De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook alle tags voor Jo Gisekin op dit blog.
Ach, hoe sereen en listig de narcissen in april
Op de dag
dat het gebeurde
had het gevroren
Het serveren van de thee was
nauwelijks een ritueel naast
het bed dat begroeid was
met bloemen van hen
die je niet meer wilde zien
Het sap nog in de mond
van sinaasappelmarmelade
deed mij eraan denken
dit is geen sinister sprookje
De zuster kwam bedauwd
de kamer binnen
met voeten verend
onder schaars gewicht
Op een gedempt klavier
van juist gestemde woorden
vroeg ze naar de nacht
en naar de morgenboterham
waarna ze hoorbaar
voorzichtig als een vis
door kieuwen ademde
de zeep stond klaar
de schone handdoek als fluweel
gevouwen en gladgestreken
voor het toedekken
van zoveel doelloos lichaam
Ik tastte aan de golven
van uitgebloede aders
geen aroma’s meer
van japanse kerselaren in de tuin
waar het gekanker met kapotgevreten
vingertoppen ook daar niet ophield
te bestaan
Ach, en wat sereen en listig
de gele bekken van narcissen
in april
Nog eenmaal
Nog eenmaal om precies te zijn
zou ik een kind willen baren
Het ritueel van de ogenblikken
in mij opslaan als in een gouden kooi
Het lichaam dat zich opent om zwijgend dicht te gaan
in de trance van het afgebakend moment
Te weten dat ik vrouw ben
en niet zomaar vermoeid
van steeds weer stappen over zebrapaden
met kinderen in donker uniform
en boekentassen vol verzamelingen
Straks de quiche Lorraine op tafel
en schoenen poetsen voor het vertrek
de brooddoos met het gebakje, het springtouw voor de middagpauze
Nog éénmaal wil ik wakker worden
met het weke lijfje aan mijn weke mond
Het hart op het hart
Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)
Lees verder “Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri”