Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Verjaardagsvers

Je zei nooit wat. Ik moest het altijd vragen.
Of je van me hield. En je zoende.
Of het veilig was die eerste keer.
En je zoende weer.
En even later of ik het goed deed zo
en je zoende, o.

Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen.
Je ogen die helemaal alleen
in je gezicht achterbleven als ik je verliet;
je ogen na geween:
je was er niet,
je keek me aan als verten
en ik moest erheen.

En als ik weer tot daar was
de ogen waarmee je het woord ‘lieveling’ zei,
keek of het niet veranderde
op weg naar mij.

En toen je naast de weg lag in de wei,
wat had je allemaal niet gebroken,
je benen, je ribben, je ogen, mij.
Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen,
zoals je daar lag, te zieltogen,
te zielogen.

En je ogen die Thomas nu in heeft staan,
waarmee hij zegt: papa niet weggaan –
je zei nooit wat, hij zegt het, en jij kijkt mij aan.

 

Nu

Nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen,
aan liefde die verdween en aan wat nog resteert
aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen
en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert.

Aan bijna-niets, en aan voortdurend 4 dezelfde muren
en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt,
aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen
en aan altijd jezelf met wie je ’s avonds drinkt.

En wat ik overhou is niets om weg te geven:
wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij.

 

Lily

Een dag duurde eeuwen.
Verveling stond chic.
En het gebaar dat je maakte om te geeuwen
werd gerecenseerd op zijn ornamentiek.

Ook machteloosheid moest zich beperken
tot een elegant in onmacht vallen op karpetten
waarbij je vooral op de positie van de pink
hoorde te letten.

Niets gebeurde. Werken
kwam neer op zich op het voorhoofd betten
bij de gedachte eraan.

En als er al sprake was van emanciperen
ging dat vooral over de vraag in welke jurk
je dat zou doen, met welke heren.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Cover

 

De Nederlandse dichter en literatuurcriticus Tom van Deel werd geboren in Apeldoorn op 21 februari 1945. Zie ook alle tags voor Tom van Deel op dit blog.

 

Weide

Gefietst naar Holysloot, om in de wei
het kussentje te zien vol bloemen, dat
Joke geborduurd heeft. Wilde eindelijk
wel eens weten waar we de hele winter
op hadden gezeten. Het klopte aardig,
alleen nooit zoveel verschillende bijeen.
Dat is nu juist de kunst ervan.

 

Glorie

Het is weer helemaal genieten. Zo
zou het altijd moeten zijn: licht
en vredig dus, alsof alles ineens
voor altijd en nooit weer is. Geen
lengte van dagen, geen gevoel van
weg te moeten en te huilen. Nooit
gaat meer iets voorbij.

 

Gebeurtenis

Op zoek naar een gebeurtenis
genoeg voor dit gedicht
kwam ik een koolmees tegen
Ik bukte en bekeek hem
van dichtbij wat nader
en zag dat hij ging sterven
Zijn oog liet mij dat weten
Hij beefde in zijn veertjes
en kon niet meer bewegen
Iets in hem was fel bezig
de overhand te nemen
Ik heb hem daar gelaten
boven de koude steen

 


Tom van Deel (Apeldoorn, 21 februari 1945)

 

De Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer werd geboren in Washington D.C. op 21 februari 1977. Zie ook alle tags voor Jonathan Safran Foer op dit blog.

Uit: Eating Animals

“I spent the first twenty-six years of my life disliking animals. I thought of them as bothersome, dirty, unapproachably foreign, frighteningly unpredictable, and plain old unnecessary. I had a particular lack of enthusiasm for dogs – inspired, in large part, by a related fear that I inherited from my mother, which she inherited from my grandmother. As a child I would agree to go over to friends’ houses only if they confined their dogs in some other room. If a dog approached in the park, I’d become hysterical until my father hoisted me onto his shoulders. I didn’t like watching television shows that featured dogs. I didn’t understand – I disliked – people who got excited about dogs. It’s possible that I even developed a subtle prejudice against the blind.
And then one day I became a person who loved dogs. I became a dog person.
George came very much out of the blue. My wife and I hadn’t broached the subject of getting a dog, much less set about looking for one. (Why would we? I disliked dogs.) In this case, the first day of the rest of my life was a Saturday. Strolling down Seventh Avenue in our Brooklyn neighborhood, we came upon a tiny black puppy, asleep on the curb, curled into its ADOPT ME vest like a question mark. I don’t believe in love at first sight or fate, but I loved that damned dog and it was meant to be. Even if I wouldn’t touch it.
Suggesting we adopt the puppy might have been the most unpredictable thing I’d ever done, but here was a beautiful little animal, the sort that even a hard-hearted dog skeptic would find irresistible. Of course, people find beauty in things without wet noses, too. But there is something unique about the ways in which we fall in love with animals. Unwieldy dogs and minuscule dogs and long-haired and sleek dogs, snoring Saint Bernards, asthmatic pugs, unfolding shar-peis, and depressed-looking basset hounds – each with devoted fans. Bird-watchers spend frigid mornings scanning skies and scrub for the feathered objects of their fascination. Cat lovers display an intensity lacking – thank goodness – in most human relationships. Children’s books are constellated with rabbits and mice and bears and caterpillars, not to mention spiders, crickets, and alligators. Nobody ever had a plush toy shaped like a rock, and when the most enthusiastic stamp collector refers to loving stamps, it is an altogether different kind of affection.”

 

 
Jonathan Safran Foer (Washington, 21 februari 1977)

 

De Nederlandse dichter en prozaschrijver Hans Andreus werd geboren in Amsterdam op 21 februari 1926. Zie ook alle tags voor Hans Andreus op dit blog.

 

Zomerse zondag

Reusachtig op niets geschraagd
brandt en blinkt de hemel
boven de groene aarde.

In de tuinen werken
traag mannen.

Door de kantoren in de stad
gaan hun doordeweekse schimmen
wanstaltig nog om.

Maar hier schenken hun vrouwen bier
en kleppen hun kinderen
helder verwarde vespers.

Het gras geschoren; traag
en op niets geschraagd
tuimelt de aarde verder.

 

Je bent zo

Je bent zo
mooi
anders
dan ik,

natuurlijk
niet meer of
minder
maar zo mooi
anders,

ik zou je
nooit
anders dan
anders willen 

 

Het meisje dat op haar gevoel zong

Er was eens een meisje,
dat zong een liedje,
een heel mooi liedje,
een heel mooi wijsje,
een liedje met bloemetjes d’r in,
een liedje met zon in de lucht,
een liedje als een blauwe zee
en als een zeemeeuw in z’n vlucht.
En ieder die het hoorde,
die wist niet wat hij hoorde
en zei: ‘Zeg, hoor me dat eens aan,
ik voel me werkelijk aangedaan.’

 

 
Hans Andreus (21 februari 1926 – 9 juni 1977)
Cover

 

De Israëlische dichter, schrijver, schilder en filmmaker David Avidan werd geboren op 21 februari 1934 in Tel Aviv. Zie ook alle tags voor David Avidan op dit blog.

 

Battle Ration

To drink heavy water
to breathe pure air-force air
to don a uniform and holidays
to beat the beaten
to descend to the life of descents
to rise to the easy takeoff
to lose lost losses
and to find everyone in one blow
and not to lose fluids
and not to donate money or blood
because the world is filled with crooks
and you are not on their side
but to wait for the future
with eyes wide open
now Avidan David
sentences himself to oblivion
and will recall himself anew
in another two thousand years
and arise weakly from death
with eyes sticky from sleep
and drink transparent water
and breathe in a far-off space armada
and see life beautiful and bare
lacking law and order
and then he will exchange
a few words with them in their tongue

 

Vertaald door Lisa Katz

 

Calling Card

We go in the night, go go go
along the long and filthy roads.
Days of peace. No rifle in the bush.

But the going never comes to an end
even though we said our goodbyes to all
and the last debt was finally paid.

Whence have we come where are we going and no end in sight?
Are we quite certain we’ve had time to love?
And why have we been so betrayed by the good end?

With ease we carry our young bodies.
It is not a world of indifference that led us to a world of frivolities.
The final report on us is drawn from erroneous sources.

We’ll respond to all questions in a very specific order.
Our hands in our pockets and warm even in winter.
Not by the chance they gained young girls’ favor.

Not by chance we swiftly crossed worlds.
Not by chance we got lost on long nomadic roads.
Not by chance we missed all the prologues.

 

Vertaald door Tsipi Keller

 

 
David Avidan (21 februari 1934 – 11 mei 1995)

 

De Amerikaanse schrijver en journalist Chuck Palahniuk werd geboren op 21 februari 1962 in Pasco, Washington. Zie ook alle tags voor Chuck Palahniuk op dit blog.

Uit: Doomed

“Good and evil have always existed. They always will. It’s only our stories about them that ever change.
In the sixth century b.c. the Greek lawmaker Solon journeyed to the Egyptian city of Sais and brought back the following account of the end of the world. According to the priests at the temple of Neith, a cataclysm will sweep the Earth with flames and poisonous smoke. In a single day and night an entire continent will founder and sink into the sea, and a false messiah will lead all of humanity to its doom.
The Egyptian seers predicted that the Apocalypse will begin on a quiet night, on a lofty hilltop perched high above the kingdom of Los Angeles. There, the ancient oracles sing, a lock will snap open. Among the great walled houses of Beverly Crest, a stout bolt will slide aside. As recorded by Solon, a hinged pair of security gates will swing wide apart. Below these, the realms of Westwood and Brentwood and Santa Monica await, sleeping, laid out in a spider’s web of streetlights. And as the last clock tick of midnight echoes away, within those wide-open gates will dwell only darkness and silence until an engine can be heard rumbling to life, and two lights will seem to lead that noise forward. And from out of that gateway will issue a Lincoln Town Car which slouches forth to begin its slow descent down the hairpin curves of upper Hollywood Boulevard.
That night, as depicted in ancient prophecy, is tranquil, without a breath of wind; nevertheless, with the Lincoln’s slow progress a tempest begins to mount in its wake.
As it descends from Beverly Crest to the Hollywood Hills, the Lincoln stretches as long and black as the tongue of someone strangled by a noose. With pink smears of streetlights sliding down the burnished black shell of it, the Town Car shines like a scarab escaping a tomb. And at North Kings Road the lights of Beverly Hills and Hancock Park blink and go dark, not house by house but blocks and blocks of the grid are blotted out in their entirety. And at North Crescent Heights Boulevard, the neighborhood of Laurel Canyon is obliterated; not merely the lights but the noise and late-night music are vanquished. Any shimmering proof of the city is erased as the car flows downhill, from North Fairfax to Ogden Drive to North Gardner Street. And thus does darkness wash over the city, following in the shadow of the sleek car.”

 


Chuck Palahniuk (Pasco, 21 februari 1962) 

 

De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook alle tags voor Wystan Hugh Auden op dit blog.

Uit: The Quest

XI. The Average

His peasant parents killed themselves with toil
To let their darling leave a stingy soil
For any of those fine professions which
Encourage shallow breathing, and grow rich.

The pressure of their fond ambition made
Their shy and country-loving child afraid
No sensible career was good enough,
Only a hero could deserve such love.

So here he was without maps or supplies,
A hundred miles from any decent town;
The desert glared into his blood-shot eyes,
The silence roared displeasure:
looking down,
He saw the shadow of an Average Man
Attempting the exceptional, and ran.

 

XII. Vocation

Incredulous, he stared at the amused
Official writing down his name among
Those whose request to suffer was refused.

The pen ceased scratching: though he came too late
To join the martyrs, there was still a place
Among the tempters for a caustic tongue

To test the resolution of the young
With tales of the small failings of the great,
And shame the eager with ironic praise.

Though mirrors might be hateful for a while,
Women and books would teach his middle age
The fencing wit of an informal style,
To keep the silences at bay and cage
His pacing manias in a worldly smile.

 


W. H. Auden (21 februari 1907 – 29 september 1973)
Cover

 

De Franse dichteres en schrijfster Laure Limongi werd geboren op 21 februari 1976 in Bastia (Corsica). Zie ook alle tags voor Laure Limongi op dit blog.

Uit: Fonction Elvis

« Vernon croise les bras et observe. Intemporels, les mythes. Peu à peu se forgent, se cristallisent. Frontières magiques, si familières, et pourtant. Sur l’écran défile sa vie, en chronologie banale. Il est tour à tour laitier, métayer, menuisier. Toujours un sourire doux, des gestes lents et précis. Misère et menus larcins. Il veut une vie plus riche que celle de son père, une famille et que tout se passe bien. Pour le mieux. Autant que possible. À l’échelle d’une destinée. C’est un personnage taciturne. Dans son monde. Ouvrier, régulier, immobile. Dans le plus terne des mondes. Avec tant de douceur. Et Gladys est volubile, pétillante. Gourmande, excessive, passionnée. Les contraires s’attirent. C’est un mariage d’amour, en blanc. Sur le cliché, on distingue les ascendants encore vivants, amidonnés, gominés, le sourire enthousiaste et terrifié de Gladys, la mélancolie fade de Vernon, en costume trop ajusté. Une demoiselle d’honneur tire sur sa jupe, l’autre penche la tête sur son épaule. Le petit bouquet rond de Gladys, dans sa main droite, ne va pas tarder à être lancé en direction d’une autre jeune femme souhaitant se marier dans l’année.

Morning Dove White, Indienne cherokee, connaissait les mythes et les histoires de ses aïeux. Des contes ancestraux dont la puissance n’avait pas été tout à fait écrasée sous la botte des nouveaux arrivants. La vie, l’amour, la mort. La force magistrale de la nature. L’humilité, la fraternité, l’échange. Valeurs sublimes en deçà et au-delà de tout, régissant chaque mouvement, chaque intention. Ainsi Morning Dove White raconta-t-elle un jour à ses enfants l’histoire des doubles qui ne le furent jamais. »

 


Laure Limongi (Bastia 21, februari 1976)
Elvis Presley

 

De Nederlandse schrijver Justus van Effen werd geboren in Utrecht op 21 februari 1684. Zie ook alle tags voor Justus van Effen op dit blog.

Uit: Brief van een bejaard man en Reis naar Zweden

“Mijnheer,
Omdat verschillende brieven die ik u uit Stockholm geschreven heb en die een kort verslag van mijn reisbelevenissen bevatten nooit zijn aangekomen, zal ik u na terugkeer in mijn vaderland voor dit gemis schadeloos stellen. Ik wil proberen om, zo goed als mijn geheugen toelaat, een waarheidsgetrouw verslag te leveren – niet alleen van de diverse bijzonderheden van mijn reis zelf, maar ook van de gevoelens en gedachten die ze bij mij hebben opgewekt. Als ik u niets bijzonders vertel, zal dat niet aan mij liggen. Ter vergoeding beloof ik om uitvoerig stil te staan bij onderwerpen die misschien niet van het allergrootste belang zijn, maar die mij in elk geval hebben vermaakt en mogelijk ook u zullen amuseren.
Eer ik echter met mijn reisverhaal begin, lijkt het me goed om u een waar beeld te schetsen van mijn gemoedstoestand op het moment dat ik besloot mijn vaderland te verlaten in de hoop nooit meer daarheen terug te hoeven keren. U weet dat de indruk die de dingen op ons maken sterk afhangt van de gesteldheid van onze ziel en dat deze gesteldheid om zo te zeggen rechtstreeks vorm geeft aan deze indrukken.
Kort tevoren had ik talloze vernederingen moeten ondergaan, terwijl ook mijn hoop om enig fortuin te winnen plotseling in de grond was geboord. Zonder over mezelf nu de loftrompet te steken, ik was genoeg filosoof om me te wapenen tegen deze uiteenlopende ongelukken. Maar ik moest mij daarnaast bevrijden van de hevigste passie die een hart, zo zwak als het mijne, kan overweldigen. Al mijn vrienden spanden met mijn eigen rede samen tegen een liefde die én voor mijn gemoedsrustaant. én voor mijn materieel geluk nadelig mocht heten. Maar geen van beide vermocht iets tegen een zo alles overheersende hartstocht.”

 


Justus van Effen (21 februari 1684 – 18 september 1735)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e februari ook mijn blog van 21 februari 2017 en ook mijn blog van 21 februari 2016 deel 3.

Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Kleurenstudie

En de zwarte kraai kwam
van over de zeven bergen gevlogen en
bracht een brief in z’n bek:

een zwarte omslag met een zwart
kaartje er in waarop in witte
letters het woord ‘zwart’.

Zo donker is de nacht van de dood
en zo wit is onze schrik.

 

Om echt te lezen

Om echt te lezen
moet je alle lichten uit doen,
woorden houden van duisterheid
zoals het beeld houdt van de donkere kamer.
Onder hen beiden zouden ze zonder geluid
te maken de wereld kunnen vervangen.

 

Alles deed pijn

Alles deed pijn. Twee uur lang in kleren
gehesen worden deed pijn. Zijn vrouw zijn
deed pijn, lachen deed pijn, grijnzen al minder,
moed niet. Moed wordt ervan gemaakt

zoals een vuist van vijf vingers.
En verdriet is die vuist weer opendoen.

Sterven doe je alleen.
Niet sterven ook.

Dood zijn doe je met twee
Achterblijven ook.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Cover

Lees verder “Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Aleksej Kroetsjonych, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

O, ik weet het niet

O ,ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien
zeg: het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.

 

Les in levenskunst

dromen realiseren is niet zo moeilijk:
je hoeft slechts uit te kijken
wat je droomt.

en een levensbeschouwing hebben.
en het leven niet meer beschouwen.
en gelukkig zijn onder het motto:
als je het leven wil goedvinden,
begin met jezelf.

en later misschien met een tweede
– dat is genoeg.
en dan sticht je een gezin
ongeveer zoals je een vereniging sticht.
je bent tenslotte bij de scouts geweest.

 

Voor mekaar

Vroeger hield ik alleen van je ogen.
Nu ook van de kraaienpootjes ernaast.
Zoals er in een oud woord als meedoen
meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast

om te hebben wat je had, elke keer weer.
Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen.
Er is meer om van te houden.
Er zijn meer manieren om dat te doen.

Zelfs niets doen is er daar één van.
Gewoon bij mekaar zitten met een boek.
Of niet bij mekaar, in ’t café om de hoek.

Of mekaar een paar dagen niet zien
en mekaar missen. Maar altijd mekaar,
nu toch al bijna zeven jaar.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Standbeeld in Antwerpen Zoo, onthuld in 2016

Lees verder “Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Aleksej Kroetsjonych, Justus van Effen”

Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Twee

Destijds in kinderspelletjes kon je,
bv. als je veter was losgeraakt,
gewoon ’twee’ zeggen, en dan stond je
even buitenspel, niemand mocht je dan nog aantikken.

Voor jou had dat moeten blijven gelden.
Dat je ’twee’ zei, ‘ik ben even
mijn man kwijt’, en dat die laatste tien jaar
dan niet hoefden mee te tellen.

Of dat je, in plaats van te sterven,
gewoon verstoppertje speelde
en dat we je nog steeds
niet hadden gevonden.

 

Wraak

Ik sta geregistreerd. Geboorte, plaats, tijd.
Ik sta voor zowat één kilo papier:
geboorteakte militie, verhuizen van daar naar hier,
politieke sympathieën, vakbondsaangehorigheid.

Daarom ben ik op zoek naar een plek op de
grens van drie naties.
Daar wil ik dan sterven.
Want ik wil met mijn dood op z’n minst het
plezier bederven
van een stuk of twintig administraties.

 

Huurcontract

Misschien rust op dit huwelijk geen levenslange zegen,
maar wel het soort zekerheid
van een te hernieuwen huurcontract
drie-zes-negen.
We zijn binnen voor de regen
van melancholie.

Misschien is dat minder passionant
dan vroeger, als je klaarkomt vraag ik ‘wablieft’
en grappen in die trant.
Maar ik heb je meer dan vroeger lief:
er is zoveel mee ‘jou’ nu dat ik ken,
zoals ik ook voor jou meer ikken ben.

En allemaal samen hebben we dat zootje van zes.
(Zoontje bedoel ik, maar de schrijffout mag blijven staan.)
Vaak kan ik niet slapen
van het denken eraan.

En dan denk ik: net een heus gezin.
En ik tast naar jouw hand.
En jij slaapt evenmin.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

Lees verder “Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

De plek

Je moet niet alleen, om die plek te bereiken,
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.

Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.

 

Weilanden hebben avond

‘Weilanden hebben avond,’ zegt Achterberg.
Maar kun je dat wel hebben? Misschien
zoals je een ziekte hebt: avond.
(Iets met de ogen: alles veel te donker zien.)
Maar ook ’s ochtends is het niet voorbij.
Zie je weer veel te klaar, maar wat je mist.
November. Elke ochtend is een morgue,
elk woord in dit gedicht een kist.

En daarboven, zwart op witte lucht,
fladderen de doodsbrieven, die kraaien
blijken te zijn, zo slordig vliegen ze:
god laat z’n correspondentie maar waaien.

 

Melkweg

Je kunt in de wei uit een melkweg van wit
één takje fluitekruid plukken om thuis
in een vaasje te zetten en van dat takje
één twijgje afbreken en daarvan één
steeltje en daarvan één bloempje
en van dat bloempje één pointe
van het godganse pointillisme.
Nee, dat kun je niet.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

Lees verder “Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Mijn Moedertje

juist als ik bedenk hoe onnoemelijk mooi je rug
verandert in twee wonderen,
komt mijn moeder binnenvallen om nog avondijke
overschrijvingen te doen. we zoeken beide de vrede
des harten op nogal verschillende manieren.

ze komt om haar dagelijkse portie zoon.
ze zegt dat ik mijn voeten moet verwijderen
van de zetel van haar keuze, en laat er dan
haar achterste als een strandbal in neer.

op de schoot waar ik vroeger zat liggen
belastingformulieren die ze beter begrijpt.
het is niet haar fout dat ik mezelf ben,
echt niet. we zwijgen.

tot ze eindelijk slapengaat. ik plak
een zoen als een scheve postzegel
op haar kaak. ik lig een verdieping hoger wakker
dan zij. door de avond razen treinen
als lange aa’s door lange ziekenzalen.

 

Cadeau

Het gaat niet over hebben, hooguit over krijgen.
Alléén ben ik degene die nooit praat,
maar met jou kan ik zwijgen.

Over wat voorbij is en nooit overgaat.
Over mijn vader. Over een vroegere vrouw.
Over hoe verliezen kan verrijken.

Neem een kind dat zijn eerste stappen zet.
Het gaat niet over hen vasthouden, maar over -zou
ik?- loslaten en lang kijken.

 

Flamingo’s

Flamingo’s op poten zo dun als de ff’s
van mejuffer, of als twee sigarette-
pijpjes waaraan ze zuinig de rook
van zichzelf opzuigen: met dit soort
raffinementjes zetten ze zichzelf voortdurend
voorzichtig op stelten.

En hoe ze op één been staan, het andere
in hun veren opgeplooid als een handtas
onder de arm, deftige dames, wachtend op de tram
naar Rilke (psst, Germaine, laat niks merken,
daar zijn weer toeristen naar ons aan ’t kijken!).

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Op een flyer

Lees verder “Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Winter

winter. je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.

En toch is ook de nacht niet
Uitzichtloos, zo lang er sneeuw ligt
Is het nooit volledig duister, nee,
Er is de klaarte van een soort geloof
Dat het nooit helemaal donker wordt.
Zo lang er sneeuw is, is er hoop.

 

Taarlo

Wij lopen door het najaar met ons twee.
En dat gevoel heb ik ook in de lente
Wij lopen door veel bruine kroegenbruin van blaren
en door veel donkerrood gemis, appellation controlée,

dat dieper wordt in de kelder van de jaren.
Wij lopen door de beiger wordende bossen van Drenthe.
Hoor de wind door de henna-bomen varen
met een klank van hobo,de zwerver onder de instrumenten.

33, en in het midden van het donker woud
des levens. En met een gevoel van nergens horen
in de bossen thuis en thuis verloren.

Zullen wij later, misschien, ooit?
De zomer is voorbij, er wordt niet meer gehooid.
Het hier is nergens, en het nu is nooit.

 

Toekomst

Weggaan. En terugkomen.
Dromen. En niet meer dromen.
En niet meer weggaan.

En echte weemoed, niet om hoe het vroeger was
maar om hoe het ook vroeger nooit is geweest.
De herinnering aan wat nooit heeft bestaan.

Ik steek nog even een sigaar
niet op, drink nog even niet van een glas Marc,
wacht nog even op wat ik heb, bedachtzamer.

Want we hebben de tijd.
Je bent in mij als schemer in de kamer.
We hebben de verleden tijd.

 

Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

Lees verder “Herman de Coninck, Chuck Palahniuk, Hans Andreus, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Ha Jin, Anaïs Nin, Raymond Queneau, David Foster Wallace, Justus van Effen

De Chinees-Amerikaanse schrijver Ha Jin werd geboren op 21 februari 1956 in Jinzhou, China. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009 en ook mijn blog van 21 februari 2010 en ook mijn blog van 21 februari 2011.

 

Uit: War Trash

„Before the Communists came to power in 1949, I was a sophomore at the Huangpu Military Academy, majoring in political education. The school, at that time based in Chengdu, the capital of Szechuan Province, had played a vital part in the Nationalist regime. Chiang Kai-shek had once been its principal, and many of his generals had graduated from it. In some ways, the role of the Huangpu in the Nationalist army was like that of West Point in the American military.
The cadets at the Huangpu had been disgusted with the corruption of the Nationalists, so they readily surrendered to the People’s Liberation Army when the Communists arrived. The new government disbanded our academy and turned it into a part of the Southwestern University of Military and Political Sciences. We were encouraged to continue our studies and prepare ourselves to serve the new China. The Communists promised to treat us fairly, without any discrimination. Unlike most of my fellow students who specialized in military science, however, I dared not raise my hopes very high, because the political courses I had taken in the old academy were of no use to the People’s Liberation Army. I was more likely to be viewed as a backward case, if not a reactionary. At the university, established mainly for reindoctrinating the former Nationalist officers and cadets, we were taught the basic ideas of Marx, Lenin, Stalin, and Mao Zedong, and we had to write out our personal histories, confess our wrongdoings, and engage in self- and mutual criticism. A few stubborn officers from the old army wouldn’t relinquish their former outlook and were punished in the reeducation program-they were imprisoned in a small house at the northeastern corner of our campus. But since I had never resisted the Communists, I felt relatively safe. I didn’t learn much in the new school except for some principles of the proletarian revolution.“

 

Ha Jin (Jinzhou, 21 februari 1956)

Lees verder “Ha Jin, Anaïs Nin, Raymond Queneau, David Foster Wallace, Justus van Effen”

Ha Jin, Anaïs Nin, Raymond Queneau, Ingomar von Kieseritzky, Ishigaki Rin, José Zorrilla y Moral, Justus van Effen

De Chinees-Amerikaanse schrijver Ha Jin werd geboren op 21 februari 1956 in Jinzhou, China. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009 en ook mijn blog van 21 februari 2010.

 

Uit: A Good Fall

 

„The Bane of the Internet

My sister Yuchin and I used to write each other letters. It took more than ten days for the mail to reach Sichuan, and usually I wrote her once a month. After Yuchin married, she was often in trouble, but I no longer thought about her every day. Five years ago her marriage began falling apart. Her husband started an affair with his female boss and sometimes came home reeling drunk. One night he beat and kicked Yuchin so hard she miscarried. At my suggestion, she filed for divorce. Afterward she lived alone and seemed content. I urged her to find another man, because she was only twenty-six, but she said she was done with men for this life. Capable and with a degree in graphic design, she has been doing well and even bought her own apartment four years ago. I sent her two thousand dollars to help her with the down payment.

Last fall she began e-mailing me. At first it was exciting to chat with her every night. We stopped writing letters. I even stopped writing to my parents, because she lives near them and can report to them. Recently she said she wanted to buy a car. I had misgivings about that, though she had already paid off her mortgage. Our hometown is small. You can cross by bicycle in half an hour; a car was not a necessity for her. It’s too expensive to keep an automobile there—the gas, the insurance, the registration, the maintenance, the toll fees cost a fortune. I told her I didn’t have a car even though I had to commute to work from Brooklyn to Flushing. But she got it into her head that she must have a car because most of her friends had cars. She wrote: “I want to let that man see how well I’m doing.” She was referring to her ex-husband. I urged her to wipe him out of her mind as if he had never existed. Indifference is the strongest contempt. For a few weeks she didn’t raise the topic again.

Then she told me that she had just passed the road test, bribing the officer with five hundred yuan in addition to the three thousand paid as the application and test fees. She e-mailed: “Sister, I must have a car. Yesterday Minmin, our little niece, came to town driving a brand-new Volkswagen. At the sight of that gorgeous machine, I felt as if a dozen awls were stabbing my heart. Everybody is doing better than me, and I don’t want to live anymore!”

 


Ha Jin (Jinzhou, 21 februari 1956)

 

 

Lees verder “Ha Jin, Anaïs Nin, Raymond Queneau, Ingomar von Kieseritzky, Ishigaki Rin, José Zorrilla y Moral, Justus van Effen”

Raymond Queneau, Anaïs Nin, Ha Jin, Ingomar von Kieseritzky, Ishigaki Rin, José Zorrilla y Moral, Justus van Effen

De Franse schrijver Raymond Queneau werd geboren op 21 februari 1903 in Le Havre. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2008 en ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: Exercices de style

 

En partie double

 

Vers le milieu de la journée et à midi, je me trouvai et montai sur la plate-forme et la terrasse arrière d’un autobus et d’un véhicule des transports en commun bondé et quasiment complet de la ligne S et qui va de la Contrescarpe à Champerret. Je vis et remarquai un jeune homme et un vieil adolescent assez ridicule et pas mal grotesque : cou maigre et tuyau décharné, ficelle et cordelière autour du chapeau et couvre-chef. Après une bousculade et confusion, il dit et profère d’une voix et d’un ton larmoyants et pleurnichards que son voisin et covoyageur fait exprès et s’efforce de le pousser et de l’importuner chaque fois qu’on descend et sort. Ceci déclaré et après avoir ouvert la bouche, il se précipite et se dirige vers une place et un siège vides et libres.

 

Deux heures après et cent vingt minutes plus tard, je le rencontre et le revois cour de Rome et devant la gare Saint-Lazare. Il est et se trouve avec un ami et copain qui lui conseille de et l’incite à faire ajouter et coudre un bouton et un rond de corozo à son pardessus et manteau.

 

queneau

Raymond Queneau (21 februari 1903 – 25 oktober 1976)

 

 

De Franse schrijfster Anaïs Nin werd geboren op 21 februari 1903 in Neuilly. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007  en ook mijn blog van 21 februari 2008 en ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: Journal V (1947-1955)

 

“Hier, dans la pièce, Anaïs entre le soleil et moi. La chevelure illuminée, la fumée de cigarette s’élevant tout autour, grise, et puis bleue comme un rêve. Je voulais me lever et traverser la fumée pour explorer, toucher sa main. Je vois, d’après son Journal, que je ne suis pas le seul à la trouver irréelle : tout le monde l’a vue de cette manière, comme si on n’osa
it sourciller de peur que… pffft ! Cela fait partie de sa beauté, cette manière de ne pas être là tout à fait, comme un rêve. Je m’en aperçois moins maintenant parce que notre amitié est humaine, plus forte, et qu’elle a une fibre dans la réalité, mais, à des moments comme ceux-là, je vois l’aspect essentiellement spirituel.

Anaïs ne sera jamais maîtresse des formes artistiques. Cette faille est le prix que paient ses romans, en échange de la parfaite intégration de l’art et de la vie réalisée dans le Journal. Où est la forme dans le Journal ? La vie ? La vie est la grande œuvre. Sa solidité est dans la personne, pas dans l’artiste. L’unité du Journal est créée par la personne, pas par l’artiste. L’unité du Journal est dans la personne, pas dans l’artiste. Il y a une lumière brillante, superélectronique, la personne, aveugle de naissance, qui travaille à une seule chose, abattre les murs, supprimer les voiles, les écrans, les rideaux qui obstruent la lumière.

L’art d’Anaïs Nin est l’art de l’improvisation, son éclat et sa beauté, le résultat de moments de jazz, dans un monde de vision parfaite.”

 

nin

Anaïs Nin (21 februari 1903 – 14 januari 1977)

 

 

De Chinees-Amerikaanse schrijver Ha Jin werd geboren op 21 februari 1956 in Jinzhou, China. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: The Crazed

 

Everybody was surprised when Professor Yang suffered a stroke in the spring of 1989. He had always been in good health, and his colleagues used to envy his energy and productiveness–he had published more than any of them and had been a mainstay of the Literature Department, directing its M.A. program, editing a biannual journal, and teaching a full load. Now even the undergraduates were talking about his collapse, and some of them would have gone to the hospital if Secretary Peng had not announced that Mr. Yang, under intensive care, was in no condition to see visitors.
His stroke unsettled me, because I was engaged to his daughter, Meimei, and under his guidance I had been studying for the Ph.D. entrance exams for the classical literature program at Beijing University. I hoped to enroll there so that I could join my fiancee in the capital, where we planned to build our nest. Mr. Yang’s hospitalization disrupted my work, and for a whole week I hadn’t sat down to my books, having to go see him every day. I was anxious–without thorough preparation I couldn’t possibly do well in the exams.
Just now, Ying Peng, the Party secretary of our department, had called me to her office. On her desk an electric fan was whirring back and forth to blow out the odor of dichlorvos sprayed in the room to kill fleas. Her gray bangs were fluttering as she described to me my job, which was to attend my teacher in the afternoons from now on. Besides me, my fellow graduate student Banping Fang would look after Mr. Yang too; he was to take care of the mornings.“

 

HaJin

Ha Jin (Jinzhou, 21 februari 1956)

 

De Duitse schrijver Ingomar von Kieseritzky werd geboren op 21 februari 1944 in Dresden. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: Da kann man nichts machen

 

Zwischen den Füßen in furchtbar häßlichen Gesundheitsschuhen hütete dieser Randolf eine bauchige Tasche aus schwarzem Leder. Traurig entnahm Vicovic der leider anämischen Brieftasche ein wenig Geld für die Kinder, 4000 Schilling, 200 Franken, 300 deutsche Mark – eine einsame ägyptische Pfundnote legte er zurück, während er an den Tod dachte, den dieser Herr so diskret hinter sich gebracht hatte, ohne Lärm und ohne Schmutz.
Als leidenschaftlicher Leser populärer medizinischer Artikel wußte Vicovic, daß alle inneren Funktionen erloschen waren; auch die Haare wuchsen nicht mehr, und niemals würde der Tote seine Soljanka verdauen. Als er die zweite Innentasche des Saccos untersuchte, ertönte ein Magengeräusch, als trennten sich verschiedene Sekrete, um in den dunklen Röhren des Leibes zu verschwinden.
Was mochte der stille Herr hier von Beruf sein? Seine Hände waren zart, die Finger lang, und Vicovic fand ein paar Tintenspuren am Daumen der rechten Hand; er hatte X-Beine, ritt also nicht. Die Brille hatte dicke Gläser mit einer hohen Dioptrienzahl. Da wurde an die Tür geklopft, und Vicovic erstarrte, während eine Extrasystole ihm die Luft nahm. Er hielt den Atem an und betrachtete aufmerksam das Gesicht des schweigenden Herrn, die wohlgeformte, bleiche Stirn, die acht Querfalten und die abstehenden Ohren, die rosig schimmerten.
Er sieht, dachte Vicovic, geistvoll aus, aber er hat weißen Grind auf dem Schädel. Dann wusch er sich entschlossen die Hände in einem dünnen, lauen Strahl und machte sich an die Aufgabe, den Koffer zu inspizieren. Vielleicht war der Passagier Vertreter für elektronisches Spielzeug. Das Söhnchen Milan war ganz wild auf das Zeug. Oder dieser Herr war ein berühmter Schriftsteller, gar ein Poet, was noch interessanter wäre – denn Vicovic schrieb heimlich Gedichte; nicht über Vögelein, die Wolken, Blumen oder Mädchen, sondern über Lokomotiven, selbstverständlich Dampflokomotiven.“

 

Ingomarvonkieseritzky

Ingomar von Kieseritzky (Dresden, 21 februari 1944)

 

 

De Japanse dichteres Ishigaki Rin werd geboren op 21 februari 1920 in Tokio. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009.

 
 

Mothers Need not be as beautiful as flowers.

 

Flowers blossom so magnificently

That we forget what season it is.

But industry has not progressed

To the point where it can grow hearts in greenhouses.

 

Washed by the cold waves

Assuming the expression of rocks

Mothers may have the profiles of damp white sand.

 

Though their gentleness is eroded

Though their love shattered

Though their hopes washed away.

 

In the solidity of this peninsula

It is fine for you to be a mother.

 

Connected to the continent of life

Tiny tiny land,

Mothers.

Join your hands together,

I can see a splendid coastline.

Vertaald door Leith Morton

 

IshigakiRin

Ishigaki Rin (21 februari 1920 – 26 december 2004)

 

De Spaanse dichter en schrijver José Zorrilla y Moral werd geboren op 21 februari 1817 in Valladolid. Zie ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: Don Juan Tenorio

 

(Pointing to Don Juan)

All paid for by that master of mine.

BUTTARELLI:  He’s rich, eh?

CIUTTI: He’s rolling, in brief.

BUTTARELLI: Generous?

CIUTTI: Yes, like a student you see.

BUTTARELLI: And noble!

CIUTTI: As every prince should be.

BUTTARELLI: And fierce!

CIUTTI: As a pirate chief.

BUTTARELLI: A Spaniard?

CIUTTI: Well, I think so.

BUTTARELLI: His name?

CIUTTI:  I don’t know, again.

BUTTARELLI: Wretch!  Where’s he
heading?

CIUTTI: Here, I know.

BUTTARELLI: He’s been writing a lot.

CIUTTI: Well he has a big pen.

BUTTARELLI:  And who’s he writing to then as carefully and fully as he’s done?

CIUTTI: To his father.

BUTTARELLI: What a son!

CIUTTI:  For the times in which we live, he’s an extraordinary man. But: silence!

 

Zorilla

José Zorrilla y Moral (21 februari 1817 – 23 januari 1893)

 

De Nederlandse schrijver Justus van Effen werd geboren in Utrecht op 21 februari 1684. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 21 februari 2009.

 

Uit: Den 3. November 1732. De Hollandsche Spectator.

 

„Deze laatste Kermis by geval te Amsterdam zynde, besloot ik eens op een avond den Schouwburg te gaan zien: zo, om dat het regenachtig weêr my belette veel te wandelen; als, om dat ik een Spel aangeslagen zag dat my volkomen onbekend was; want ik ben niet zeer bedreven in de Nederduitsche Toneelstukken, die, sedert een jaar of twintig herwaard, gemaakt zyn. ’t Was noch vroeg toen ik ‘er kwam, en echter had ik niet veel minder dan een kwartieruurs werk met dringen tusschen de voorpoort en de bak, daar ik my dicht aan de deur met een hoek van een bank vernoegen moest, zynde alles bezet of besproken. Dewyl ik in verscheiden jaren hier niet geweest was, zag ik ten eersten verandering. In de plaats van vyf vergulde kroonen, hingen ‘er nu twee zogenaamde Lustres2 van glaze kralen, gelyk La Lauze weleer plag te gebruiken. Dit gaf een zekeren mis-[140]stand daar ik geen reden van geven kon, of het moest de ongewoonte wezen. Verder sloeg ik myn ogen rondom, en zag met groot vermaak al het gewoel aan. Ieder was even bezig om een plaats te zoeken, maar de helft kon pas te recht raken. Niet ver van my stonden drie mansperzoonen en even zo veel vrouwen, die ik voor Noord-Hollanders nam. Dezen waren in hevigen twist met de meid van den Kastelein, en wilden haar dwingen om zes anderen te doen opstaan, welken, zo ze zeiden, haar plek hadden ingenomen.“

 

VanEffen

Justus van Effen (21 februari 1684 – 18 september 1735)
Justus van Effen, gravure door J.C.G. Fritzsch, 1735