Virginia Woolf, Renate Dorrestein, Somerset Maugham, Robert Burns, David Grossman, Alessandro Baricco, Vladimir Vysotsky, Eva Zeller, Daniel von Lohenstein

De Engelse schrijfster Virginia Woolf werd geboren op 25 januari 1882 te Londen. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: To the Lighthouse

“YES, OF COURSE, if it’s fine tomorrow,” said Mrs. Ramsay. “But you’ll have to be up with the lark,” she added.

To her son these words conveyed an extraordinary joy, as if it were settled, the expedition were bound to take place, and the wonder to which he had looked forward, for years and years it seemed, was, after a night’s darkness and a day’s sail, within touch. Since he belonged, even at the age of six, to that great clan which cannot keep this feeling separate from that, but must let future prospects, with their joys and sorrows, cloud what is actually at hand, since to such people even in earliest childhood any turn in the wheel of sensation has the power to crystallise and transfix the moment upon which its gloom or radiance rests, James Ramsay, sitting on the floor cutting out pictures from the illustrated catalogue of the Army and Navy Stores, endowed the picture of a refrigerator, as his mother spoke, with heavenly bliss. It was fringed with joy. The wheelbarrow, the lawnmower, the sound of poplar trees, leaves whitening before rain, rooks cawing, brooms knocking, dresses rustling- all these were so coloured and distinguished in his mind that he had already his private code, his secret language, though he appeared the image of stark and uncompromising severity, with his high forehead and his fierce blue eyes, impeccably candid and pure, frowning slightly at the sight of human frailty, so that his mother, watching him guide his scissors neatly round the refrigerator, imagined him all red and ermine on the Bench or directing a stern and momentous enterprise in some crisis of public affairs.”

 

Woolf

Virginia Woolf (25 januari 1882 – 28 maart 1941)

 

 

De Nederlandse schrijfster Renate Dorrestein werd geboren in Amsterdam op 25 januari 1954. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: Echt sexy

“Hallo!

Je zult zeggen, wie is daar, maar ik ben Fiebie Koolveld ik ben dertien ik ben voor niemand bang. Ik heb mijn nieuwe h&m-topje aan. Ik heb twee mobieltjes, een laptop, een Tom-

Tom en een Xbox. Allemaal van Johnny gekregen.

Ik ben Johnny’s mascotte. Ik breng hem geluk. Daarom woon ik bij hem in huis. We hebben een jacuzzi in de tuin, en een witte rat die Baby heet. Iedere ochtend als ik wakker word, denk ik meteen: Gaaf, ik ben nog steeds hier, bij Johnny.

Ken je Power unlimited, die nieuwe game? Waarin je tsunami’s en vulkaanuitbarstingen kunt veroorzaken, of juist verhinderen? Waarin je kunt voorkomen dat dieven de Wereldbank opblazen en er met al het goud vandoor gaan, of waarin je, als je daar meer van houdt, op aarde een nieuw virus in omloop kunt brengen waarvan iedereen binnen drie uur etterbuilen krijgt en dan rochelend doodgaat? Nou, Johnny is nog honderd keer beter dan Power unlimited.Maar nu moet ik opschieten, want het is al kwart overacht.

Op weg naar school kom ik drie keer die nieuwe poster tegen die sinds kort in de stad hangt. Je ziet hem overal. Er is een vrouw in een witte bikini op afgebeeld. Ze draagt hoge hakken en staat wijdbeens. Haar halfl ange blonde haar wappert in de wind. Haar ene hand rust uitdagend op haar heup, in de andere houdt ze een mobieltje. Ze kijkt je recht aan. Kom maar halen, zie je haar denken. Naast haar staat een klein meisje, nog niet eens groep één, lijkt me. Ze heeft hetzelfde blonde haar, ze draagt dezelfde blote bikini en ook zij steekt een telefoontje naar voren, in dezelfde stoere houding, met dezelfde verleidelijke blik.”

renate_dorrestein

Renate Dorrestein (Amsterdam, 25 januari 1954)

 

De Engelse schrijver William Somerset Maugham werd geboren in Parijs op 25 januari 1874. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: Of Human Bondage

“The day broke gray and dull.  The clouds hung heavily, and there was a rawness in the air that suggested snow.  A woman servant came into a room in which a child was sleeping and drew the curtains.  She glanced mechanically at the house opposite, a stucco house with a portico, and went to the child’s bed.

“Wake up, Philip,” she said.

She pulled down the bed-clothes, took him in her arms, and carried him downstairs.  He was only half awake.

“Your mother wants you,” she said.

She opened the door of a room on the floor below and took the child over to a bed in which a woman was lying.  It was his mother.  She stretched out her arms, and the child nestled by her side.  He did not ask why he had been awakened.  The woman kissed his eyes, and with thin, small hands felt the warm body through his white flannel nightgown.  She pressed him closer to herself.

“Are you sleepy, darling?” she said.

Her voice was so weak that it seemed to come already from a great distance.  The child did not answer, but smiled comfortably.  He was very happy in the large, warm bed, with those soft arms about him.  He tried to make himself smaller still as he cuddled up against his mother, and he kissed her sleepily.  In a moment he closed his eyes and was fast asleep.  The doctor came forwards and stood by the bed-side.

“Oh, don’t take him away yet,” she moaned.

The doctor, without answering, looked at her gravely.  Knowing she would not be allowed to keep the child much longer, the woman kissed him again; and she passed her hand down his body till she came to his feet; she held the right foot in her hand and felt the five small toes; and then slowly passed her hand over the left one.  She gave a sob.

“What’s the matter?” said the doctor.  “You’re tired.”

She shook her head, unable to speak, and the tears rolled down her cheeks.  The doctor bent down.

“Let me take him.”

She was too weak to resist his wish, and she gave the child up.  The doctor handed him back to his nurse.

“You’d better put him back in his own bed.”

“Very well, sir.”  The little boy, still sleeping, was taken away.  His mother sobbed now broken-heartedly.

“What will happen to him, poor child?”

The monthly nurse tried to quiet her, and presently, from exhaustion, the crying ceased.  The doctor walked to a table on the other side of the room, upon which, under a towel, lay the body of a still-born child.  He lifted the towel and looked.  He was hidden from the bed by a screen, but the woman guessed what he was doing.

“Was it a girl or a boy?” she whispered to the nurse.

“Another boy.”

 

Maugham

William Somerset Maugham (25 januari 1874 – 16 december 1965)

 

De Schotse dichter Robert Burns werd geboren op 25 januari 1759 in Alloway, Ayrshire. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

A Man’s A Man For A’ That

Is there for honest Poverty
That hings his head, an’ a’ that;
The coward slave-we pass him by,
We dare be poor for a’ that!
For a’ that, an’ a’ that.
Our toils obscure an’ a’ that,
The rank is but the guinea’s stamp,
The Man’s the gowd for a’ that.

What though on hamely fare we dine,
Wear hoddin grey, an’ a that;
Gie fools their silks, and knaves their wine;
A Man’s a Man for a’ that:
For a’ that, and a’ that,
Their tinsel show, an’ a’ that;
The honest man, tho’
e’er sae poor,
Is king o’ men for a’ that.

Ye see yon birkie, ca’d a lord,
Wha struts, an’ stares, an’ a’ that;
Tho’ hundreds worship at his word,
He’s but a
coof for a’ that:
For a’ that, an’ a’ that,
His ribband, star, an’ a’ that:
The man o’ independent mind
He looks an’ laughs at a’ that.

A prince can mak a belted knight,
A marquis, duke, an’ a’ that;
But an honest man’s abon his might,
Gude faith, he maunna fa’ that!

 

Burns

Robert Burns (25 januari 1759 – 21 juli 1796)

 

De Israëlische schrijver David Grossman werd geboren op 25 januari 1954 in Jeruzalem. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

Uit: De stem van Tamar

 

Er draaft een hond door de straten en een jongen rent achter hem aan. Ze zijn met elkaar verbonden door een lang touw dat verstrikt raakt in de voeten van de voorbijgangers, die mopperen en boos worden, terwijl de jongen steeds maar ‘Sorry, sorry,’ mompelt en tussen het gesorry door ‘Stop!’ en ‘Hier!’ roept tegen de hond, en één keertje, pijnlijk genoeg, een onwillekeurig ‘Hu!’ En de hond blijft maar hollen.
Hij schiet vooruit, steekt de drukke straten over, vliegt door het rode licht, en de jongen ziet de gouden vacht tussen de benen van de voorbijgangers verdwijnen en weer tevoorschijn komen, als een geheim signaal. ‘Niet zo hard,’ schreeuwt hij. Wist ik maar hoe die hond heet, denkt hij bij zichzelf, dan kon ik hem bij zijn naam roepen en zou hij misschien stoppen of op z’n minst vaart minderen, maar ik voel aan mijn water dat de hond ook in dat geval zou blijven rennen, zelfs als het touw om zijn nek zo strak komt te zitten dat hij geen adem meer krijgt, dan nóg blijft hij doorrennen tot hij de plek bereikt waar hij zo nodig heen moet, dus hoe eerder, hoe beter, dan ben ik van hem af.
Dit alles gebeurt op een ongelegen moment. De jongen, die Assaf heet, holt voort, maar zijn gedachten raken ver achter hem in de war. Hij wil ze uit zijn hoofd zetten, hij moet zich op de hond concentreren, maar de gedachten slepen achter hem aan als een sliert rammelende blikjes. Het blikje van de reis van zijn ouders bijvoorbeeld. Die bevinden zich op dit moment ergens boven de oceaan, voor het eerst van hun leven in een vliegtuig, maar waarom moesten ze ineens zo nodig weg? Of het blik van zijn oudere zus, waar hij niet eens aan durft te denken, want daar kan alleen maar ellende van komen. En er zijn er nog meer, kleine en grote blikjes, en ze rammelen en botsen tegen elkaar aan, met aan het eind het blikje dat hij al twee weken met zich meesleept, dat hem gek maakt met zijn blikkerige geluid, dat heel hard schreeuwt dat Assaf nu eindelijk eens goed verliefd moet worden op Daffi, want hoe lang wilde hij nog wachten? En Assaf weet dat hij even moet stoppen om die irritante sliert met blikjes op orde te brengen, maar de hond heeft andere plannen.”

 

Grossmann

David Grossman (Jeruzalem, 25 januari 1954)

 

De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco werd geboren op 25 januari 1958 in Turijn. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

Uit: Without Blood

 

The old farmhouse of Mato Rujo stood blankly in the countryside, carved in black against the evening light, the only stain in the empty outline of the plain.

The four men arrived in an old Mercedes. The road was pitted and dry–a mean road of the countryside. From the farmhouse, Manuel Roca saw them.

He went to the window. First he saw the column of dust rising against the corn. Then he heard the sound of the engine. No one had a car anymore, around here. Manuel Roca knew it. He saw the Mercedes emerge in the distance and disappear behind a line of oaks. Then he stopped looking.

He returned to the table and placed a hand on his daughter’s head. Get up, he told her. He took a key from his pocket, put it on the table, and nodded at his son. Yes, the son said. They were children, just two children.

At the crossroads where the stream ran the old Mercedes did not turn off to the farmhouse but continued toward Alvarez instead. The four men traveled in silence. The one driving had on a sort of uniform. The other sitting in front wore a cream-colored suit. Pressed. He was smoking a French cigarette. Slow down, he said.

 

Manuel Roca heard the sound fade into the distance toward Alvarez. Who do they think they’re fooling? he thought. He saw his son come back into the room with a gun in his hand and another under his arm. Put them there, he said. Then he turned to his daughter. Come, Nina. Don’t be afraid. Come here.

The well-dressed man put out his cigarette on the dashboard of the Mercedes, then told the one who was driving to stop. This is good, here, he said. And shut off that infernal engine. He heard
the slide of the hand brake, like a chain falling into a well. Then nothing. It was as if the countryside had been swallowed up in an unalterable silence.”

 

baricco

Alessandro Baricco (Turijn, 25 januari 1958)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

De Russische zanger, acteur en dichter Vladimir Semjonovitsj Vysotsky werd geboren op 25 januari 1938 in Moskou.

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Zeller werd geboren op 25 januari 1923 in Eberswalde.

 
De Duitse dichter Daniel Caspar von Lohenstein werd geboren op 25 januari 1635 in Nimptsch, in Silezië.