Jan G. Elburg, Winston Churchill, Mark Twain, Jonathan Swift, Sir Philip Sidney, John Bunyan

De Nederlandse dichter Jan G. Elburg werd geboren op 30 november 1919 te Wemeldinge. Zie ook mijn blog van 30 november 2006.

Stadgenoot

Hij is het licht vergeten
en het gras vergeten
en al die kleine levende kevertjes
en de smaak van water en het waaien

hij is de geur vergeten
van het hooi de grijze vacht van schapen
de varens de omgelegde aardkluiten

zijn binnen is geen nest zijn buiten
geen buiten zijn tuin een vaas.

hij is ook
de bliksem vergeten de rauwe
hagel op zijn voorhoofd

hij zegt niet: graan meel brood
hij ziet de vogels niet weggaan
en de sneeuw niet komen

hij zal bang en verongelijkt doodgaan

 

Dan dit nu hier

De uitzichtafsponzer onnozele crooner
de geveltoerist aan je binnenhuisje
dag vader en moeder en ventje in triplex

het ei nog brakwater geleid aan de ketting
de schippers volharden in overvaren
je glijdt op de zon op de lange rivier
benadert de sjimpansee hebt er geen weet van

men spookt in de steenkolenkachel een plaaggeest
de geitekeutels vergeef je als dropjes
de ogen van de sneeuwmannen ijscomannen

een spinnende inktvlek op het karpet
je kan op je tong een epistel pennen
een muzelman met een maanvormige bijl
een houten je hakt in de heilsoldate

groen prakje van rupsen smoort in je broekzak
een rode belofte verregent in witkalk
je zal nog gestopte jasjes dragen.

 

elburg

Jan G. Elburg (30 november 1919 – 13 augustus 1992)

 

De Britse staatsman en schrijver Sir Winston Leonard Spencer Churchill werd geboren in Woodstock op 30 november 1874

Uit: The River War

How dreadful are the curses which Mohammedanism lays on its votaries! Besides the fanatical frenzy, which is as dangerous in a man as hydrophobia in a dog, there is this fearful fatalistic apathy. The effects are apparent in many countries. Improvident habits, slovenly systems of agriculture, slug
gish methods of commerce, and insecurity of property exist wherever the followers of the Prophet rule or live. A degraded sensualism deprives this life of its grace and refinement; the next of its dignity and sanctity. The fact that in Mohammedan law every woman must belong to some man as his absolute property; either as a child, a wife, or a concubine; must delay the final extinction of slavery until the faith of Islam has ceased to be a great power among men.

Individual Moslems may show splendid qualities. Thousands become the brave and loyal soldiers of the Queen; all know how to die; but the influence of the religion paralyses the social development of those who follow it. No stronger retrograde force exists in the world. Far from being moribund, Mohammedanism is a militant and proselytizing faith. It has already spread throughout Central Africa, raising fearless warriors at every step; and were it not that Christianity is sheltered in the strong arms of science, the science against which it had vainly struggled, the civilisation of modern Europe might fall, as fell the civilisation of ancient Rome.”

churchill

Winston Churchill (30 november 1874 – 24 januari 1965)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 30 november 2006.

De Amerikaanse schrijver Mark Twain (pseudoniem van Samuel Langhorne Clemens) werd geboren op 30 november 1835 te Florida.

De Engelse schrijver Jonathan Swift werd op 30 november 1667 in Dublin geboren uit Engelse ouders.

De Engelse schrijver Sir Philip Sidney werd geboren op 30 november 1554 in het  kasteel van Penshurst in het graafschap Kent.

De Engelse dichter en schrijver John Bunyan werd geboren op 30 november 1628 in Harrowden bij Bedford.

 

In memoriam August Willemsen

De Nederlandse vertaler en schrijver August Willemsen is gisteren overleden. Hij is 71 jaar oud geworden. Na zijn middelbare school in Amsterdam, ging Willemsen in dezelfde stad naar het conservatorium, richting piano. Dit bleek geen succes en op vrij late leeftijd startte hij een studie Portugees. Door zijn vertalingen van de Portugese dichter Fernando Pessoa raakte hij bekend als een vooraanstaand vertaler. In 1983 werden zijn vertalingen bekroond met de Martinus Nijhoff-prijs. Willemsen maakte ook naam als schrijver. In 1985 publiceerde hij Braziliaanse Brieven over zijn verblijf in Brazilië. In 1986 ontving hij daar de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor. In 1991 verscheen De val, over zijn drankverslaving en zijn revalidatie na een ongeval en in 1994 De goddelijke kanarie, een lyrische geschiedenis van het Braziliaanse voetbal. Hij werkte aan een biografie van de tragische Braziliaanse stervoetballer Garrincha en aan een vertaling van het volledige werk van Pessoa. Zie ook mijn blog van 16 juni 2006 en mijn blog van 16 juni 2007.

.

‘Programma voor na mijn dood’

 

Wanneer ik, na mijn sterven, aankom in de andere wereld,
Zal ik eerst mijn vader en moeder willen kussen, mijn broers en zusjes, mijn opa en oma,
ooms en tantes, neefjes en nichtjes.
Daarna zal ik langdurig een paar vrienden omhelzen – Vasconcelos, Ovalle, Mário…
Ook zou ik graag de heilige Franciscus van Assisi ontmoeten.
Maar wie ben ik? Teveel eer.
Dit gedaan zijnd zal ik verzinken in de aanschouwing van God en zijn glorie,
Vergeten, voor altijd, alle heerlijkheden, pijnen en verbijsteringen
Van dit andere leven aan deze zijde van het graf.

 

 

Manuel Bandeira (vertaald door August Willemsen)

 

 

wilemsen

August Willemsen (16 juni 1936 – 29 november 2007)

 

Jean-Philippe Toussaint, C.S. Lewis, Louisa May Alcott, Ludwig Anzengruber, Wilhelm Hauff

De Belgische schrijver Jean-Philippe Toussaint werd op 29 november 1957 geboren in Brussel. Zie ook mijn blog van 29 november 2006.

 

Uit: Television (Vertaald door Jordan Stump)

 

“I went into the kitchen and opened the cupboard under the sink, kneeling down to extract a basin and a sponge, as well as the spray bottle of window cleaner, so beloved of my son (for its “tricker,” as he said, doubly wrongly, to refer to the lever that operated the pump), which did not prevent him from displaying a particularly itchy forefinger whenever I authorized him, under my imperturbable surveillance, to moisten the windows or coffee table with a spray of that miraculous liquid, which went ssshhht and turned foamy the moment it touched the glass. It’s true that this was a fascinating tool, this transparent plastic bulb, full of a limpid, blue solution with a lovely detergent scent. I threw open one of the living room’s two French doors, almost two meters high, with a single unbroken pane of glass extending almost to the ceiling, topped moreover by a little transom, and I climbed onto the radiator, the basin at my feet. Standing on the brink of the void, clasping the French door with one hand while the other peppered the glass with the spray from my pistol, I soon realized that, once the first lighthearted spatterings are over, carefree and slightly silly, the window washer’s delight, of which Jackson Pollock surely knew a thing or two, the task quickly turns tiresome, for now there’s nothing to do but wipe, like some maniacal housewife, firmly pressing your sponge to the glass–or, even better than a sponge, a page from an old newspaper, for, even where windows are concerned, nothing will ever replace the printed page, in my opinion. I thus held in my hand a crumpled sheet of newsprint, and I was wiping the top of the windowpane, standing on the edge of the sill, sometimes leaning perilously into the emptiness to reach some complicated corner and give it a finishing touch with a sponge, when I saw a taxi rolling down the street before me. I stopped wiping for a minute, my sponge in my hand, to watch its approach. Slowly the car rolled to a stop in front of my building, the engine still running quietly. After a moment, the driver climbed out and raised his head toward me, casting a quick glance over the building’s facade. Slightly uncomfortable on my second-floor window ledge, I looked away and began wiping distractedly, doing me best to look occupied. I wiped slowly, almost in place, my eyes downcast. “Hallo,” the driver said abruptly, to attract my attention, “did you call for a taxi?” “Me?” I said, cautiously pointing at my breast with the sponge. Me? How could he accuse me? Couldn’t he see I was busy, washing the windows? He let it drop there…

 

Toussaint

Jean-Philippe Toussaint (Brussel, 29 november 1957)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 29 november 2006.

 

De Ierse schrijver C.S. Lewis werd geboren op 29 november 1898 in Belfast.

 

De Amerikaanse schrijfster Louisa May Alcott werd geboren op 29 november 1832 in Germantown, Pennylvania.

 

De Oostenrijkse schrijver Ludwig Anzengruber werd geboren op 29 november 1839 in Wenen.

 

De Duitse schrijver Wilhelm Hauff werd geboren in Stuttgart op 29 november 1802.

In Memoriam Boeli van Leeuwen

De Curaçaose schrijver Willem Christiaan Jacobus (Boeli) van Leeuwen is woensdagavond (lokale tijd) op 85-jarige leeftijd overleden. Hij overleed na een kort ziekbed. Van Leeuwen werd op Curaçao geboren op 10 oktober 1922 en was een zoon van de voormalige gouverneur van het eiland. Hij debuteerde in 1959 met ‘De rots der struikeling’, een roman die in 1960 in Nederland werd bekroond met de prestigieuze Vijverbergprijs, de huidige Bordewijkprijs. Van Leeuwen heeft diverse romans geschreven, waaronder ‘Het teken van Jona’ en de verhalenbundel ‘Geniale anarchie’. Op zijn 85ste verjaardag kreeg hij de bijzondere oeuvreprijs van het Nederlandse Fonds voor de Letteren. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2006.

 

Uit: Geniale Anarchie

 

“Miljoenen jaren geleden spoot een machtige fontein vanuit het binnenste der aarde dwars door de zeebodem gloeiende lava sissend omhoog en liet twee stukken diabaas achter, die daarna door microscopisch kleine koraaldiertjes aan elkaar zijn geborduurd. Duizend meter steil omhoogrijzend van de bodem van de oceaan, in de zee geboren en niet afgebrokkeld van het Zuidamerikaanse continent, geeft het eiland aan niemand een claim: in de tijd gezien zijn mens en dier hier gisteren aan komen drijven.
De Spanjaarden noemden het la Isla de los Gigantes en nadat alle bomen waren omgehakt en de indieros de reuzen hadden weggevoerd of doodgeknuppeld zodat er niets meer te stelen viel: la Isla Inútil. Corossol, curacan, corazón, curacao, wie kan vandaag de oorsprong van je naam nog vinden?
Maar terwijl de Spanjaard te gronde is gegaan aan het waanidee dat goud en zilver intrinsieke waarde hebben, is de Hollander hier zout komen halen om zijn haring te behoeden voor bederf. Amsterdam kreeg verlof van de Heren Negentien ‘tot bemachtiginge van het Eylandt Curaçao om te hebben een bequaeme plaetse, daar men sout mocht becomen’, weshalve ik Anno Domini 1989 op het eiland een verhaal voor u zit te schrijven…

 

VanLeeuwen

Boeli  van Leeuwen (10 oktober 1922 – 28 november 2007)

Erwin Mortier, Stefan Zweig, Alexander Blok, William Blake, Alberto Moravia

De Vlaamse dichter en schrijver Erwin Mortier werd geboren in Nevele op 28 november 1965. Zie ook mijn blog van 28 november 2006.

 

Uit: Les Femmes de Barbe-bleue

(Maeterlinck – variaties)

 

3.

Vroeg of laat zal Hij komen.
Zijn tred wakkert de onrust
en de toortsen aan.

Ons kuiken in Zijn stalen ei.
Ons kind in zilveren vliezen.

Hij die elders knapen onthoofdt
en zich tooit met hun bloed
en hun kreten drinkt.

Ons zanikende embryo.

U weet niet hoe zoet,
Mevrouw, het wachten uitvalt
tot Hij komt, vroeg of laat

als een geslagen hond hier
door Zijn ridderzalen dwaalt.

Hoe zoet het is Zijn wonden
af te binden, Zijn schrammen
schoon te spoelen,

Hem te omzwachtelen – onze Getergde
Zoon. Hij daalt de trap af,

Snuift onze lucht op, gromt, begraaft
Zijn hoofd in onze vacht

en jankt zich in slaap in onze rokken.

4.

Op een dag zal Hij zacht en glad
in onze handpalm rusten

— een kiezel, een opaal, een door
de golven gepolijste drenkeling,

doorzichtig als barnsteen
waarin Zijn doden roerloos grijnzen.

Hoop is alles, Mevrouw.
Ochtendzon en sterrennacht.

Aurora Borealis.

Hoop schittert. De dofheid
van de Hoop is nergens doffer

dan in het land van de Hoop.

Hoop grasgroene Hoop.
Hoop van zilver. Gouden Hoop.

De Nacht van de Hoop straalt
in zijn donker even triomfant

als een middag in juni.

Wat komt u ons hier verlokken,
Mevrouw, met uw stalen wilskracht,
het al bij al vulgaire metaal

van uw Trots?

5.

Hoop kent geen taal.
Zwijg ons over uw landerijen,
de dorst van de zee, de grote groene
weiden, het stralende land, de virulente
lente, het rijpende koren, de roestige
herfst, de jonge boerenknechten,
de talloze de talloze de talloze sterren

en de al te lieflijk kwinkelerende diertjes,
de vogeltjes de vlindertjes, de talloze de talloze
de talloze mieren.

U heeft niets gezien als u niet eerst
onze doodstille binnentuinen betreedt

— hun roerloze vegetatie,
waar het lover druipt van bloed
of dauw.

 

 

erwin_mortier

Erwin Mortier (Nevele, 28 november 1965)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 28 november 2006.

De Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig werd op 28 november 1881 in Wenen.

De Russische schrijver en dichter Alexander Blok werd geboren op 28 november 1880 in St. Petersburg.

De Engelse schrijver, dichter en schilder William Blake werd geboren op 28 november 1757 in Londen.

De Italiaanse schrijver Alberto Moravia werd geboren in Rome op 28 november 1907.

 

Nicole Brossard, James Agee, Klara Blum

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook mijn blog van 27 november 2006.

 

Uit: Soft Links

 

Des matins clairs, une pluie fine qui tombe depuis vingt-quatre heures, des images rares en provenance d’ailleurs et d’Amérique, deux désastres naturels qui obligent à se serrer les coudes au milieu des cadavres, ce sont des gestes tranquilles ou violets, des obus, des glaçons dans les verres à l’heure de l’apéro, bruits de vaisselles ou un léger bégaiement qui tourmente un instant, une gifle, un baiser ce sont des noms de villes comme Venise ou Reading, Tongue et Pueblo, des noms de personnages Fabrice, Laure ou Emma. Des mots aiguisés au fil des ans et des romans, mots que l’on a prononcés en respirant mal, en riant, en crachant, en suçant une olive, des verbes qu’on ajoute au plaisir des lèvres, au succès, à la mort certaine. Ce sont des mots comme genou ou joue et encore d’autres à perte de vue qui nous obligent à nous pencher au-dessus du vide, à nous étirer comme des chats le matin ce sont des mots qui font veiller jusqu’à l’aube ou prendre un taxi les soirs de semaine quand la ville s’endort avant minuit et que la solitude reste coincée entre les mâchoires comme un abcès. Ce sont des mots dits de mémoire, par envie ou par orgueil, très souvent mots prononcés avec amour en plaçant les mains derrière la nuque ou en remplissant un verre de porto. Ce sont des mots dont il faut chercher l’étymologie, qu’il faut ensuite placarder sur un mur dit de son de manière à ce que cris de douleur et soupirs de plaisir qui errent dans les rêves et les documents prennent d’assaut la mystérieuse obscurité du cœur. Ce sont des mots comme baie, colline, oued, via, street, strasse dispersés dans le dictionnaire entre flamboyants et néons, cimetières, mornes et forêts. Ce sont des mots bras de mer, des ensembles de sens qui font griffes ou soft sur nos poitrines, froid, frissons, rigoles et peur dans le dos sans attendre pendant que nous cherchons à fissurer le temps lisse du futur avec des citations tranchantes. Ce sont des mots avaleurs de feu et de vie, on ne sait plus s’ils sont latins, français, italiens, sanskrits, mandarins, andalous, arabes ou anglais, s’ils cachent un chiffre, un animal ou de vieilles angoisses pressées de jaillir sous nos yeux comme des ombres clones remplies de lumière et de grands mythes.”

 

Brossard

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 27 november 2006.

De Amerikaanse dichter en prozaïst James Agee werd geboren in Knoxville, Tennessee.op 27 november 1909.

De Duitstalige, joodse, Oostenrijkse, Russische en Chinese schrijfster Klara Blum werd geboren op 27 november 1904 in Czernowitz in de Bukowina.

Joseph von Eichendorff, Eugène Ionesco, William Cowper

Vandaag is het precies 150 jaar geleden dat de Duitse schrijver en dichter Joseph von Eichendorff overleed. Joseph Karl Benedikt Freiherr von Eichendorff  werd geboren in het Poolse Ratibor op 10 maart 1788. Hij werd in zijn jeugd tweetalig; doordat hij in het grensgebied woonde, sprak hij even goed Duits als Pools. Eichendorff werd in 1816 ambtenaar in dienst van de Pruisische staat en hield zich hoofdzakelijk met religieuze aangelegenheden bezig. In deze periode schreef hij het gros van zijn novelles. Eichendorff verwerkte in zijn vertellingen een aanzienlijke hoeveelheid gedichten, die hij later bundelde, en het zijn deze die hem zijn grote roem brachten. Veel van zijn gedichten werd door Robert Schumann op muziek gezet. Zie ook mijn blog van 10 maart 2007.

 

Auf einer Burg

Eingeschlafen auf der Lauer
Oben ist der alte Ritter;
Drüber gehen Regenschauer,
Und der Wald rauscht durch das Gitter.

 

Eingewachsen Bart und Haare,
Und versteinert Brust und Krause,
Sitzt er viele hundert Jahre
Oben in der stillen Klause.

 

Draußen ist es still und friedlich,
Alle sind ins Tal gezogen,
Waldesvögel einsam singen
In den leeren Fensterbogen.

 

Eine Hochzeit fährt da unten
Auf dem Rhein im Sonnenscheine,
Musikanten spielen munter,
Und die schöne Braut die weinet.

 

Abschied

O Täler weit, o Höhen,
O schöner, grüner Wald,
Du meiner Lust und Wehen
Andächtger Aufenthalt.
Da draußen, stets betrogen,
Saust die geschäftge Welt;
Schlag noch einmal die Bogen,
Um mich, du grünes Zelt.

 

Wenn es beginnt zu tagen,
Die Erde dampft und blinkt,
Die Vögel lustig schlagen,
Dass dir dein Herz erklingt:
Da mag vergehn, verwehen
Das trübe Erdenleid,
Da sollst du auferstehen
In junger Herrlichkeit!

 

Da steht im Wald geschrieben
Ein stilles, ernstes Wort
Von rechtem Tun und Lieben,
Und was des Menschen Hort.
Ich habe treu gelesen
Die Worte schlicht und wahr,
Und durch mein ganzes Wesen
Wards unaussprechlich klar.

 

Bald werd ich dich verlassen,
Fremd in der Fremde gehn,
Auf buntbewegten Gassen
Des Lebens Schauspiel sehn;
Und mitten in dem Leben
Wird deines Ernsts Gewalt
Mich Einsamen erheben,
So wird mein Herz nicht alt

 

 

Der wandernde Student

Bei dem angenehmsten Wetter
Singen alle Vögelein,
Klatscht der Regen auf die Blätter,
Sing ich so für mich allein.

Denn mein Aug kann nichts entdecken,
Wenn der Blitz auch grausam glüht,
Was im Wandern könnt erschrecken
Ein zufriedenes Gemüt.

Frei von Mammon will ich schreiten
Auf dem Feld der Wissenschaft,
Sinne ernst und nahm zu Zeiten
Einen Mund voll Rebensaft.

Bin ich müde vom Studieren,
Wann der Mond tritt sanft herfür,
Pfleg ich dann zu musizieren
Vor der Allerschönsten Tür.

EichendorffJosephFreiherrVon-

Joseph von Eichendorff (10 maart 1788 – 26 november 1857)

 

De Frans-Roemeense schrijver Eugène Ionesco werd geboren op 26 november 1912 in Slatina, Roemenië. Zie ook mijn blog van 26 november 2006.

Uit: Rhinocéros

“BÉRENGER. Je n’aime pas tellement l’alcool. Et pourtant si je ne bois pas, ça ne va pas. C’est comme si j’avais peur, alors je bois pour ne plus avoir peur.

JEAN. Peur de quoi ?

BÉRENGER. Je ne sais pas trop Des angoisses difficiles à définir le me sens mai à l’aise dans l’existence, parmi les gens, alors je prends un verre. Cela me calme, cela me détend, j’oublie.

JEAN. Vous vous oubliez !

BÉRENGER. Je suis fatigué, depuis des années fatigué J’ai du mal à porter le poids de mon propre corps…

JEAN. C’est de la neurasthénie alcoolique, la mélancolie du buveur de vin…

BÉRENGER, continuant. Je sens à chaque instant mon corps, comme s’il était de plomb, ou comme si je portais un autre homme sur mon dos je ne me suis pas habitué à moi-même. Je ne sais pas si je suis moi. Dès que je bois un peu, le fardeau disparaît, et je me reconnais, je deviens moi.

JEAN. Des élucubrations ! Bérenger, regardez-moi. Je pèse plus que vous. Pourtant, je me sens léger, léger, léger (II bouge ses bras comme s’il allait s’envoler. Le Vieux Monsieur et le Logicien qui sont de nouveau entrés sur le plateau ont fait quelques pas sur la scène en devisant. Juste à ce moment, ils passent à côté de jean et de Bérenger. Un bras de jean heurte très fort le Vieux Monsieur qui bascule dans les bras du Logicien.)

LE LOGICIEN, continuant la discussion.

Un exemple de syllogisme . (Il est heurté.) Oh !…

LE VIEUX MONSIEUR, à Jean. Attention. (Au Logicien.) Pardon.

JEAN, au Vieux Monsieur. Pardon

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur.  Il n’y a pas de mal.

LE VIEUX MONSIEUR, à Jean. Il n’y a pas de mal.

(Le Vieux Monsieur et le Logicien vont s’asseoir à l’une des tables de la terrasse, un peu à droite et derrière Jean et Bérenger )

BÉRENGER, à Jean.  Vous avez de la force.

JEAN. Oui, j’ai de la force, j’ai de la force pour plusieurs raisons. D’abord, j’ai de la force parce que j’ai de la force, ensuite j’ai de la force parce que j’ai de la force morale. J’ai aussi de la force parce que je suis pas alcoolisé. Je ne veux pas vous vexer, mon cher ami, mais je dois vous dire que c’est l’alcool qui pèse en réalité.

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur. Voici donc un syllogisme exemplaire Le chat a quatre pattes. Isidore et Fricot ont chacun quatre pattes Donc Isidore et Fricot sont chats.

LE VIEUX MONSIEUR, au Logicien. Mon chien aussi a quatre pattes.

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur.  Alors, c’est un chat.

BÉRENGER, à Jean. Moi, j’ai à peine la force de vivre. Je n’en ai plus envie peut-être.

LE VIEUX MONSIEUR, au Logicien après avoir longuement réfléchi.  Donc, logiquement, mon chien serait un chat.

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur. Logiquement, oui. Mais le contraire est aussi vrai.

BÉRENGER, à Jean. La solitude me pèse. La société aussi.

JEAN, à Bérenger. Vous vous contredisez. Est-ce la solitude qui pèse, ou est-ce la multitude ? Vous vous prenez pour un penseur et vous n’avez aucune logique.

LE VIEUX MONSIEUR, au Logicien.  C’est très beau, la logique.

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur  A condition de ne pas en abuser.

BÉRENGER, à Jean. C’est une chose anormale de vivre.

JEAN. Au contraire. Rien de plus naturel. La preuve : tout le monde vit.

BÉRENGER. Les morts sont plus nombreux que les vivants. Leur nombre augmente. Les vivants sont rares.

JEAN. Les morts, ça n’existe pas, c’est le cas de le dire !… Ah ! ah! … (Gros rire.) Ceux-là aussi vous pèsent ? Comment peuvent peser des choses qui n’existent pas?

BÉRENGER. Je me demande moi-même si j’existe.

JEAN, à Bérenger. Vous n’existez pas, mon cher, parce que vous ne pensez pas ! Pensez, et vous serez.

LE LOGICIEN, au Vieux Monsieur. Autre syllogisme : tous les chats sont mortels. Socrate est mortel. Donc Socrate est un chat.”

ionesco

Eugène Ionesco (26 november 1912 – 28 maart 1994)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 26 november 2006.

De Engelse dichter William Cowper werd geboren op 26 november 1731 in Berkhamstead, Herford.

 

 

Connie Palmen, Maarten ’t Hart, Ba Jin, Isaac Rosenberg, Lope de Vega, José Maria Eça de Queiroz

De Nederlandse schrijfster Connie Palmen werd op 25 november 1955 geboren in Sint Odiliënberg. Zie ook mijn blog van 25 november 2006.

Uit: Lucifer

“Sommige mensen kunnen in een oogopslag een hele omgeving in zich opnemen, maar dat kan ik niet. Eerst moet ik de verlegenheid en lichte weerzin tegen onverwachte ontmoetingen overwinnen om gehoor te geven aan de roep van de wereld en eropaf te koersen.

Worstelend met die tegenstrijdigheid kon ik alleen de straat oversteken door mijn ogen strak gericht te houden op de man die zijn hand de lucht in stak en me daarmee persoonlijk lonkte en leidde.
Zo liep ik op die dag in juli naar het kleine gezelschap toe. Ik wist niet dat ik op dat moment op mijn verhaal afstevende en dat daar, op een terras in Amsterdam, de speurtocht begon die me een jaar lang volledig in beslag zou nemen. Het zou een tocht zijn langs de afgronden van een turbulent huwelijk en een evenzo turbulente tijd, een zoektocht naar de betekenis van een eenzame zin in een dodenadvertentie en van een kunst die zelfs atheïsten in het bestaan van God doet geloven: de muziek.
Afstevenen op een verhaal is een misleidende uitdrukking, alsof een verhaal kant-en-klaar op straat ligt en opgeraapt kan worden.
Zo is het niet. Verhalen worden gemaakt en juist daarom zijn ze interessant. Alles wat gemaakt wordt onthult de maker.

 

—–

 

Vijfentwintig jaar geleden las ik een zin in de krant. Dit verhaal gaat over die zin, of liever over de zoektocht naar de betekenis ervan. Was ze omringd geweest door andere zinnen, in een column, in een recensie van een toneelstuk of desnoods in een beschouwend stuk over de een of andere ster, dan had ze me niet vijfentwintig jaar achtervolgd. Ongetwijfeld was ze dan bij de eerste lezing van haar raadselachtigheid beroofd door een gezelschap van zinnen dat haar betekenis inperkte en een duiding gaf die andere duidingen uitsloot. Dat was niet het geval. Het was een eenzame zin. Toch was het de omgeving die haar het mysterie verleende waardoor ze me nooit losliet. Ze was omkaderd door een zwarte rand. Ze stond in de kop van een rouwadvertentie.”

 

Palmen

Connie Palmen (Sint Odiliënberg, 25 november 1955)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 25 november 2006.

De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis.

De Chinese schrijver Ba Jin werd op 25 november 1904 geboren in Chengdu.

De Engelse dichter Isaac Rosenberg werd geboren in Bristol op 25 november 1890.

De Spaanse schrijver Lopede Vega werd geboren op 25 november 1562 in Madrid.

De Portugese schrijver José Maria Eça de Queiroz werd geboren op 25 november 1845 in Póvoa de Varzim.

Frédéric Leroy, Jules Deelder, Laurence Sterne, Cissy van Marxveldt, Arundhati Roy, Carlo Collodi

De Vlaamse dichter (en voedingsbiotechnoloog) Frédéric Leroy ontving vandaag in Brugge de Prijs Letterkunde 2007 van de Provincie West-Vlaanderen voor zijn bundel “Lucifer en het grote belang (van kleine rituelen)”. Zie ook mijn blog van 2 december 2006. 

 

Kleine ode aan de verloren tijd

Deur die opent. Stappen. Deur die sluit.
De zure geur van houten kasten en de wijze
waarop licht in oude gebouwen zichzelf dooddrukt
tegen muren, documentarisch wordt, onwerkelijk
als een foetus op sterk water. Deur die opent.

(Maar waarom toch altijd de verloren tijd
het scherpst in mijn geheugen gegrift wordt:
het wandelen, het wachten, het nagelbijten,
het staren naar de straatstenen – en de rest,
dat wat men al snel sleutelmomenten noemt,
een lijstje, een overhoop gegooide chronologie?)

Deur die sluit. Uitspraak. Stappen.
Schouderklopjes. De onaangepaste kleur
van mijn schoenen.

 

frederic

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974)

 

 

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jules Deelder werd geboren op 24 november 1944 te Rotterdam, in de wijk Overschie. Zie ook mijn blog van 24 november 2006.

 

Blues on tuesday

Geen geld.
Geen vuur.
Geen speed.

Geen krant.
Geen wonder.
Geen weed.

Geen brood.
Geen tijd.
Geen weet.

Geen klote.
Geen donder.
Geen reet.

 

 

Aan de Maas

Aan de Maas gezeten
turend in het zwerk
het stadsgeraas geweken
ontstijgt men aan zichzelf

Op hoger plan gekomen
wiekend door de lucht
de zwaartekracht te boven
vindt men een ander terug

O vogel van verlangen
wiegend op de wind
verlos ons van elkander
en van elkaars gewicht

 

 

Bokswereld

Half Moon Inn
San Diego California

Op het gazon rond
het zwembad groepen ze samen
de gok- sex- en horecaf-
bazen doen zaken

Soms laat er een
zich voorzichtig te water
Van ver klinkt de stem
van Bep van Klaveren

“Ik gaf ‘m een hóek …
Hij hep nóoit meer gebokst”
De temperatuur loopt op
tot 26 graden

 

Deelder

Jules Deelder (Rotterdam, 24 november 1944)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 24 november 2006.

 

De Engels-Ierse schrijver Laurence Sterne werd geboren op 24 november 1713 in Clonmel, Tipperary, Ierland.

 

De Nederlandse schrijfster Cissy van Marxveldt werd geboren in Oranjewoud op 24 november 1889.

 

De Indiase schrijfster Arundhati Roy werd geboren op 24 november 1961 in Shillong.

 

De Italiaanse schrijver Carlo Collodi werd als Carlo Lorenzi op 24 november 1826 in Florence geboren.

Paul Celan, Jennifer Michael Hecht, Marcel Beyer

De Duits-Roemeense dichter Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Zie ook mijn blog van 23 november 2006.
 

Kristall

Nicht an meinen Lippen suche deinen Mund,
nicht vorm Tor den Fremdling,
nicht im Aug die Träne.

Sieben Nächte höher wandert Rot zu Rot,
sieben Herzen tiefer pocht die Hand ans Tor,
sieben Rosen später rauscht der Brunnen.

 

 

Schibboleth

Mitsamt meinen Steinen,
den großgeweinten
hinter den Gittern,

schleiften sie mich
in die Mitte des Marktes,
dorthin,
wo die Fahne sich aufrollt, der ich
keinerlei Eid schwor.

Flöte,
Doppelflöte der Nacht:
denke der dunklen,
Zwillingsröte
in Wien und Madrid.

Setz deine Fahne auf Halbmast,
Erinnrung.
Auf Halbmast
für heute und immer.

Herz:
gib dich auch hier zu erkennen,
hier, in der Mitte des Marktes.
Ruf’s, das Schibboleth, hinaus
in die Fremde der Heimat:
Februar. No pasaran.

Einhorn:
du weißt um die Steine
du weißt um die Wasser,
komm,
ich führ dich hinweg
zu den Stimmen
von Estremadura.

 

 

Pau, später

In deinen Augen-
winkeln, Fremde,
der Albigenserschatten-

nach
dem Waterloo-Plein,
zum verwaisten
Bastschuh, zum
mitverhökerten Amen,
in die ewige
Hauslücke sing ich
dich hin:

daß Baruch, der niemals
Weinende
rund um dich die
kantige,
unverstandene, sehende,
Träne zurecht-
schleife. 

 

GEEN ZANDKUNST meer, geen zandboek, geen meesters.

Niets bedobbeld. Hoeveel
Stommen?
Zeventien.

Jouw vraag – jouw antwoord.
Jouw gezang, wat weet het?

Diepinsneeuw,
Iepinneeuw,
I-i-e.


Vertaald door Frans Roumen

celan

Paul Celan (23 november 1920 – 20 april 1970)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 23 november 2006.

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Jennifer Michael Hecht werd geboren op 23 november 1965 in New York.

De Duitse dichter, schrijver en essayist Marcel Beyer werd op 23 november 1965 in Tailfingen / Württemberg geboren.