Katherine Mansfield en Stefan Żeromski

Katherine Mansfield werd geboren op 14 oktober 1888 in Wellington, Nieuw Zeeland. Een kort leven vol ziekte, ballingschap en relatieleed legde de basis voor het bescheiden oeuvre van de later naar Engeland geëmigreerde schrijster. Als Katherine Mansfield debuteerde ze in 1911 met In a German Pension, een bundeling satirische schetsen over personages in Beieren, waar ze na een mislukt huwelijk in Engeland een tijdje had doorgebracht. Na de dood van haar broer in de Eerste Wereldoorlog schreef ze een aantal nostalgische verhalen over haar familie en haar jeugd in Nieuw-Zeeland die werden verzameld in Bliss (1920). Latere verhalen, die de invloed van Tsjechovs anecdotische momentopnamen verraden, beschrijven met ironie en stilistische elegantie de levens van gewone mensen – een naïeve oudere vrouw in ‘Miss Brill’, een zangleraar die onder de plak zit in ‘Mr Reginald Peacock’s Day’, de dochter van een snob in het titelverhaal van haar beroemdste bundel The Garden Party (1922). Mansfields compositorische techniek, die gegrondvest was op creatief gebruik van flashbacks en flashforwards, zorgde ervoor dat ze al bij haar dood (door tuberculose) bekend stond als een van de vernieuwers van het korte verhaal. Haar onconventionele liefdesleven (veel mannen, af en toe een vrouw) inspireerde haar vriend D.H. Lawrence tot de figuur van Gudrun in Women in Love.

Uit: The Garden Party

And after all the weather was ideal. They could not have had a more perfect day for a garden-party if they had ordered it. Windless, warm, the sky without a cloud. Only the blue was veiled with a haze of light gold, as it is sometimes in early summer. The gardener had been up since dawn, mowing the lawns and sweeping them, until the grass and the dark flat rosettes where the daisy plants had been seemed to shine. As for the roses, you could not help feeling they understood that roses are the only flowers that impress people at garden-parties; the only flowers that everybody is certain of knowing. Hundreds, yes, literally hundreds, had come out in a single night; the green bushes bowed down as though they had been visited by archangels.

Breakfast was not yet over before the men came to put up the marquee.

“Where do you want the marquee put, mother?”

“My dear child, it’s no use asking me. I’m determined to leave everything to you children this year. Forget I am your mother. Treat me as an honoured guest.”

But Meg could not possibly go and supervise the men. She had washed her hair before breakfast, and she sat drinking her coffee in a green turban, with a dark wet curl stamped on each cheek. Jose, the butterfly, always came down in a silk petticoat and a kimono jacket.

“You’ll have to go, Laura; you’re the artistic one.”

Away Laura flew, still holding her piece of bread-and-butter. It’s so delicious to have an excuse for eating out of doors, and besides, she loved having to arrange things; she always felt she could do it so much better than anybody else.

Four men in their shirt-sleeves stood grouped together on the garden path. They carried staves covered with rolls of canvas, and they had big tool-bags slung on their backs. They looked impressive. Laura wished now that she had not got the bread-and-butter, but there was nowhere to put it, and she couldn’t possibly throw it away. She blushed and tried to look severe and even a little bit short-sighted as she came up to them.

“Good morning,” she said, copying her mother’s voice. But that sounded so fearfully affected that she was ashamed, and stammered like a little girl, “Oh—er—have you come—is it about the marquee?”

“That’s right, miss,” said the tallest of the men, a lanky, freckled fellow, and he shifted his tool-bag, knocked back his straw hat and smiled down at her. “That’s about it.”

mansfiled

Katherine Mansfield (14 oktober 1888 – 9 januari 1923)

 

De Poolse schrijver Stefan Żeromski werd geboren op 14 oktober 1864 in Strawczyn in de buurt van Kielce. Żeromski groeide op in een verarmde adellijke familie die de patriottische traditie cultiveerde. Hij verloor zijn ouders al jong en ging bijgevolg al zeer vroeg werken. Hij hield zich vooral bezig met het geven van bijlessen hoewel hij zelf nooit eindexamen afgelegd heeft. Na het beëindigen van het gymnasium in Kielce ging hij naar Warschau en schreef zich in bij de dierenartsenopleiding waarvoor geen einddiploma van een middelbare school vereist werd. Na twee jaar brak hij zijn studie af en begon te werken als leraar op verschillende adellijke landhuizen. In 1892 maakte hij voor het eerst een buitenlandse reis, o.a. naar Wenen, München, Zurich en Praag. In dezelfde periode trouwde hij met Oktawia Rodkiewiczowa, wat hem dwong tot het aannemen van betaald werk. Samen met zijn vrouw vertrok hij naar Zwitserland waar Żeromski bibliothecaris werd in het Poolse Nationale Museum in Rappersville. Hij begon te schrijven en zijn eerste werken te publiceren. Ondanks de groeiende roem was hij lang niet in staat financiële stabiliteit te vinden in zijn leven. Hoewel zijn uitmuntende Ludzie bezdomni (Engelse vertaling: Homeless People  )reeds in 1899 verscheen kon hij zich pas na de uitgave van de historische roman Popioły (Engelse vertaling: Ashes) in 1904 helemaal wijden aan zijn schrijverschap. Zijn lyrische roman Wierna rzeka uit 1912 (Engelse vertaling: The Faithful River) werd in 1983 verfilmd. Zijn werk wordt gerekend tot het Poolse positivisme. In 1926 stond hij op de shortlist voor de Nobelprijs.

Uit de Duitse vertaling van “Przedwiośnie” : Vorfrühling

“Überall breitet es sich aus, wo die Menschen davon erfahren. Wer möchte in einem morschen, modernden und vom Hausschwamm angefressenen Stall oder in einem Rheumatismus, Schwindsucht und Scharlach verbreitenden Loch wohnen? Gläserne Häuser kosten verschwindend wenig, da zu ihrem Bau weder Maurer noch Zimmerleute, Tischler oder Dachdecker benötigt werden. Die Häuser sind farbig, je nach der Landschaft und der Eingebung der Künstler, aber auch nach dem Geschmack der Bewohner. Vor dem Hintergrund bewaldeter Gegenden gibt es schneeweiße Häuser, in den Ebenen rosafarbene, auf Hügeln hellgrüne, die violett oder kreidefarben abgesetzt sind.”  (vertaald door K. Harrer)

 

zeromski

Stefan Żeromski (14 oktober 1864 – 20 november 1925)