Een heel andere post dan gewoonlijk. Het afgelopen weekend heb ik namelijk de schitterende film Capote gezien van regisseur Bennett Miller. Deze film beschrijft de episode uit het leven van de Amerikaanse schrijver Truman Capote (1924 – 1984) vanaf het moment dat hij besluit te gaan schrijven over de twee moordenaars van een familie uit Kansas tot aan de voltooiing van het boek dat hem rijk en beroemd zou maken: In cold blood.
Truman Capote (30 september 1924 – 25 augustus 1984)
In 1959 wordt Capote, die toen al onder andere de roman Breakfast at Tiffany’s had geschreven en een graag geziene gast was in de New Yorkse cultuurkringen, aangetrokken door een sinistere gebeurtenis die een plattelandsdorp in Kansas op zijn kop gezet heeft. Een familie van vier is er op beestachtige wijze vermoord en Capote stelt de krant The New Yorker voor er een artikel over te schrijven. De verschijning van Capote, een nogal verwaande, extreem geaffecteerde homo (met een stem waarvan je de eerste tien minuten van de film licht onpasselijk wordt – maar je verzoent je ermee naarmate je geboeider raakt door het personage dat de acteur Philip Seymour Hoffman neerzet) , in het ruwe boerendorp Holcomb, wekt aanvankelijk argwaan en gefrons. Harper Lee, Capote’s jeugdvriendin (die enkele jaren later To Kill a Mockingbird zou schrijven) functioneert zo een beetje als tussenpersoon, maar dat wordt snel overbodig. Zelfs de inwoners van Holcomb hebben van Capote gehoord en zien snel in dat hij met veel respect en ernst over de zaak wil berichten. Wanneer de daders gepakt worden, raakt Capote nog meer geïnspireerd. Hij laat zijn uitgever weten dat hij een roman wil schrijven over de feiten, een zogenaamde non-fictie roman.
Capote is een behoorlijk complex personage. We leren hem kennen als een ijdele, zelfgenoegzame en nichterige succesjournalist. Maar later komen meer facetten van zijn persoonlijkheid aan bod. Zo slaagt Capote er in de sympathie van de bevolking te winnen zonder compromissen te sluiten. Zijn trots en zelfrespect zijn gehard door jarenlang met vooroordelen en verwijten te zijn geconfronteerd. Maar Capote is ook ijdel en ambitieus. Wanneer hij zich gaat hechten aan Perry Smith (gespeeld door Clifton Collins jr.), een van de twee moordenaars waar hij intussen vrienden mee is geworden, komt hij voor een dilemma te staan. Perry helpen met zijn verdediging, in de onrealistische hoop hem vrij te krijgen en wie weet te kunnen beminnen? Of hopen dat het tweetal zo snel mogelijk veroordeeld wordt, zodat de roman een einde krijgt, gepubliceerd kan worden en Capote zijn applaus kan krijgen?
Die worsteling tussen ambitie en passie zou Capote geen goed doen.
In de ‘oral biography’ Truman Capote (1998), opgetekend door George Plimpton, herinneren intimi zich Capotes reactie toen hij vernam dat Hickock en Smith daadwerkelijk ter dood zouden worden gebracht. De schrijver Kenneth Tynan vertelt aan Plimpton over een feestje waar Capote verscheen op de dag dat het nieuws over de executie bekend werd: ‘Truman (…) hopped up and down with glee, clapping his hands, saying “I’m beside myself! beside myself with joy!” ’
Toen In Cold Blood na zes jaar eindelijk af was hielp het succes Capote, samen met zijn drankverslaving, ook de vernieling in. De film houdt het echter bij de periode 1959-1965 en is dus geen volledige biografie. Niettemin krijgen we een diepgaande kijk op wie Capote was. Philip Seymour Hoffman heeft er terecht een Oscar voor gekregen.
Clifton Collins jr. en Philip Seymour Hoffman in “Capote”
Een geweldige verfilming.