Jostein Gaarder, Philip Larkin

De Noorse schrijver Jostein Gaarder werd geboren op 8 augustus 1952 in Oslo. Zie ook alle tags voor Jostein Gaarder op dit blog.

Uit: De Wereld van Sofie (Vertaald door Janke Klok)

“Sofie Amundsen was op weg van school naar huis. Het eerste stuk had ze gezelschap gehad van Jorunn. Ze hadden over robots gepraat. Jorunn was van mening dat je de hersenen van een mens
kon vergelijken met een ingewikkelde computer. Sofie wist niet zeker of ze dat wel met haar eens was. Een mens was toch meer dan een machine?
Bij de grote supermarkt waren ze elk een andere kant opgegaan. Sofie woonde aan het einde van een uitgestrekte villawijk en ze moest bijna twee keer zo ver lopen naar school als Jorunn. Het
was alsof haar huis aan het einde van de wereld lag, want achter haar tuin stonden geen andere huizen meer. Daar begon het donkere bos.
Ze liep Kløverveien in. De weg eindigde in een scherpe bocht, die meestal ‘Kapteinsvingen’ werd genoemd. Daar kwamen alleen op zaterdag en zondag mensen langs.
Het was begin mei. In sommige tuinen stonden dichte bossen narcissen onder de fruitbomen. De berkebomen waren getooid met een dunne groene sluier.
Was het niet vreemd dat alles in deze tijd van het jaar zomaar ging groeien en bloeien? Hoe was het mogelijk dat ontelbare kilo’s groene planten uit de levenloze aarde omhoog kwamen, zodra het
weer warmer werd en de laatste sneeuwresten waren verdwenen?
Terwijl ze het hek naar hun tuin opendeed, keek Sofie in de brievenbus. In de regel lag die vol reclamefolders en een paar grote enveloppen voor haar moeder. Sofie legde alles meestal in een
dikke stapel op de keukentafel voor ze naar haar kamer ging om huiswerk te maken.
Voor haar vader waren er af en toe een paar bankafschriften, maar hij was dan ook geen gewone vader. De vader van Sofie was kapitein op een grote olietanker en hij was het grootste deel van het jaar weg. Als hij af en toe een paar weken thuis was, scharrelde hij op zijn pantoffels in huis rond en probeerde het Sofie en haar moeder naar de zin te maken. Maar als hij aan het varen was, leek hij ontzettend ver weg.
Vandaag lag er maar één briefje in de brievenbus en dat was voor Sofie.
‘Sofie Amundsen’ stond er op de kleine envelop. ‘Kløverveien 3’.
Dat was alles, er stond geen afzender op. Er zat zelfs geen postzegel op.
Zodra Sofie het hek achter zich dicht had gedaan, maakte ze de envelop open. Ze vond alleen een heel klein briefje van hetzelfde formaat als de envelop. Op het briefje stond: wie ben jij?
Meer stond er niet. Op het stukje papier stond geen groet en geen afzender, alleen die drie met de hand geschreven woorden, met een groot vraagteken erachter.
Ze keek nog eens naar de envelop. Ja, de brief was echt voor haar. Maar wie zou hem in de brievenbus hebben gedaan?”

 

Jostein Gaarder (Oslo, 8 augustus 1952)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog

 

Gaan

Er komt een avond opzetten
over de velden, die nooit eerder is gezien,
een die geen lampen ontsteekt.

Van zijde lijkt hij uit de verte, maar
als hij optrekt over knieën en borst
brengt hij geen vertroosting.

Waar is de boom gebleven, die de grond
verbond met de lucht? Wat ligt onder mijn handen
dat ik niet voelen kan?

Wat maakt mijn handen zo zwaar?

 

Vertaald door Tom van Deel

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)

 

Zie voor meer schrijvers van de 8e augustus ook mijn blog van 8 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 8 augustus 2019 en ook mijn blog van 8 augustus 2017 en ook mijn blog van 8 augustus 2015 deel 2.

Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Verjaardagsvers

Je zei nooit wat. Ik moest het altijd vragen.
Of je van me hield. En je zoende.
Of het veilig was die eerste keer.
En je zoende weer.
En even later of ik het goed deed zo
en je zoende, o.

Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen.
Je ogen die helemaal alleen
in je gezicht achterbleven als ik je verliet;
je ogen na geween:
je was er niet,
je keek me aan als verten
en ik moest erheen.

En als ik weer tot daar was
de ogen waarmee je het woord ‘lieveling’ zei,
keek of het niet veranderde
op weg naar mij.

En toen je naast de weg lag in de wei,
wat had je allemaal niet gebroken,
je benen, je ribben, je ogen, mij.
Je zei nooit wat, je zei het altijd met je ogen,
zoals je daar lag, te zieltogen,
te zielogen.

En je ogen die Thomas nu in heeft staan,
waarmee hij zegt: papa niet weggaan –
je zei nooit wat, hij zegt het, en jij kijkt mij aan.

 

Nu

Nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen,
aan liefde die verdween en aan wat nog resteert
aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen
en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert.

Aan bijna-niets, en aan voortdurend 4 dezelfde muren
en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt,
aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen
en aan altijd jezelf met wie je ’s avonds drinkt.

En wat ik overhou is niets om weg te geven:
wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij.

 

Lily

Een dag duurde eeuwen.
Verveling stond chic.
En het gebaar dat je maakte om te geeuwen
werd gerecenseerd op zijn ornamentiek.

Ook machteloosheid moest zich beperken
tot een elegant in onmacht vallen op karpetten
waarbij je vooral op de positie van de pink
hoorde te letten.

Niets gebeurde. Werken
kwam neer op zich op het voorhoofd betten
bij de gedachte eraan.

En als er al sprake was van emanciperen
ging dat vooral over de vraag in welke jurk
je dat zou doen, met welke heren.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Cover

 

De Nederlandse dichter en literatuurcriticus Tom van Deel werd geboren in Apeldoorn op 21 februari 1945. Zie ook alle tags voor Tom van Deel op dit blog.

 

Weide

Gefietst naar Holysloot, om in de wei
het kussentje te zien vol bloemen, dat
Joke geborduurd heeft. Wilde eindelijk
wel eens weten waar we de hele winter
op hadden gezeten. Het klopte aardig,
alleen nooit zoveel verschillende bijeen.
Dat is nu juist de kunst ervan.

 

Glorie

Het is weer helemaal genieten. Zo
zou het altijd moeten zijn: licht
en vredig dus, alsof alles ineens
voor altijd en nooit weer is. Geen
lengte van dagen, geen gevoel van
weg te moeten en te huilen. Nooit
gaat meer iets voorbij.

 

Gebeurtenis

Op zoek naar een gebeurtenis
genoeg voor dit gedicht
kwam ik een koolmees tegen
Ik bukte en bekeek hem
van dichtbij wat nader
en zag dat hij ging sterven
Zijn oog liet mij dat weten
Hij beefde in zijn veertjes
en kon niet meer bewegen
Iets in hem was fel bezig
de overhand te nemen
Ik heb hem daar gelaten
boven de koude steen

 


Tom van Deel (Apeldoorn, 21 februari 1945)

 

De Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer werd geboren in Washington D.C. op 21 februari 1977. Zie ook alle tags voor Jonathan Safran Foer op dit blog.

Uit: Eating Animals

“I spent the first twenty-six years of my life disliking animals. I thought of them as bothersome, dirty, unapproachably foreign, frighteningly unpredictable, and plain old unnecessary. I had a particular lack of enthusiasm for dogs – inspired, in large part, by a related fear that I inherited from my mother, which she inherited from my grandmother. As a child I would agree to go over to friends’ houses only if they confined their dogs in some other room. If a dog approached in the park, I’d become hysterical until my father hoisted me onto his shoulders. I didn’t like watching television shows that featured dogs. I didn’t understand – I disliked – people who got excited about dogs. It’s possible that I even developed a subtle prejudice against the blind.
And then one day I became a person who loved dogs. I became a dog person.
George came very much out of the blue. My wife and I hadn’t broached the subject of getting a dog, much less set about looking for one. (Why would we? I disliked dogs.) In this case, the first day of the rest of my life was a Saturday. Strolling down Seventh Avenue in our Brooklyn neighborhood, we came upon a tiny black puppy, asleep on the curb, curled into its ADOPT ME vest like a question mark. I don’t believe in love at first sight or fate, but I loved that damned dog and it was meant to be. Even if I wouldn’t touch it.
Suggesting we adopt the puppy might have been the most unpredictable thing I’d ever done, but here was a beautiful little animal, the sort that even a hard-hearted dog skeptic would find irresistible. Of course, people find beauty in things without wet noses, too. But there is something unique about the ways in which we fall in love with animals. Unwieldy dogs and minuscule dogs and long-haired and sleek dogs, snoring Saint Bernards, asthmatic pugs, unfolding shar-peis, and depressed-looking basset hounds – each with devoted fans. Bird-watchers spend frigid mornings scanning skies and scrub for the feathered objects of their fascination. Cat lovers display an intensity lacking – thank goodness – in most human relationships. Children’s books are constellated with rabbits and mice and bears and caterpillars, not to mention spiders, crickets, and alligators. Nobody ever had a plush toy shaped like a rock, and when the most enthusiastic stamp collector refers to loving stamps, it is an altogether different kind of affection.”

 

 
Jonathan Safran Foer (Washington, 21 februari 1977)

 

De Nederlandse dichter en prozaschrijver Hans Andreus werd geboren in Amsterdam op 21 februari 1926. Zie ook alle tags voor Hans Andreus op dit blog.

 

Zomerse zondag

Reusachtig op niets geschraagd
brandt en blinkt de hemel
boven de groene aarde.

In de tuinen werken
traag mannen.

Door de kantoren in de stad
gaan hun doordeweekse schimmen
wanstaltig nog om.

Maar hier schenken hun vrouwen bier
en kleppen hun kinderen
helder verwarde vespers.

Het gras geschoren; traag
en op niets geschraagd
tuimelt de aarde verder.

 

Je bent zo

Je bent zo
mooi
anders
dan ik,

natuurlijk
niet meer of
minder
maar zo mooi
anders,

ik zou je
nooit
anders dan
anders willen 

 

Het meisje dat op haar gevoel zong

Er was eens een meisje,
dat zong een liedje,
een heel mooi liedje,
een heel mooi wijsje,
een liedje met bloemetjes d’r in,
een liedje met zon in de lucht,
een liedje als een blauwe zee
en als een zeemeeuw in z’n vlucht.
En ieder die het hoorde,
die wist niet wat hij hoorde
en zei: ‘Zeg, hoor me dat eens aan,
ik voel me werkelijk aangedaan.’

 

 
Hans Andreus (21 februari 1926 – 9 juni 1977)
Cover

 

De Israëlische dichter, schrijver, schilder en filmmaker David Avidan werd geboren op 21 februari 1934 in Tel Aviv. Zie ook alle tags voor David Avidan op dit blog.

 

Battle Ration

To drink heavy water
to breathe pure air-force air
to don a uniform and holidays
to beat the beaten
to descend to the life of descents
to rise to the easy takeoff
to lose lost losses
and to find everyone in one blow
and not to lose fluids
and not to donate money or blood
because the world is filled with crooks
and you are not on their side
but to wait for the future
with eyes wide open
now Avidan David
sentences himself to oblivion
and will recall himself anew
in another two thousand years
and arise weakly from death
with eyes sticky from sleep
and drink transparent water
and breathe in a far-off space armada
and see life beautiful and bare
lacking law and order
and then he will exchange
a few words with them in their tongue

 

Vertaald door Lisa Katz

 

Calling Card

We go in the night, go go go
along the long and filthy roads.
Days of peace. No rifle in the bush.

But the going never comes to an end
even though we said our goodbyes to all
and the last debt was finally paid.

Whence have we come where are we going and no end in sight?
Are we quite certain we’ve had time to love?
And why have we been so betrayed by the good end?

With ease we carry our young bodies.
It is not a world of indifference that led us to a world of frivolities.
The final report on us is drawn from erroneous sources.

We’ll respond to all questions in a very specific order.
Our hands in our pockets and warm even in winter.
Not by the chance they gained young girls’ favor.

Not by chance we swiftly crossed worlds.
Not by chance we got lost on long nomadic roads.
Not by chance we missed all the prologues.

 

Vertaald door Tsipi Keller

 

 
David Avidan (21 februari 1934 – 11 mei 1995)

 

De Amerikaanse schrijver en journalist Chuck Palahniuk werd geboren op 21 februari 1962 in Pasco, Washington. Zie ook alle tags voor Chuck Palahniuk op dit blog.

Uit: Doomed

“Good and evil have always existed. They always will. It’s only our stories about them that ever change.
In the sixth century b.c. the Greek lawmaker Solon journeyed to the Egyptian city of Sais and brought back the following account of the end of the world. According to the priests at the temple of Neith, a cataclysm will sweep the Earth with flames and poisonous smoke. In a single day and night an entire continent will founder and sink into the sea, and a false messiah will lead all of humanity to its doom.
The Egyptian seers predicted that the Apocalypse will begin on a quiet night, on a lofty hilltop perched high above the kingdom of Los Angeles. There, the ancient oracles sing, a lock will snap open. Among the great walled houses of Beverly Crest, a stout bolt will slide aside. As recorded by Solon, a hinged pair of security gates will swing wide apart. Below these, the realms of Westwood and Brentwood and Santa Monica await, sleeping, laid out in a spider’s web of streetlights. And as the last clock tick of midnight echoes away, within those wide-open gates will dwell only darkness and silence until an engine can be heard rumbling to life, and two lights will seem to lead that noise forward. And from out of that gateway will issue a Lincoln Town Car which slouches forth to begin its slow descent down the hairpin curves of upper Hollywood Boulevard.
That night, as depicted in ancient prophecy, is tranquil, without a breath of wind; nevertheless, with the Lincoln’s slow progress a tempest begins to mount in its wake.
As it descends from Beverly Crest to the Hollywood Hills, the Lincoln stretches as long and black as the tongue of someone strangled by a noose. With pink smears of streetlights sliding down the burnished black shell of it, the Town Car shines like a scarab escaping a tomb. And at North Kings Road the lights of Beverly Hills and Hancock Park blink and go dark, not house by house but blocks and blocks of the grid are blotted out in their entirety. And at North Crescent Heights Boulevard, the neighborhood of Laurel Canyon is obliterated; not merely the lights but the noise and late-night music are vanquished. Any shimmering proof of the city is erased as the car flows downhill, from North Fairfax to Ogden Drive to North Gardner Street. And thus does darkness wash over the city, following in the shadow of the sleek car.”

 


Chuck Palahniuk (Pasco, 21 februari 1962) 

 

De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook alle tags voor Wystan Hugh Auden op dit blog.

Uit: The Quest

XI. The Average

His peasant parents killed themselves with toil
To let their darling leave a stingy soil
For any of those fine professions which
Encourage shallow breathing, and grow rich.

The pressure of their fond ambition made
Their shy and country-loving child afraid
No sensible career was good enough,
Only a hero could deserve such love.

So here he was without maps or supplies,
A hundred miles from any decent town;
The desert glared into his blood-shot eyes,
The silence roared displeasure:
looking down,
He saw the shadow of an Average Man
Attempting the exceptional, and ran.

 

XII. Vocation

Incredulous, he stared at the amused
Official writing down his name among
Those whose request to suffer was refused.

The pen ceased scratching: though he came too late
To join the martyrs, there was still a place
Among the tempters for a caustic tongue

To test the resolution of the young
With tales of the small failings of the great,
And shame the eager with ironic praise.

Though mirrors might be hateful for a while,
Women and books would teach his middle age
The fencing wit of an informal style,
To keep the silences at bay and cage
His pacing manias in a worldly smile.

 


W. H. Auden (21 februari 1907 – 29 september 1973)
Cover

 

De Franse dichteres en schrijfster Laure Limongi werd geboren op 21 februari 1976 in Bastia (Corsica). Zie ook alle tags voor Laure Limongi op dit blog.

Uit: Fonction Elvis

« Vernon croise les bras et observe. Intemporels, les mythes. Peu à peu se forgent, se cristallisent. Frontières magiques, si familières, et pourtant. Sur l’écran défile sa vie, en chronologie banale. Il est tour à tour laitier, métayer, menuisier. Toujours un sourire doux, des gestes lents et précis. Misère et menus larcins. Il veut une vie plus riche que celle de son père, une famille et que tout se passe bien. Pour le mieux. Autant que possible. À l’échelle d’une destinée. C’est un personnage taciturne. Dans son monde. Ouvrier, régulier, immobile. Dans le plus terne des mondes. Avec tant de douceur. Et Gladys est volubile, pétillante. Gourmande, excessive, passionnée. Les contraires s’attirent. C’est un mariage d’amour, en blanc. Sur le cliché, on distingue les ascendants encore vivants, amidonnés, gominés, le sourire enthousiaste et terrifié de Gladys, la mélancolie fade de Vernon, en costume trop ajusté. Une demoiselle d’honneur tire sur sa jupe, l’autre penche la tête sur son épaule. Le petit bouquet rond de Gladys, dans sa main droite, ne va pas tarder à être lancé en direction d’une autre jeune femme souhaitant se marier dans l’année.

Morning Dove White, Indienne cherokee, connaissait les mythes et les histoires de ses aïeux. Des contes ancestraux dont la puissance n’avait pas été tout à fait écrasée sous la botte des nouveaux arrivants. La vie, l’amour, la mort. La force magistrale de la nature. L’humilité, la fraternité, l’échange. Valeurs sublimes en deçà et au-delà de tout, régissant chaque mouvement, chaque intention. Ainsi Morning Dove White raconta-t-elle un jour à ses enfants l’histoire des doubles qui ne le furent jamais. »

 


Laure Limongi (Bastia 21, februari 1976)
Elvis Presley

 

De Nederlandse schrijver Justus van Effen werd geboren in Utrecht op 21 februari 1684. Zie ook alle tags voor Justus van Effen op dit blog.

Uit: Brief van een bejaard man en Reis naar Zweden

“Mijnheer,
Omdat verschillende brieven die ik u uit Stockholm geschreven heb en die een kort verslag van mijn reisbelevenissen bevatten nooit zijn aangekomen, zal ik u na terugkeer in mijn vaderland voor dit gemis schadeloos stellen. Ik wil proberen om, zo goed als mijn geheugen toelaat, een waarheidsgetrouw verslag te leveren – niet alleen van de diverse bijzonderheden van mijn reis zelf, maar ook van de gevoelens en gedachten die ze bij mij hebben opgewekt. Als ik u niets bijzonders vertel, zal dat niet aan mij liggen. Ter vergoeding beloof ik om uitvoerig stil te staan bij onderwerpen die misschien niet van het allergrootste belang zijn, maar die mij in elk geval hebben vermaakt en mogelijk ook u zullen amuseren.
Eer ik echter met mijn reisverhaal begin, lijkt het me goed om u een waar beeld te schetsen van mijn gemoedstoestand op het moment dat ik besloot mijn vaderland te verlaten in de hoop nooit meer daarheen terug te hoeven keren. U weet dat de indruk die de dingen op ons maken sterk afhangt van de gesteldheid van onze ziel en dat deze gesteldheid om zo te zeggen rechtstreeks vorm geeft aan deze indrukken.
Kort tevoren had ik talloze vernederingen moeten ondergaan, terwijl ook mijn hoop om enig fortuin te winnen plotseling in de grond was geboord. Zonder over mezelf nu de loftrompet te steken, ik was genoeg filosoof om me te wapenen tegen deze uiteenlopende ongelukken. Maar ik moest mij daarnaast bevrijden van de hevigste passie die een hart, zo zwak als het mijne, kan overweldigen. Al mijn vrienden spanden met mijn eigen rede samen tegen een liefde die én voor mijn gemoedsrustaant. én voor mijn materieel geluk nadelig mocht heten. Maar geen van beide vermocht iets tegen een zo alles overheersende hartstocht.”

 


Justus van Effen (21 februari 1684 – 18 september 1735)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e februari ook mijn blog van 21 februari 2017 en ook mijn blog van 21 februari 2016 deel 3.

Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Kleurenstudie

En de zwarte kraai kwam
van over de zeven bergen gevlogen en
bracht een brief in z’n bek:

een zwarte omslag met een zwart
kaartje er in waarop in witte
letters het woord ‘zwart’.

Zo donker is de nacht van de dood
en zo wit is onze schrik.

 

Om echt te lezen

Om echt te lezen
moet je alle lichten uit doen,
woorden houden van duisterheid
zoals het beeld houdt van de donkere kamer.
Onder hen beiden zouden ze zonder geluid
te maken de wereld kunnen vervangen.

 

Alles deed pijn

Alles deed pijn. Twee uur lang in kleren
gehesen worden deed pijn. Zijn vrouw zijn
deed pijn, lachen deed pijn, grijnzen al minder,
moed niet. Moed wordt ervan gemaakt

zoals een vuist van vijf vingers.
En verdriet is die vuist weer opendoen.

Sterven doe je alleen.
Niet sterven ook.

Dood zijn doe je met twee
Achterblijven ook.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Cover

Lees verder “Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, David Avidan, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Justus van Effen”

Dolce far niente, Tom van Deel, Anneke Brassinga, Etgar Keret, James Rollins, Clemens Meyer, Arno Surminski

Dolce far niente

 

 
Het Rijksmuseum in Amsterdam

 

Uit: De middelmoot is het smakelijkste van de vis. Over beeldgedichten van S. Vestdijk

“Een museum weet niet wat het teweeg brengt. Neem het museum waar we vandaag te gast zijn, het Rijksmuseum te Amsterdam. Het hangt boordevol met de allermooiste beelden en elke dag lopen daar honderden mensen langs. Wat ze erbij denken komen we niet te weten, een enkele keer vangen we wel eens een eenvoudige uitdrukking op, zoals ‘prachtig’ of ‘vreselijk’, maar in het algemeen geeft het museum alles en krijgt het bijna niets terug.
Een enkele keer loopt er tussen de bezoekers een dichter en dan kan het voorkomen dat de indruk die een of ander kunstwerk op hem maakt wordt uitgesproken in een gedicht. Zo was, naar eigen zeggen, de jonge Pierre Kemp niet weg te slaan bij ‘Het Joodse Bruidje’.
(…)

Kemp is niet de enige dichter die in het Rijksmuseum een indruk voor het leven onderging. Hans Faverey kwam geregeld even langs bij het kleine, transparante stilleven met asperges van Adriaan Coorte, waarin hem vooral de lichtval aantrok. J. Bernlef zag zichzelf weer zitten in de Haarlemse St. Bavo toen hij naar het schilderij van Pieter Saenredam keek en zelfs meende hij in de minuscule figuur achter de pilaar, boven op de gaanderij, de gebochelde schilder te herkennen. H.H. ter Balkt moet naar de Hercules Seghers-tentoonstelling in het Rijksprentenkabinet zijn geweest, in 1967, want uit zijn gedichten over leven en werk van Seghers blijkt dat hij de catalogus met vrucht heeft gelezen.
(…)

De schrijver S. Vestdijk, over wie ik het nu in het vervolg wil hebben, is door het Rijksmuseum gevormd. Op tienjarige leeftijd bezocht hij het, samen met zijn tante, geheel tegen de regels die bepaalden dat kinderen beneden de twaalf, zelfs onder geleide, geen toegang hadden.[…] Maar het meest en wel tot in het diepst van zijn ziel werd hij getroffen door een schilderij dat Sint Sebastiaan voorstelde, dat toen nog aan A. Cano werd toegeschreven, maar tegenwoordig aan de Spaanse schilder Juan Carreño de Miranda. Het schilderij had een zelfde ingrijpende werking als, ongeveer in diezelfde tijd, de Apollo-tors uit Milete in het Louvre op Rilke had. Het veranderde zijn leven.”

 

 
Tom van Deel (Apeldoorn, 21 februari 1945)
Apeldoorn, Raadhuisplein

Lees verder “Dolce far niente, Tom van Deel, Anneke Brassinga, Etgar Keret, James Rollins, Clemens Meyer, Arno Surminski”

Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Aleksej Kroetsjonych, Justus van Effen

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

O, ik weet het niet

O ,ik weet het niet,
maar besta, wees mooi.
zeg: kijk, een vogel
en leer me de vogel zien
zeg: het leven is een brood
om in te bijten en de appels zien rood
van plezier, en nog, en nog, zeg iets.
leer me huilen, en als ik huil
leer me zeggen: het is niets.

 

Les in levenskunst

dromen realiseren is niet zo moeilijk:
je hoeft slechts uit te kijken
wat je droomt.

en een levensbeschouwing hebben.
en het leven niet meer beschouwen.
en gelukkig zijn onder het motto:
als je het leven wil goedvinden,
begin met jezelf.

en later misschien met een tweede
– dat is genoeg.
en dan sticht je een gezin
ongeveer zoals je een vereniging sticht.
je bent tenslotte bij de scouts geweest.

 

Voor mekaar

Vroeger hield ik alleen van je ogen.
Nu ook van de kraaienpootjes ernaast.
Zoals er in een oud woord als meedoen
meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast

om te hebben wat je had, elke keer weer.
Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen.
Er is meer om van te houden.
Er zijn meer manieren om dat te doen.

Zelfs niets doen is er daar één van.
Gewoon bij mekaar zitten met een boek.
Of niet bij mekaar, in ’t café om de hoek.

Of mekaar een paar dagen niet zien
en mekaar missen. Maar altijd mekaar,
nu toch al bijna zeven jaar.

 

 
Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)
Standbeeld in Antwerpen Zoo, onthuld in 2016

Lees verder “Herman de Coninck, Tom van Deel, Jonathan Safran Foer, Hans Andreus, Chuck Palahniuk, Wystan Hugh Auden, Laure Limongi, Aleksej Kroetsjonych, Justus van Effen”

Tom van Deel

De Nederlandse dichter en literatuurcriticus Tom van Deel werd geboren in Apeldoorn op 21 februari 1945. In 1967 publiceerde bij onder de pseudoniemen G. en Gerrit Vogel gedichten in Pharetra, studentenblad van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij was van 1969 tot 2008 recensent van het dagblad Trouw.In de beginjaren was hij daarnaast leraar op een middelbare school. Van Deel geeft nu les in moderne Nederlandse literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Hij debuteerde in 1969 met de dichtbundel “Strafwerk”, in 1971 gevolgd door “Recht onder de merels”. Zijn boekbesprekingen bundelde hij in “Recensies” (1980). In 1987 ontving hij de Jan Campertprijs voor de bundel “Achter de waterval“ (1986). Van Deels interesse voor de combinatie beeldende kunst en poëzie blijkt uit de bundel “Gedichten kijken” (1987), een bloemlezing beeldgedichten, en “Ik heb het Rood van ’t Joodse bruidje lief” (1988), gedichten over beeldende kunst. In 1992 verscheen zijn verzameling essays over dit onderwerp: “Als ik tekenen kon”. Van Deel verzorgde veel tekstuitgaven van nagelaten werk van Simon Vestdijk. Over de poëzie van Vestdijk publiceerde hij “Veel lied’ren zijn gezongen” (1987).

Dit moment

Er is niets voor te stellen mooier dan
een vrouw die in het strijkend avondlicht
een tuin inloopt, het waait, het blad van
de kastanje gaat tekeer, ze zoekt naar
bloemen, snoeiend, alles als weleer.
Daar bukt ze, rustig buiten elke tijd,
verbonden met haar wereld, ook de mijne.
Ik zie het aan in dit moment en wens
dat ondanks ons verstrijken het beklijft.

 

Fabel

Vlinder ziet een speld staan
vindt hem mooi want streng
niet doelloos doch standvastig.
Zij wil hem aan zich binden
dit eenzaam puntig wezen
en zegt me zoete aandrang
‘doe ik mijn vleugels dicht
bekijk mij dan van voren
ben ik een speld op poten.’
Bang om zich te bezeren
aan zoiets kleurig breekbaars
met ogen fijn dooraderd
volhardt de speld in staren
blijft stijf gesloten staan
‘als ik hier niet vandaan raak
grijpt het ons beiden aan.’

 
Tom van Deel (Apeldoorn, 21 februari 1945)