De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.
Uit: Extaze
“Dolf Van Attema was op zijne wandeling na den eten aangegaan bij de zuster zijner vrouw, Cecile Van Even, op den Scheveningschen weg, en hij wachtte in den kleinen voorsalon, wandelend tusschen de rozenhouten meubeltjes en de vieux roze moiré cauzeuses met de drie, vier groote passen, waarmeê hij de nauwte van het vertrekje telkens en telkens scheen over te meten. Achter de chaise-longue brandde op een onyxen zuil eene lamp van onyx, onder hare kanten kap zacht gloeiend als eene groote, zeshoekige lichtbloem.
Mevrouw was nog bij de jongens, die juist naar bed gingen, had de meid tot Van Attema gezegd en het speet hem zijn petekind, den kleinen Dolf, dien avond niet meer te zullen zien; hij had reeds even naar boven willen loopen om met Dolf in zijn bedje te stoeien, maar ook had hij zich aanstonds Cecile’s verzoek herinnerd, dit toch nooit meer te doen; de jongen bleef uren wakker liggen na zoo een gedartel met oom. En hij wachtte dus nu, met een glimlach om die gehoorzaamheid, zijne schoonzuster af, steeds metende den kleinen salon met zijn pas van een stevig, kort man, ineengedrongen en breed, niet jong meer en wat ivoorachtig kalend onder zijn kort, donkerblond haar, zijne oogen klein-vriendelijk en prettig blauw-grijs, zijn mond beslist flink, – al glimlachte hij ook – in het rossige gekroes van zijn korten Germaan-baard.
Een houtblok brandde met een paar kronkeltongen in het haardje van nickel en verguld, als een vuurtje van stille intimiteit, als eene vlam van discretie, in die schemeratmosfeer van, met kant gedekt, lampeschijnsel, intimiteit en discretie verspreidden ook door geheel het nauwe vertrekje iets als een aroom van viooltjes, eene nuance van viooltjes-geur, die school in de zachtheid der tinten van behang en meubelen, – fletsch roze moiré en rozehout, – die hing in het hoekje der kleine rozehouten schrijftafel, met hare enkele zilveren zaakjes om te schrijven en hare portretten in gladde, glazen Mora-lijstjes; een kleine, witte, Venetiaansche spiegel daar boven.”
Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)