Norman Mailer, Anna Blaman, Alfred Kossmann, Anton Korteweg, Benoîte Groult

De Amerikaanse schrijver Norman Mailer werd op 31 januari 1923 in Long_Branch, New Jersey geboren. Zie ook alle tags voor Norman Mailer op dit blog.

 

Uit: The Fight

“There is always a shock in seeing him again. Not live as in television but standing before you, looking his best. Then the World’s Greatest Athlete is in danger of being our most beautiful man and the vocabulary of Camp is doomed to appear. Women draw an audible breath. Men look down. They are reminded again of their lack of worth. If Ali never opened his mouth to quiver the jellies of public opinion, he would still inspire love and hate. For he is the Prince of Heaven – so says the silence around his body when he is luminous.”

(…)

“Then he made a curious remark one could think about for the rest of the week. It was characteristic of a great deal about Foreman. “Excuse me for not shaking hands with you,” he said in that voice so carefully muted to retain his power, “but you see I’m keeping my hands in my pockets.”
Of course! If they were in pockets, how could he remove them? As soon ask a poet in the middle of writing a line whether coffee is taken with milk or cream. Yet Foreman made his remark in such simplicity that the thought seems likeable rather than rude. He was telling the truth. It was important to keep his hands in his pockets. Equally important to keep the work at remove. He lived in silence. Flanked by body guards to keep, exactly, to keep hand-shakers away, he could stand among a hundred people in the lobby and be in touch with no one. His head was alone. Other champions had a presence larger than themselves. They offered charisma. Foreman had silence. It vibrated about him in silence.”
“Foreman’s hands were as separate from him as a kuntu. They were his instrument and he kept them in his pockets the way a hunter lays his rifle back into its velvet case.”

 

Norman Mailer (31 januari 1923 – 10 november 2007)

Op de cover van Life, augustus 1969

Lees verder “Norman Mailer, Anna Blaman, Alfred Kossmann, Anton Korteweg, Benoîte Groult”

Stefan Beuse, Marie Luise Kaschnitz, Kenzaburo Oe, Kurt Marti, John ‘O Hara

De Duitse schrijver Stefan Beuse werd geboren op 31 januari 1967 in Münster. Zie ook alle tags voor Stefan Beuse op dit blog.

 

Uit: Verschlußzeit

„Gerade fokussiert er Sophies Mund, der sich um die Schokoladenkugel schließt und kurz zuckt. Er sieht das Zucken, während Sophie spürt, wie ihre Zunge die Waffelhülle durchdringt und in die weiche Schokolade taucht, die den eigentlichen Kern umhüllt. Dann wieder Auslöser.

Sophies Großvater war Ingenieur. Mit Sechzig bekam er eine Krankheit, die ihm seine Erinnerung nahm, und in den letzten Jahren seines Lebens schrieb er dicke Notizbücher voll, die ihm seine Sprache retten sollten.

Am Anfang kannte ihr Großvater noch die meisten Worte. Er hatte keine Probleme, in ein Geschäft zu gehen und die Dinge zu benennen, die er brauchte. Doch mit den Jahren fiel es ihm immer schwerer, sich an bestimmte Begriffe zu erinnern. Wenn er zum Beispiel Batterien für sein Radio brauchte, ging er in ein Elektrogeschäft und sagte, ich brauche das, was man haben muß, um sich beim Baden gut zu behandeln, denn er hörte gern Musik, während er in der Badewanne saß. Natürlich konnten die Verkäufer im Elektrogeschäft nichts damit anfangen. Sie verstanden ihn nicht und schickten ihn in einen Sanitärladen, wo man ihm derart aufdringlich einen neuen Duschkopf verkaufen wollte, daß ihr Großvater traurig wurde und nach Hause ging.

Als er dann eines Tages im Supermarkt zufällig Batterien sah, nahm er die Verpackung und schrieb sie ab. Er schrieb den gesamten Text der Batterieverpackung in sein Notizbuch, weil er nicht wußte, welches der vielen Wörter die richtige Bezeichnung für das war, was er haben wollte. Über den Packungstext schrieb er in allerbester Ingenieursstandarddruckschrift: Das muß ich sagen, wenn ich das Gerät brauche, das mich beim Baden gut behandelt. Diesen Satz unterstrich er mit Hilfe eines Lineals in zwei Farben, und darunter schrieb er: Daimon Sparpack 4 x 1,5 V Mignonzellen.“

 

Stefan Beuse (Münster, 31 januari 1967)

Lees verder “Stefan Beuse, Marie Luise Kaschnitz, Kenzaburo Oe, Kurt Marti, John ‘O Hara”

Marcus Roloff

De Duitse dichter en schrijver Marcus Roloff werd geboren op 31 januari 1973 in Neubrandenburg. Zie ook alle tags voor Marcus Roloff op dit blog.

klassenfahrt 1985

brandenburgs ödes flachland in feldern dann
teilungswälder halb buchenwald halb „warte nur
bald“-klassik & jürgen: „wurzel aus gegengewalt

= geschichte“ auch kuchen (streusel) auf brettchen
auf kniescheibe & kurz belichtet abteilfensterkreuz &
ZUR SONNE ZUR endreimstufe frau beusel

verheiratete richter: „?“ „verweile doch, …“ ausschnitt
(frau rogge) FAHREN ÜBERN SEE, ÜBERN SEE
WIR FAHREN „dabei war keiner dabei“ (sven, leer-

zeile) & alle tot seit vierzig jahren

 

reisegedicht

griffbereit steckt die fahrkarte vorne im sitznetz
die zeit hängt in der luft eine flüchtende summe (jahr-
tausend) gehört dem moment zwischen nachher & hinfort
ist höhe schlüchtern ein nothalt ein standbild dem
flatternden augapfel außerhalb des bordbistros ist das
einsetzende gedröhn (eins) mit der kulissenverschiebung
weiterhin nichts als der chronologische abbruch von raum.

Marcus Roloff(Neubrandenburg, 31 januari 1973)

In Memoriam Doeschka Meijsing

 

In Memoriam Doeschka Meijsing

 

 

De Nederlandse schrijfster Doeschka Meijsing is op 64-jarige leeftijd overleden. Doeschka Meijsing werd geboren in Eindhoven op 21 oktober 1947. Ze stierf aan de complicaties van een zware operatie. Doeschka Meijsing was de zus van schrijver Geerten Meijsing met wie ze in 2005 het boek ‘Moord & Doodslag’ schreef. Zie ook alle tags voor Doeschka Meijsing op dit blog.

 

Uit: Moord & Doodslag

 

Timbeer ontwaakte uit zijn betovering. Hij begon een dansje, zo wild dat hij er elk moment bij neer kon vallen. Hij zwaaide met zijn armen en draaide in de rondte en stampte met zijn voeten. Zijn tong krulde naar buiten. Hij zong iets.
– Wat doet híj nou? vroegen de meisjes van de straat en liepen door.
Ik bleef bij de poort van de tuin naar hem staan kijken tot hij was uitgedanst en hijgend, stralend op me afkwam. Hij was een beeld van een jongetje, zag ik nu. Hij had lichtblond krullend haar, vrij lang, en ongelooflijk blauwe ogen. Als hij lachte met zijn kleine melktandjes leek het of hij schaterde. Er hing een zeer licht licht om hem heen alsof God de vrolijkste van zijn cherubijntjes even zonder stempel had uitgeleend.
–Wat deed je daar? vroeg ik naar zijn werkelijk opvallend gedrag van zo-even.
– Ik danste, zei hij.
– En wat danste je dan? vroeg ik.
Hij pakte zijn step weer op en keek me aan of hij de nieuwe wereld had ontdekt.
– De dans van het meisje met de kleurpotloden, zei hij en stepte weg.
Ik keek hem na. Hoe hij nog onhandig stepte, afstapte, weer twee stepjes probeerde.
Zijn antwoord had mij volledig uit het lood geslagen. Hoewel ik het niet onder woorden kon brengen, wist ik dat hij de perfecte woorden had gevonden voor het geluk van de verliefdheid. Hij had iets benoemd wat nooit beter onder woorden zou kunnen worden gebracht, feilloos had hij de juiste termen gevonden, geen te veel, geen te weinig, geen pathos, geen opwinding, die hij in het dansje zelf nu juist wel had getoond, overmoedige seksuele opwinding, een buiten jezelf treden, of jezelf en de wereld voelen samenvallen in één grote luchtballon, hoger en hoger, totdat je uit het zicht was verdwenen. En nooit zou je weer terugkeren.
De dans van het meisje met de kleurpotloden. Niet vóór het meisje, maar ván. Dat was het. Daarmee had hij alles gezegd.”

 

 

 

Doeschka Meijsing (21 oktober 1947 – 30 januari 2012)