Summer (Alexander Pope)

Dolce far niente

 

 
Kudde schapen in een veld na de oogst door Camille Pissarro, 1889

 

Summer

See what Delights in Sylvan Scenes appear!
Descending Gods have found Elysium here.
In Woods bright Venus with Adonis stray’d;
And chast Diana haunts the Forest Shade.
Come lovely Nymph, and bless the silent Hours,
When Swains from Sheering seek their nightly Bow’rs;
When weary Reapers quit the sultry Field,
And crown’d with Corn, their Thanks to Ceres yield.
This harmless Grove no lurking Viper hides,
But in my Breast the Serpent Love abides.
Here Bees from Blossoms sip the rosy Dew,
But your Alexis knows no Sweet but you.
Some God conduct you to these blissful Seats,
The mossie Fountains, and the Green Retreats!
Where-e’er you walk, cool Gales shall fan the Glade,
Trees, where you sit, shall crowd into a Shade,
Where-e’er you tread, the blushing Flow’rs shall rise,
And all things flourish where you turn your Eyes.
Oh! how I long with you to pass my Days,
Invoke the Muses, and resound your Praise;
Your Praise the Birds shall chant in ev’ry Grove,
And Winds shall waft it to the Pow’rs above.
But would you sing, and rival Orpheus’ Strain,
The wond’ring Forests soon shou’d dance again,
The moving Mountains hear the pow’rful Call,
And headlong Streams hang list’ning in their Fall!

But see, the Shepherds shun the Noon-day Heat,
The lowing Herds to murm’ring Brooks retreat,
To closer Shades the panting Flocks remove,
Ye Gods! and is there no Relief for Love?
But soon the Sun with milder Rays descends
To the cool Ocean, where his Journey ends;
On me Love’s fiercer Flames for ever prey,
By Night he scorches, as he burns by Day.

 

 
Alexander Pope (21 mei 1688 – 30 mei 1744)
Portret door Michael Dahl, rond 1727

 


Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2013 en ook mijn blog van 17 juli 2011 deel 2.

Tsead Bruinja

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zijn eerste twee bundels gaf hij in eigen beheer uit. Zijn bundel “Dat het zo hoorde” werd genomineerd werd voor de Jo Peters Poëzieprijs. Met het collectief Gewassen (2001-2004), met onder anderen dichter Sieger MG en videokunstenaar Alan D. Joseph won hij in 2002 het Hendrik de Vriesstipendium. Bruinja stelt bloemlezingen samen (o.a. de befaamde Kutgedichten en de bloemlezing Droom in Blauwe regenjas – nieuwe Friese dichters), recenseert, presenteert, interviewt en treedt op in binnen en buitenland (o.a. in Indonesië, Nicaragua en Zimbabwe). Zijn meest recente bundels zijn “Overwoekerd”, in 2012 genomineerd voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs, en “Angel”. Die laatste verscheen als krant en werd op website De Contrabas als gratis download binnen een maand 2000 keer gedownload. Sinds 2008 schrijft Bruinja één keer per maand een gedicht bij de actualiteit voor het EO radio 1 programma Dit is de dag. In datzelfde jaar maakte zanger en caberetier Herman van Veen schilderijen bij zijn werk die geëxposeerd werden in het Natuurmuseum Fryslân te Leeuwarden. Eind 2008 werd Bruinja genomineerd als Dichter des Vaderlands voor de periode 2009-2013. Bruinja werd tweede. In 2013 verscheen het boek “Stofsûgersjongers / Stofzuigerzangers” met etsen van Mirka Farabegoli en de debuut cd van klassiek saxofoniste Femke IJlstra.

 

appels kopen

kruimelig rijp verdriet spiegelt haar
in de bakken van de marktkoopman

delicaat is zij die van appels houdt
hij ziet dat hij ziet haar weerbarstig

lachend om zijn zoetzure grappen
`t liefst trekt hij een knipmes nu

en toont haar de helften ruwe pit
ze twijfelt voor wat lijkt een vruchtloos uur

krap aan haalt ze de laatste bus

als zij naar het danshuis gaat
draagt ze een mand vol rode wangen

daar aan haar zongekleurde armen
bedelen kindmannen hangend
om watervrucht mee naar dakhuis dak

maar zij komt voor het dansen
als zij komt
komt ze voor het dansen

als zij komt gaat alles dansen
mag een gospelgilletje over komen varen
uit het zuiden van tabak ver amerika

mijn slotheupen willen wiegen
zich in haar leegte wagen
tot dageraad me komt breken
en zij weer naast me slaapt

 

herhaald verzoek

ik kijk om me heen
en er is niets nieuws niets ouds
dat ik open kan doen

jij klopt aan

en er zijn cafés er zijn boeken
die ik open kan doen

er zijn tafels
waar mensen aan zitten

misschien staat er in hun agenda
één verjaardag die het onthouden
waard is

en ik heb de meest waardeloze knieën

en ik vraag je

elke ochtend dat jij je ogen open doet
om de wereld nieuw te maken

vraag ik je weer

 

 
Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

Thé Lau

De Nederlandse muzikant en schrijver Thé (Matheus Josephus) Lau werd eboren in Bergen op 17 juli 1952. Lau speelde als gitarist in verscheidene bands en was lid van Neerlands Hoop Express. In 1979 richtte hij de band The Scene op, bekend van de hits “Blauw” en “Iedereen is van de wereld”. Lau werd de leadzanger. Lau nam in 2003 afscheid van zijn band en toerde sindsdien met toetsenist Jan-Peter Bast langs de Nederlandse theaters. Op 13 oktober 2006 is Lau gestart met zijn theatertournee Tempel der liefde, waarbij hij begeleid werd door toetsenist Bast en het tangostrijkkwartet Pavadita. In 2003 werd zijn oeuvre gebundeld in het boek “Thé Lau”, de teksten. In 2000 debuteerde hij met de verhalenbundel “De sterren van de hemel”. Zijn debuutroman “Hemelrijk” kwam in 2004 uit, in 2006 gevolgd door een bundel muziekverhalen, met als titel In de dakgoot. In 2007 verscheen 1000 vissen, een bibliofiele uitgave met verhalen over de Amsterdamse Spaarndammerbuurt, waar Thé Lau sinds 15 jaar woonde en werkte. Het door Lau geschreven bevrijdingslied “In vrijheid” (2005) wordt ieder jaar veelvuldig ten uitvoer gebracht op Bevrijdingsdag, 5 mei. In 2007 kwam The Scene weer bij elkaar en ging Lau met drie vroegere bandleden weer toeren. Ook namen ze een cd op. In 2010 nam Thé Lau samen met Lange Frans het nummer Zing voor me op, waarmee ze de eerste plaats van de Nederlandse Single Top 100 bereikten. Op 12 augustus 2013 werd bekendgemaakt dat hij aan keelkanker leed. Hij liet na de behandeling weten dat zijn chemokuur en bestralingen goed waren verlopen en dat hij goede hoop had voor 2014. In april 2014 liet zijn management echter weten dat Lau uitzaaiingen in zijn linkerlong had en uitbehandeld was.Vanaf juni 2014 gaf hij met zijn band een aantal afscheidsconcerten. In hetzelfde jaar verscheen zij tweede roman “Juliette, een liefde in snapshots”.

Uit: Juliette, een liefde in snapshots

““Muisstil lag Robbie naast de Duitse Elsa in bed en streelde haar mollige, bezwete lichaam. Met haar hand op zijn heup glimlachte ze dromerig en onverschillig naar het plafond. Hij keek naar haar profiel in het maanlicht dat spaarzaam naar binnen scheen en rook de geur van gemaaid gras en sigaretten in haar blonde haar. Op weg naar haar huisje had ze hem een paar keer gemaand zijn brommer aan de kant te zetten en Robbie al rokend en zoenend in de berm geduwd, of tegen een heg. Ze was dronken geweest, maar dat gold eigenlijk avond na avond voor iedereen die café Ruïne, vernoemd naar het historische kerkje ertegenover, rond sluitingstijd verliet.
‘Het was mijn eerste keer,’ zei Robbie. ‘Deed ik het een beetje goed?’
‘Mmm,’ mompelde Elsa, en viel in slaap. Het was geen ja en geen nee.
De volgende ochtend was haar plek in het bed leeg, en verward keek Robbie om zich heen. Zijn kruis klopte nog na en hij voelde zich voldaan, maar gek genoeg ook eenzaam.
Elsa was enkele jaren geleden tijdens een zomervakantie met haar ouders in onmin geraakt en in het dorp blijven plakken. Ze was een makkelijke score geweest. Het hele dorp ging met haar naar bed, mannen en vrouwen. Of liever, zijzelf ging met het hele dorp naar bed, met mannen en vrouwen uit het café of het strandpaviljoen, met wie maar wilde en beschikbaar was, en op elk denkbaar uur, behalve wanneer ze als serveerster aan het werk was. De hele enclave zag haar als een Duits seksspeeltje.”

 

 
Thé Lau (Bergen, 17 juli 1952)