Herman de Coninck, Hans Andreus, W. H. Auden, Raymond Queneau, Anaïs Nin, Rosalía de Castro, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007.

Nog een geluk dat

Zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:
“Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou”-
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.

Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: Nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.

 

 

Sneeuwstorm

 

In mijn streek zegt men ‘ver’ in de zin van
‘bijna’. Het is al ‘ver’ winter.
En zo ver is het inderdaad. Sneeuw is eeuwig leven
op een wit blad zonder letters geschreven,

niets is nog hier, alles is ginder.
Zoals dat boerderijtje, tien vadem
onder de sneeuw. Sneeuw doet het landschap
wat longen doen bij het inhouden van adem,

wat ik doe door niet te zeggen
hoe ik me tastend op alle plaatsen
en duizend keer per minuut en amechtig

en toch zoekend en bijna plechtig,
en lief en definitief, op jou wil neerleggen
als sneeuw, van de eerste vlok tot de laatste.

 

 

Vingerafdrukken op het venster

Ik denk dat poëzie iets is als vingerafdrukken
op het venster, waarachter een kind dat niet kan slapen
te wachten staat op de dag. Uit aarde komt nevel,

uit verdriet een soort ach. Wolken
zorgen voor vijfentwintig soorten licht.
Eigenlijk houden ze het tegen. Tegenlicht.

Het is nog te vroeg om nu te zijn. Maar de rivieren
vertrekken alvast. Ze hebben het geruis
uit de zilverfabriek van de zee gehoord.

Dochter naast me voor het raam. Van haar houden
is de gemakkelijkste manier om dit alles te onthouden.
Vogels vinden in de smidse van hun geluid

 

coninck

Herman de Coninck  (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

 

De Nederlandse dichter en prozaschrijver Hans Andreus werd geboren in Amsterdam op 21 februari 1926. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007.

Liggen in de zon

Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato

de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht

ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo

ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.

 

Ik lig languit lig in mijn huid te zingen

lig zacht te zingen antwoord op het licht

lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen

te zingen van het licht dat om en op mij ligt.

 

Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder

te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil

ik weet alleen het licht van wonder boven wonder

ik weet alleen maar alles  wat ik weten wil.

 

 

 

Liedje

Alle roekoemeisjes
van vanavond
alle toedoemeisjes
van vannacht
wat zeggen we daar nu wel van?

 

Niets.
We laten ze maar zitten
maar zitten maar liggen maar slapen
maar dromen van jaja.

 

 

Laatste gedicht

 

Dit wordt het laatste gedicht wat ik schrijf,

nu het met mijn leven bijna is gedaan,

de scheppingsdrift me ook wat is vergaan

met letterlijk de kanker in mijn lijf,

 

en, Heer (ik spreek je toch maar weer zo aan,

ofschoon ik me nauwelijks daar iets bij voorstel,

maar ik praat liever tegen iemand aan

dan in de ruimte en zo is dit wel

 

de makkelijkste manier om wat te zeggen),-

hoe moet het nu, waar blijf ik met dat licht

van mij, van jou, wanneer het vallen, weg in

 

het onverhoeds onnoemelijke begint ?

Of is het dat jij me er een onverdicht

woord dat niet uitgesproken hoeft voor vindt ? 

 

andreus

Hans Andreus (21 februari 1926 – 9 juni 1977)

 

De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007. 

‘Op het feestje’

Het kletsen kent geen ritme, rijm of maat;
en toch hoort niemand proza in zijn praat.
De grondtoon onder al wat wordt ontvouwd
Zeurt monotoon dat men geen mens vertrouwt.
De namen van wie in de mode zijn
Blijken, ontcijferd, boodschappen van pijn.
Ik ben geen open boek waar je in kijkt.
Ik ben meer mij dan jij op iemand lijkt.
Is er geen hond die luistert naar mijn lied?
Ik ben wel bij je, maar daar blijf ik niet.
Een
schril en angstig huilen om gehoor
Snijdt door het volle penthouse, maar in koor
Praat iedereen slechts in zijn eigen oor.

 

 

Zet stil die klokken

Zet stil die klokken. Telefoon eruit.
Verbied de honden hun banaal geluid.
Sluit de piano’s, roep met stille trom
de laatste tocht van deze dode om.

Laat een klein vliegtuig boven ’t avondrood
de witte boodschap krassen: Hij is Dood.
Doe crêpepapier om elke duivenkraag
en hul de landmacht in het zwart, vandaag.

Hij was mijn Noord, mijn Zuid, mijn West en Oost,
hij was al mijn verdriet en al mijn troost,
mijn nacht, mijn middag, mijn gesprek, mijn lied,
voor altijd, dacht ik. Maar zo was het niet.

Laat in de sterren kortsluiting ontstaan,
maak ook de zon onklaar. Begraaf de maan.
Giet leeg die oceaan en kap het woud:
niets deugt meer, nu hij niet meer van mij houdt.

 

Vertaling door Willem Wilmink

 

auden

Wystan Hugh Auden (21 februari 1907 – 29 september 1973)

 

De Franse schrijver Raymond Queneau werd geboren op 21 februari 1903 in Le Havre. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007.

Uit: L’instand fatal

 

Si tu t’imagines
si tu t’imagines
fillette fillette
si tu t’imagines
xa va xa va xa
va durer toujours
la saison des za
la saison des za
saison des amours
ce que tu te goures
fillette fillette
ce que tu te goures

Si tu crois petite
si tu crois ah ah
que ton teint de rose
ta taille de guêpe
tes mignons biceps
tes ongles d’émail
ta cuisse de nymphe
et ton pied léger
si tu crois petite
xa va xa va xa va
va durer toujours
ce que tu te goures
fillette fillette
ce que tu te goures

les beaux jours s’en vont
les beaux jours de fête
soleils et planètes
tournent tous en rond
mais toi ma petite
tu marches tout droit
vers sque tu vois pas
très sournois s’approchent
la ride véloce
la pesante graisse
le menton triplé
le muscle avachi
allons cueille cueille
les roses les roses
roses de la vie
et que leurs pétales
soient la mer étale
de tous les bonheurs
allons cueille cueille
si tu le fais pas
ce que tu te goures
fillette fillette
ce que tu te goures

 

Queneau

Raymond Queneau (21 februari 1903 – 25 oktober 1976)

 

De Franse schrijfster Anaïs Nin werd geboren op 21 februari 1903 in Neuilly. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007.

Uit: The Diaries

 

December 31 1919 *New Years Eve*

What a quiet way to await the beginning of another year! There must be many other things to think about that are more important than the passage of time, since so many other things stir our enthusiasm and drive us to act. That proves that Time doesn’t rule through the power of the Inevitable, and that the Inevitable isn’t Life.
There are the bells, the whistles. Happy New Year! Happy New Year!
JANUARY 16 1920
I am almost at the end of another notebook. But oh! how few adventures I will have written if nothing else happens before the last page! To be sure Maman is definately leaving for Cuba, but that is rather sad, and I always feel gloomy when she is going away.

Also, if I write so much everyday, I will not be able to tell you in here about my 17th birthday! I ought to shorten my chats, but I was born with a terribly long pen instead of a long tongue, and the dozens of letters I write seem like a drop in the water–I always want to write more!

If only you had a tongue, my little diary! You know that there was a sculptor who created a statue that came to life, and people made a snow-child that also came to life! From one moment to the next, I expect a little movement, a smile. I created you. Oh, become somebody!”

 

nin

Anaïs Nin (21 februari 1903 – 14 januari 1977)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 21 februari 2007.

De Spaanse dichteres Rosalía de Castro werd geboren op 21 februari 1837 in  Santiago de Compostela.

De Nederlandse schrijver Justus van Effen werd geboren in Utrecht op 21 februari 1684.