Sybren Poletprijs voor Peter Verhelst

 

Sybren Poletprijs voor Peter Verhelst

De Vlaamse dichter, romancier en theaterschrijver Peter Verhelst krijgt dit jaar de Sybren Poletprijs. De Sybren Poletprijs is een prijs voor experimentele literatuur die in januari 2018 in het leven is geroepen door de Sybren Polet Stichting. De prijs is vernoemd naar de experimentele schrijver Sybren Polet. De prijs wordt beschouwd als een oeuvreprijs die elke drie jaar zal worden toegekend aan een schrijver, dichter, essayist of toneelschrijver die in de geest of traditie van Polets werk schrijft. Aan de prijs is een geldbedrag van 35.000 euro verbonden, hiermee is het direct na de P.C. Hooft-prijs, Libris Literatuur Prijs en de ECI Literatuurprijs een van de grootste literaire prijzen van Nederland. Peter Verhelst werd geboren op 28 januari 1962 in Brugge. Zie ook alle tags voor Peter Verhelst op dit blog.

Uit: Voor het vergeten

“De vertrouwde jetlag na het wakker worden. Ik ga in de douchecel onder heet water staan, tot de tijd eindelijk weer synchroon begint te lopen met de ruimte. Stoomsluiers en bleke schaduwen van bad, wastafel, handdoeken en muren.
Voorovergebogen sta ik te druipen. Het witte matje zuigt zich aan mijn natte voetzolen vast als kroepoek aan een tong. Ik ga naar beneden, drink een glas water en neem een appel, zie dat het licht niet brandt in het atelier – mijn vrouw werkt die dag dus buitenshuis.
Ik lees teksten over de aanslagen in Parijs, commentaren, getuigenverslagen, beledigingen, uitspraken van politici, terwijl ik de eerste sigaret van de dag rook. Na een halfuur heb ik uit de teksten enkele vragen kunnen destilleren – ik begin te begrijpen wat de aanslagen zouden kunnen betekenen. De kat ligt opgekruld te ademen naast mijn toetsenbord. Haar rechteroor schiet overeind als de telefoon in de oplader trilt. Ik zie de foto van mijn vader op het scherm, maar nog voor ik iets kan zeggen, hoor ik hem roepen: ‘Ik denk dat ma aan het doodgaan is.’
Je vindt de sleutels niet die voor je neus liggen. Je vindt je jas niet. In de auto bel je naar je vrouw, maar ze neemt niet op. Je kunt alleen maar schreeuwen en op je stuur slaan, omdat iedereen veel te traag rijdt en alle verkeerslichten op rood springen. Je belt nog een keer naar je vrouw. Je probeert niet te roepen om haar niet bang te maken, maar je weet nu al dat je te laat zult komen. Je moet je ademhaling in bedwang zien te krijgen. Je kunt de zwaailichten al van ver zien boven het fluogeel van de ambulance (achterdeuren open/lege binnenkant/ oplaaiende hoop). Als je over de straat naar het huis rent waar je geboren bent, komt je zus net door de openstaande voordeur naar buiten, hoofdschuddend, met de handen voor haar open mond. Toch ren je de treden op, ren je tegen beter weten in de met beige tapijt beklede treden op. Voorbij het geel geaderde, geëmailleerde bloempotje ren je, voorbij de steen waarin een tekst gehakt staat over de tijd, de met beige tapijt beklede treden op. Bijna op handen en voeten, zo snel wil je, rakelings langs de muur met de ossenbloedkleurige zeefdruk vol cyrillische letters.”

 
Peter Verhelst (Brugge, 28 januari 1962)