Stanislav Kostka Neumann

De Tsjechische dichter Stanislav Kostka Neumann werd geboren op 5 juni 1875 in Praag als zoon van een advocaat uit Praag-Zizkov en gezant van de Keizerlijke Raad. Hij bezocht eerst een tijdlang het gymnasium, maar verruilde dat later voor de handelsschool, waar hij echter vanaf werd gestuurd. Hij ging om met arbeiders en bezocht de Tsjechoslowaakse Sociaal-Democratische Partij in Oostenrijk. In 1894 werd hij als een van de intellectuele leiders van de Omladina-beweging tot een gevangenisstraf van een jaarveroordeeld. Na zijn vrijlating publiceerde hij zijn eerste poëtische werk, geschreven in het Latijn fabriek “Nemesis, bonorum custos”, sterk beïnvloed door Josef Svatopluk Machar. Hij werd leider van de anarchistische groeperingen om František Gellner, Fráňa Šrámek, Karel Toman en Jiří Mahen. In 1904 ging hij naar Wenen en beleefde daar de crisis van het anarchisme in de strijd voor algemeen kiesrecht. In 1905 verhuisde hij naar Řečkovice, later naar Bílovice in Moravia en leefde voornamelijk van zijn artikelen in de pers. In Moravia maakte hij kennis met de natuur en keerden zich af van het anarchisme. De Eerste Wereldoorlog beleefde hij aan het front in Albanië. Na de demobilisatie was hij redacteur van de krant “Stem van het Volk” (Hlas národa). In de jaren 1920 was Neumann betrokken bij de oprichting van de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije en wijdde hij zich in toenemende mate aan de proletarische poëzie. In de jaren 1930 werd hij erg ziek en ging hij naar Poděbrady voor een kuur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde hij in kleine plaatsjes om aan de aandacht van de Gestapo te ontsnappen. Hij werkte voor verschillende tijdschriften als redacteur, waaronder “Moderní revue”, “Omladina”, “Lidové noviny”, “Tvorba”. In de periode tussen de twee wereldoorlogen, toen hij betrokken raakte bij de Communistische Partij, schreef hij agitatie- en strijdpoëzie, de ook wel als arbeidersliteratuur bekende ‘proletarische poëzie “, maar ook filosofisch aandoende bundels tegen het fascisme. Hij gebruikte tenminste 25 pseudoniemen die hij ook wel met elkaar combineerde.

And so stand tall

And so stand tall
you stood so strong,
keeping your lips and breast unfouled by calls
perfidious.

My kinfolk clutched
the scythe, the hammer.
Waited for dawn so much,
waited with trust.

They’ll gather in the coming harvest fine
on their own, with their own.
Stand aside. Theirs is the edifying shrine
to times of brotherhood.

Vertaald door Václav Z. J. Pinkava

 

Ei, Stille

Ei, Stille,
der steilen Waldverhaue heiße Stille,
wenn Kerf und Kerf sich auf den Blüten gattet
und tanzt und singt und rast in goldnen Brünsten —

ei, Stille, unserer Wiesen duftend innige Stille,
wenn Wunderblumenweiß, Blau von Salbei
in quellendes und laues Grün sich mengen —

ei, Stille, unserer Felder weitverklärte Stille,
wenn wellend Roggen schoßt im Hochgefühl
unter dem Blau, gefurcht von weißer Wolke —

ei, Stille, Stille,
ein wenig Helle mehr noch wolle spenden
friedlichem Sinn, daß Laune der Geliebten
nicht stör ihn auf aus seinem Mittagsfrieden,
in dem er stehn bleibt wie die Blum’ am Hang!

 Stanislav Kostka Neumann (5 juni 1875 – 28 juni 1947)