De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.
1969
We lagen bij het avondlijke water
We waren 15, 16, en dan gaat er
Geen prikkeling voorbij aan jonge lijven
Wat loos gestoei en dan opeens, dan staat er
Iets strak, een bijna pijnlijk hard verstijven –
Iets wat voorbij moet gaan maar ook moet blijven
De zomeravond valt, je explodeert
Je hebt je teder aan elkaar bezeerd
Apollo daalde zachtjes naar de maan
Diezelfde nacht waarin jij had beslist
Dat jij die dag je zaad niet had verkwist
Wat daar begon, zou nooit meer overgaan
Jij kon de mensen en de toekomst aan
Je was geland en wist nu wat je wist
DE DOKTER EN DE DOOD
I
Awater was de naam die Nijhoff hoorde
Bij dokter Koch (de vader) op bezoek
Een naam die zich door diepe lagen boorde –
Als twee maal water was dit woord een bron
Een klein geschenk, uit onverwachte hoek
Awater was de naam, de man was ziek
Het ging niet goed, of dokter komen kon
Maar die had net de dichter bij hem thuis…
“Awater,” dacht de dichter “hoe uniek
Een man met twee maal water in zijn naam
Met twee maal leven toch de dood in huis”
De dichter staarde peinzend uit het raam
En zag in Beek de allereerste geest
Van water dat de aanvang was geweest
DE NACHT
De nacht is maanloos, een gerezen kilte
Trekt langs je koude botten naar omhoog
Je stapt door nevelslierten. Hard als steen
Voelt aan je voet de aarde, hard en droog
Het kraakt nu en het krast, je hoort de stilte
Je kijkt met beide oren om je heen
Je proeft beweging, mist het katteoog
Maar tastbaar ben je meer dan niet alleen
Het park geeft zijn geheimen moeizaam prijs
Aan wie het duister niet als taal verstaat –
Toch hangt hier jachtlust, hunker en verlangen
En laat het prooidier zich gewillig vangen
Wanneer de roes het hazehart verslaat –
De nacht wordt dan trofee en eerbewijs.
Lees verder “Cees van der Pluijm, Jacques Hamelink, Kamiel Verwer, Haruki Murakami, Alain Teister, Jakob Lenz, Fatos Kongoli”