De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook alle tags voor Frans Kellendonk op dit blog.
Uit: De Nietsnut
“Ik vulde de schrale contouren van mijn herinnering met stukjes en beetjes van mezelf. […] Het werd, al met al, volstrekt onduidelijk waar hij ophield en ikzelf begon. Het probleem was niet zozeer dat hij mijn creatuur werd – dat zou bovendien een heel goede manier zijn geweest om me van hem te ontdoen -, maar dat hij in dezelfde mate waarin ik bezit nam van hem, bezit van mij nam.
(…)
‘Alles wat ik van mijn vader weet is even belangrijk of onbelangrijk. Ik moet een vorm vinden voor zijn leven, ik moet er een verhaal van maken. Zoals het nu is verdwijnt het tussen de omstandigheden.’
(…)
“Mijn speurtocht had geen enkel nieuw gezichtspunt opgeleverd. Weliswaar bungelde dat charivari van voor- en toevallen nu aan een deugdelijke causale ketting, maar een bewijsstuk of redenering om in te brengen tegen de visies van Willem Kieft en mijn oom Richard had ik niet kunnen ontdekken. Over wat mijn vader had bezield had ik alleen wat kunnen fantaseren, of liever projecteren. Ik had wat rondgestruind in zijn schoenen, met als enig gevolg dat hij, wat mij betrof, nu even onwerkelijk was als het monster van Loch Ness of de Verschrikkelijke Sneeuwman. Alsof ik hem zelf had uitgevonden. En heus niet bij gebrek aan feiten. Feiten te over! Stille en kletsgrage getuigen, sporen, een vuilnisbelt vol sporen. […] Een beetje detective zou daaruit allang een meedogenloos sluitende reconstructie hebben gewrocht, die geen enkele vraag onbeantwoord liet. Zo niet Frits Goudvis. Die zag alleen maar rommel en chaos, het gat in de hand van de werkelijkheid.”
Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)