Robert Bly, Hans Tentije

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

For the Old Gnostics

The Fathers put their trust in the end of the world
And they were wrong. The Gnostics were right and not
Right. Dragons copulate with their knobby tails.
Some somnolent wealth rises unconcerned,
Over there! In the world! Ponderous stubborn
Sorrow weighs down the flying Gospels.
Some enormous obstacle blocks our way.
The untempered soul grumbles in empty light.

 

THE CONFUSION OF AMERICA

I
The lace that lay around the bones of Danish kings
Rises at dawn in the grass of North Dakota;
The torture rack is the steering wheel of a Dodge,
And the Assyrian lions blaze above the soybean fields;
The last haven of Jehovah, down from the old heavens,
Hugs a sooty corner of the murdered pine;
Phoenician priests carrying Arabic numerals
Walk the earth dressed as bankers and hunters of bear,
And at night our sleep is invaded by stealthy diamonds.

II
The old jewels of Charlemagne fall in the flakes of snow
And lie drifted in the door of a pig-house,
Left abandoned all winter in a barnyard in Montana;
Our bodies are mingled among bills and relics
Like Bibles and carbines in the Sears Roebuck catalog;
Saxophones and gears fly together in the nightmares
Rising, like feathers, from the grave of Hannibal,
And tiny beetles, bright as Cadillac, toil down
The long dusty roads into the mountains of South Dakota.

III
We meet men who travelled in Canada for Astor,
And also strange animals, men with wings of fur,
Cars that fly through the air with the faces of women,
Sheep come in hotels wearing crow feathers painted red,
Rocks climb up stairs balancing on the feet of birds,
Glasses of water swallow tiny cities with gypsy fairs,
Poor accountants awake one day with the paws of bears;
High in the beanplant that has grown from Carnegie’s dime,
Tiny loaves of bread with ears lie on the President’s table.

 

Johnsons kabinet door mieren gadegeslagen

I
Een open plek diep in een bos: overhangende takken
Vormen een hut. Hier verschijnen de burgers van overdag,
De ministers, de departementshoofden,
Veranderd: de aandeelhouders van grote staalconcerns
Op klompjes; hier gaan de generaals gekleed als dartelende lammeren.

II
Vanavond verbranden zij de rijstvoorraden; morgen
Spreken zij over Thoreau; vanavond sluipen zij rond de bomen;
Morgen plukken zij de twijgjes van hun kleren;
Vanavond gooien zij brandbommen; morgen
Lezen zij de Onafhankelijkheidsverklaring voor; morgen zitten zij in de kerk.

III
Mieren hebben zich rond een oude boom verzameld.
Zij zingen in koor, met ruwe schurende stemmen,
Oude Etruskisische liederen over tirannie!
Dichtbij gezeten padden klappen in hun handjes en
Zingen de vurige liederen mee, hun vijf lange tenen trillend
in de doorweekte aarde.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

Robert Bly (23 december 1926 – 21 november 2021)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Hans Tentije (pseudoniem van Johann Krämer) werd geboren in Beverwijk op 23 december 1944. Zie ook alle tags voor Hans Tentije op dit blog.

 

Nog eenmaal

En met de honden ver vooruit ten slotte
toch een plek te vinden, plaats misschien van bestemming

aan de rand ervan de takken uit elkaar te buigen

het uitzicht dat zichzelf schildert
als iets wat niet, nee, nergens over gaat
te beschrijven als niet net tussen vloeiblad
en papier een vlieg was geplet

dichtgesneeuwd beeld later, voorstelling
vastgepind aan waaiende struiken

hoe bijvoorbeeld blauwe regen klimt langs de vorst van het huis
en pluizen die ik wegblaas omlaagzweven
naar de aanlegsteiger beneden

ontsnapt me niet nu, maar voor altijd hierna

terwijl asbest krimpt en scheurt
boven op de daken, groeien vlieren uit de laadruimten
van achtergelaten wagons, zet ijzel zich af
als glazuur op het steenslag, wuivend
gras tegen dat het avond wordt

alles nog eenmaal in lichterlaaie

blad papier dat binnen zijn dubbele begrenzing
de neerslag hiervan bewaart –

dat te beschrijven

 

Het onvoorstelbare

Je het onvoorstelbare proberen voor te stellen, het ogenblik
waarop het plots tot je doordringt
dat het over en uit is en je bevoorrecht bent
nog even te mogen kijken

achter hoge ramen de als door een Hollandse meester
geschilderde
bleekveldwitte stapelwolken boven een weiland
in de buurt van Haarlem, die hun schaduwen voortstuwen
naar en over de omlijsting, de tocht
bij kozijnen en sponningen

slecht toegerust zie je, vertwijfeld, hoe het werkelijke
en het ingebeelde hechter en hechter
met elkaar vervlochten zijn geraakt en met het soms
zo schrijnend luisterrijke –

de gelukkig stemmende, licht droefgeestige, al herfstige
nazomerse dagen, de zandbanken en tijd overspoelende
onstuimige
brandingen, oude vriendschappen, flarden
door je hoofd spelende muziek, de aanstekelijke
lach van je geliefde

maar wat moeten je kamers en hun voorwerpen straks
als je ze eenmaal de rug toekeert en je woorden, herinneringen
in je bloedsomloop, je hersenweefsel
zullen stollen, om overgeleverd te worden

aan water, lucht, aarde, vuur

 

Hans Tentije (23 december 1944 – 26 oktober 2023)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e december ook mijn blog van 23 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

Robert Bly

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

People Like Us

There are more like us. All over the world
There are confused people, who can’t remember
The name of their dog when they wake up, and
people
Who love God but can’t remember where

He was when they went to sleep. It’s
All right. The world cleanses itself this way.
A wrong number occurs to you in the middle
Of the night, you dial it, it rings just in time

To save the house. And the second-story man
Gets the wrong address, where the insomniac lives,
And he’s lonely , and they talk, and the thief
Goes back to college. Even in graduate school,

You can wander into the wrong classroom,
And hear great poems lovingly spoken
By the wrong professor. And you find your soul
And greatness has a defender, and even in death
you’re safe

 

Shabistari and The Secret Garden

I can’t stop praising Shabistari for bringing
The gnat’s and the elephant’s legs close to each other.
Next I want Sunday to be brought closer to Monday.

Suppose a bit of straw were able to marry the wind.
Haven’t you noticed those good marriages when
The wind and the chaff go down the road together?

When a poem takes me to that place where
No story ever happens twice, all I want
Is a warm room, and a thousand years of thought.

Conrad said the dark swimmer did reach his ship.
If we sink into the suffering that’s right for us,
Our dreams will have all that Adam and Eve wept for.

Amazing things do happen. One morning Kierkegaard
Explains exactly what ressentiment is
And the mouse agrees to marry everyone in the room.

Robert, those high spirits don’t prove you are
A close friend of truth; but you have learned to drive
Your buggy over the prairies of human sorrow.

 

Casida of the Rose

The rose
was not searching for the sunrise:
almost eternal on its branch,
it was searching for something else.

The rose
was not searching for darkness or science:
borderline of flesh and dream,
it was searching for something else.

The rose
was not searching for the rose.
Motionless in the sky
it was searching for something else.

 

Weelderige hemelen willen

Niemand moppert onder de oesterclans,
En kreeften spelen de hele zomer op hun benen gitaren.
Alleen wij, met onze opponeerbare duimen, willen
De hemel om te zijn, en God om weer te komen.
Er komt geen einde aan ons gemopper; wij willen
Comfortabele aarde en weelderige hemel.
Maar de reiger staat op één poot in het moeras
Drinkt de hele dag zijn donkere rum en is tevreden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Bly (23 december 1926 – 21 november 2021)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e december ook mijn blog van 23 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

Robert Bly

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

THE BEAR AND THE MAN

Suppose there were a bear and a man. The bear
Knows his kin—old pebbles, fifty-five-
Gallon barrels, big pine trees in the moonlight,
Abandoned down jackets; and the man approaches warily —

He’s read Tolstoy, knows a few symphonies.
That’s about it. Each has lost a son. The bear’s
Killed by a trap, the man’s killed by a bear.
That boy was partly drunk, alone in the woods.

The bear puts out black claws firmly on earth.
He’s not dumb. Skinned, he’s like a man.
People Say that both bears and men receive a signal
Coming from far up there, near the North Pole.

The old grandmother of both bear and man
Sits netted among the stars, looking down.

 

BOARDS ON THE GROUND

1.
I love to see boards lying on the ground in early spring;
The ground beneath them is wet, and muddy—
Perhaps covered with chicken tracks—
And they are dry and eternal.

2.
This is the wood one sees on the decks of ocean ships,
Wood that carries us far from land,
With a dryness of someaUng used for simple tasks,
Like a horse’s tail.

3.
This wood is like a man who has a simple life,
Living through the spring and winter on the ship of his own desire.
He sits on dry wood surrounded by half-melted snow
As the rooster walks away springily over the dampened hay.

 

The Bridegroom

The bridegroom wanted to reach the Norwegian Church.
But the roads were made impassable by huge snows.
We are each the bridegroom longing for existence.

Marriage brings the moth close to the candle flame.
With their frail wings, men and women
Are constantly flying into the fire of existence.

Some say that each drop of ground water in Kansas
Knows about the ocean. How can this be?
Every drop of water longs like us for existence.

Abu Said fasted in the desert for twenty years.
Later when he came back, his dragon friend
Wept. “Your suffering gave me a hint of existence.”

When the pianist’s fingers strike all the notes
In the Tenth Prelude, it’s clear Bach’s soul has been
Leaping about like a hare in the field of existence.

Robert, you’re close to joy but not quite there.
You are a hunchback standing in an Italian
Square, looking in at the festival of existence.

 

Robert Bly (23 december 1926 – 21 november 2021)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e december ook mijn blog van 23 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

Robert Bly

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

BRAHMS

It must be that my early friendship with defeat
Has given me affection for the month of August.
The potato fields belong to early night.

So many times as a boy I sat in the dirt
Among dry cornstalks that gave assurances
Every hour that Francis had his ear to the night.

Columbus’s letters tell us that we will receive
The gifts that mariners all receive at the end—
Memories of gold and a grave in the sand.

The shadow of a friend’s hand gives us
Promises similar to those we received from
The light under the door as our mother came near.

I am the father who wept for Joseph.
I am the sparrow that flies through the warrior’s
Hall and back out into the falling snow.

I don’t know why these images should please me
So much; an angel said: “In the last moment before night
Brahms will show you how loyal the notes are.”

 

Ravens Hiding in a Shoe

There is something men and women living in houses
Don’t understand. The old alchemists standing
Near their stoves hinted at it a thousand times.

Ravens at night hide in an old woman’s shoe.
A four-year-old speaks some ancient language.
We have lived our own death a thousand times.

Each sentence we speak to friends means the opposite
As well. Each time we say, “I trust in God,” it means
God has already abandoned us a thousand times.

Mothers again and again have knelt in church
In wartime asking God to protect their sons,
And their prayers were refused a thousand times.

The baby loon follows the mother’s sleek
Body for months. By the end of summer, she
Has dipped her head into Rainy Lake a thousand times.

Robert, you’ve wasted so much of your life
Sitting indoors to write poems. Would you
Do that again? I would, a thousand times.

 

The Great Society

Dentists continue to water their lawns even in the rain:
Hands developed with terrible labor by apes
Hang from the sleeves of evangelists;
There are murdered kings in the light-bulbs outside movie theaters:
The coffins of the poor are hibernating in piles of new tires.

The janitor sits troubled by the boiler,
And the hotel keeper shuffles the cards of insanity.
The President dreams of invading Cuba.
Bushes are growing over the outdoor grills,
Vines over the yachts and the leather seats.

The city broods over ash cans and darkening mortar.
On the far shore, at Coney Island, dark children
Playing on the chilling beach: a sprig of black seaweed,
Shells, a skyful of birds,
While the mayor sits with his head in his hands.

 

De nacht dat Abraham naar de sterren riep

Herinner je je de avond dat Abraham voor het eerst
De sterren zag? Hij riep naar Saturnus: “U bent mijn Heer!”
Wat was hij blij! Toen hij de Morgenster zag,

Riep hij: “U bent mijn Heer!” Hoe gebroken was hij
Toen hij zag hoe ze onder gingen. Vrienden, hij is zoals wij:
Wij nemen als onze Heer de sterren die ondergaan.

We zijn trouwe metgezellen van de ontrouwe sterren.
Wij zijn gravers, net als dassen; we houden ervan om het vuil
Te voelen dat achter onze achterpoten vandaan vliegt.

En niemand kan ons ervan overtuigen dat modder niet
Mooi is. Het is onze dassenziel die dat denkt.
We zijn klaar om de rest van ons leven door te brengen

Met wandelen in modderschoenen door de natte velden.
We lijken op ballingen in het koninkrijk van de slang.
We staan in de uienvelden naar de nacht omhoog te kijken.

Mijn hart is overdag een kalme aardappel en een huilende
verlaten vrouw in de nacht. Vriend, vertel me wat ik doen moet,
Want ik ben een man die verliefd is op de ondergaande sterren.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e december ook mijn blog van 23 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

 

The Half-Finished Heaven

Despondency breaks off its course.
Anguish breaks off its course.
The vulture breaks off its flight.

The eager light streams out,
even the ghosts take a draught.

And our paintings see daylight,
our red beasts of the ice-age studios.

Everything begins to look around.
We walk in the sun in hundreds.

Each man is a half-open door
leading to a room for everyone.

The endless ground under us.

The water is shining among the trees.

The lake is a window into the earth.

 

Vertaald door Robert Bly

 

Allegro

Ik speel Haydn na een zwarte dag
en voel een simpele warmte in mijn handen.

De toetsen zijn willig. Milde hamers slaan.
De klank is groen, levendig, kalm.

De klank zegt dat vrijheid bestaat
en dat iemand de keizer geen belasting betaalt.

Ik steek mijn handen diep in mijn haydnzakken
en doe als iemand die de wereld in alle rust beschouwt.

Ik hijs de haydnvlag – dat betekent:
‘Wij geven ons niet over. Maar willen vrede.’

De muziek is een glazen huis op de helling
waar stenen rondvliegen, stenen rollen.

En de stenen rollen er dwars doorheen
maar iedere ruit blijft heel.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

A Page Of The Night-Book

I stepped ashore one May night
in the cool moonshine
where grass and flowers were grey
but the scent green.

I glided up the slope
in the colour-blind night
while white stones
signalled to the moon.

A period of time
a few minutes long
fifty-eight years wide.

And behind me
beyond the lead-shimmering waters
was the other shore
and those who ruled.

People with a future
instead of a face.

 

Vertaald door Robin Fulton

 


Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)
Cover

 

De Nederlandse schrijver, columnist, kleinkunstenaar en zanger Daniël Samkalden werd geboren op 15 april 1979 in Naarden. Zie ook alle tags voor Daniël Samkalden op dit blog.

Uit: Nova

“Hij sloeg het fotoalbum open dat op het bureau lag. Hij had het eerder gevonden op zijn boekenkast toen hij ten einde raad besloot een kapot halogeenlampje te vervangen in de beginnende schemer. De bruine kaft glom in het terugge-wonnen licht. Verdomd, had hij gedacht.
Tussen de stijve bladen en vitragevellen had de beklem-mende geur van zijn verleden zich verstopt. Foto’s met veel geel- en groentinten. Van een huwelijk. Hij, dezelfde man, maar met een rijkdom aan onverzorgd haar, kust een be-nige vrouw in het wit. Tijdens een kerstdiner zit hij aan ta-fel in het midden van een klein gezelschap, hij draagt een bruin ribfluwelen jasje, een ongeduldige glimlach. Op de volgende pagina ligt hij aan het zwembad met een melkwit lijf in een ongekend korte zwembroek, achter hem een blo-te baby met donkere vragende ogen op een oranje sprei. Hij legde zijn wijsvinger op het spekkige kind. Hij wreef over het ruwe fotopapier, alsof hij het stof van de jaren af probeerde te wrijven. Alsof hij door de tijd heen de baby probeerde te aaien, te herstellen wat hij op de foto nalaat, zijn weerspannige lichaam afgedraaid van het kind, in de richting van het lichtblauwe zwembad en de lens van het toestel. Hij sloot het album, trok zijn jas aan en liep de stenen trap-pen in het portiek af, over de smalle stoep, tussen de gevel-tuintjes en de geparkeerde auto’s naar het café op de hoek van zijn straat. Schrijven is afstand nemen, wist hij, wat alcohol zal mijn hersenen adem geven. Hij nam plaats aan de kop van de leestafel en liet zich een ijskoude jonge jenever inschenken.”

 

 
Daniël Samkalden (Naarden, 15 april 1979)

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit: Mercredi gentil

« Il y a presque deux semaines, Fatou, Croûton et moi sortions de notre cours de théâtre et je faisais la tête. Jusque-là rien d’anormal puisque la mauvaise humeur est un peu mon état naturel. Passer quatre heures enfermé dans la même pièce avec des gens de mon âge est l’idée que je me fais de l’enfer. Je ne sais plus très bien quelle question Fatou m’a posée juste devant le gymnase, mais je me souviens que j’étais énervé par notre prof, M. Kerkatmec, qui avait épuisé mes maigres réserves de patience. Toujours est-il que j’ai répondu à Fatou d’une manière un peu trop brutale à son goût et que c’était une très très mauvaise idée. Pour être honnête, je m’en suis rendu compte immédiatement, mais il était déjà trop tard pour essayer de me rattraper, les mots étaient sortis de ma bouche tels quels, impossibles à ravaler. La suite ne s’est pas fait attendre. — Bon, mon petit Lucien, tu n’as pas l’air d’humeur à m’écouter attentivement ni à me parler aimablement, m’a-t-elle dit de son ton le plus glacial et le plus formel. Je n’insiste donc pas davantage et nous nous adresserons à nouveau la parole quand tu seras un peu plus sympa. Tu devrais y arriver une fois dans ta vie, non ? Essaie, tu verras, ça fait du bien d’être gentil de temps en temps. Et, sans que je puisse réagir, elle a tourné les talons. Expression absurde puisque Fatou ne porte que des baskets. J’ai eu l’idée géniale de lui courir après pour la rattraper et lui expliquer que cet échange n’était qu’un horrible malentendu très simple à dissiper, mais j’ai ensuite eu l’idée encore plus géniale de ne pas bouger. Je venais de me souvenir que Fatou était aussi têtue que belle et beaucoup plus forte que moi en combats verbaux. L’alternative était simple : soit je changeais de personnalité, soit je perdais ma copine. Autant j’aurais facilement supporté de passer pour un homme mauvais aux yeux du monde entier jusqu’à la fin de mes jours, autant je ne pouvais pas envisager que Fatou me trouve le moindre défaut. Trop peur qu’elle me quitte. Les ados sont des gens très inconstants et j’avais déjà eu cette frayeur quelques semaines auparavantl.
C’est comme ça que j’ai pris ma grande décision concernant la gentillesse. À cause d’une fille. Autant le dire tout de suite, ça n’a pas été facile car je ne savais pas du tout par où commencer ni comment attaquer le problème. Je n’étais même pas sûr qu’on puisse apprendre la gentillesse, mais c’était une question de vie ou de mort. En me renseignant sur des forums dédiés, j’ai compris que ce chemin comportait une première étape nommée « être sympa ».

 

 
Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Vlaamse schrijver, cenarist, acteur en regisseur Patrick Bernauw werd geboren op 15 april 1962 in Aalst. Zie ook alle tags voor Patrick Bernauw op dit blog.

Uit: De paus van Satan

“Ik trachtte mezelf voor te stellen te midden van de schepselen uit een verleden tijd, in hun antieke kleren, terwijl ik hun gedachten dacht. Ondertussen was ik er mij wel van bewust dat mijn handig geselecteerde details alleen maar illusies produceerden. Maar wat deed het ertoe dat ik de minst betrouwbare was van alle geschiedschrijvers? Ik zou dan toch de meest evocatieve zijn! Nee, nee… ik wilde mijzelf niet het kleinste greintje verbeelding onthouden, noch het minste spoortje enthousiasme. En ik zal zeker niet zeggen dat ik nooit iets heb verzonnen. Ik wilde geen stompzinnige vervalser zijn, die uitblonk door een gebrek aan visie, uitsluitend trivialiteiten behandelde en zo even ver bleef van het creëren van een algemeen beeld als de pointillistische puzzels van de moderne schilders. Het ergst van al waren de biografen. Zij schrokken er niet voor terug volumineuze volumes te wijden aan de stelling dat Jan Van Eyck geheelonthouder was of dat de Mollige Margot van Francois Villon niet de naam was van een prostituée, maar van een herberg. Inderdaad is het zo dat biografen hun onderwerp dienen te portretteren met zo weinig passie als menselijkerwijze mogelijk is. Maar ik zou niet in dezelfde vallen trappen als deze kwezelachtige kampioenen van de middenklasse moraal!
Ik was mij er ten zeerste van bewust dat documenten -hoe waar ze ook lijken – vaak slechts halve of niet meer dan schijnbare waarheden bevatten. In dit testament, waarin u mijn laatste woorden over de kwestie van De paus van Satan zult lezen, wil ik het bijgevolg anders aanpakken. Ik zal mij niet alleen baseren op documenten, maar ook steunen op mijn herinneringen, op mijn verbeelding. In mijn dromen heb ik een werkelijkheid gezien die ik wakend nooit kon doorgronden en die ik nu zal pogen te reconstrueren.
Net voor de oorlog van 1870 kwam ik in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1876 werd ik overgeplaatst naar de Sfireté Générale in de rue de Saussaies, op de Rive Droite van Parijs. Ik werkte daar tweeëntwintig jaar. Gewoonlijk verscheen ik omstreeks elf uur op kantoor, om de volgende zes uren allerlei zeer uiteenlopende rapporten te schrijven, te verzamelen, te analyseren. Voor de buitenwereld leek het of ik een van de vele auteurs was die een baantje hadden gekregen van onze geliefde overheid, en zo in staat gesteld werden zich in alle rust aan hun kunst te wijden.”

 


Patrick Bernauw (Aalst, 15 april 1962)
Cover

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook alle tags voor Benjamin Zephania op dit blog.

 

Bought and Sold

Smart big awards and prize money
Is killing off black poetry
It’s not censors or dictators that are cutting up our art.
The lure of meeting royalty
And touching high society
Is damping creativity and eating at our heart.

The ancestors would turn in graves
Those poor black folk that once were slaves would wonder
How our souls were sold
And check our strategies,
The empire strikes back and waves
Tamed warriors bow on parades
When they have done what they’ve been told
They get their OBE’s.

Don’t take my word, go check the verse
Cause every laureate gets worse
A family that you cannot fault as muse will mess your mind,
And yeah, you may fatten your purse
And surely they will check you first when subjects need to be amused
With paid for prose and rhymes.

Take your prize, now write more,
Faster,
Fuck the truth
Now you’re an actor do not fault your benefactor
Write, publish and review,
You look like a dreadlocks Rasta,
You look like a ghetto blaster,
But you can’t diss your paymaster
And bite the hand that feeds you.

What happened to the verse of fire
Cursing cool the empire
What happened to the soul rebel that Marley had in mind,
This bloodstained, stolen empire rewards you and you conspire,
(Yes Marley said that time will tell)
Now look they’ve gone and joined.

We keep getting this beating
It’s bad history repeating
It reminds me of those capitalists that say
‘Look you have a choice,’
It’s sick and self-defeating if our dispossessed keep weeping
And we give these awards meaning
But we end up with no voice.

 

 
Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook alle tags voor Henry James op dit blog.

Uit: The Beast in the Jungle

“What determined the speech that startled him in the course of their encounter scarcely matters, being probably but some words spoken by himself quite without intention—spoken as they lingered and slowly moved together after their renewal of acquaintance.  He had been conveyed by friends an hour or two before to the house at which she was staying; the party of visitors at the other house, of whom he was one, and thanks to whom it was his theory, as always, that he was lost in the crowd, had been invited over to luncheon.  There had been after luncheon much dispersal, all in the interest of the original motive, a view of Weatherend itself and the fine things, intrinsic features, pictures, heirlooms, treasures of all the arts, that made the place almost famous; and the great rooms were so numerous that guests could wander at their will, hang back from the principal group and in cases where they took such matters with the last seriousness give themselves up to mysterious appreciations and measurements.  There were persons to be observed, singly or in couples, bending toward objects in out-of-the-way corners with their hands on their knees and their heads nodding quite as with the emphasis of an excited sense of smell.  When they were two they either mingled their sounds of ecstasy or melted into silences of even deeper import, so that there were aspects of the occasion that gave it for Marcher much the air of the “look round,” previous to a sale highly advertised, that excites or quenches, as may be, the dream of acquisition.  The dream of acquisition at Weatherend would have had to be wild indeed, and John Marcher found himself, among such suggestions, disconcerted almost equally by the presence of those who knew too much and by that of those who knew nothing.  The great rooms caused so much poetry and history to press upon him that he needed some straying apart to feel in a proper relation with them, though this impulse was not, as happened, like the gloating of some of his companions, to be compared to the movements of a dog sniffing a cupboard. It had an issue promptly enough in a direction that was not to have been calculated.
It led, briefly, in the course of the October afternoon, to his closer meeting with May Bartram, whose face, a reminder, yet not quite a remembrance, as they sat much separated at a very long table, had begun merely by troubling him rather pleasantly.”

 

 
Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Cover

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook alle tags voor Wilhelm Busch op dit blog.

 

Höhere Instanz

Was er liebt, ist keinem fraglich;
Triumphierend und behaglich
Nimmt es seine Seele ein
Und befiehlt: So soll es sein.

Suche nie, wo dies geschehen,
Widersprechend vorzugehen,
Sintemalen im Gemüt
Schon die höchste Macht entschied.

Ungestört in ihren Lauben
Laß die Liebe, laß den Glauben,
Der, wenn man es recht ermißt,
Auch nur lauter Liebe ist.

 

Der fremde Hund

Was fällt da im Boskettgesträuch
Dem fremden Hunde ein?
Geht man vorbei, so bellt er gleich
Und scheint wie toll zu sein.
Der Gärtner holt die Flinte her.
Es knallt im Augenblick.
Der arme Hund, getroffen schwer,
Wankt ins Gebüsch zurück.
Vier kleine Hündchen liegen hier
Nackt, blind und unbewußt.
Sie saugen emsig alle vier
An einer toten Brust.

 

Durchweg lebendig

Nirgend sitzen tote Gäste.
Allerorten lebt die Kraft.
Ist nicht selbst der Fels, der feste,
Eine Kraftgenossenschaft?

Durch und durch aus Eigenheiten,
So und so zu sein bestrebt,
Die sich lieben, die sich streiten,
Wird die bunte Welt gewebt.

Hier gelingt es, da missglückt es.
Wünsche finden keine Rast.
Unterdrücker, Unterdrücktes,
Jedes Ding hat seine Last.

 

 
Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Portret door Klaus Ensikat

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook alle tags voor Ina Boudier-Bakker op dit blog.

Uit: De klop op de deur

“Hij ging door zijn stad zooals hij er jaren door gegaan was, en hoewel Zaandammer van geboorte, waar zijn vader kantonrechter geweest was, nauw zich verbonden voelend met Amsterdam in een haast onbewuste liefde. En onveranderd ook zag de oude stad, in de statie zijner beboomde grachten, de rijke kleur van zijn oude buurtjes, de grijze schoonheid van zijn gevels en torens en zijn machtig grauw paleis op den Dam, zijn klokkenspelen beierend hoog in de lucht – het volk dier vijftiger jaren langs zich trekken in een leven van haast provinciale gemoedelijkheid.
Op den Dam was het druk in den vallenden avond. Daar gingen tusschen de nauw gereide visch en zuurkraampjes, de karren met koopwaar, de buitelende straatartiesten in den flauwen olie-lampjesschijn, de oud Amsterdammers uit den koopmansstand naar de bekende café’s, naar de Karseboom, naar Allebrandi, naar het Café restaurant op den hoek – vonden er begeerig elkaar en de gezelligheid van elken Nieuwjaarsdag, terwijl tusschen de dichtbezette tafeltjes door de Jan’s saucijzenbroodjes en pasteitjes presenteerden.
De lange vader en het kleine kind liepen er stil tusschendoor.
‘Daar gaat meneer Weesburg,’ knikte Annètje, en Goldeweijn zag: Weesburg ging juist het café op den hoek van den Dam in. Hij zag rood en opgezet, en lachte luidruchtig met een paar kennissen. Maar Annètje trok hem plotseling sneller voort.
Want daar, op de Kleine Steentjes voor ’t Paleis stond de man met de geleerde honden en gedresseerde kanarievogels,waar ze nooit langs kon zonder te blijven kijken.
Gehoorzaam stak hij met haar over.
De man had hen zien komen.
‘Komt de jongejuffrouw weer ereis kijke?’
En Annètje knikte verheugd, haar vriend kènde haar.
Verslonden stond ze te kijken naar den poedel, die door hoepels sprong. De kanaries mocht ze soms even met een voorzichtig vingertje langs hun veeren rugje aaien, maar nu was ’t te koud voor de vogels. De poedel, op zijn achterpooten, ging met het bakje rond.”

 

 
Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
Cover

 

De Duitse schrijver Bernhard Lassahn werd op 15 april 1951 in Coswig / Anhalt geboren. Zie ook alle tags voor Bernhard Lassahn op dit blog.

Uit: Liebe Frauen! (Briefe)

„Die Hippies gingen noch weiter. Sie wollten nicht nur, dass die Menschen lesen, Musik hören und sich besser verstehen, sie sollten sich auch lieben:
Make Love. Not War.
Remember? Das war die berühmte Hippie-Parole. Ob man tatsächlich Liebe „machen“ kann, lasse ich mal dahingestellt sein. Ich hatte von Anfang an meine Zweifel, ich war aber auch schwer beeindruckt von der praktischen Art der Amerikaner, die kurzerhand die Milch in Cornflakes-Packungen schütteten und die Turnschuhe gleich mit in die Waschmaschine steckten zu den T-shirts mit der Aufschrift „Just do it“.
Sei’s drum. Ich nehme zur Kenntnis, dass wir das heute so handhaben wollen: Liebe „macht“ man, Sex „hat“ man. Na dann: viel Spaß. Für mich klingt es schon wieder nach einem Open-Air-Festival bei freiem Eintritt und mit einer Musik, bei der sich am Ende alle in den Armen liegen. Es kommt mir zu schön vor, um wahr zu sein, aber vielleicht bin ich auch ein schwieriger Fall mit ungewöhnlich trägem Herzen. Ich sollte mich nicht so anstellen und nicht immer so kritisch aus der Wäsche gucken.
Das tue ich aber. Und ich werfe weiterhin einen kritischen Blick auf die Feministen. Die haben nämlich den alten Hippie-Spruch umgedreht: Sie wollen zukünftig keine Liebe mehr zwischen den Geschlechtern – das meinen sie wirklich so, wir sollten uns darüber nicht hinwegtäuschen. Es gibt viele Zitate, die das belegen und viele Taten, die es beweisen. Sie haben stattdessen den Geschlechter-Krieg erklärt
Make Sex War. Do Not Make Love.
So ein Krieg geht notwendigerweise gegen alles, was gegen den Krieg arbeitet. Also: gegen die Kultur. Gegen den Dialog. Gegen die Möglichkeiten der Verständigung. Gegen eine Wertschätzung des anderen.
Es ist also keine Überraschung: Der Feminismus bringt neue Bücherverbote mit sich. Neue Formen der Zensur. Neue Denkverbote. Neue Verständigungsverbote. Boykott von Diskussionsveranstaltungen. Offene Gewaltdrohungen gegen Männer, die sich für ihre Interessen einsetzen wollen. Das Niederbrüllen von Rednern.”

 


Bernhard Lassahn (Coswig 15, april 1951)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn blog van 15 april 2018 deel 2.

Robert Bly, Hans Tentije, Hans Kloos, Carol Ann Duffy, Volker Jehle, Tim Fountain, Donna Tartt

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

A Month Of Happiness

A blind horse stands among cherry trees.
And bones shine from cool earth.
The heart leaps
Almost up to the sky! But laments
And filaments pull us back into the dark.
Night takes us. But
A paw
Comes out of the dark
To light the road. I’ll be all right.
I follow my own fiery traces through the night.

 

Living at the End of Time

There is so much sweetness in children’s voices,
And so much discontent at the end of day,
And so much satisfaction when a train goes by.

I don’t know why the rooster keeps crying,
Nor why elephants keep raising their trunks,
Nor why Hawthorne kept hearing trains at night.

A handsome child is a gift from God,
And a friend is a vein in the back of the hand,
And a wound is an inheritance from the wind.

Some say we are living at the end of time,
But I believe a thousand pagan ministers
Will arrive tomorrow to baptize the wind.

There’s nothing we need to do about John. The Baptist
Has been laying his hands on earth for so long
That the well water is sweet for a hundred miles.

It’s all right if we don’t know what the rooster
Is saying in the middle of the night, nor why we feel
So much satisfaction when a train goes by.

 

Awakening

We are approaching sleep: the chestnut blossoms in the mind
Mingle with thoughts of pain
And the long roots of barley, bitterness
As of the oak roots staining the waters dark
In Louisiana, the wet streets soaked with rain
And sodden blossoms; out of this
We have come, a tunnel softly hurtling into darkness.

The storm is coming. The small farmhouse in Minnesota
Is hardly strong enough for the wind.
Darkness, darkness in grass, darkness in trees.
Even the water in wells trembles.
Bodies give off darkness, and chrysanthemums
Are dark, and horses, who are bearing great loads of hay
To the deep barns where the dark air is moving from corners.

Lincoln’s statue, and the traffic.
From the long past Into the long present
A bird, forgotten in these troubles, warbling,
As the great wheel turns around, grinding
The living in water.
Washing, continual washing, in water now stained
With blossoms and rotting logs,
Cries, half-muffled, from beneath the earth, the living awakened
at last like the dead.

 

 
Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Hans Tentije (pseudoniem van Johann Krämer) werd geboren in Beverwijk op 23 december 1944. Zie ook alle tags voor Hans Tentije op dit blog.

 

Orvieto

Een slingerende weg en haarspeldscherpe
lussen tillen langs brokkelige, overgroeide weringen
het tufstenen plateau hoger en hoger, tot voor de poorten
van een later in de middag weer ontwaakte stad

voor de kathedraal sluit je vol ongeloof
je ogen even en over je oogleden strijkt zijn schittering
het goud van een heel verleden uit

getemperd, wijngeel licht valt
door wat marmeren triten lijken, met een nervatuur
van verkoolde bliksemschichten, van eeuwen terug geronnen
levenslopen, van vloedlijnen, opgestuwd
en onderaards nagolvend bloed dat in gebergten
strandde, zich daar begroef –

iemand brengt een grafstuk, vol overdadig
groen en aronskelken, naar de zijkapel, waar hardop, iets
te loslippig bidden zelfs verboden is

een lijkwagen draait met hangende vaantjes
het domplein op, verspilt zijn enorme motorvermogen
aan het vervoer van een simpele kist, het requiem
zal dadelijk worden opgedragen

vier pilasters laten, door druivenranken
en acanthusblad omlijst, een reeks uitgehouwen
bijbelse taferelen zien – bij de jongste dag zoek je je gezicht
tussen dat van de vele, vele verdoemden –
je vindt het niet, vooralsnog

 

Semana tragica

Onderkruipers van de staking bemanden de trams
de trams van Barcelona, die later op de dag massaal
gekanteld zouden worden, meestal ver van de smorgens vroeg
nog uitgeschrobde remises vandaan

looiers en wevers, dokwerkers en werklozen stalen ’t brood
terug uit de ovens, geweren van de handelaars
en vrouwen die niks hadden als armoe, als schimmen van
kinderen, ze veegden hun angst af aan hun schort
wat overbleef waren afbrokkelende barrikaden

kerken en kloosters in brand gestoken
o, zoveel warmer dan al die geile kaarsen daar
druipend voor een madonna-beeld, een schitterend
gezicht vanaf Montjuich

lijken werden opgegraven, alsof er in de straten
niet genoeg van waren; verkleed in geplunderde priestergewaden
renden er mensen door een uitgestorven stad
toen kwamen de troepen want macht eist altijd bloed
tragiese eeuw waarin revoluties zo verlopen

fluweel van woorden over alles, steeds dunner mettertijd

 


Hans Tentije (Beverwijk, 23 december 1944)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en vertaler Hans Kloos werd geboren in Baarn op 23 december 1960. Zie ook alle tags voor Hans Kloos op dit blog.

 

Een psalm

Er is me veel
over je verteld.
Dat deden ze goed.
Er is me vaak
verteld dat jij dat ook was,
goed. Er is me veel
bijgebleven; van soep en kwartels,
lemen voeten en een kraaiende haan,
van het licht dat er was
toen jij zei dat het er moest zijn.
Er is me veel verteld.

En zo ben ik
in je gaan geloven.
Dat deed ik goed.
En zo ging ik
je zien, dat je god was,
goed. En zo zag ik
je in nachten van het bange kind,
lichtend water en een boerend hert,
in het licht dat er was
toen ik keek naar mensen bij een bushalte.
Zo ben ik gaan geloven.

En zo ben jij
een leven gaan leiden
in mij. Dat ging goed.
En zo ben jij
groot geworden, groter dan ik,
God. En zo werd je
almachtig, de vader van het bange kind,
levend water en een kraaiende haan
en het licht dat er was
toen ik vroeg of jij met me zou zijn.
Zo ben jij een leven gaan leiden.

En zo ben ik
in jou klein geworden.
Dat ging niet goed.
En ik werd zo
weinig dat jij vlees werd,
woord. En zo ben ik
opgegaan in het zwijgen van het bange kind,
stenen tafelen en het kraaien van een haan,
in het licht dat er was
toen jij zei dat ik stil moest zijn.
Zo ben ik klein geworden.

En toen ben ik
uit je opgestaan.
Dat deed pijn.
En toen ging ik
me zien, dat ik alleen was,
vlees. En zo zag ik
me in hoofd, schouders, knie en teen,
volle handen en een kraaiend kruis,
in het licht dat er was
toen ik keek naar de zon op mijn voeten.
Zo ben ik opgestaan.

En ik heb veel
over je verteld.
Dat doe ik goed.
En ik heb vaak
verteld dat jij er niet was,
alleen. En ik heb veel
overgehouden; soep en kwartels,
hemelvoeten en een kraaiende haan
en het licht dat er is
als ik vertel van mensen bij een bushalte.
Zo ben jij mijn verhaal geworden.

 


Hans Kloos (Baarn, 23 december 1960)

 

De Britse dichteres en toneelschrijfster Carol Ann Duffy werd geboren in een rooms-katholiek gezin in de Gorbals, een arm deel van Glasgow, op 23 december 1955. Zie ook alle tags voor Carol Ann Duffy op dit blog.

 

Words, Wide Night

Somewhere on the other side of this wide night
and the distance between us, I am thinking of you.
The room is turning slowly away from the moon.

This is pleasurable. Or shall I cross that out and say
it is sad? In one of the tenses I singing
an impossible song of desire that you cannot hear.

La lala la. See? I close my eyes and imagine the dark hills I would have to cross
to reach you. For I am in love with you

and this is what it is like or what it is like in words.

 

Prayer

Some days, although we cannot pray, a prayer
utters itself. So, a woman will lift
her head from the sieve of her hands and stare
at the minims sung by a tree, a sudden gift.

Some nights, although we are faithless, the truth
enters our hearts, that small familiar pain;
then a man will stand stock-still, hearing his youth
in the distant Latin chanting of a train.

Pray for us now. Grade 1 piano scales
console the lodger looking out across
a Midlands town. Then dusk, and someone calls
a child’s name as though they named their loss.

Darkness outside. Inside, the radio’s prayer –
Rockall. Malin. Dogger. Finisterre.

 

 
Carol Ann Duffy (Glasgow, 23 december 1955)

 

De Duitse schrijver, literatuurcriticus en redacteur Volker Jehle werd geboren op 23 december 1954 in Balingen. Zie ook alle tags voor Volker Jehle op dit blog.

Uit: Hildersheimers als Trauzeugen

“Am 9. März, kurz vor 15 Uhr, betraten wir das Tübinger Hotel Krone. Hildesheimers waren noch nicht da. Während wir in der Rezeption warteten, malten wir uns aus, was wir tun sollten, falls sie nicht rechtzeitig kämen – die Hochzeit war auf 15.30 Uhr festgesetzt.
Ein Desaster wäre durchaus möglich gewesen, schließlich waren die beiden nur deshalb in Tübingen, weil Walter Jens sechzigsten Geburtstag hatte, den er aber zweimal feiern mußte, eine Feier, an der Hans Mayer teilnahm, die andere, an der Marcel Reich-Ranicki teilnahm. Nur Hildesheimer nahm an beiden teil, weil er, wie er gesagt hatte, mit beiden konnte, mit Mayer und Reich-Ranicki. Darin lag die Gefahr des Desasters aber gar nicht, sondern darin, daß Hildesheimers zwischen den beiden Feiern für uns Zeit reserviert hatten; wir hatten unsere Hochzeit extra so gelegt.
Doch kurz nach 15 Uhr kamen sie. Silvia Hildesheimer meinte, wir seien ja über­pünktlich, Wolfgang Hildesheimer fragte: „Wird schon geheiratet?“
Sie trugen den Ordner mit Reproduktionen seiner Bilder, den ich aus meinem Hildes­heimer-Archiv mitgebracht hatte, ins Zimmer hinauf. Er kam als erster wieder herunter und brachte ein flaches Päckchen mit, in rosa Seidenpapier eingeschlagen, nicht ganz quadratisch.
„Das ist mein Hochzeitsgeschenk. Wie finden Sie es?“
Er hielt es hoch, als Querformat.
„Also ich würde sagen, so hat es die beste Wirkung. Finden Sie nicht? Obwohl, Sie, als moderne Menschen, würden es eher so herum hängen.“
Er hielt es als Hochformat und fragte Silvia, die gerade gekommen war: „Was findest du? Sie würden es als moderne Menschen tatsächlich so herum bevorzugen.“
„Du hast recht, es hat so eine ganz eigene Wirkung.“
Ich nahm es und drehte es so um, daß der Tesafilm vorn war: „Wie wäre es so herum?“
Er besah sich‘s aufmerksam. „Tatsächlich – das wäre eine ausgefallene Lösung!“
Wir öffneten das Päckchen, die Zeichnung Beschwörung kam zum Vorschein. Zuerst, be­merkte er, hätte er sich für Unhaltbarer Zustand entschieden gehabt, aber das sei eben doch etwas gewagt, vor allem überm Ehebett, und daß es dorthin gehängt werde, sei selbst­verständlich. Dann füllte er den Trauzeugenzettel aus, schrieb bei sich „Schriftsteller“ und bei Silvia „Malerin“.
Zu ihr: „Das gibt dir Auftrieb.“ Zu uns: „Sie hat nämlich ein Bild begonnen, das dieses Jahr noch fertig werden könnte.“ Ohne Pause: „Haben Sie eigentlich schon Namen für das Kind ausgewählt?“
Wir zögerten. Die Namen hatten wir noch niemandem gesagt. „Für ein Mädchen Ulrike, für einen Buben Martin.“

 


Volker Jehle (Balingen, 23 december 1954)

 

De Britse schrijver Tim Fountain werd geboren op 23 december 1967 in Dewsbury, West Yorkshire. Zie ook alle tags voor Tim Fountain op dit blog.

Uit: Dandy In The Underworld

“Of all the sexual perversions I find monogamy the most un-natural. In my opinion if you say you are enjoying sex with the same person after a couple of years you’re either a liar or you’re on something. I mean even though the Ivy serves perfect Shepherds pie it doesn’t stop one occasionally craving a visit to the Wolseley does it? Variety is the spice of life after all and love is merely the delusion that one person differs from another. Were Ito remain monogamous I would make one woman happy but all the rest of the women in the world unhappy — what right have I to do that? You see I think sex has absolutely nothing to do with morals, it’s a compulsion, like murder. I’ve no doubt Henrietta will succumb to my charms today after a nice plummy Claret.
He notices a scarf on the floor.
Look, she left her scarf.
He picks it up and places it over the back of his throne.
I’ll just place it there and then after lunch she can come and collect it.
He goes to the windows and throws back the shutters, light floods in to reveal his full studio in all its glory. There is a desk and chair downstage right. On a wall is a gun mounted on velvet in a picture frame. Downstage left there is his throne. There is a painting upstage centre on an easel and covered in a sheet. Behind it on the back wall is a kind of shrine to St Sebastian. There are hundreds of photographs and pieces of publicity material dedicated to him. Welcome to the strong sad kingdom of self. (He laughs at himself) I subscribe to the Quentin Crisp school of home decoration: You must have nothing around you that does not express the kind of person you have decided to become. I’m aiming to be a self-absorbed twat — after all it takes so much finesse to fall in love with yourself. But actually I have to be surrounded by my press cuttings if I am to discover who I truly am. I’m a controversial figure. People either dislike me or hate me. This was The News of the Worldwhen I crucified myself in the Phillipines. Pointing to a front page of the News of the World pinned on the wall. It reads. ‘Art freak crucifies himself. Jesus died to save humanity. I did it to save my career. In my opinion neither of us had much success.”

 


Tim Fountain (Dewsbury, 23 december 1967)

 

De Amerikaans schrijfster Donna Tartt werd geboren in Greenwood, Mississippi, op 23 december 1963. Zie ook alle tags voor Donna Tart op dit blog.

Uit: The Secret History

“Does such a thing as “the fatal flaw,” that showy dark crack running down the middle of a life, exist outside literature? I used to think it didn’t. Now I think it does. And I think that mine is this: a morbid longing for the picturesque at all costs.
 A moi. L’histoire d’une de mes folies.
My name is Richard Papen. I am twenty-eight years old and I had never seen New England or Hampden College until I was nineteen. I am a Californian by birth and also, I have recently discovered, by nature. The last is something I admit only now, after the fact. Not that it matters.
I grew up in Plano, a small silicon village in the north. No sisters, no brothers. My father ran a gas station and my mother stayed at home until I got older and times got tighter and she went to work, answering phones in the office of one of the big chip factories outside San Jose.
Plano. The word conjures up drive-ins, tract homes, waves of heat rising from the blacktop. My years there created for me an expendable past, disposable as a plastic cup. Which I suppose was a very great gift, in a way. On leaving home I was able to fabricate a new and far more satisfying history, full of striking, simplistic environmental influences; a colorful past, easily accessible to strangers.
The dazzle of this fictive childhood—full of swimming pools and orange groves and dissolute, charming show-biz parents—has all but eclipsed the drab original. In fact, when I think about my real childhood I am unable to recall much about it at all except a sad jumble of objects: the sneakers I wore year-round; coloring books and comics from the supermarket; little of interest, less of beauty. I was quiet, tall for my age, prone to freckles. I didn’t have many friends but whether this was due to choice or circumstance I do not now know. I did well in school, it seems, but not exceptionally well; I liked to read—Tom Swift, the Tolkien books—but also to watch television, which I did plenty of, lying on the carpet of our empty living room in the long dull afternoons after school.
I honestly can’t remember much else about those years except a certain mood that permeated most of them, a melancholy feeling that I associate with watching “The Wonderful World of Disney” on Sunday nights. Sunday was a sad day—early to bed, school the next morning, I was constantly worried my homework was wrong—but as I watched the fireworks go off in the night sky, over the floodlit castles of Disneyland, I was consumed by a more general sense of dread, of imprisonment within the dreary round of school and home: circumstances which, to me at least, presented sound empirical argument for gloom. My father was mean, and our house ugly, and my mother didn’t pay much attention to me; my clothes were cheap and my haircut too short and no one at school seemed to like me that much; and since all this had been true for as long as I could remember, I felt things would doubtless continue in this depressing vein as far as I could foresee. In short: I felt my existence was tainted, in some subtle but essential way.”

 


Donna Tartt (Greenwood, 23 december 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Robert Bly, Hans Tentije, Hans Kloos, Volker Jehle, Tim Fountain, Donna Tartt, Marcelin Pleynet, Norman Maclean, J.J.L. ten Kate

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

Prayer for My Father

Your head is still
restless, rolling
east and west.
That body in you
insisting on living
is the old hawk
for whom the world
darkens.
If I am not
with you when you die,
that is just.

It is all right.
That part of you cleaned
my bones more
than once. But I
will meet you
in the young hawk
whom I see
inside both
you and me; he
will guide
you to the Lord of Night,
who will give you
the tenderness
you wanted here.

 

The Night Abraham Called to the Stars

Do you remember the night Abraham first saw
The stars?
He cried to Saturn: “You are my Lord!”
How happy he was! When he saw the Dawn Star,

He cried, “”You are my Lord!” How destroyed he was
When he watched them set. Friends, he is like us:
We take as our Lord the stars that go down.

We are faithful companions to the unfaithful stars.
We are diggers, like badgers; we love to feel
The dirt flying out from behind our back claws.

And no one can convince us that mud is not
Beautiful. It is our badger soul that thinks so.
We are ready to spend the rest of our life

Walking with muddy shoes in the wet fields.
We resemble exiles in the kingdom of the serpent.
We stand in the onion fields looking up at the night.

My heart is a calm potato by day, and a weeping
Abandoned woman by night. Friend, tell me what to do,
Since I am a man in love with the setting stars.

 

 
Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

Lees verder “Robert Bly, Hans Tentije, Hans Kloos, Volker Jehle, Tim Fountain, Donna Tartt, Marcelin Pleynet, Norman Maclean, J.J.L. ten Kate”

Robert Bly, Hans Kloos, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, J.J.L. ten Kate, Giuseppe Tomasi di Lampedusa

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

Passing an Orchard by Train

Grass high under apple trees.
The bark of the trees rough and sexual
the grass growing heavy and uneven.

We cannot bear disaster like
the rocks-
swaying nakedly
in open fields.

One slight bruise and we die!
I know no one on this train.
A man comes walking down the aisle.
I want to tell him
that I forgive him that I want him
to forgive me.

 

Bach’s B Minor Mass

The Walgravian ancestors step inside Trinity Church.
The tenors, the horns, the sopranos, the altos
Say: “Do not be troubled. Death will come.”

The basses as they sing reach into their long coats
And give bits of dark bread to the poor, saying,
“Eat, eat, in the shadow of jethro’s garden.”

The Clarinets remind us of the old promise
That the orphans will be fed. The oboes reply,
“Oh, that promise is too wonderful for us!”

Don’t worry, my dears. The tidal wave that
Wipes out whole cities is merely the wood thrush
Lifting her wings to catch the morning sun.

We know that God gobbles up the Faithful.
The Harvesters on the sea floor are feeding
All of those ruined by the depth of the sea.

We know that people live and die. Even after
Their tree has splintered and fallen in the night, once
Dawn has come, the birds can do nothing but sing.

 

Watering the Horse

How strange to think of giving up all ambition!
Suddenly I see with such clear eyes
The white flake of snow
That has just fallen in the horse’s mane!

 


Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

Lees verder “Robert Bly, Hans Kloos, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, J.J.L. ten Kate, Giuseppe Tomasi di Lampedusa”

Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

A Dream On The Night Of First Snow

I woke flour a first-day-of-snow dream.
I dreamt I met a girl in an attic,
who talked of operas, intensely.
Snow has bent the poplar over nearly to the ground,
new snowfall widens the plowing.
Outside maple leaves floated on rainwater,
yellow, matted, luminous.
I found a salamander! and held him.
When I put him down again,
he strode over a log
with such confidence, like a chessmaster,
the front leg first, then the hind
leg, he rose up like a tractor climbing
over a hump in the field
and disappeared toward winter, a caravan going deeper into
mountams,
dogs pulling travois,
feathers fluttering on the lance: of the arrogant men.

 

Poems in Three Parts

1
Oh on an early morning I think I shall live forever!
I am wrapped in my joyful flesh
As the grass is wrapped in its clouds of green.

2
Rising from a bed where I dreamt
Of long rides past castles and hot coals
The sun lies happily on my knees;
I have suffered and survived the night
Bathed in dark water like any blade of grass.

3
The strong leaves of the box-elder tree
Plunging in the wind call us to disappear
Into the wilds of the universe
Where we shall sit at the foot of a plant
And live forever like the dust.

 

Gratitude To Old Teachers

When we stride or stroll across the frozen lake,
We place our feet where they have never been.
We walk upon the unwalked. But we are uneasy.
Who is down there but our old teachers?
Water that once could take no human weight-
We were students then- holds up our feet,
And goes on ahead of us for a mile.
Beneath us the teachers, and around us the stillness.

 

 
Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

Lees verder “Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate”

Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate, Tim Fountain

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

For My Son Noah Ten Years Old

Nigh and day arrive and day after day goes by
And what is old remains old and what is young remains young and grows old.
The lumber pile does not grow younger nor the two-by-fours lose their darkness
but the old tree goes on the barn stands without help so many years;
the advocate of darkness and night is not lost.

The horse steps up swings on one leg turns its body
the chicken flapping claws onto the roost its wings whelping and walloping
but what is primitive is not to be shot out into the night and the dark.
And slowly the kind man comes closer loses his rage sits down at table.

So I am proud only of those days that pass in undivided tenderness
when you sit drawing or making books stapled with messages to the world
or coloring a man with fire coming out of his hair.
Or we sit at a table with small tea carefully poured.
So we pass our time together calm and delighted.

 

In Rainy September

In rainy September when leaves grow down to the dark
I put my forehead down to the damp seaweed-smelling sand.
What can we do but choose? The only way for human beings
is to choose.
The fern has no choice but to live;
for this crime it receives earth water and night.

we close the door. “I have no claim on you.”
Dusk comes. “The love I have had with you is enough.”
We know we could live apart from the flock.
The sheldrake floats apart from the flock.
The oaktree puts out leaves alone on the lonely hillside.

Men and women before us have accomplished this.
I would see you and you me once a year.
We would be two kernels and not be planted.
We stay in the room door closed lights out.
I weep with you without shame and without honor.

 

Wanting Sumptuous Heavens

No one grumbles among the oyster clans,
And lobsters play their bone guitars all summer.
Only we, with our opposable thumbs, want
Heaven to be, and God to come, again.
There is no end to our grumbling; we want
Comfortable earth and sumptuous Heaven.
But the heron standing on one leg in the bog
Drinks his dark rum all day, and is content.

 

 
Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

Lees verder “Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate, Tim Fountain”