Louis-Ferdinand Céline, Jan Blokker, Niels ’t Hooft, Kaur Kender, Said, Adriaan Venema, John Barth

De Franse schrijver Louis-Ferdinand Céline (pseudoniem van Louis Ferdinand Destouches) werd geboren in Courbevoie op 27 mei 1894. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009 en ook mijn blog van 27 mei 2008 en ook mijn blog van 27 mei 2007 en mijn blog van 27 mei 2006.

 

Uit: Reis naar het einde van de nacht (Vertaald door E.Y. Kummer)

 

“Dat was het eind van deze dialoog, want ik herinner me goed dat hij nog net tijd had om te zeggen: ‘En ’t brood?’ En toen niets meer. Daarna, alleen maar een vlam, met lawaai erbij. Maar dan een lawaai zoals je nooit zou geloven dat het bestond. M’n ogen, oren, neus en mond waren opeens zo vol lawaai dat ik werkelijk dacht dat dit het eind betekende, dat ik zelf vuur en lawaai was geworden.

Maar nee, de vlam verdween, het lawaai bleef lang in m’n hoofd hangen, en m’n armen en benen beefden alsof iemand ze van achteren heen en weer schudde. ’t Leek of mijn ledematen ervandoor gingen, maar ze bleven toch bij me. In de rook, die nog lang daarna in m’n ogen prikte, bleef de scherpe geur van kruit en zwavel hangen, alsof men de luizen en vlooien van de hele wereld wilde verdelgen.

Onmiddellijk daarop dacht ik aan wachtmeester Barousse, die zo juist uit elkaar gespat was, zoals de andere knaap ons verteld had. Dat was goed nieuws. ‘Prachtig!’ dacht ik meteen. ‘Dat is een hele grote ploert minder in het regiment!’ Hij had me voor de krijgsraad willen slepen voor een blik conserven. ‘Ieder z’n privé-oorlogje!’ zei ik bij mezelf. Van die kant bekeken, scheen de oorlog zo nu en dan wel z’n nut te hebben, dat moest ik toegeven! Ik kende nog wel drie of vier rotschoften in het regiment die ik, net als Barousse, graag aan een granaat had geholpen. Wat de kolonel betrof, die wenste ik geen kwaad toe. Toch was hij ook dood. Ik zag hem eerst niet meer. Dat kwam omdat hij door de ontploffing op het talud was geslingerd, languit op z’n zij, in de armen van de cavalerist te voet, de boodschapper, die ook dood was. Ze omhelsden elkaar, die twee, nu en voor eeuwig, maar de cavalerist had geen hoofd meer, je zag alleen een opening boven in z’n hals, met bloed erin dat klokkend sudderde, zoals jam in een pan. De buik van de kolonel was opengereten, z’n gezicht was afschuwelijk vertrokken. ’t Had hem beslist pijn gedaan, toen het gebeurde. Z’n eigen schuld! Als hij bij de eerste kogels weg was gegaan, was hem dit niet overkomen.”

 

Celine

Louis-Ferdinand Céline (27 mei 1894 – 1 juli 1961)

 

 

De Nederlandse schrijver, journalist en columnist Jan Blokker werd geboren in Amsterdam op 27 mei 1927. Zie ook mijn blog van 27 mei 2007 en ook mijn blog van 27 mei 2008 en ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Serven aan de Schelde

 

‘Hollanders’, zegt Louis Seynaeve in Het verdriet van België tegen zijn vriendin, ‘Hollanders verstaan geen kloten, Constance. Zij interesseren zich helemaal niet aan België.’

Maar het land ligt wel bij ons om de hoek, ze spreken er voor de helft een taal die op de onze lijkt, ze hebben een federale minister-president die in vergelijking met Balkenende nog heel wat lijkt omdat hij in drie jaar nog pas twee kabinetten heeft verklungeld, maar daar staat tegenover dat hij in die tijd al drie keer naar z’n koning terug moest omdat hij geen formatie rondkreeg, en dat hij het verschil niet kent tussen de Brabançonne en de Marseillaise. In het 1-uur-nieuws van de VRT vroegen ze aan de voorzitster van de Vlaamse socialisten of de geboren christen-democraat Leterme nog kans zal zien om Leterme II een doorstart te bezorgen. De voorzitster lachte vriendelijk, en zei: ‘Ach, Leterme. Daar is geen depanneren aan.’

We kunnen veel herkennen, maar niettemin: geen belangstelling. Toen vorige week de Vlaamse liberalen onaangekondigd met hun regering braken, had ons Journaal daar een itempje van twintig seconden voor over, in sommige avondkranten was het nieuws als kortje op een economiepagina terechtgekomen, en de volgende ochtend las ik de column van iemand die toegaf dat hij niets van dat BHV-gedoe begreep, maar uit wiens toon je kon afleiden dat hij er eigenlijk heel trots op was dat die onzin hem boven de pet ging. Wel columns schrijven, maar te lui om het nieuws van de buren bij te houden.“

 

Blokker

Jan Blokker (Amsterdam, 27 mei 1927)
Getekend door Peter van Straaten

 

 

De Nederlandse schrijver, journalist, blogger en gamedeskundige Niels ’t Hooft werd geboren in Leiderdorp op 27 mei 1980. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Toiletten

 

Je zei: ‘Er zijn cafés in de straat, laten we daar eens naar toe gaan.’
Het was een onbekende buurt in een stad waar ik wel eens in winkels had geneusd. Mijn moeder op zoek naar mooie kleren die toch goedkoop zijn en ik naar plekken waar ze videogames verkopen.
We liepen langs spiegels, voorbij het grofvuil. We zagen de reflectie van onze eigen benen en dat was tof. Het kon zo in een videoclip. Ik keek om me heen en probeerde de indrukken zo goed mogelijk in me op te nemen en vast te leggen, als het beste fototoestel van Nederland.
Dit was het dan. Mijn nieuwe leven was begonnen.
Als ik mijn Game Boy bij me had gedragen, dan had ik hem nonchalant achter me gegooid, want ik had hem niet meer nodig. Ik zag het grijze ding kletteren: het Dit Matrix scherm schoot los, zoals het van ouderdom vanzelf losging, het ketste tegen de straat en vloog omhoog, de klep van de batterijen vloog eraf, en de batterijen zelf, die doken erachteraan. Ik sprong erop. Krak, net als Mario dat doet om met zijn opponenten af te rekenen. In een flits was de kapotte Game Boy een blauwe schildpad met stekels; ik stelde me voor hoe ik erop landde, hoe de stekels zich een weg baanden door mijn schoenzolen en hoe ik het leven liet. Je moet het een keer meegemaakt hebben voordat je ze de volgende keer kunt ontwijken. Je kunt dan rustig een andere strategie bedenken. Zo sterk zien die beesten er niet uit, er moet een manier zijn om met ze af te rekenen zonder stekels in je zolen te krijgen. Het denkbeeldig gebroken plastic liet ik achter me.
Ik probeerde je hand te pakken, maar dat stond je niet toe. Je vond dat stom, meer iets voor kinderen, of voor moeders met kinderen. Ik tuurde om me heen, hield onder mijn linkerarm een grote doos. Daar zat een Super Nintendo in. Die was anders dan de gameboy. Dierbaar, kostbaar, het nieuwste van het nieuwste o
f toch zeker pas drie jaar oud, iets om nog wat beter over na te denken voor ie zonder pardon in de goot werd geworpen of in de gracht, tussen de brokken piepschuim en de half gezonken boten.”

 

Niels 't Hooft

Niels ’t Hooft (Leiderdorp, 27 mei 1980)

 

De Estse schrijver Kaur Kender werd geboren op 27 mei 1971 in Estland. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Through Peaceful Eyes (Vertaald door Jurgen Kaljuvee)

 

„Every time you think of me the bells are singing somewhere. I am lying down, my body is in heat. Every part of me you touched hums. I am lying in the bed, the window is open, you are everywhere and you are getting increasingly closer to me. Your voice is sounding in the clatter of trams, in the rumble of the cars, your look is in the neon lights, in traffic lights, in street lights, your hair is waving in the trees, your pride is in the church towers and tall buildings. You are everywhere: your hurry is in the hourly radio news, people shaking in trolleys and trams feel your solitude, your tenderness and care is in the children marching across the street, your secrets are behind the dark windows of the the abnormally parked jeeps, your impatience is in the people waiting behind the traffic lights, your indifference is in the smiling tourists, your contempt is in the large street adverstisments. Your peace is in the morning mist and your search is in the car lights gleaming through the mist, your existence, your presence is in the parking tickets, your memories are in the Toompea viewing platforms, your past and the future are at this graveyard reachable by the noise of cars, and sometimes a thought about you rests there as well. All the flower shop vases are full of your smiles, every café is full of your leisurely moments, some have many, some very few. Your sudden appearance is in all the the ringing mobile phones, every plane taking flight is your desire to leave, each plane landing your delight of arrival, every passing train has an unused opportunity of yours, every train passing the bridge has your superstition and out there by the sea, there, on those rocks, at the sunset is your faith, your decision, your strength. Your love … Look at me through your peaceful eyes. Love is in your eyes.“

 

Kender

Kaur Kender (Estland, 27 mei 1971)

 

 

De Duits-Iraanse dichter en schrijver Said werd geboren op 27 mei 1947 in Teheran. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

 

Für mich
riechen deine Hände nach Muskat
und Kindertagen.

Für mich
ist dein Mund ein sanftes Ufer,
nahgespült und unbewacht.

Für mich
hat sich das Blau deiner Augen
zurückgezogen zu meinen Schiffen.
Wir schlafen auf dem Flußbrett.
Fische von damals kommen
und küssen uns die Zehen.

 

 

              *

 

 

Die Farbe der Liebe ist blau,
ich weiß.
Nur,
daß diese Erde –
genarbt von unseren Küssen –
mit ihren gebrochenen Farben
auf uns lastet.
Der Fesselballon
trägt die Wurzeln in der Hosentasche.
Ich habe dich
mit einer Wolke verwechselt.

 

said

Said (Teheran, 27 mei 1947) (Teheran, 27 mei 1947)

 

 

De Nederlandse journalist, schrijver en kunsthandelaar Adriaan Harrie Venema werd geboren in Heiloo op 27 mei 1941.  Zie ook mijn blog van 27 mei 2007 en ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3B S. Vestdijk

 

Overigens had Vestdijk op 5 september al in Het Parool een artikel gepubliceerd, getiteld ‘Wel Duitsch op school’. Vestdijk nam hierin duidelijk stelling tegen hen die vonden dat het Duits als leervak op middelbare scholen niet gehandhaafd moest worden. Vrij Nederland behoorde tot de tegenstanders van het Duits als leervak. Het blad poneerde een mening die niet was mis te verstaan: ‘Afschaffing van het Duitsch als leervak is een waardig, scherp en blijvend protest van het geheele Nederlandsche volk tegen de gebeurtenissen van 10 Mei 1940 tot 7 Mei 1945. Afschaffing van het Duitsch als leervak ontlast het overladen onderwijsprogramma en maakt tijd vrij, veel beter te besteden aan andere vakken als Nederlandsch, vaderlandsche geschiedenis, Engelsch en Fransch. Door afschaffing van het Duitsch als leervak beschermt het Nederlandsche volk zich tegen een naburigen haard van geestelijke besmetting, welks gevaarlijkheid nog vergroot wordt door de nauwe verwantschap van beide talen en door de geestesgesteldheid van zeer velen, wier moedertaal het Duitsch is.

Handhaving van het verplichte onderwijs in het Duitsch beteekent ernstige en onnodige verzwakking van de positie der Nederlandsche beschaving, dus van Nederland, tegenover een gevaarlijken buur.’

We kunnen ons de geestelijke benauwenis die in de eerste naoorlogse jaren heerste en die mensen tot dit soort opinies bracht nauwelijks meer voorstellen. De afschaffing van het Duits als leervak, alleen omdat de nationaal-socialisten deze taal spraken en schreven, is al even benepen als, bijvoorbeeld, het taboe dat in het hedendaagse Israël rust op de muziek van Wagner, enkel en alleen omdat de nationaal-socialisten in die muziek, die ze zonder twijfel niet begrepen, wat van hun waanideeën terugvonden.

Vestdijk intussen had van een dergelijke benepenheid geen last. Hij was vóór het leervak Duits. ‘Men las wel eens, dat het hier ging om een “waardig protest” tegen… ja, tegen wien of wat eigenlijk?’ schreef hij. ‘Tegen Duitschland? Nederland heeft vijf jaar lang met voldoende waardigheid tegen de Duitsche overheersching geprotesteerd om dit eenigszins holle gebaar er niet aan toe te voegen. Men krijgt trouwens den indruk dat hier minder de behoefte aan “protest” in het spel is dan wel de zucht naar wraak.’

 

nol-gregoor-en-simon-vestdijk

Adriaan Venema (27 mei 1941 – 31 oktober 1993)
Vestdijk en zijn biograaf Nol Gregoor

 

De Amerikaanse schrijver John Barth werd geboren op 27 mei 1930 in Cambridge, Maryland. John Barth viert vandaag zijn 80e verjaardag. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Coming Soon!!!

 

„Call me ditsy, call me whatchadurn please; just an old-fart Chesapeake progger’s what I am, with more orneriness than good sense — else I wouldn’t be sitting here a-hunting and a-pecking on “Big Bitsy’s” ergonomic keyboard whilst the black wind roars and the black water rises and the power flickers and the cabin shakes. I’d’ve hauled my bony butt across Backwater Strait to high ground over in Crassfield whilst the hauling was still doable, before the storm-surge from Zulu Two (stay tuned) puts Hick Fen Island* eight fingerforking feet under Backwater Sound.

“Whoa ho there, Dits,” my mind’s ear hears the gentle reader gently interpose: “Where’s Hick Fen I.? Where’re Backwater Sound and ditto Strait and mainland Crassfield? Who’s Zulu Two, and whaddafug’s a progger, and who’s thissere EARL character, that you haven’t even mentioned yet?”

All in good time, mon semblable et cet, which Yrs Truly don’t happen to have a whole skif?oad of just now. Anyhow, old Ditsy-Belle’s a gal that likes her stories straight up, if you read me: Get things going, says I, then cut to the chase, or old Dits’ll chase to the cut. Once upon a time’s about as far as we’ll go in the way of wind-up for your pitch. You say It was a dark and stormy night? We copy, mate: now on with the story, ess vee pee.

Ditsy-Belle, Ditsy-Boy: I’ve done time in my time as mainly male and ditto feem; have attained the age where what’s between my legs matters less to either of us than what’s between my ears or just twixt you and me. Which is to say, a certain high-density disk-in-the-hand that I progged from the bush this morning after Zulu One (a dark and stormy night forsooth) in the westmost marshes of B.E.W.A.R.(E.), the Backwater Estuarine Wetlands Area Reserve (East): a double-sided disk triple-zipped in a ZiplocTM baggie inside another inside another and hence bone-dry enough, as bones go hereabouts, that I could read its blot-free label through all three bags in the mucky marshgut whither it’d wended from wherethefuckever.“

 

barth-john

John Barth (Cambridge, 27 mei 1930)

 Zie voor nog meer schrijvers van de 27e mei ook mijn vorige blog van vandaag.

Herman Wouk, John Cheever, Dashiell Hammett, Georges Eekhoud, Max Brod, Arnold Bennett, Richard Schaukal, Ferdynand Ossendowski, M. A. vonThümmel

De Amerikaanse schrijver Herman Wouk werd geboren op 27 mei 1915 in New York. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: The Caine Mutiny

 

“Mr. Keefer,” said the judge advocate, “at any time prior to 18 December were you informed that Maryk suspected Queeg of being mentally ill?”

“Yes.”

“Describe how you learned this fact.”

“At Ulithi, about two weeks before the typhoon, Maryk showed me a medical log he’d kept on Queeg’s behavior. He asked me to come with him to the New Jersey to report the situation to Admiral Halsey.”

“What was your reaction to the medical log?”

“I was dumfounded to learn that Maryk had kept it.”

“Did you consent to go with him?”

“Yes.”

“Why?”

“Well, I was stunned. And I–that is, he was my superior officer and also my close friend. I didn’t consider refusing.

“Did you believe that the log justified the relief of Queeg?”

“No. when we arrived aboard the New, Jersey, I told him as forcibly as I could that in my opinion the log would not justify the action, and that both of us would be liable to a charge of combining, to make a mutiny.”

“What was his response?”

“He followed my advice. We returned to the Caine and no further reference was made by either of us to the log or to Queeg’s mental condition.”

“Did you inform the captain of Maryk’s log?”

“I did not.”

“Why not?”

“It would have been disloyal and contrary to the best interests of the ship to stir up my captain against my executive officer. Maryk had evidently abandoned his intention to pursue the matter. I considered the matter closed.”

 

hermanwouk

Herman Wouk (New York, 27 mei 1915)
Time Magazine Cover van 5 september 1955

 

 

 

De Amerikaanse schrijver John Cheever werd geboren op 27 mei 1912 in Quincy, Massachusetts. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Bullet Park

 

„–”How is your horrid country?”

–”You can look all over the world but you won’t find neighbors as kind and thoughtful as the people in Bullet Park.”

–He possesses for a moment the curious power of being able to frighten himself.

–”Oh, I wish it would never get dark—never. I suppose you know all about that lady who was mistreated and strangled on Maple Street last month. She was my age and we had the same first name. We had the same horoscope and they never found the murderer…”

–I heard her swear and a moment later I heard the noise of falling glass, and why is this sound so portentous, so like a doomcrack bell?

–He turned on a light and saw how absorbed his son was in the lisping clown.

—society had become so automative and nomadic that nomadic signals or means of communication had been established by the means of headlights, parking lights, signal lights and windshield wipers. Hang the child murderer. (Headlights.) Reduce the state income tax. (Parking lights.) Abolish the secret police. (Emergency signal.) The bishop had suggested that churchgoers turn on their windshield wipers to communicate their faith in the resurrection of the dead and the life of the world to come.

–The place had long ago gone to seed and had then been abandoned. The water traps were dry, the windmill had lost its sails and the greens were bare concrete but most of the obstacles were intact and on summer nights men and boys still played the course although there were no trespassing signs all over the place.

–”I was feeling good too but we have a problem here and we can’t evade it just because the veal birds smell good.”

–The man explained that he was after draft evaders because he had spent a year and a half in a POW camp in Germany, eating rats and mice. He wanted the younger generation to learn what it was all about.“

 

john-cheever

John Cheever (27 mei 1912 – 18 juni 1982)

 

 

De Amerikaanse schrijver Dashiell Samuel Hammett werd geboren in Saint Mary’s County (Maryland), op 27 mei 1894. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: The Thin Man

 

„I was leaning against the bar in a speakeasy on Fifty-second Street, waiting for Nora to finish her Christmas shopping, when a girl got up from the table where she had been sitting with three other people and came over to me. She was small and blonde, and whether you looked at her face or at her body in powder-blue sports clothes, the result was satisfactory. “Aren’t you Nick Charles?” she asked.

I said: “Yes.”

She held out her hand. “I’m Dorothy Wynant. You don’t remember me, but you ought to remember my father, Clyde Wynant. You–”

“Sure,” I said, “and I remember you now, but you were only a kid of eleven or twelve then, weren’t you?”

“Yes, that was eight years ago. Listen: remember those stories you told me? Were they true?”

“Probably not. How is your father?”

She laughed. “I was going to ask you. Mamma divorced him, you know, and we never hear from him–except when he gets in the newspapers now and then with some of his carryings on. Don’t you ever see him?”

My glass was empty. I asked her what she would have to drink, she said Scotch and soda. I ordered two of them and said: “No, I’ve been living in San Francisco.”

She said slowly: “I’d like to see him. Mamma would raise hell if she found it out, but I’d like to see him.”

“Well?”

“He’s not where we used to live, on Riverside Drive, and he’s not in the phone book or city directory.”

 

Hammett

Dashiell Hammett (27 mei 1894 – 10 januari 1961)

 

 

De Belgische Franstalige schrijver Georges Eekhoud werd in Antwerpen geboren op 27 mei 1854. Zie ook mijn blog van 27 mei 2007 en ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: L’autre vue ou Voyous de velours

 

„Apres l’homme domestique ou l’ouvrier, il m’aurait plu de voir un nouveau Barye s’attaquer á l’homme fauve, préférer le truand au peinard, comme il célébra le tigre et le loup plutôt que le boeuf et le chien .

Et quel musicien transposerait en son art leurs insidieuses modulations, le timbre de leur voix gutturales, ces intonations imprévues, cette façon de redoubler, en s’appelant les uns les autres, la derniere voyelle de leur noms, par un coup de gosier semblable á un sanglot et qui me donne chaque

fois la chair de poule : Palu …hul, Bugu…hutte ! Zwolu hue !..

Mais le verbe lui-même parviendrait-il á s’assimiler le fluide de ces enfants de la libre aventure ; le fumet de cette venaison humaine ? Par exemple, á certaines heures oú ils me paraissaient tellement saturés de vie et de jeunesse, que je m’évoque jusqu’au graillon de leur baiser et la saumure de leur salive !

L’autre jour, je m’imaginais être cet artiste absolu : poete, sculpteur, peintre et musicien, le tout á la fois . Que dis-je ? Un instant je crus même avoir usurpé la suprême béatitude réservée aux seuls dieux .

La force physique, l’adresse, la résistance musculaire fournissent le theme principal des causeries de mes inséparables et le prétexte á leurs jeux . Ce jour donc, ils m’entraînerent dans leur gymnase, pompeusement intitulé Arenes athlétiques . Représentez-vous, au fond d’un étroit boyau du quartier des Marolles, ironiquement appelé rue de la Philanthropie, un asez vaste hangar, ancien atelier de charron, ou magasin de chiffonniers, dans lequel on pénetre par un bouge ne différant des autres taudis de la ruelle que par les photographies des célébrités foraines accrochées aux parois .

Sur la lice jonchée de tan et de sciure de bois, dont l’odeur résineuse se mêle á des émanations humaines, s’éparpillent des halteres et des poids . A travers la buée opaque et rousse, á peine combattue par une fumeuse lampe á pétrole, je démêle les habitués de l’endroit, des apprentis pour la

plupart, venus en grand nombre á cause du samedi soir.“

 

georges_eekhoud

Georges Eekhoud (27 mei 1854 – 29 mei 1927)

 

 

 

De Tsjechisch-Israëlische schrijver, criticus en componist Max Brod werd geboren in Praag op 27 mei 1884. Zie ook mijn blog van 27 mei 2007 en ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Beinahe ein Vorzugsschüler oder Pièce Touchée

 

„Für die Palästinawanderung der vielen Tausenden, ja Zehntausenden von Prager Zionisten hatte die großmütige englische Regierung damals genau zehn Einwanderungserlaubnisse oder Zertifikate bereitgestellt, nicht mehr und nicht weniger. Sie hätte alle retten können; sie wußte, daß die Deutschen sich zum Einmarsch in Prag rüsteten, wußte, daß jeder Jude, der zurückblieb, verloren war – sie machte auch einige schwache Rettungsansätze und brachte noch manch einzelnen in letzter Minute in Sicherheit –, im ganzen aber zog sie es vor, den überwiegenden Rest der jahrhundertalten Gemeinde Prag an Hitlers Schlachtmesser zu liefern.“

 

max_brod

Max Brod (27 mei 1884 – 20 december 1968)

 

 

De Engelse schrijver Arnold Bennett werd geboren in Hanley, Staffordshire, op 27 mei 1867. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: The Price Of Love

 

“THE dramatic moment of the birthday feast came A nearly at the end of the meal when Mrs. Mal- don, having in mysterious silence disappeared for a space to the room behind, returned with due pomp bearing a parcel in her dignified hands. During her brief absence Louis, Rachel, and Julian—hero of the night—had sat mute and somewhat constrained round the debris of the birthday pudding. The constraint was no doubt due partly to Julian’s characteristic and notorious grim temper, and partly to mere anticipation of a solemn event. Julian Maldon in particular was self-conscious. He hated intensely to be self-conscious, and his feeling towards every witness of his self-consciousness partook always of the homicidal. Were it not that civilization has the means to protect itself, Julian might have murdered defenseless aged ladies and innocent young girls for the simple offense of having seen him blush. He was a perfect specimen of a throw-back to original ancestry. He had been born in London, of an American mother, and had spent the greater part of his life in London. Yet London and his motherseemed to count for absolutely nothing at all in his composition. At the age of seventeen his soul, quitting the exile of London, had come to the Five Towns with a sigh of relief as if at the assuagement of a long nostalgia, and had dropped into the district as into a socket. In three months he was more indigenous than a native. Any experienced observer who now chanced at a week-end to see him board the Manchester express at Euston would have been able to predict from his appearance that he would leave the train at Knype. He was an undersized man, with a combative and suspicious face. He regarded the world with crafty pugnacity from beneath frowning eyebrows.“

 

Arnold_Bennett

Arnold Bennett (27 mei 1867 – 27 maart 1931)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Richard von Schaukal werd geboren op 27 mei 1874 in Brünn. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Traurige Mär

 

Ich gab mein Herz einem blonden Kind,

sie nahm’s und lachte.

Ich wusste nicht wie die Kinder sind,

ich freute mich und dachte:

“Nun legt sie’s zärtlich in den Schrein

und wird es waren”.

Sie aberwärf’s in den Tag hinein,

der Stunden wagen fuhr polternd drein:

Da ward es überfaren.

 

Schaukal

Richard von Schaukal (27 mei 1874 – 10 oktober 1942)

De Poolse schrijver, journalist, ontdekkingsreiziger en globetrotter Ferdynand Ossendowski werd geboren op 27 mei 1876 in Dvina. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Beasts, Men And Gods

 

„”Stop!” whispered my old Mongol guide, as we were one day crossing the plain near Tzagan Luk. “Stop!”

He slipped from his camel which lay down without his bidding. The Mongol raised his hands in prayer before his face and began to repeat the sacred phrase: “Om! Mani padme Hung!” The other Mongols immediately stopped their camels and began to pray.

“What has happened?” I thought, as I gazed round over the tender green grass, up to the cloudless sky and out toward the dreamy soft rays of the evening sun.

The Mongols prayed for some time, whispered among themselves and, after tightening up the packs on the camels, moved on.

“Did you see,” asked the Mongol, “how our camels moved their ears in fear? How the herd of horses on the plain stood fixed in attention and how the herds of sheep and cattle lay crouched close to the ground? Did you notice that the birds did not fly, the marmots did not run and the dogs did not bark? The air trembled softly and bore from afar the music of a song which penetrated to the hearts of men, animals and birds alike. Earth and sky ceased breathing. The wind did not blow and the sun did not move. At such a moment the wolf that is stealing up on the sheep arrests his stealthy crawl; the frightened herd of antelopes suddenly checks its wild course; the knife of the shepherd cutting the sheep’s throat falls from his hand; the rapacious ermine ceases to stalk the unsuspecting salga. All living beings in fear are involuntarily thrown into prayer and waiting for their fate. So it was just now. Thus it has always been whenever the King of the World in his subterranean palace prays and searches out the destiny of all peoples on the earth.”

 

ferdynand_ossendowski

Ferdynand Ossendowski (27 mei 1876 – 3 januari 1945)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Moritz August von Thümmel werd geboren op 27 mei 1738 in Schönefeld. Zie ook mijn blog van 27 mei 2009

 

Uit: Reise in die mittäglichen Provinzen von Frankreich im Jahre 1785-1786

 

„Freund! Ich bin nun gerettet – wie ein Fisch, der den Köder vom Faden gebissen hat, und mit dem Angelhaken in der Gurgel davon schwimmt. Hätte ich, zu einem Bettler herab gesunken, mein Land verlassen müssen, wo ich als König regierte, bänger hätte mir [313] kaum um das Herz seyn können, als da mir nun die Wohnung der Unschuld und Freude im Rücken – und, abgeschnitten von allem, was mir lieb war, die ganze weite freudenlose Welt vor mir lag. Ach! nichts begleitete mich, als mein trauriger Schatten. – Mir fehlte Margots sonorische Stimme – ich vermißte den Nachtrab meines treuen schwatzhaften Johann, und mein zerstreuter Blick, der selbst manchmal sich nach meinem guten asthmatischen Mops umsah, kehrte betroffen über seinen Verlust zurück. Und o wie viele andere stachlichte Empfindungen – die ich aus Zärtlichkeit gegen mich nicht berühren mag – kletteten sich nicht an dieses belastende Gefühl von Trennung und Einsamkeit! Es war mir, als ob an jedem Pflasterstein, über den ich auf meinem Wege fortschritt, ein Theil meines Eigenthums hängen blieb, so daß ich es mit jeder Minute kleiner, unbedeutender werden, und zuletzt in ein Nichts verschwunden sah.

Ich konnte es nicht über mich gewinnen, auf der Chaussee fort – bei der steinernen Bank vorbei zu gehen, auf der sich meine Eigenliebe, und, wie Du weißt, ganz ohne Noth, brüstete, und aus einem Mißverständnisse, das ich mir noch nicht vergeben kann, in so lebhafte Bewegung gerieth. In solchen Umständen, lieber Eduard, ist es sehr bequem, wenn man neben der Landstraße noch einen Rasenweg findet.“

 

Moritz_august_von_thuemmel

Moritz August von Thümmel (27 mei 1738 – 26 oktober 1817)