Albert Helman, Albert Camus, Jan Vercammen, Antonio Skármeta, Pierre Bourgeade, W. S. Rendra

De Nederlandse dichter en schrijver Albert Helman werd geboren op 7 november 1903 in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 7 november 2010 en eveneens alle tags voor Albert Helman op dit blog.

Uit: De stille plantage

“Vele mensen zijn bij de Stille Plantage geweest, en hebben de woestenij gezien, deze kostelijke woestenij van planten die groeien over planten, van bomen die nieuwe bomen overschaduwen, eiken beladen met wuivende tuinen. Zij hoorden het kwinkeleren van klein gevogelte dat nooit verschrok door luide mensenstemmen. Jonge apen buitelden van vreugde, een oude riep met de galm van een sirene; ver achter klaterde het water toen paradijsvogels speelden met jonge eekhoorns, en het strakke blauw in zuilen licht omlaag kwam tussen bruine stammen. Oerwoud, wildernis, woestenij. Niemand wist dat hier ooit, voor lange jaren, de Stille Plantage geweest was.
Maar stilte was er nog. De zoemende stilte van vele geluiden die het zwijgen zijn der natuur, die ’t grote zwijgen zijn van deze kinkhoorn binnen ons. En op een late middag, toen de schaduw van een palm als altijd schuw zijn weg zocht naar de brede voeten van een groenhartboom, zijn al de vogels neergezwermd: de schuwe die herinnering heet, de al te trage van de weemoed, de zwarte die fluistert: ‘nu is ’t zo niet meer’ , en de andere die altijd cirkelen rondom hoge kruinen; wie ze ooit zag, geneest niet meer van het heimwee naar een onvindbaar huis. Ze streken neer, ieder op hun eigen tak, en andere op de grond, die nog het droefste kirden. De spechten sloegen met lange tikken; nooit speelde een xylofoon zo schoon. De pelikanen bewogen langzaam hun koppen; het was als een droom.
En wat er bleef van die droom: al te vaste gestalten, al te starre herinneringen, hoop die nooit waarheid werd, liefde die haar bedding niet vond, geloof dat nimmer ophield te geloven in de onverwoestbaarheid van al het heilige, dit alles moest nu hier gezegd zijn… Maar woorden schieten te kort, woorden zijn te weinig, te arm aan klank, te dwaas van beeld. Te klein, te luid. Leun uit uw dakraam, wie ge zijt, waar ge zijt. Laat uw oog de verte ontdekken als het avond wordt; als al de daken u ontzinken, de weiden, de straten of wat u ook omringt, en de verte u nabij komt, zo nabij als een zachte wand, een mensenwang. Vang in uw hand de vogel herinnering, sluit het raam, ontsteek het licht in uw kamer. Is dit uw kamer nog? Zijn kooi is een nieuwe wereld. Nieuw en oud, dezelfde en eeuwenoud tegelijk. Reeds eerder waart ge hier; als kind, of vroeger nog. Zo lang reeds kent ge deze mensen, hun woorden, hun gebaren, hun hart, nietwaar…”

 
Albert Helman (7 november 1903 – 7 oktober 1996)
Portret door fotograaf Nicolaas Porter

Lees verder “Albert Helman, Albert Camus, Jan Vercammen, Antonio Skármeta, Pierre Bourgeade, W. S. Rendra”

Vladimir Volkoff, Auguste Villiers de L’Isle-Adam, Friedrich zu Stolberg-Stolberg, Johann Gottfried Schnabel, Gédéon Tallemant des Réaux

De Franse schrijver Vladimir Volkoff werd geboren in Parijs op 7 november 1932. Zie ook alle tags voor Vladimir Volkoff op dit blog en ook mijn blog van 7 november 2009 en ook mijn blog van 7 november 2010

Uit: Langelot Agent Secret

“La juridiction moderne, efficace, de la Commission ne s’étendait pas en dehors de ses locaux. Résultats : deux des garçons qu’elle accueillait pendant trois jours, pour des tests et des examens divers, en étaient réduits à se battre pour une gamelle modèle 14 modifié 39 ! En effet, le « grand » avait perdu la sienne et prétendait s’approprier celle du « petit », pour n’avoir pas d’ennuis avec l’adjudant, le jour du départ.
« Allez, rends-moi ma gamelle sans faire d’histoires ou je t’assomme, reprit le grand. Moi, je pèse 60 kilos et je…
– Tu m’assommes déjà avec tes discours ! rétorqua le petit. Il y en a qui sont doués, tout de même, comme orateurs.
– Vas-y le grand !
– Vas-y le petit ! »
Quarante-huis garçons brandissant leur gamelle (modèle 14 modifié 39) excitaient les adversaires.
« Eh bien ce sera tant pis pour toi », dit le grand en avançant d’un pas.
Et lança le poing.
Il dominait l’autre de la tête, d’une bonne demi-carrure et de la moitié de la longueur du bras.
Un ou deux spectateurs à l’âme sensible fermèrent les yeux pour ne pas voir ratatiner leur camarade… Lorsqu’ils les rouvrirent, ils virent le grand à plat ventre, au sol, le nez dans le gravier, un bras tordu derrière le dos. Le petit, qui lui avait enfourché les reins, lui demandait gentiment :
« Dis, je te casse l’avant-bras ou je ne te le casse pas ? »

Les apparences, il faut l’avouer, étaient trompeuses. L’adjudant chargé de la discipline, que les cris des garçons avaient alerté, pouvait difficilement deviner que le coupable se trouvait dessous et que le polisson qui caracolait sur son dos n’avait d’autre tort que de tenir à sa gamelle et de connaître un peu de judo. »

 
Vladimir Volkoff (7 november 1932 – 14 september 2005)
Portret door Sergei Chepik, 2002

Lees verder “Vladimir Volkoff, Auguste Villiers de L’Isle-Adam, Friedrich zu Stolberg-Stolberg, Johann Gottfried Schnabel, Gédéon Tallemant des Réaux”