Man Booker Prize voor Richard Flanagan
De Australische schrijver Richard Flanagan heeft de Man Booker Prize 2014 gewonnen met zijn boek “The Narrow Road to the Deep North”. Dat is dinsdagavond in Londen door de jury bekendgemaakt.
De Australische schrijver Richard Flanagan werd geboren in Longford, Tasmanië, in 1961, als vijfde van zes kinderen. Hij groeide op in het afgelegen mijnstadje Rosebery aan de westkust. Flanagan verliet de school op 16-jarige leeftijd, maar ging later toch studeren aan de universiteit van Tasmanië. Hij behaalde zijn Bachelor of Arts en verwierf het daarop volgende jaar een Rhodes Scholarship aan het Worcester College, Oxford. Flanagan schreef vier non-fictie werken voordat hij overstapte op fictie. In 1994 verscheen zijn eerste roman “Death of a River Guide”, die hem beroemd maakte en in 1997 zijn tweede roman “The Sound of One Hand Clapping” , winnaar van de Australian Booksellers Book of the Year Award en de Vance Palmer Prize voor fictie. Het boek was een groot succes. Er werden meer dan 150.000 exemplaren van verkocht in Australië. Dit succes werd gecontinueerd met de uitstekende receptie van zijn derde roman “Gould’s Book of Fish”, gepubliceerd in 2001. Zijn roman “The unknown terrorist”, gepubliceerd in 2007, werd zelfs wereldwijd goed ontvangen. Zijn meest recente roman “The Narrow Road to the Deep North” uit 2013 vertelt het levensverhaal van Dorrigo Evans, een gehandicapte oorlogsheld en overlevende van de Death Railway. Een verfilming van “The Sound of One Hand Clapping” werd geselecteerd voor het Filmfestival van Berlijn in 1998. Richard Flanagan heeft eveneens artikelen geschreven over literatuur, milieu, kunst en politiek voor de Australische en internationale pers, waaronder Le Monde, The Daily Telegraph (Londen), Süddeutsche Zeitung, de New York Times en de New Yorker. Enkele van zijn artikelen waren omstreden. “De Selling-out of Tasmania”, gepubliceerd na de dood van de voormalige premier Jim Bacon in 2004, was kritisch over de relatie van Bacons regering met het bedrijfsleven.
Uit: The Narrow Road to the Deep North
“He felt more soft raindrops, saw bright-red oil against the brown mud, heard his mother calling again, but it was unclear what she was saying, was she calling him home or was it the sea? There was a world and there was him and the thread joining the two was stretching and stretching, he was trying to pull himself up that thread, he was desperately trying to haul himself back home to where his mother was calling. He tried calling to her but his mind was running out of his mouth in a long, long river towards the sea.”
(…)
“He felt the withering of something, the way risk was increasingly eliminated, replaced with a bland new world where the viewing of food preparation would be felt to be more than the reading of poetry; where excitement would come from paying for a soup made out of foraged grass. He had eaten soup made out of foraged grass in the camps; he preferred food.”
(…)
““He pulled out a book here and there, but what kept catching his attention were the diagonal tunnels of sunlight rolling in through the dormer windows. All around him dust motes rose and fell, shimmering, quivering in those shafts of roiling light. He found several shelves full of old editions of classical writers and began vaguely browsing, hoping to find a cheap edition of Virgil’s Aeneid, which he had only ever read in a borrowed copy. It wasn’t really the great poem of antiquity that Dorrigo Evans wanted though, but the aura he felt around such books–an aura that both radiated outwards and took him inwards to another world that said to him that he was not alone.
And this sense, this feeling of communion, would at moments overwhelm him. At such times he had the sensation that there was only one book in the universe, and that all books were simply portals into this greater ongoing work–an inexhaustible, beautiful world that was not imaginary but the world as it truly was, a book without beginning or end.”
Richard Flanagan (Longford, Tasmanië, 1961)