De Spaanse schrijver Antonio Muñoz Molina werd geboren op 10 januari 1956 in Úbeda in de provincie Jaén. Zie ook alle tags voor Antonio Muñoz Molina op dit blog.
Uit: Alles wat solide was (Vertaald door Tineke Hillegers-Zijlmans en Frieda Kleinjan-van Braam)
“Tenzij je een cynicus bent of een gewetenloze schurk, geneest het hebben van kinderen je van apocalyptische verleidingen, van die obligate woede waarmee sommige ouderen verbitterd door de gebreken van hun leeftijd en het naderen van de dood zouden willen dat de wereld hen niet overleeft. Wat je graag wil is dat de veranderingen die wellicht komen niet catastrofaal zijn en dat je kinderen een behoorlijk leven hebben, zoals de meeste mensen zich voorstellen en wensen, met uitzondering van psychopaten en visionairs.
Camus zegt dat het geruststellende weten dat de volmaakte septembermiddagen zullen blijven bestaan als wij er niet meer zijn je verzoent met de dood. Ik zou willen dat mijn kinderen en de mensen van wie ze houden geen slechter leven hebben dan dat wat ik heb gehad, dat ze niet minder kansen krijgen, geen giftiger lucht hoeven in te ademen, niet hoeven te werken als slaven of meedogenloos moeten wedijveren of zich verdedigen achter geblindeerde deuren en hoge cementen muren, noch dat ze geplaagd worden door angst voor een ongeneeslijke ziekte of medische behandelingen die ze niet kunnen betalen.
Wat zou het fijn zijn als ze door Europa konden blijven reizen zonder bij de grens te worden aangehouden, of bang te hoeven zijn dat ze hun paspoort of visum moeten laten zien; als ze nooit trouw hoeven te zweren aan een dictator of in een menigte een demagoog hoeven toe te juichen, als ze hun gedachten niet hoeven te verbergen of moeten zeggen wat ze niet denken.”
Antonio Muñoz Molina (Úbeda, 10 januari 1956)