Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate

De Amerikaanse dichter en schrijver Robert Bly werd geboren op 23 december 1926 in Madison, Minnesota. Zie ook alle tags voor Robert Bly op dit blog.

 

A Dream On The Night Of First Snow

I woke flour a first-day-of-snow dream.
I dreamt I met a girl in an attic,
who talked of operas, intensely.
Snow has bent the poplar over nearly to the ground,
new snowfall widens the plowing.
Outside maple leaves floated on rainwater,
yellow, matted, luminous.
I found a salamander! and held him.
When I put him down again,
he strode over a log
with such confidence, like a chessmaster,
the front leg first, then the hind
leg, he rose up like a tractor climbing
over a hump in the field
and disappeared toward winter, a caravan going deeper into
mountams,
dogs pulling travois,
feathers fluttering on the lance: of the arrogant men.

 

Poems in Three Parts

1
Oh on an early morning I think I shall live forever!
I am wrapped in my joyful flesh
As the grass is wrapped in its clouds of green.

2
Rising from a bed where I dreamt
Of long rides past castles and hot coals
The sun lies happily on my knees;
I have suffered and survived the night
Bathed in dark water like any blade of grass.

3
The strong leaves of the box-elder tree
Plunging in the wind call us to disappear
Into the wilds of the universe
Where we shall sit at the foot of a plant
And live forever like the dust.

 

Gratitude To Old Teachers

When we stride or stroll across the frozen lake,
We place our feet where they have never been.
We walk upon the unwalked. But we are uneasy.
Who is down there but our old teachers?
Water that once could take no human weight-
We were students then- holds up our feet,
And goes on ahead of us for a mile.
Beneath us the teachers, and around us the stillness.

 

 
Robert Bly (Madison, 23 december 1926)

Lees verder “Robert Bly, Norman Maclean, Sara Coleridge, Donna Tartt, Tim Fountain, Marcelin Pleynet, Iván Mándy, J.J.L. ten Kate”

Hans Kloos

De Nederlandse dichter, schrijver en vertaler Hans Kloos werd geboren in Baarn op 23 december 1960. Hij debuteerde in 1986 met het bibliofiele bundeltje “Legioen” dat in kleine kring opviel door de erin opgenomen vertalingen (van onder anderen E.E. Cummings) en een reeks minimalistische gedichten. Kloos schreef ook zelf enige tijd kritieken en essays voor de literaire tijdschriften “de Held” en “de XXIe eeuw” en het weekblad de Groene Amsterdammer. Behalve poëzie schreef hij ook de toneelmonoloog “Schaap van de slapers” (2001), de tekst van de strip “Retour” (2004), getekend door Witte Wartena. In 2010 verscheen zijn prozadebuut “schaap koek fiets”, drie lange, zijdelings verbonden verhalen. Daarnaast lijkt hij op zijn labyrintische website steeds meer de literaire mogelijkheden van het digitale medium te onderzoeken. Van voorjaar 2006 tot en met voorjaar 2010 is Hans Kloos ook dichter van het Amsterdamse stadsdeel Westerpark geweest. Dit naar het schijnt als een grap begonnen project is uitgemond in een portret van het stadsdeel aan de hand van gedichten over specifieke plekken in Westerpark. De Westerparkse gedichten bestond uit een papieren bundel en een cd-rom met animaties en geluidsopnames. Als vertaler heeft hij zich beziggehouden met de poëzie van onder anderen Michael Ondaatje, Thomas Tidholm, Marianne Moore, Torgny Lindgren en Russell Edson en met tal van tv-ondertitelingen (Salman Rushdie, Benny Hill, Monty Python, Astrid Lindgren, Flipper, The X-files).

Kemphaan

Men vraagt de man
die tussen zevenduizend hanen sliep
hoe het is
om daar te ontwaken.

‘Het is alsof ik duizend engelen hoor flipperen.’

Het verloren gevecht zakt
langzaam in hem weg,
hij steekt een sigaret op en lacht
gelaten zijn tanden bloot

maar vindt dan gaten
in zijn hoofd
waardoor hij naar buiten klimt.

‘Met de kloten van de duivel.’

 

Een wiegelied, een wake

‘Morgen zul je terugkomen.
Dat ik vannacht slapen kan gaan.

Morgen zul je terugkomen.
Dat ik slapen kan gaan.

Dat je morgen terugkomt,
zal ik slapen gaan.

Dat er een wagen
staat, langs de oprijlaan.

Dat ik slapen zal gaan
en jij morgen terug zult komen.

Zal ik de deur openzetten?

Dat er morgen een wagen
zal staan, langs de oprijlaan.

Zul je morgen terugkomen?
Zal ik slapen gaan?’

 
Hans Kloos (Baarn, 23 december 1960)