Theo Thijssen, Ferdinand Laholli, Elfriede Gerstl, Giovanni Boccaccio, Frans Roumen

De Nederlandse schrijver en onderwijzer Theo Thijssen werd geboren in Amsterdam op 16 juni 1879. Zie ook alle tags voor Theo Thijssen op dit blog.

 

Uit: Kees de jongen

„Tante stond op en ging voorzichtig de alkoofdeur dichtdoen. Toen kwam ze naar Kees kijken, maar die hield zich dadelijk weer slapend.

“De arme schapen,” fluisterde tante, “hoe laat is het gebeurd?”

“Weet ’t niet,” zei oom, heel moeilijk sprekend, net of-ie telkens benauwd werd, “… hij is niet meer bij kennis gekomen na vanmiddag… aldoor zo stil blijven liggen… we hebben er maar bij gezeten, vader ook… zo oud als-ie is… de godganse nacht… en tegen de ochtend werd-ie zo erg stil… gingen we twijfelen… zeg ik tegen haar: zie dat je nou wat slapen gaat nog… zulke onzin praat je dan hè… tegen je eigen gedachten in… ben ik nog naar die dokter gevlogen… heb daar staan te schellen… hij zou komen… hij moet nóg komen… och hij wist het gisteren al… kom ik terug… ’t leek of ze gék was… die juffrouw van boven was er gelukkig… de ouwe man wist geen raad ook… Och god Jeanne, ’t is ook zo erg, ’t is ook zo erg…

En hij huilde nu, z’n stem was helemaal geen mannenstem meer…

Kees ging ineens recht overeind in het bed zitten. Ze schrokken allebei.

“U liegt het toch! U líegt het!” riep-ie, het enige wat-ie zeggen kón.

Oom stond op en ging de keuken in, alsof-ie wegvluchtte. Tante kwam naar Kees toe, zwijgend, en duwde hem zachtjes neer en dekte hem toe.

“D’r is niks van waar!” schreeuwde Kees; hij duwde z’n hoofd in het kussen, om niet te laten zien hoe erg hij huilde.

“Nee d’r is ook niks van waar, Kees,” suste tante, “blijf jij nog maar slapen, toe blijf nog maar slapen tot ik jullie roep, dan is het tijd genoeg nog. Denk om Truus.”

Kees gaf geen antwoord. Huilend zocht hij naar een uitweg, naar een middel om aan de waarheid te ontkomen, om zichzelf te bewijzen dat ze zich allemaal vergisten…

Maar hij vond niets. En hij moest zich machteloos overgeven aan de waarheid: dat het toch gebeurd was, toch gebeurd…”

 

Theo Thijssen (16 juni 1879 – 23 december 1943)

Lees verder “Theo Thijssen, Ferdinand Laholli, Elfriede Gerstl, Giovanni Boccaccio, Frans Roumen”

Maria Dermoût, Christian Bauman, Silke Scheuermann, Roland Dorgelès, Ramon Lopez Velarde, François-Xavier Garneau, Trygve Gulbranssen

De Nederlands-Indische schrijfster Maria Dermoût (eigenlijk Helena Anthonia Maria Elisabeth Dermoût-Ingerman) werd geboren in Pekalongan, Java, op 15 juni 1888. Zie ook alle tags voor Maria Dermoût op dit blog.

 

Uit: Toeti

„Nog meer ingespannen dan tevoren, haar gezicht donker, haar zwarte ogen bedroefd, de mond getrokken. “Ach,” zei zij, en toen, “ach ja, je hebt wel gelijk dat wij alleen… maar zeg dat maar niet hardop, waarvóór eigenlijk, het doet zoveel verdriet om alleen te zijn hé Tsjalie, en soms,” haar hele gezicht oplichtend in haar glimlach, “soms even zijn wij toch niet alleen, als wij…” Zij zweeg, verschrikt voor het grote woord liefhebben.’

(…)

‘Een ogenblik bleven Charles en zij achter in de binnengalerij, zij liepen naast elkaar; zonder iets te zeggen nam Charles haar hand in de zijne, hield die vast zoals mensen dat doen die straks afscheid van elkaar zullen nemen. “Toeti,” zei hij tegen haar naast hem. Hij liet haar hand weer los voordat zij de achtergalerij inliepen. Hij dacht – waarom wist hij zelf niet -aan een ander afscheid, en hoe zijn moeder gezegd had “trouw moet blijken”. Hij herinnerde het zich heel duidelijk alsof het nu was: hij hoorde de woorden, zó was het! Hij keek even naast zich, en dít was het’.

 

Maria Dermoût (15 juni 1888 – 27 juni 1962)

Lees verder “Maria Dermoût, Christian Bauman, Silke Scheuermann, Roland Dorgelès, Ramon Lopez Velarde, François-Xavier Garneau, Trygve Gulbranssen”

Dolce far niente 11, Anna Enquist, Remco Campert, Ted van Lieshout, Jan Kal, Henk Spaan

Dolce far niente (Voetbal)

 

 

In het gras

Een schema van het leven ligt
op het voetbalveld, een tekening
van de wereld, op zondagmiddag.

Hoe wij in wisselende bezetting
elkaar steunen, stuktrappen, vereren,
verlaten en kwijtraken, rennend.

Tussen de krijtlijnen een blauwdruk
van verlangen. Nooit krijgen wat wij
najagen, en als de buit binnenkomt

onthand zijn, leeggevreten door vreugde
van een dag, door elkaar bedolven.
En altijd die man, met die fluit.

 

Anna Enquist (Amsterdam, 19 juli 1945)

Lees verder “Dolce far niente 11, Anna Enquist, Remco Campert, Ted van Lieshout, Jan Kal, Henk Spaan”

Fernando Pessoa, Willem Brakman, Tristane Banon, Gonzalo Torrente Ballester, Marcel Theroux

De Portugese dichter en schrijver Fernando António Nogueira Pessoa werd geboren in Lissabon op 13 juni 1888. Zie ook alle tags voor Fernando Pessoa op dit blog.

The Keeper Of Sheep II

My gaze is clear like a sunflower.
It is my custom to walk the roads
Looking right and left
And sometimes looking behind me,
And what I see at each moment
Is what I never saw before,
And I’m very good at noticing things.
I’m capable of feeling the same wonder
A newborn child would feel
If he noticed that he’d really and truly been born.
I feel at each moment that I’ve just been born
Into a completely new world…

I believe in the world as in a daisy,
Because I see it. But I don’t think about it,
Because to think is to not understand.
The world wasn’t made for us to think about it
(To think is to have eyes that aren’t well)
But to look at it and to be in agreement.

I have no philosophy, I have senses…
If I speak of Nature it’s not because I know what it is
But because I love it, and for that very reason,
Because those who love never know what they love
Or why they love, or what love is.

To love is eternal innocence,
And the only innocence is not to think…

The Keeper Of Sheep VI

To think about God is to disobey God,
Since God wanted us not to know him,
Which is why he didn’t reveal himself to us…

Let’s be simple and calm,
Like the trees and streams,
And God will love us, making us
Us even as the trees are trees
And the streams are streams,
And will give us greenness in the spring, which is its season,
And a river to go to when we end…
And he’ll give us nothing more, since to give us more would make us less us.

Vertaald door Richard Zenith

Fernando Pessoa (13 juni 1888 – 30 november 1935)

Portret in Café Martinho Da Arcada, Lissabon

Lees verder “Fernando Pessoa, Willem Brakman, Tristane Banon, Gonzalo Torrente Ballester, Marcel Theroux”

William Butler Yeats, Lode Zielens, Dorothy L. Sayers, Hector de Saint-Denys Garneau

De Ierse dichter, toneelschrijver en mysticus William Butler Yeats werd geboren in Sandymount bij Dublin op 13 juni 1865. Zie ook alle tags voor William Butler Yeats op dit blog.

 

A Drunken Man’s Praise Of Sobriety

COME swish around, my pretty punk,
And keep me dancing still
That I may stay a sober man
Although I drink my fill.

Sobriety is a jewel
That I do much adore;
And therefore keep me dancing
Though drunkards lie and snore.
O mind your feet, O mind your feet,
Keep dancing like a wave,
And under every dancer
A dead man in his grave.
No ups and downs, my pretty,
A mermaid, not a punk;
A drunkard is a dead man,
And all dead men are drunk.

 

A Dream Of Death

I DREAMED that one had died in a strange place
Near no accustomed hand,
And they had nailed the boards above her face,
The peasants of that land,
Wondering to lay her in that solitude,
And raised above her mound
A cross they had made out of two bits of wood,
And planted cypress round;
And left her to the indifferent stars above
Until I carved these words:
i{She was more beautiful than thy first love,}
i{But now lies under boards.}

 

A Man Young And Old: I. First Love

Though nurtured like the sailing moon
In beauty’s murderous brood,
She walked awhile and blushed awhile
And on my pathway stood
Until I thought her body bore
A heart of flesh and blood.

But since I laid a hand thereon
And found a heart of stone
I have attempted many things
And not a thing is done,
For every hand is lunatic
That travels on the moon.

She smiled and that transfigured me
And left me but a lout,
Maundering here, and maundering there,
Emptier of thought
Than the heavenly circuit of its stars
When the moon sails out.

 

William Butler Yeats (13 juni 1865 – 28 januari 1939)
Standbeeld in Sligo, County Sligo (detail)

Lees verder “William Butler Yeats, Lode Zielens, Dorothy L. Sayers, Hector de Saint-Denys Garneau”

Thomas Heerma van Voss

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Thomas doorliep het Vossius Gymnasium, studeerde een jaar Engels in Londen en studeert sinds 2009 Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. In 2009 verscheen tevens zijn debuut De Allestafel, dat hij al op achttienjarige leeftijd schreef, bij uitgeverij Augustus,

Uit: De kraamafdeling

“Ze vragen zelden wie hij is of wat hij komt doen. De dame bij de receptie knikt hem hooguit vriendelijk toe. De eerste weken zei ze nog: ‘Bent u naar iemand op zoek?’ Maar inmiddels herkent ze zijn gezicht, ze weet dat hij hier dagelijks komt en dus de weg wel kent. Ook op de kraamafdeling wordt hij doorgaans met rust gelaten. Soms zegt een arts: ‘Kan ik u ergens mee helpen?’ Of: ‘De bezoekuren zijn al afgelopen, meneer.’ Dan verzint hij snel iets over een ernstig zieke zoon of een vrouw die net aan het bevallen is, geen arts die hem dan nog de deur durft te wijzen. Het is acht uur ’s ochtends. Leon staat voor de badkamerspiegel. Hij haalt een scheerapparaat over zijn wangen, smeert een paar klodders gel in zijn haar en propt zijn witte jas in zijn broek. De gebruikelijke voorbereiding. Ten slotte trekt hij zijn roodbruine trui aan, op zo´n manier dat er niets van de jas zichtbaar is. Met zijn Polaroid-toestel in de hand gaat hij naar buiten. Het is rustig op straat. Leon slaat een hoek om, en nog een. De afgelopen maanden heeft hij deze route dagelijks gelopen. Toch voelt het nog steeds niet helemaal vertrouwd, hij krijgt het idee dat er nog altijd iets onverwachts kan gebeuren, dat Samantha hem elk moment kan bellen: ‘Kom snel. Het is al bezig.’ Toen hij die woorden hoorde, een half jaar geleden, begon hij meteen te rennen. Hij sprintte zoals hij nog nooit in zijn leven had gedaan, midden over straat, door rode lichten, hij duwde mensen opzij en riep: ‘Weg, weg, mijn dochter wordt geboren.’ Hij wist al maanden dat het een meisje zou worden.

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

Anne Frank, Christoph Meckel, Renan Demirkan, Djuna Barnes, Sandro Penna, Brigid Brophy, Johanna Spyri

De Nederlandse schrijfster Anne Frank werd geboren in Frankfurt am Main op 12 juni 1929. Zie ook alle tags voor Anne Frank op dit blog.

 

Uit: The Diary of a Young Girl (Vertaald door B. M. Mooyart-Doubleday)

„Tuesday, 11 April, 1944

Dear Kitty,

My head throbs, I honestly don’t know where to begin.

On Friday (Good Friday) we played Monopoly, Saturday afternoon too. These days passed quickly and uneventfully. On Sunday afternoon, on my invitation, Peter came to my room at half past four, at a quarter past five we went to the front attic, where we remained until six o’clock. There was a beautiful Mozart concert on the radio from six until a quarter past seven. I enjoyed it all very much, but especially the “Kleine Nachtmusik.” I can hardly listen in the room because I’m always so inwardly stirred when I hear lovely music.

On Sunday evening Peter and I went to the front attic together and, in order to sit comfortably, we took with us a few divan cushions that we were able to lay our hands on. We seated ourselves on one packing case. Both the case and the cushions were very narrow, so we sat absolutely squashed together, leaning against other cases. Mouschi kept us company too, so we weren’t unchaperoned.

Suddenly, at a quarter to nine, Mr. Van Daan whistled and asked if we had one of Dussel’s cushions. We both jumped up and went downstairs with cushion, cat, and Van Daan.

A lot of trouble arose out of this cushion, because Dussel was annoyed that we had one of his cushions, one that he used as a pillow. He was afraid that there might be fleas in it and made a great commotion about his beloved cushion! Peter and I put two hard brushes in his bed as a revenge. We had a good laugh over this little interlude!

Our fun didn’t last long. At half past nine Peter knocked softly on the door and asked Daddy if he would just help him upstairs over a difficult English sentence. “That’s a blind,” I said to Margot, “anyone could see through that one!” I was right. They were in the act of breaking into the warehouse. Daddy, Van Daan, Dussel, and Peter were downstairs in a flash. Margot, Mummy, Mrs. Van Daan, and I stayed upstairs and waited“.

 

Anne Frank (12 juni 1929 – maart 1945)

Beeld op de Westermarkt, Amsterdam

Lees verder “Anne Frank, Christoph Meckel, Renan Demirkan, Djuna Barnes, Sandro Penna, Brigid Brophy, Johanna Spyri”

William Styron, Renée Vivien, Jean-Pierre Chabrol, Sophie van der Stap, Ben Jonson, Athol Fugard, Yasunari Kawabata

De Amerikaanse schrijver William Styron werd op 11 juni 1925 in Newport News in de staat Virginia geboren. Zie ook alle tags voor William Styron op dit blog.

Uit: Sophie’s Choice

„Sometime during my thirties the nickname and I mysteriously parted company, Stingo merely evaporating like a wan ghost out of my existence, leaving me indifferent to the loss. But Stingo I still was during this time about which I write. If, however, it is perplexing that the name is absent from the earlier part of this narrative, it may be understood that I am describing a morbid and solitary period in my life when, like the crazy hermit in the cave on the hill, I was rarely called by any name at all.

I was glad to be shut of my job–the first and only salaried position, excluding the military, of my life–even though its loss seriously undermined my already modest solvency. Also, I now think it was constructive to learn so early in life that I would never fit in as an office worker, anytime, anywhere. In fact, considering how I had so coveted the job in the first place, I was rather surprised at the relief, indeed the alacrity, with which I accepted my dismissal only five months later. In 1947 jobs were scarce, especially jobs in publishing, but a stroke of luck had landed me employment with one of the largest publishers of books, where I was made “junior editor”–a euphemism for manuscript reader. That the employer called the tune, in those days when the dollar was much more valuable tender than it is now, may be seen in the stark terms of my salary–forty dollars a week. After withholding taxes this meant that the anemic blue check placed on my desk each Friday by the hunchbacked little woman who managed the payroll represented emolument in the nature of a little over ninety cents an hour. But I had not been in the least dismayed by the fact that these coolie wages were dispensed by one of the most powerful and wealthy publishers in the world; young and resilient, I approached my job–at least at the very beginning–with a sense of lofty purpose; and besides, in compensation, the work bore intimations of glamour: lunch at “21,” dinner with John O’Hara, poised and brilliant but carnal-minded lady writers melting at my editorial acumen, and so on.”

William Styron (11 juni 1925 – 1 november 2006)

Lees verder “William Styron, Renée Vivien, Jean-Pierre Chabrol, Sophie van der Stap, Ben Jonson, Athol Fugard, Yasunari Kawabata”

Jacques Perk, Louis Couperus, Saul Bellow, Mensje van Keulen, Jan Brokken

De Nederlandse dichter Jacques Fabrice Herman Perk werd geboren in Dordrecht op 10 juni 1859. Zie ook alle tags voor Jacques Perk op dit blog.

 

Twee rozeblaadjes

Zie, hoe de beek langs enge boorden schiet,
En ’t rozeblaadje met zich mede-draagt,
Dat vrolijk langs de harde oever vliet,
En draait en wendt, naar ’t aan zijn hart behaagt.

Dat andre zoekt de grauwe rots, waar niet
Die domme beek zijn vrije wil belaagt;
En toen ’t uit vrije keus te bersten stiet,
Had het zich toch tot volgen niet verlaagd:

Tot iets wordt door zijn aard bestemd, wat leeft;
Dat iets verrichten kán het, want het moet,
En ’t voelt zich vrij in ’t slaaf-zijn van een wet:

Slaaf, wie zich tegen wat hij moet, verzet,
Maar vrij de wil, van wie al willend doet
De wil van wat geluk en vrede geeft!

 

Dorpsvesper

Heen is de dag – de nacht nog niet geboren
En langs de bergen wademt avond-dauw
De vogel laat een laatst geneurie horen
In roerloze aandacht luistert de landouw

De zwerver daalt, in zielsgepeins verloren
In ’t dal, en naar ’t gehucht van wit en grauw
Daar klinken vrome tonen uit de toren –
De star der liefde flinkert zilver-blauw

Het kerkje bracht, wie danken wilden, samen
En wierook en gezang golft uit de poort
En op het dankgebed zegt alles “amen” –

De zwerver schrijdt, in zoet gepeins, weer voort;
Waar zoveel eensgezinden samenkwamen,
Daar sterft de haat, en wordt geen klacht gehoord

 

Avond

Wanneer in ademloze schemerschijn
De vleermuis zwijgend wiekt in lage kringen,
En de aarde staart naar de eerste tintelingen
Der zilvren spangen van het nachtgordijn;

Als dan door ’t loof der luistrende jasmijn
De luwtjes geur’ge wiegeliedren zingen,
En sluimer daalt op brede duivezwingen…
Dan is het zalig, om alleen te zijn.

Dan is het zalig, ’t lachend oog te luiken,
Waar fulpen rust op neerzijgt, die verkwikt,
En leeft van ’t zoete liefdedromen sluiken.

O, driewerf zalig, wie het werd beschikt,
Om in de zee der sluimring neer te duiken
Als daar een lief gelaat hem tegenblikt!

 

Jacques Perk (10 juni 1859 – 1 november 1881)
Portret door
Herman van der Voort in de Betouw. 1870

Lees verder “Jacques Perk, Louis Couperus, Saul Bellow, Mensje van Keulen, Jan Brokken”

Maarten Doorman, Xander Michiel Beute, Mirko Bonné, Curzio Malaparte, Charles Webb, Bertha von Suttner, Willy Roggeman

De Nederlandse dichter, schrijver, criticus en filosoof Maarten Doorman werd geboren op 9 juni 1957 in Medina Sidonia (Spanje). Zie ook alle tags voor Maarten Doorman op dit blog.

Blindganger

Een goudvis in de zandbak zwemt
in de vijver bakt een jongen taart
het water schrikt niet van de vorm
het zand in golfjes ligt bedaard

Er zijn twaalf auto’s gepasseerd
en een als voorbijganger verklede wandelaar
het geeft niet van die jongen: hij heeft
nog drie levens en het er zelf naar gemaakt

Wel heeft hij redelijk zacht haar en een vliegtuig
nog niet geheel in elkaar, het is op de wielen
en het verven na klaar, het moet ervan komen

dat het zweeft, hij weet hoe het vliegt
en dat van de vorm het water niet schrikt.
Misschien als er een scooter langskwam.

 

La gare

De avond ruikt licht naar gist, dan naar jou.
Een lokomotief glijdt aan het station voorbij
zonder trein. Er is geen verband.
De hoogspanningsdraden tikken tegen de kou
van de mist. Vanwaar opeens jouw hand
als een dief door mijn haar – alsof
een vrouw niet gewoon kan zijn.

En bij elkaar
waren we de omgegooide stoelen
van een plotseling verlaten tafel
in ons slordig onverwacht
in een kamer liggen
waar dingen met omhaal niets meer bedoelen,
nooit iets meer leven zou.

De liniaal van het spoor ligt langs de nacht,
de herfst rook gister even naar jou.

Maarten Doorman (Medina Sidonia, 9 juni 1957)

Lees verder “Maarten Doorman, Xander Michiel Beute, Mirko Bonné, Curzio Malaparte, Charles Webb, Bertha von Suttner, Willy Roggeman”