De Nederlandse schrijver, fysicus en voormalig politicus voor Democraten 66 Jan Terlouw werd geboren in Kamperveen op 15 november 1931. Zie ook alle tags voor Jan Terlouw op dit blog.
Uit: Briefgeheim
“Gooi die vent een steen tegen zijn hoofd.’ Thomas grabbelde om zich heen. Maar in de keurig onderhouden tuin van meneer van Pasen was geen steen te bekennen. Wacht eens, in zijn broekzak. De kei die hij niet tegen de bus had gegooid. Hij haalde hem tevoorschijn. Ze zagen hoe meneer van Pasen Jackie bij een arm pakte en overeind trok. Jackie stribbelde tegen. Nu begon Eva tegen Thomas te praten op een dringende, vlijende toon. Heel vlug praatte ze. ‘Thomas, nu ga je de worp van je leven doen. Je zult hem raken, precies tegen zijn hoofd. Hard en nauwkeurig, Thomas. Ik weet dat je het kunt. Net als toen met de wijzers van de kerktoren.’ Meneer van Pasen trok Jackie door de kamer richting van de tuin. Jackie hield zich vast aan alles binnen handbereik. Thomas had zweet druppels op zijn voorhoofd. ‘En als ik mis?’vroeg hij angstig. ‘Je mist niet, ik weet het. Ik weet dat je het kunt. Nu, Thomas. Het kan ieder moment te laat zijn.’Thomas sprong overeind en deed een stap naar voren. Zijn rechterarm maakte een zwaai naar achteren. Zijn linkerbeen ging van de grond. Zijn pols maakte een soepele, krachtige beweging waaraan je een goede stenengooiers herkent. Laag en strak vloog de kei uit zijn hand, steeg langzaam iets, passeerde de openstaande tuindeuren. Hij raakte meneer van Pasen achter het oor. Zo hard was de steen geworpen dat de man onmiddellijk in elkaar zakte. Nu sprong ook Eva op en rende, gevolgd door Thomas, op het huis toe. Daar had Jackie zich al meester gemaakt van het pistool. ‘We moeten hem direct vastbinden,’ riep Eva. ‘Misschien komt hij zo dadelijk bij, en wat kunnen we dan tegen hem beginnen?’ ‘We hebben immers het pistool,’ zei Thomas. ‘We kunnen helemaal geen pistool afschieten, joh. Kom op, laten we touw zoeken.’ Er begon alweer beweging in meneer van Pasen te komen. Hij streek met zijn hand langs zijn hoofd en mompelde iets. ‘Vlug!’riep Eva. ‘Hij komt al bij.’ ‘Wacht eens.’zei Jackie,’in de gang heb ik een bos elektriciteitsdraden zien liggen.’ Ze legde het pistool op tafel en kwam even later met een dikke rol wit snoer terug. Gedrieën begonnen ze meneer van Pasen als een rollade in te pakken. Ze strekten zijn lichaam langs zijn lichaam en rolden hem en om tot het snoer wel veertig keer om hem heen was gewonden. ‘Die komt niet meer los,’ zei Thomas opgewekt.”
Jan Terlouw (Kamperveen, 15 november 1931)