De Zimbabwaanse schrijfster NoViolet Bulawayo (pseudoniem van Elizabeth Zandile Tshele) werd geboren op 12 oktober 1981 in Tsholotsho, Zimbabwe. Zie ook alle tags voor NoViolet Bulawayo op dit blog.
Uit: Glory
“Being that His Excellency was arrived, the Jidada Army Band started playing. Blood-stirring music accompanied the procession as it poured onto the main part of the square. The Jidada army, just like the rest of the security forces, was made up entirely of dogs. And now, dogs, dogs, dogs and more dogs marched towards the tent, shimmering black boots lifting and landing with stunning synchronicity. Tholukuthi there were pure breeds and mixed breeds and cross breeds and mysterious breeds of no certain classification. Tholukuthi there were dogs in green tunics, dogs in khaki tunics, dogs in blue tunics. Tholukuthi there were dogs playing musical instruments, dogs flying the flag of Jidada, dogs flying the military flags and dogs toting long, glinting guns.
It is often easy to forget the beauty and grace of a dog – a creature that can rip flesh into chunks, spill blood out of sheer impulse, crush bone like it were fragile China, hump anything from a human leg to a car tyre to a tree trunk to a sofa, all without a single grain of shame, shit all over the place as if it excretes unadulterated gold, be faithful to its master even if that master were a known brute, murderer, sorcerer, tyrant, or devil, viciously attack without apparent provocation, devour human excrement no matter how well fed it is.
You wouldn’t have known they were in fact sweating and drowning in the hot, heavy tunics that also covered tattered underwear that barely held together what needed holding. You wouldn’t have known the soles of their boots were worn, or that the majority of them were actually famished being that they hadn’t been paid their salaries for at least the previous three months.
I WILL RAISE UP FOR THEM A PROPHET LIKE YOU AMONG THEIR BROTHERS. AND I WILL PUT MY WORDS IN HIS MOUTH, AND HE SHALL SPEAK TO THEM ALL THAT I COMMAND HIM.
Much later, after the dogs had concluded their display and marched off the field, and after speeches from the Minister of the Revolution, the Minister of Corruption, the Minister of Order, the Minister of Things, the Minister of Nothing, the Minister of Propaganda, the Minister of Homophobic Affairs, the Minister of Disinformation and the Minister of Looting, and after performances by various entertainers, the donkey nudged His Excellency awake. The Father of the Nation opened his eyes and woke from his dream of Jidada’s days of glory but found he couldn’t at all remember it. He was struggling with his memory thus when his eyes settled on a fancy-looking pig hinding to the platform with the stride of an ostrich. The Old Horse didn’t recognise him and wondered who he was. He fell asleep again, analysing the pig’s long legs.”
De Vlaamse dichter en essayist Stefaan van den Bremt werd geboren in Aalst op 12 oktober 1941. Zie ook alle tags voor Stefaan van den Bremt op dit blog.
Metamorfosen
Een met één oog, een en al
oor, komt even neuzen. Voor-
smaakje geven. Tast in het
donker rond in je huid.
1
Van oorsprong een god. En op een mooie dag
beduveld. Hol, bros, zijn lemen beeltenis.
De naam, van dode taal: Baäl of Bel, god
van de zon. Beëlzebub, de drommel.
‘Gij zult geen andere goden hebben
voor mijn aangezicht.’ En hij ging
af als afgod. Toen stond Pan op,
drekgod met sik en horens en bokspoten
en een stijve. Hij ging op zoek naar de
muziek.
2
Wie was zij? Wie aanbad zij? De god
van deze eeuw? De heer der heirscharen?
Of mij – denkt hij – de mindere, de god
van weiden en van bossen? Heette zij
Syrinx? Pandemonium? Zij was zichzelf,
een nimf. Zij vluchtte buiten zich, werd riet.
3
En uit dat riet sneed Pan zijn fluit.
En zijn verdriet – hij stiet het uit.
Zo ving de geest van de muziek
met zijn gestrekte roe de Griek.
4
God die het heden
met mond en vingers grijpt,
klinkklaar, gerede
Syrinx waarop Pan pijpt!
De Amerikaanse dichter, criticus en vertaler Robert Stuart Fitzgerald werd geboren op 12 oktober 1910 in Springfield, Illinois. Zie ook alle tags voor Robert Fitzgerald op dit blog.
De oever van het leven
I.
Ik kwam toen naar de stad van mijn broeders.
Niet Carthago, niet Alexandrië, niet Londen.
De brede blauwe rivier die door de steen sneed
Lag pijlachtig en koel naast haar,
En de mistige en glanzende zee lag in de verte.
Veerboten goten het schuim voor zich uit en gleden
In haar kreunende steigers, rinkelend en rinkelend;
En de kettingen tuimelden strak in de lieren.
Stroomopwaarts de vettige sleepboten in het zware water,
Hun vuile rook, uitgepakt door de zoute wind,
Gepaard met sneeuwgetrappel en sneeuwgeluid.
Aan meerlijnen, die het pad van het getij aangaven,
Schommelden de korstige vrachtschepen met gutsende boorden.
’s Avonds, als het schip naar het noorden wees,
Stond bij zonsondergang een gouden zeeman bij de boeg,
Terwijl hoog in de kabels een tram met een zacht gerammel
Langzaam omhoog zweefde, ver naar boven, nog steeds neuriënd.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e oktober ook mijn blog van 12 oktober 2018 en ook mijn blog van 12 oktober 2017.