf hier is alles sop.
Gelig, oker, roestig sop. Je bent nog honderden zeemijlen van de kust verwijderd, maar je weet: dit is het begin van land. De kracht waarmee de Congo-rivier in de Atlantische Oceaan uitmondt, is zo groot dat het zeewater over vele honderden kilometers anders kleurt.
Wie vroeger voor het eerst met de pakketboot naar Congo voer, dacht bij die verkleuring dat hij er bijna was. Maar bemanning en oudgedienden van de kolonie maakten de nieuweling snel duidelijk dat het vanaf hier nog twee etmalen varen was, etmalen waarop de nieuweling kon zien hoe het water steeds bruiner werd, steeds vuiler. Staande aan de reling van de achtersteven zag hij het groeiende contrast met het blauwe oceaanwater dat de schroef uit diepere lagen bleef ophalen. Na verloop van tijd dreven dikke pollen gras voorbij, zoden, eilandjes die de rivier had uitgespuwd en die nu verdwaasd ronddobberden op de oceaan. Door de patrijspoort van zijn kajuit ontwaarde hij naargeestige vormen in het water, ‘brokken hout en ontwortelde boomen, die lang geleden uit donkere oerwouden waren afgerukt, want de zwarte stammen waren bladloos en de kale stompen van dikke takken wentelden soms even aan het oppervlak en doken dan weer neer’.
Op satellietbeelden zie je het duidelijk: een bruinige vlek die zich tijdens de piek van het moessonseizoen uitstrekt tot achthonderd kilometer westwaarts. Het lijkt wel een lek van het vasteland. Oceanografen spreken van de ‘Congo-waaier’ of de ‘Congo-rookpluim’. Toen ik er voor het eerst luchtfoto’s van zag, moest ik denken aan iemand die zich de polsen had doorgesneden en ze onder water hield – maar dan eeuwig.”

 
David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)

Lees verder “David van Reybrouck, Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, Andre Dubus III, Tomas Venclova”

Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova

De Nederlands-Turkse schrijver, columnist en journalist Murat Isik werd geboren in Izmir op 11 september 1977. Zie ook mijn blog van 11 september 2010 en eveneens alle tags voor Murat Isik op dit blog.

 

Uit: Verloren grond

 

“Mijn moeder ondernam de klim naar het plateau toen ze ongeveer zeven maanden zwanger was van mij. Mijn vader had haar hand vastgepakt en haar eindeloos gesmeekt in het dorp te blijven, omdat het onmogelijk goed kon zijn voor een hoogzwangere vrouw om een zware klim te ondernemen en de ijle lucht op honderden meters hoogte in te ademen. Hij had zelfs toegezegd haar op het warmste moment van de dag, tijdens de verzengende hitte van twee uur ’s middags, koelte toe te wuiven.
‘Lieve Asme, ik zal mijn werk onderbreken en met een waaier naast je bed staan,’ had hij met zachte stem gezegd, ‘tot de zon ondergaat en je rustig in slaap valt.’
Maar mijn vader kon het ook toen niet winnen van haar koppigheid. ‘Waar heb je het over, Selim? Deze hitte wordt nog mijn dood. Mijn kleren plakken aan mijn lijf en ik heb het gevoel dat mijn keel wordt dichtgedrukt. Ik sterf nog liever tijdens de klim dan dat ik een dag langer hier blijf.’
Ik verdenk mijn moeder ervan dat ze niet zozeer de hitte van het dorp ontvluchtte, maar vooral onder geen beding haar jaarlijkse hoogtepunt wilde missen. Ondanks aandringen van mijn vader weigerde ze op de rug van een ezel te gaan zitten en volbracht ze de klim met verrassend gemak. Slechts één keer, halverwege de tocht, nam ze zuchtend plaats op een rots om op adem te komen. Ze dwong door haar volhardendheid zelfs respect af bij de mannen die hen vergezelden en kreunden van de zware spullen en voorraden die ze als pakezels omhoog sjouwden.
De mannen zetten de tenten op, die in sommige gevallen zo groot waren dat er vier gezinnen in pasten en de hoogvlakte het aanzien van een kamp gaven. De vrouwen verbleven tijdens de hete periode zo’n twee maanden in afzondering van de mannen op de yayla en hoefden zich slechts te bekommeren om de kleine kinderen. Het was voor hen de tijd van het jaar waarin ze eindeloos konden roddelen, terwijl ze onafgebroken zonnebloempitten kraakten en bittere thee dronken onder de sterrenhemel.”

 

 

 

Murat Isik (Izmir, 11 september 1977)

Lees verder “Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova”

Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova

De Nederlands-Turkse schrijver, columnist en journalist Murat Isik werd geboren in Izmir op 11 september 1977. Zie ook mijn blog van 11 september 2010 en eveneens alle tags voor Murat Isik op dit blog.

 

Uit: Verloren grond

De schreeuw veranderde mijn vader voor altijd in een breekbare man.
Ik zat in de wachtkamer van het ziekenhuis in Mus en kromp ineen toen ik het geluid van de zaag hoorde die met moeite doordrong in het bot. Daarna klonk de wanhopige schreeuw van mijn vader die na een paar halen van het stuk staal met de scherpe tanden, overging in een ander geluid dat eerst iets dierlijks en daarna monsterachtigs had. Langzaam veranderde het in een bizar gekrijs, afgewisseld met luguber gegorgel. Het was alsof mijn vader de pijn uit zijn lichaam perste en een deel van zijn ziel een uitweg zocht uit het diepste van zijn wezen.
Ik rende weg om te ontsnappen aan het geluid, maar het bleef me achtervolgen. Zelfs toen ik buiten stond en mijn oren dichtdrukte, hoorde ik het nog.
Soms, als ik mijn ogen sluit en alleen word omringd door stilte, hoor ik het weer: de schreeuw die ons leven voorgoed veranderde.

1

Ik ben geboren in de zomer van 1953 op een yayla op ruim tweeduizend meter hoogte. Mijn moeder beweerde dat ik niet huilde maar glimlachte toen ze me voor het eerst in haar armen nam, en dat mijn zwarte donshaar wapperde in de bergwind toen ze me omhooghield en riep: ‘Jij zult wel leven! Jij zult oud en sterk worden en ons eeuwige voorspoed brengen!’
Ik kreeg de naam van mijn grootvader: Miran. Met die naam werd ik de eerste tien jaar van mijn leven aangesproken tot ik plotseling een andere naam kreeg. Het was geen toeval dat ik op de yayla op de wereld werd gezet. Iedere zomer, als de hitte in ons dorp Sobyan ondraaglijk werd en de huizen in brand leken te staan, trokken de vrouwen met hun kinderen en het vee naar de hoogvlakte, waar de koele berglucht hen uit hun zomerslaap wekte.“

 

Murat Isik (Izmir, 11 september 1977)

Lees verder “Murat Isik, D.H. Lawrence, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova”

D.H. Lawrence, Murat Isik, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova

De Engelse dichter en schrijver D.H. Lawrence werd geboren op 11 september 1885 in Eastwood (Nottinghamshire). Zie ook mijn blog van 11 september 2010 en eveneens alle tags voor D. H. Lawrence op dit blog.

Glory

Glory is the sun, too, and the sun of suns,

and down the shafts of his splendid pinions

run tiny rivers of peace.

Most of his time, the tiger pads and slouches in a burning

peace.

And the small hawk high up turns round on the slow pivot of

peace

Peace comes from behind the sun, with the peregrine falcon,

and the owl.

Yet all of these drink blood.

 

What would you fight for?

I am not sure I would always fight for my life.

Life might not be worth fighting for.

I am not sure I would always fight for my wife.

A wife isn’t always worth fighting for.

Nor my children, nor my country, nor my fellow-men.

It all deprnds whether I found them worth fighting for.

The only thing men invariably fight for

Is their money.But I doubt if I’d fight for mine, anyhow

not to shed a lot of blood over it.

Yet one thing I do fight for, tooth and nail, all the time.

And that is my bit of inward peace, where I am at one

with myself.

And I must say, I am often worsted.

 

Self Pity

I never saw a wild thing

sorry for itself.

A small bird will drop frozen dead from a bough

without ever having felt sorry for itself.

 

D.H. Lawrence (11 september 1885 – 2 maart 1930)

Hier met Alldous Huxley (links) in Taos, 1929

Lees verder “D.H. Lawrence, Murat Isik, Eddy van Vliet, David van Reybrouck, Barbara Bongartz, Tomas Venclova”

Murat Isik

De Nederlands-Turkse schrijver, columnist en journalist Murat Isik werd geboren in Izmir op 11 september 1977. Naast het schrijven werkt hij als jurist. Hij studeerde tijdens zijn studie Nederlands Recht een semester Creative Writing aan de San Francisco State University. Zijn korte verhalen werden gepubliceerd in Lava Literair, De Brakke Hond, DUF en Contrast. In 2007 was Isik winnaar van de verhalenwedstrijd van de Juni Kunstmaand in Amsterdam met het korte verhaal De purperen citroen dat in juni 2008 tot toneelstuk werd bewerkt. Ook schreef hij een kort verhaal voor de verhalenbundel Fasten your seat belt! (2008). In deze bundel staan 20 korte verhalen van jonge Nederlandse schrijvers. Isik schreef op freelance basis voor het opinieblad Contrast Magazine en Tulpia. Sinds april 2009 is hij columnist voor MTNL en sinds april 2010 voor JOOP, de online opiniepagina van de publieke omroep VARA.

 

Uit: De kinderen van Oaxaca

 

“Zoals Oaxaca, het gebied waar hij ter wereld was gekomen in het zuiden van Mexico, gevangen is tussen het Sierra Madre del Sur gebergte en de Grote Oceaan, zo was hij gevangen in zijn eigen wereld zonder daglicht of kleur. Zijn ogen zouden hem nooit in staat stellen de hem omringende bergachtige wereld vol fijne rode stof en mysterieuze guajebomen te aanschouwen. Emillio Borgetti was blind geboren.

Zijn moeder, die weduwe was geworden toen hij twee jaar was, moest de grootse plannen die zij met Emillio had bijstellen. Hij zou geen arts of advocaat worden, met die gedachte had ze zich al vroeg verzoend. Maar ze hoopte dat hij zichzelf zou kunnen redden als zij te oud was geworden om de zelf gebakken maïspannenkoekjes nog te verkopen in haar kraampje. Aan de dag dat hij zonder haar moest verder leven, durfde ze geen seconde te denken.

Ze vestigde haar hoop op het blindeninstituut in Oaxaca waar ze door de enige onderwijzer van het dorp op gewezen was. Daar moest Emillio leren lezen, daar moesten gekwalificeerde mensen haar het vertrouwen geven dat ze miste voor de toekomst. Ze wilde in staat zijn te geloven dat Emillio het zou redden en zou uitgroeien tot een zelfstandige en zelfredzame man.   

Toen Emillio vijf jaar was nam ze hem mee naar Oaxaca de Juárez, de hoofdstad van de staat Oaxaca. De busreis van hun dorp San Lucas naar de hoofdstad nam zes uur in beslag. De kleine Emillio zat de hele rit rustig bij het raam met een kalme glimlach rond zijn mondhoeken terwijl de bus zo nu en dan heen en weer werd geslingerd over het gehavende wegdek. Door zijn liefde voor bussen was hij erg opgetogen over zijn eerste lange busreis.”  

 

 


Murat Isik (Izmir, 11 september 1977)