Zonnige toekomst (Driek van Wissen), Steffen Popp, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heat Wave door Chris Breier, 2016

 

Zonnige toekomst

Doordat de zon zo onbarmhartig scheen
Was hier op onze opgewarmde aarde
Veel extra sterfte onder de bejaarden;
Wij raken aardig door de oudjes heen.

Dus blijven onze zomers zo extreem
Dan is straks de vergrijzing geen probleem.

 

Driek van Wissen (12 juli 1943 – 21 mei 2010)
De Prinsentuin in Groningen, de geboorteplaats van Driek van Wissen

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

De zee bewoont mij, zoals licht een stad

De open balkons lichtten op, eilanden aan de ringweg
de lucht lag in het rond, een pont, waarschijnlijk sliep ze

ik vleide mijn hoofd in haar romp
trof een stroming, het regime van rivieren
onder de bruggen en in de tunnels
de instrumenten
lichtketenen, die zich bewogen.

Aan de haven
was ik alleen met het water, dat daar aan land gaat
havenkranen bevestigden het continent
aan zijn randen, op de achtergrond zwoegden
de zeeën

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Tsead Bruinja, Steffen Popp

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

U treft mij op een moment

ik wilde net gaan zitten aan de ongelakte tafel
in de woonkamer van mijn appartement in amsterdam-west
het is de donderdagmiddag vlak voor de deadline van dit gedicht
de kozijnen in de erker druppelen na van de aanhoudende regen
de waarde van mijn woning keldert omlaag
maar mijn buurman houdt het droog
handdoeken vangen de ellende op

tussen de wolken door valt zonlicht
op de rossige haartjes van mijn bovenarm
thee schommelt in het glas heen en weer
mijn pen krast inmiddels driest in het papier

ver weg bijna aan het eind van zijn leven
speelt andrés segovia op mijn stereo albeniz
ik kan niet horen of hij last heeft van spataderen
of er lange grijze haren uit zijn oren groeien
of dat hij bij het spelen rare bekken trekt
zoals heavy metalgitaristen doen bij een solo

een spotlight gericht op de tong uit hun mond
op een uitgeprint A4’tje naast mijn notitieboek lees ik
dat ik iets specifieks ga zeggen over een tentoonstelling
iets over een onderlaag die onbedekt wordt gelaten soms
maar ik schrijf even niet

ik kijk naar een verwelkte witte roos
die weken geleden na een optreden
in een wijnfles werd gezet door mijn geliefde
alle blaadjes zitten er nog aan

bruine randen hebben ze gekregen
het is een cliché dat weet ik maar het is zo
en met de liefde gaat het goed
dus beticht mij niet
van goedkope symboliek

dan moet er nog een doorkijkje komen naar een bijbels tafereel
in deze tekst waar ik nu toch al zoveel wit mee heb bedekt
misschien iets over koning salomo of het gelaat van mozes
dat glansde toen hij de berg afkwam

maar dan denkt u dat ik mij vereenzelvig
met iemand die god heeft gezien en toch ook weer niet
en dat zet u weer op een afstand

terwijl ik wil dat u voelt dat u er bij bent
bij mijn milde paniek in de lekkende woonkamer
de rossige haartjes op mijn onderarm
ver weg vanuit de juiste hoek belicht

 

een koor zingt

een koor zingt
en het erbarmen maakt de lucht om ons heen
zo dik als stroop

dan stopt de plaat
alle ingewanden
vallen uit het lied

waar wij naar kijken
alsof onze eerste kribbe
een gitaarkoffer was

 

Een kwal licht op in zee

voor Tonnus Oosterhoff

een kwal licht op in zee
roep niet

een stoel staat leeg in de kamer
kan niet tegelijk op de stoel en de bank

we gaan naar de brug naar
geleidelijk een nieuwe toonsoort

kom je de zon roept
ja ik ga mee

‘hello texas’

de bureaustoel roept ook
armleuning trekt ze
een bedelkleed aan

het licht helpt met een stralend
gezicht witgoud bladerhuis
naar de ondergang

binnenzon is ook goed
het kussen zacht genoeg
voor dijend zitvlees

veert het
ja alles veert

dag
dag

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Silvae (uitgedund)

Hars loopt uit de bomen, zoals altijd
staan de bossen, groen en van hout
voor mijn raam, en overal op aarde
waar geen veld is, geen tuin
                              geen huis als het mijne.

Soms een dier, aan de onderkant van het blad
een reebruine schietschijf met weinig
rake schoten uit het vorige jaar –
                                       twee oeroude paarden
slepen ontworteld hout, tegen de schemering
komen de jagers, men ziet hun gele
                                           sportschoenen oplichten.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2021 en ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Jean Christophe Grangé, Steffen Popp

De Franse schrijver Jean Christophe Grangé werd geboren op 15 juli 1961 in Parijs. Zie ook alle tags voor Jean Christophe Grangé op dit blog.

Uit: Bloeddorstige driften (Vertaald door Floor Bosboom)

“Dát was het. Precies wat ze zocht.
De Pradaschoenen die ze in de Voguevan vorige maand had gezien. De onopvallende, beslissende toets die het helemaal af zou maken. Met het jurkje dat ze voor ogen had – een klein zwart dingetje dat ze voor een prikje had gekocht in de rue du Dragon – zou het perfect zijn. Echt cool. Glimlach. Jeanne Korowa rekte zich uit achter haar bureau. Ze wist eindelijk wat ze die avond zou dragen. Perfect. Zowel naar de vorm als naar de geest.
Ze checkte nogmaals haar mobieltje. Geen berichten. Een steek van angst deed haar maag ineenkrimpen. Scherper, dieper dan de vorige. Waarom belde hij niet? Het was al over vieren. Was het niet al te laat om de afspraak te bevestigen?
Ze wuifde haar twijfels weg en belde de Pradawinkel in de avenue Montaigne. Hadden ze de schoenen? Maat 39? Ze zou ze voor zevenen komen ophalen. Kortstondig gevoel van opluchting. Onmiddellijk weggevaagd door een andere zorg. Ze stond al 800euro rood … Met die schoenen zou dat meer dan 1.300 worden.
Maar het was 29 mei. Over twee dagen zou ze haar salaris krijgen. 4.000 euro. Geen cent meer, inclusief toeslagen. Ze zou de nieuwe maand dus voor de zoveelste keer ingaan met een derde minder te besteden. Ze was het gewend. Ze speelde het bancaire hinkelspel nu al jaren met een zekere behendigheid.
Ze sloot haar ogen. Zag zich al in haar glanzende pumps. Vanavond zou ze een andere vrouw zijn. Onherkenbaar. Sensationeel. Onweerstaanbaar. De rest zou kinderspel zijn. Toenadering. Verzoening. Nieuw begin.
Maar waarom belde hij niet? Hij had gisteravond toch zelf contact met haar gezocht? Voor de honderdste keer die dag opende ze haar inbox en las de e-mail.”

 

Jean Christophe Grangé (Parijs, 15 juli 1961)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Hotelsituatie, het onafgebroken liggen

Zelfverzekerd hart, neon, de ongemerkte overslag van deze goederen
– hoe dan ook nadenken, hoe dan ook wakker blijven –

zoals de buitenwereld ons betovert, in zijn pieken en dalen
de avond is vol taal maar de woorden gaan kreupel

de lichamen van planten regenereren, van hout en
stil, Trojaanse paarden, liggen we op de bodem van de stad

zo wakker in zijn slaap, ons geduldig vlees
praat met de rivieren. Kruipstroom, nabije oever

aarzelende huid, het kleine gevoel maakt je gelukkig
uit mijn jaren laten droomtekens los, als bladeren

buitensporige boomsneeuw. Laten we nu lang gaan reizen
ter land, ter zee en in de lucht, laten we nu lange tijd

dit hotel niet verlaten. Nooit bij de sterren, nooit
ophouden, in de muziek. Je polsslag, je haren wapperen.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juli ook mijn blog van 15 juli 2020 en eveneens mijn blog van 15 juli 2019 en ook mijn blog van 15 juli 2017 deel 2.

Volker Kaminski, Steffen Popp

De Duitse schrijver Volker Kaminski werd op 14 juli 1958 in Karlsruhe geboren. Zie ook alle tags voor Volker Kaminski op dit blog.

Uit: Herzhand

„Die Welt vergibt keine Schönheitspreise für makellose, prächtige Bäume, sie behandelt stolze Kiefern nicht anders als ordinäre Laubbäume. Die Welt ist die Summe aller Bäume plus einer Anzahl scharfer Äxte. Die Welt fällt Bäume und pflanzt neue an. Die Welt bringt alle Mauern zu Fall, selbst die, die Erik und Elena gewohnt waren. Erik wusste nicht, was schlimmer für sie war: der Kampf mit ihren Sätzen oder der Fall der Mauer.
Helge schrieb über die Zeit, als Elena am schönsten war. Als sie Günter kennenlernte. Er ließ Günter sanft und charmant am Telefon klingen, doch schneidend kalt und unberechenbar im Büro auftreten. Er beschrieb Günter als einen Verführer, der Elena zuerst lockte, dann quälte. Elena schien jeden Tag noch schöner zu werden. Wenn Erik sie umarmte und ihren Körper an seinem spürte, wurde ihm fast schwindlig.
In ihrem blassen Gesicht zeigte sich neuerdings eine frische Farbe, ihre Arme drückten ihn fester, ihre Küsse waren inniger. Erik schöpfte keinen Verdacht. Er registrierte den Schwung der sich verändernden Welt und glaubte, Elena werde von der großen Bewegung mitgerissen. Überall ertönte der Schrei nach Freiheit. Es wurden Einheit und Zusammengehörigkeit beschworen. Erik und Elena passten nicht in diese Welt. Erik bekam zum ersten Mal das Gefühl, dass sie älter waren als die Welt. Die Welt schien zu tanzen und sich fröhlich auf die Oberschenkel zu klopfen. Doch obwohl Elena nicht mittanzte, wurde sie vom allgemeinen Taumel ergriffen. Sie bewegte sich entschiedener als früher, hatte ihre Fransentasche gegen eine schwarze Aktenmappe eingetauscht und sich einen Kurzhaarschnitt zugelegt.
In dieser Etappe, während Elena bei Günter jobbte, aber noch mit Erik zusammen war, arbeitete er mehr denn je. Elena lebte ihm eine Zielstrebigkeit vor, die ihn berauschte. Sie hatte gewissermaßen eine neue Stufe des Lebens erklommen. Zwar misslang ihr weiterhin das Hörspiel, aber sie erledigte ihre Pflichten mit großem Ernst und einer gesunden Gesichtsfarbe. Elenas frischer Teint war Günters Werk. Günter war der geheime Antrieb, das unsichtbare Kraftwerk, die Lebensenergie, von der Elena und Erik profitierten.
Diese Phase, die sich etwa ein halbes Jahr hinzog, erlebte Erik als Durchbruch beim Schreiben. Er entdeckte den Wert der disziplinierten Arbeit. Sein Tun am Küchentisch war bis dahin mehr von Launen und Stimmungen beherrscht gewesen.“

 

Volker Kaminski (Karlsruhe, 14 juli 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Russische eenheden

Een soort liefde tussen de blokken
met sneeuworen: onwerkelijk, uit de tijd
liggen de stenen onder het ijs
het bevroren remspoor, de pirouette
van de dronkaard –
in mijn hart
dreunt een finale, ik weet niet
van welk stuk
door het balkonraam
kijkt de geranium, roerloos, een slaperig kind
zegt: We hebben Lenin gezien…

en elk licht is een muntstuk geluk/ongeluk
de dingen vallen uiteen, in hun stoïcijnse schoonheid

een dromende conductrice
met een ijzeren munthouder
men ziet de sneeuw en wil zich losrukken

wanneer we in kleine voertuigen
reizen door steden blijven ringlijnen
de laatste eenheden
ademt de uitgebuite ruimte
een massief van dode bijen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e juli ook mijn blog van 14 juli 2020 en eveneens mijn blog van 14 juli 2019 deel een en ook deel 2.

Steffen Popp

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Auratische Flurkunde

I
Unmerklich stilbildender Wind aus Nordwest
und das Garagentor formen ein strömendes Rechteck
das emotionale Projekt, verstimmt
hängt es vor uns, in der Luft, atmet angestrengt
wir suchen die Ordnungen der Liebe
im Gespräch zu binden, auf langen Waldgängen
durch Nebel.

II
Das Herz schäumt groß in seiner Schmerzenslaube
wildes Gerank, Geschrei, trockene Rosen, Stille
Dunkelheit wächst geometrisch, in leisen Reihen
im Seerosengürtel der Insel, treibendes Entengrün
und Wälder sind und
Gründe, darin du schwindest
das Areal, naturidentisch, korrekt bebrütet
die Einsamkeit deiner Gummistiefel, pragmatisch
unter den weißen Knien
und tönt nicht, durch das Gegröl verirrter Zeugen
der Biosphärengesang deiner Schwäne, am Abend.

III
Immer in Graden von Müdigkeit
eingeschneit in Gebirgen, der Ebene, dem eigenen Leib
begegnen – einem
in selbst erzeugten Nebeln, fern
schwimmenden, lichtüberwachsenen Ufer …
Seltsame Korrespondenz mit Narzissen, Steinbrech
diese besondere Technik hieß »wohnen«, »Zuhaus«
wir aber wollten tiefer, in den Destillen der Zartheit
das unverstörte Ja niemals beenden
die Wörter, ihr Elend, Pinguinspuren im Packeis
– dir zusehen beim Gehen, Atmen, deine kindischen
Fäuste betrachten im Schlaf …

IV
Das Sprechen zermürbt die Gemeinde der Schmerzen
Zukunft besiedelt das Denken wie ein Pilz, wie Feuer
ein rotes Pferd steht in der Rotunde, aus Kupfer
das Blut in deinen Fingern, die Festbeleuchtung
hängt in den Kronen wie ein verwelktes Klavier.
Unruhig herumlaufen, einzelne Tasten anschlagen
manchmal lockt die Musik etwas hervor
der Augenblick, eine Sehnsucht im Spiel der Zweige
Liebende aus schlechtem Stein künden die Nacht an
kalte Fusion, Kentaur
wer in den Umkreis der Bäume tritt, ist allein.

 

… wilde de boom nader identificeren

… wilde de boom nader identificeren, wreef mezelf
tegen zijn bast, mijn kenmerken de vacht van een ezel
de met modder bedekte huid van een bruine pad
in de herfst – wreef met mijn bomen, hout

en struiken, tegen de boom. Hij zei niets,
gooide alleen schors, resten van vogels, bladeren
vanaf verdiepingen, aan het zicht onttrokken,
op mijn zingende hoofd. Bleef waar, onbereikbaar

in zijn traagheid, nabijheid die uit oneindige
verte me aanspoorde tot dwaze sprongen, droevige
loofgezangen – zo leefden we zij aan zij
twee wezens, welnu, toen hij iets zei, was ik het

toen hij zweeg. Lange tijd dacht ik dat ik alleen
een wat grovere kever was op zijn houten lijf
later echter over velden naar huis gegaan
leek het me dat hij alleen was, onder sterren, dieren

die hem impulsen, stijlen, al was het maar als kenmerken
aandroegen, zich wreven hem omcirkelden, weg liepen
Ik was slechts een van hen en hij had genoeg voor ons allemaal:
aan taal, aan liefde, aan eten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Martin R. Dean, Steffen Popp

De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook alle tags voor Martin R. Dean op dit blog.

Uit: Was ferne Verwandte aus einem machen

„Die Suche nach Angehörigen beschäftigt mich seit langem, da meine Verwandtschaft nicht nur in der Schweiz, sondern auch auf der Karibikinsel Trinidad lebt, von der mein Stiefvater wie auch mein leiblicher Vater stammen.
Immer wieder reiste ich auf die Insel und spielte als Jugendlicher gar mit dem Gedanken, eines Tages in die Tropen auszuwandern. Ich entwarf eine Alternativbiografie und stellte mir vor, was aus mir
würde, wenn ich mein Leben auf der Insel verbrächte. Mit den Jahren hat sich diese trügerische Heimatverheissung zum Gespenst eines Doppellebens verflüchtigt, wie es Millionen von Menschen, ausgewanderte wie geflüchtete, mit multiplen Identitäten herumtragen.
Meine Vorfahren
Erst vor einigen Jahren lernte ich indessen die Familie meines leiblichen Vaters kennen. Nun war diese neue Verwandtschaft das Ziel meiner Reisen. Mit einem Schlag dreissig, vierzig unbekannte Verwandte zu haben, war eine verwirrende und aufwühlende Tatsache. Plötzlich tauchte ich auf dem Ast eines weitverzweigten, tief in die koloniale Vergangenheit der Insel reichenden Stammbaums
auf. Identität, das wurde mir klar, umfasst nicht nur ein Bündel von Zuschreibungen. Sie entsteht auch durch verwandtschaftliche Bande. Ich war nicht mehr nur Betrachter, sondern Zugehöriger.
Als ich in diesem Jahr meine neue Verwandtschaft abermals besuchte, ging ich zuvor ins National Museum in Port of Spain. Dort stiess ich auf Bilder und Flaggen farbiger Regimenter, welche die
Briten 1939 mit Soldaten aus Trinidad und Tobago in den Zweiten Weltkrieg schickten. Die afrikanischen und indischen Bataillone rekrutierten sich aus den Nachkommen der über Jahrhunderte eingeschleppten Sklaven, die nach 1845 von indischen Kontraktarbeitern abgelöst worden waren. Auch meine indische Verwandtschaft stammte von diesen Einwanderern ab. Schockiert las ich von den Lebensumständen, denen die Kontraktarbeiter unterworfen waren.“

 

Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Winter, Jeruzalem

Ik bid, ik bid, alleen
tussen de kamerplanten eet ik chips, gezouten manna

stad, leeg gebergte, de maan mikt
met de kalmte van een metselaar
op de greppels…

Doffe sterren, braille
in de gele huisverlichting, beneden staan de beulen voor de deur
stelletje nullen, sneeuwogig
mislukte demonen met sportfluitjes –

maar de wereld ademt voort
voor mijn raam, geen vloek
drijft haar uit haar geheim
geen worm die aan haar knaagt, geen geloei van een heilige
koe
kan haar vertederen! –

zo ver het veld strekt, onder sneeuwhekken
zinkt ze terug in een granieten slaap
ook de zee zinkt, ook zinken
de grote zeedieren, en alle engelen
zinken terug
in hun scheppingsgewrichten –

voor me, in een sneeuwglas
stort alles in, schudden de sterren zich los
maar niets matigt de dingen
in hun gewicht, niets drijft de demonen uit
deze sukkels –

beneden staan ze onafgebroken voor de deur
vrolijke sneeuwdrijvers
leunend op hun scheppen, ze spelen triktrak
en hun hoeden beneden in de diepte
wiebelen als discussen

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Tony Kushner, Steffen Popp

De Amerikaanse schrijver Tony Kushner werd geboren op 16 juli 1956 in New York. Zie ook alle tags voor Tony Kushner op dit blog.

Uit: Angels in America

“JOE: You shouldn’t have come.
HANNAH: You already made that clear as day.
JOE: I’m sorry. I . . . I . . . don’t understand why you’re here.
HANNAH: For more than two weeks. You can’t even return a simple phone call.
JOE: I just don’t . . . have anything to say. I have nothing to say.
HANNAH: You could tell me so I could tell her where you are. You’ve been living on some rainy rooftop for all we knew. It’s cruel.
JOE: Not intended to be.
HANNAH: You’re sure about that.
JOE: I’m taking her home.
HANNAH: You think that’s best for her, you think that she should—
JOE: I know what I’m doing.
HANNAH: I don’t think you have a clue. You can afford not to. You’re a man, you botch up, it’s not a big deal, but she’s been—
JOE: Just being a man doesn’t mean . . . anything. It’s still a big deal, Ma. Botching up.
(Tough, cold, angry, holding it in)
And nothing works. Not all my . . . oh, you know, my effortful clinging to the good, to what’s right, not pursuing . . . freedom, or happiness. Nothing, nothing works anymore, nothing I try .
(Still facing away, she nods yes.)
JOE: Is there radon gas in the—
HANNAH: Just go. (Little pause.)
JOE: I’ll pay to change your ticket.
(Joe exits. Hannah sits. She’s alone for several moments. There’s a peal of thunder. Prior enters, wet, in his prophet garb, dark glasses on, despite the dark day outside. He’s breathless, manic.)
PRIOR: That man who was just here. HANNAH Not looking at him): We’re closed. Go away.
PRIOR: He’s your son.
(Hannah looks at Prior. Little pause. Prior turns to leave.)
HANNAH: Do you know him. That man? How … How do you know him, that he’s my—
PRIOR: My ex-boyfriend, he knows him. I, I shadowed him, all the way up from— I wanted to, to … warn him about later, when his hair goes and there’s hips and jowls and all that … human stuff, that poor slob there’s just gonna wind up miserable, fat, frightened and alone because Louis, he can’t handle bodies.
(Little pause.)”

 

Tony Kushner (New York, 16 juli 1956)
Scene uit een opvoering van “Angels in America” op Broadway, 2018

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

 Aan de doden van het surrealisme

   Wie met de dingen botst,
        zal die dezelfde die ze verenigt?
        Dat zal het zijn, wat mij bedroeft.
        Hugo Ball

I

Buiten is het stil, geen Shell-tank
binnen dit frequentiegebied
geen atoom breekt af
of valt in de schacht, geen ontmoedigd orgaan
test het verraad, en voor mij
                        de lelie in het dromende glas –

ook dit gewas van mijn verlangen
snuit zijn essence alleen semiotisch
geluidloos in de verschrikkelijke nacht!

Buiten is het stil, het verlaten parkeerterrein
straalomdraaiing van het geluk en een nietige
                                    academie
ver weg dreigt Azië,
Poseidons hoorn met goederentreinen …

Zo doorstaat de wereld de winter!
De uien liggen op tafel
er cirkelen wonderlijke apparaten –

maar de sneeuw is niet langer gotisch
erts zonder wensen, een lichtblauwe
                                    maatgevende violist
nee, ze is grauw
en flets, de vuilnisbelt van de lente
ach –

en alleen de onderste sneeuwengelen
kleven nog aan de benzinestations
vermomd en marxistisch
in hun winddichte parka’s.


II

Buiten is het stil, berg en dal slapen
roerloos de stad, de kwelling van sloopbedrijven

hun trage vuur vereenvoudigt de ruimte
de hartaandoeningen van trainers
                                    balkonplanten

en in de zeeën de walvis
en in het vriesvak de paling
delicatessen, aan de rand van mijn zwakte
legt ook de liefde zich te rusten, een getto van rozen –

de grote betonblokken buigen het licht
waar mijn hand ligt
                  een juk voor nachtvlinders
en de gedichten lopen over de sneeuw
met kleine stapjes …

De dode surrealisten
schoppen herrie bij de grondvesten van het bos
kauwen de rode klavers deze nacht binnen
hun droge zeekoffers, hun sneeuwklimaat –

achter de ellende van bomen
licht het geboorteland op
de elementen verzinnen zichzelf, mijn geliefden
ruziën en vallen uiteen

op staat de maan van zijn zetel
daar zijn gele mond
daar zijn benen, slepend.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juli ook mijn blog van 16 juli 2020 en eveneens mijn blog van 16 juli 20919 en ook mijn blog van 16 juli 2017 deel 2.

Simon Vinkenoog, Steffen Popp

De Nederlandse dichter en schrijver Simon Vinkenoog werd op 18 juli 1928 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Simon Vinkenoog op dit blog.

Einde

wat ik aan wind en regen vraag
zal altijd zonder antwoord blijven
en wat de nacht voor mij verborgen houdt
is weerlicht voor de blinden
in mijn ogen
wartaal voor de stomme in mijn stem
straatgeluiden voor de beethoven
in mijn oren
een late straatlantaarn voor de dronkaard
in mij die naar houvast zoekt

anemonen voor de man zonder reukorganen
vrouw als tastplaats
voor de kinderloze zonder zinnen

(voor de tandeloze meeuwen in mijn tong
een valkuil lichtschip regenwolken)

ik drijf altijd naar mijzelf terug
ik kom altijd in mijzelf naar boven
ik vecht altijd met mijn ogen open

plat met de handen gespreid vallend
schaafwonden aan de ellebogen

 

Vis

Ik heb je ogen
in het zand gevonden
tussen de schelpen van Miro

ik ben de droom
van het blinde kind
waarvan het licht
te vroeg is gestorven

om kleuren
te kunnen herkennen
als kleuren

tastend dans ik
om de zwaarte van mijn lichaam
niet te voelen

rond aan de lange lijn

uitgeslagen
om in het vergeten
beschutting te zoeken

aas voor de meeuwen
die als wekkers
om mijn oren krijsen

 

Koopman

Ik vent een vracht
vol woorden voor mij uit
door lege zonbedoelde straten

ik heb een schorre stem:

wie koopt van de koude grond?
wie denkt aan een arme blinde?

het is niet zoveel waard
roep ik over de huizen
het kost maar zoveel meer

dan bij ieder ander

ik roep en roep
van vergeefs
de liefde

 

Simon Vinkenoog (18 juli 1928 – 12 juli 2009)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Betontreden, zeeën

Beweging (lucht), zeekleur (groen), een egel (de kunst van een prairiewolf
hem op de rug te draaien) – jouw hart, de nabije haven
breidt zich uit aan de zijden van zijn slaap. Voer in zakken, munitiekisten
de gespleten hoef van een ezel in brak water –

de zee toont je oevers (de grenzen), je slaapt in je rijk
er zijn geheime tekens, torens (uitkijkend over zee), luchtafweer
ingenieurs met vliegenierskap – aan de stranden tel je ze, het zijn gewrichten
en ze verbinden je (als een handschrift) met alle dingen.

 

Gibraltar

daarheen (Goethe)


Ken je, liefste, de haat,
bomen, de Spaanse muur,
ken je de eilanden, de kruisvaarders
in hun eenmanstorpedo’s –

liefste, vergeef me, ik wilde naar Golgotha
maar in de linnenkast
lag alleen een gele revolver (dus ik ging niet).

Ken je de zee, sporen van vrijpostigheid
in schuim, liefste, in schuim
ken je dat land, zijn verwrongen arm
ligt zwaar in de rondte, onder de hongerige lucht
doelloze wind
sporen van wol, daarin warmte en stof.

Hoe graag zou ik met je vertrekken
met jou, liefste, willen wonen onder citroenen:
als niet Gibraltars elementen
heftig door mijn tragische aderen  
vloeiden, en die van iedere spoorloze kaap
manische ogen, zonder oogleden –

mijn hart is een gravin omringd door verplegers
aan de rand van de stad, liefste
                        blèren de huurpiano’s!

 

Vertaald door Alfred Schaffer / Gregor Seferens

 

O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen

O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen
achter de sluiers zoek je naar gezang, oefen je
in gedachten: “We zijn
een gesprek”, zeg je, “we zijn
olifanten ”

en je bent helemaal alleen met deze zinnen
eenzamer dan dialogen, dikhuiden
eenzamer dan de elektrische apparaten van het universum

spaarlampen, warmtepompen
verwaarloosd en hongerig naar liefde duiken ze
aarzelend op uit de oneindige duisternis

tegen je ruimtecapsule, tegen de verborgen tralies
tegen je deskundige handen en knieën
je slapende voeten, je denkbeeldige vleugels
wrijven ze hun huiden uit chroom en plastic…

De aangeleerde hulpeloosheid van objecten
onmogelijkheid van een aanraking

het lied, onder zijn slaapmuts uit sterren
beweegt het de eenzame boiler, de dwalende
ventilator
je dwalende oog
ook

in een nestgemeenschap zonder stroom
zonder gedachten
alleen zwaartekrachtlichamen, hun bijna
staatsvormende paniek voor de winter.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2019.

Martin R. Dean, Steffen Popp

De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook alle tags voor Martin R. Dean op dit blog.

Uit: Warum wir zusammen sind

„Gerade als Marc das Büro hatte abschließen wollen, war sein Computer abgestürzt, noch bevor er das dringend notwendige Back-up hatte durchführen können. Auf einmal war der Bildschirm eingefroren, und die Daten stürzten lautlos in den Orkus, die Pläne für das neue Altersheim ebenso wie seine Notizen für die Mensa des Schulhauses. Seine Mitarbeiter Tim und Gaby waren herbeigeeilt, und zu dritt standen sie in stiller Trauer vor dem Apparat, der Zeichengerät, Schreibmaschine, Ersatzgedächtnis und Kommunikationszentrum in einem war und den großen Knall nicht mehr erleben würde. Auch die letzten, noch nicht abgesandten Mails mit den besten Wünschen an seine Kunden waren für immer weg. Hilflos harrten die zwei Angestellten von Baumann & Partner, Architektur und Design mit ihrem Chef vor dem toten Fenster aus. Und Marc war schon eine halbe Stunde verspätet.
In dem Augenblick, als sich alle vornahmen, kein dummes Wort zu sagen, schneite Urs herein. Sein Kollege aus Studienjahren tauchte immer zur falschen Zeit auf. Obwohl Urs nicht zum »harten Kern« gehörte, um einen Ausdruck von Alice zu zitieren, hatte Marc ihn auch zur Silvesterfeier eingeladen. Er wollte sich nicht vorwerfen, ausgerechnet Urs im alten Jahrhundert zurückgelassen zu haben.
Marc warf einen Blick auf die Uhr. Nun war bestimmt auch Matti mit seiner Mutter Rosa auf der Eisbahn eingetroffen; das würde Irma milde stimmen.
Stört es euch wirklich nicht, wenn Brigitta dabei ist?
Marc schüttelte den Kopf und sah, wie unsicher Urs war. Nicht nur, ob seine Freundin zu dem Freundeskreis passte, sondern auch, ob sie für ihn überhaupt die Richtige war.
Dann bin ich froh, sagte Urs, ich hoffe, sie fühlt sich wohl.
Marc verabschiedete sich von seinen beiden Mitarbeitern und schwang sich aufs Rad, während Urs mit dem Auto fuhr. Er war fast eine Stunde zu spät und trat mit furchtbar schlechtem Gewissen in die Pedale. Er freute sich auf das Fest. Auf die widerborstige Alice und ihren stummen Ehemann Fred, die mit ihren Telefonaten und ihrer Kochkunst den Freundeskreis zusammenhielten. Auf Bea und Finn, der bestimmt einige Songs von Bob Dylan mitgebracht hatte, auf Evelyne, Irmas beste Freundin, natürlich auch auf Axel, den Starchirurgen, und die beiden, die mit einer großzügigen Spende wieder einmal das Catering bezahlt hatten, auf Annette und Anatol Vogel. Ob Mila sich mit Moritz aufs Eis wagen würden, das war nicht sicher. Bestimmt aber zog Irma schon ihre Runden.”

 

Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Ode aan de sneeuw, late sneeuw

O zwarte slaap, o bijl
o groot verdriet, hart
ik ging naar buiten, over het gras
ging ik naar buiten op zoek naar je ogen.

Viltstift, boompaddestoel, hydra
ik ging naar buiten, ik ging naar buiten
over het gras, op zoek naar je ogen.

Let op voor kleine wolken
let op de doden, hun bijzondere droom
let op vogels, huidspanning,
het getjilp, de stem, het lied.

Dit gevoel overwintert
in je handschoen, zacht snuivend
als een te groot dier
onder de bosbodem.

Eenmaal in de sneeuw, graaf je het uit
en vind botten

ik ging naar buiten op zoek naar je ogen
ik ging naar buiten op zoek naar je ogen
de doden zijn er, het universum
de vogels zijn er, het lied.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978) In 2013

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Tony Kushner, William Irwin Thompson, Steffen Popp

De Amerikaanse schrijver Tony Kushner werd geboren op 16 juli 1956 in New York. Zie ook alle tags voor Tony Kushner op dit blog.

Uit: Angels in America

“The next day. At the Bethesda Fountain in Central Park. It’s cold, and as the scene progresses a storm front moves in and the sky darkens. Louis is sitting on the fountain’s rim. Belize enters and sits next to him.

BELIZE: Nice angel.
LOUIS: What angel?
BELIZE: The fountain.
LOUIS (Looking): Bethesda.
BELIZE: What’s she commemorate? Louis, I’ll bet you know.
LOUIS: The … Croton Aqueduct, I think. Right after the Civil War. Prior loves this—
BELIZE: The Civil War. I knew you’d know.
LOUIS: I know all sorts of things. The sculptress was a lesbian.
BELIZE: Ooh, a sister! That a fact? You are nothing if not well informed.
LOUIS: Listen. I saw Prior yesterday.
BELIZE: Prior is upset.
LOUIS: This guy I’m seeing, I’m not seeing him now. Prior misunderstood, he jumped to—
BELIZE: Oh yeah. Your new beau. Prior and me, we went to the courthouse. Scoped him out.
LOUIS: You had no right to do that.
[…]

Just so’s the record’s straight: I love Prior but I was never in love with him. I have a man, uptown, and I have since long before I first laid my eyes on the sorry-ass sight of you.
LOUIS: I . I didn’t know that you—
BELIZE: No ‘cause you never bothered to ask. Up in the air, just like that angel, too far off the earth to pick out the details. Louis and his Big Ideas. Big Ideas are all you love. “America” is what Louis loves. (Louis is looking at the angel, not at Belize.)
LOUIS: So what? Maybe I do. You don’t know what I love. You don’t.
BELIZE: Well I hate America, Louis. I hate this country. It’s just big ideas, and stories, and people dying, and people like you. The white cracker who wrote the National Anthem knew what he was doing. He set the word “free” to a note so high nobody can reach it. That was deliberate. Nothing on earth sounds less like freedom to me. You come with me to room 1013 over at the hospital, I’ll show you America. Terminal, crazy and mean.
(A rumble of thunder. Then the rain comes. Belize has a col-lapsible umbrella, and he raises it. Louis stands in the rain.)
BELIZE: I live in America, Louis, that’s hard enough, I don’t have to love it. You do that. Everybody’s got to love something. “

Tony Kushner (New York, 16 juli 1956)

 

De Amerikaanse dichter, sociaal filosoof en cultuurcriticus William Irwin Thompson werd geboren op 16 juli 1938 in Chicago, Illinois. Zie ook alle tags voor William Irwin Thompson op dit blog.

FOUR IN THE MORNING

The universe is crawling with unseen life:
angels and djinn and spiritual guides.
Like the excess in a stagnant pond,
this abscess of the Absolute
is obscenely corpulent
in every nook and cranny,
armpit and crotch
of the Great Mother
of dark energy and dark matter
we do not see anymore
than the germs in our guts see us,
because they are not germs
but neurons of a larger brain
in which an I is only an organ,
or rather an artificially imposed
membrane drawn arbitrarily
amid a mass of interactive
molecular gates with ions
coming and going as they please
without a thought of me.
Savages knew this once
and could feel it like an itch
beyond the reach of scratch.
Christian missionaries called it animism
and tried to beat it out of them,
bringing brassieres to contain breasts,
and bibles to contain minds,
but nights when I cannot sleep,
I wake at something the clock
marks as three or four,
with my mind teeming and itching
with alien cosmologies
of journeys through other galaxies
and I wake, knowing more than I am.

 

William Irwin Thompson (Chicago, 16 juli 1938)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Struikgewas met praten en ogen

Mogelijkheid en methode overlappen elkaar
in het bos breekt een vette zin, vanaf dan hinkt hij

geen sprong in het struikgewas, geen hoef eruit
geen afgedankte fiets bidt om rust
geen oude lama spuugt, ook geen jonge

ze hangen rond in de dag, in boomschommels
geen boom, goed beschouwd, geen schommel, niet eens
een zij, slechts hangen, dag

praten, door niets gedekt, maar levendig
als wezens bijna in een struikgewas
hangend, eentje hinkend, daarom niet minder waar
niet waar, niet minder, niet onbewogen

schommelen of grazen als verzorging van het landschap
of ze staan er gewoon en kijken om zich heen.

voor Elke Erb

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juli ook mijn blog van 16 juli 20919 en ook mijn blog van 16 juli 2017 deel 2.