Dolce far niente, Margreet Spoelstra, Hugo Brandt Corstius, Elma van Haren, Oliver Wendell Holmes Sr.

 

Dolce far niente

 


Zomerraam door Stanislav Joukovski, ca. 1930

 

Seizoenen

Ik sprokkel late stukjes
zomer in fragmenten
geel. De lente laat ik heel.
Het schuchter groen – nog nooit
kon ik wat aarzelt breken.

Jouw geur vleugt onvergeten door het gras.
Weet jij de bomen nog? En nog
waarom het was dat ooit
de herfst begon en onze dromen
met de vogels weken?

Nee, spreek niet van de winter –
het wordt nacht – de winter wacht wel
want de tijd beweegt zich
zonder haast nu
van ons af.

Kom, sluit je ogen en vergeet
voor even alle storm, de kou
en laat het donker aan voorbije dagen
en laat de zon aan wat niet meer zal zijn.
Ik open de gordijnen.

Dan, in het strijklicht van de maan,
herken ik je
en heb ik je
nog even
lief.

 

 
Margreet Spoelstra (Vrouwenpolder, 1952)
Vrouwenpolder, de geboorteplaats van Margreet Spoelstra

 

De Nederlandse schrijver en wetenschapper Hugo Brandt Corstius werd geboren in Eindhoven op 29 augustus 1935. Zie ook alle tags voor Hugo Brandt Cortius op dit blog.

Uit: Taal

“Als er een goed geschreven boek over ademhalingstechnieken zou verschijnen, lijkt het me waarschijnlijk dat ik vóór het eind bereikt te hebben gestikt ben. Een dergelijk effect heeft Edward Sapir’s Language. In de hoofdstukken die de zinsconstructie behandelen is het zwaar lezen omdat men op iedere zin de theorie gaat toepassen en de zin van de zin de lezer dus ontgaat. Bij andere hoofdstukken kunt u beter uit de buurt van medemensen blijven omdat u verplicht bent hottentotse woordcombinaties uit te spreken.
Ondanks deze moeilijkheden is het klassieke boek van Sapir over de taal uiterst lezenswaardig. Het is geen gewoonte herdrukken te bespreken, maar de verschijning in de Harvest Books-reeks verdient wel een vermelding omdat dit nog steeds het boek is dat iedereen lezen moet die belangstelling voor ‘taal’ heeft. En wie heeft dat niet? Er was een tijd dat de taalwetenschap een typische lekenwetenschap was, een hobby voor de avonduren. De etymologie is er nog niet geheel van bekomen. Zo’n algemene belangstelling heeft zeker zijn goede zijden, al was het maar om Hillenius de gelegenheid te geven een nieuwe theorie te ontwikkelen, maar er zijn ook nadelen in de vorm van allerlei roestige misverstanden. De werkwijze van Sapir is dat hij in elk hoofdstuk begint met de bestrijding van allerlei misvattingen. Na deze zuivering kan hij dan zijn gang gaan. Het negatieve bestanddeel is zeker niet het onbelangrijkste gedeelte: taal heeft geen onomatopeïsche oorsprong, er bestaat geen hierarchie in de talenverzameling, de taal is geen uiting van het nationaal temperament, taal, ras en cultuur zijn begrippen die niet corresponderen. Zijn Duitse jeugd en de kennis van alle oorspronkelijke Indianentalen verhinderen Sapir niet om dit in buitengewoon helder Engels uiteen te zetten.
Het positieve blijft niet achterwege: de definitie van taal, de spraakelementen, de fonetiek, de grammatica, de syntaxis, de verandering van een taal, de wederzijdse beïnvloeding, literatuur en taal, al deze onderwerpen worden door Sapir behandeld op een wijze die nu na dertig jaar nog steeds in grote trekken aanvaardbaar is.
Eén probleem blijft onopgelost: Hoe komen we aan onze taal? We kennen dank zij Sapir een aantal manieren waarop het zeker niet gegaan is, maar hoe het wel ging is nog duister.
Deze vraag is door speculatie niet op te lossen. De toch niet onverstandige Simon Stevin kwam door bespiegelingen tot de conclusie dat er in het paradijs Nederlands werd gesproken. Alleen de empirische methode kan hier baat brengen.”

 

 
Hugo Brandt Corstius (29 augustus 1935– 28 februari 2014)

 

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

Twee mannen

In krullen vleien zich de herinneringen vast
aan deze man, die anders is, meer doet denken aan.
– Eén kant verdampt al,
een gedaante, lopend door kokende regen.
Nu hij zijn rechterbeen vooruit zet,
vervaagt het been.
Zijn arm wordt bleekgroen,
alsof je door een beslagen ruit kijkt,
waarover druppels lopen.
Een spoor, een staart
van dun water achter zich aan,
het zaad van die man of het haar van die man,
half uit water, half uit vlees,
als een droom over een man.
Hij is gemaakt van schuim, vol blonde haartjes,
die op zijn voeten beginnen, omhoog,
tot aan de grens waar hij zich scheert –
Maar deze man is donker en duidelijk aanwezig.
’s Ochtends heft hij zijn gewichten, hij is naakt en
laat zijn spieren bewegen.
Dan komt de herinnering binnen rollen,
omkrullend door de zon,
verbleekt, blond.

De één heeft iedere band met de mensen verbroken.
Hij is onverstoorbaar in zijn onrust,
een schildpad,
een eiland op weg naar de zee.
De ander haalt de mensen bij zich binnen
met woorden als haken.
In hem staat een kind, dat roept naar de volwassenen.
Het kijkt naar hen op en roept, U, U

 

 
Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)
Roosendaal

 

De Amerikaanse dichter, schrijver, arts en hoogleraar Oliver Wendell Holmes Sr. werd geboren in Cambridge op 29 augustus 1809. Zie ook alle tags voor Oliver Wendell Holmes Sr. Op dit blog.

 

Sun And Shadow

As I look from the isle, o’er its billows of green,
To the billows of foam-crested blue,
Yon bark, that afar in the distance is seen,
Half dreaming, my eyes will pursue:
Now dark in the shadow, she scatters the spray
As the chaff in the stroke of the flail;
Now white as the sea-gull, she flies on her way,
The sun gleaming bright on her sail.

Yet her pilot is thinking of dangers to shun,–
Of breakers that whiten and roar;
How little he cares, if in shadow or sun
They see him who gaze from the shore!
He looks to the beacon that looms from the reef,
To the rock that is under his lee,
As he drifts on the blast, like a wind-wafted leaf,
O’er the gulfs of the desolate sea.

Thus drifting afar to the dim-vaulted caves
Where life and its ventures are laid,
The dreamers who gaze while we battle the waves
May see us in sunshine or shade;
Yet true to our course, though the shadows grow dark,
We’ll trim our broad sail as before,
And stand by the rudder that governs the bark,
Nor ask how we look from the shore!

 

 
Oliver Wendell Holmes Sr. (29 augustus 1809 – 7 oktober 1894)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus  ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Margreet Spoelstra

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichteres en schrijfster Margreet Spoelstra werd geboren in Vrouwenpolder in 1952. Spoelstra volgde een opleiding aan de Sociale Academie en werd in 1979 maatschappelijk werkster in Eindhoven. In 1985 startte ze met de opleiding theologie in Utrecht, die zij later vervolgde in Amsterdam. Nadat ze een periode werkzaam was als pastor in de oecumenische basisgemeente “Jonge Kerk” in Roermond, werd ze geestelijk verzorger in de gezondheidszorg. Vanaf 1992 is zij als dichteres actief. Het werk van Spoelstra wordt gekarakteriseerd als muzikaal. In 1996 publiceerde zij de bundel “Blauwe regen”, in 2000 gevolgd door “Cirkels en lijnen”. In 2003 verscheen de CD Zomerregen met teksten van onder anderen de dichteressen M. Vasalis, Judith Herzberg en Ida Gerhardt en met een tekst van Spoelstra: “Beth, een huis voor onderweg”. Teksten van Spoelstra zijn ook opgenomen in “Zingenderwijs” (2005), een bundel nieuwe teksten op bestaande religieuze melodieën met bijdragen van onder meer Huub Oosterhuis. In 2015 verscheen de verhalenbundel “Kleuren van Kloostervelden”.

Gras

het was heel vreemd ik wist het ook pas later
de trein was al het wit alweer voorbij
dat kievitwit van weiden en de snater
van ongehoorde eenden en toen hij

weer ademhaalde en mijn kaartje vroeg
was het alsof de nooit geweest vervlogen
herinnering dat lichte niet verdroeg
ik vond mijn kaartje met gesloten ogen

een muur vol graffiti een brug die brult
wat late spruitjes nog en boerenkolen
volkstuinen bol van narcis en violen
een bel, een overweg, een groene molen

maar ergens weet ik gras dat witverscholen
een conducteur en mij van licht vervult

 

Keervers

als rood en weemoedig het daglicht gaat liggen
commissies weer zwijgen den haag zich verbergt

tirannen in bunkers de weldoener spelen
de lente een klaproos op slagvelden legt

als kinderen vragen waar vaders naar toe zijn
als wie er asiel zoekt geen brood krijgt maar steen

dan weet ik van zeeën
van nooit en nog verder
en dat liefde vluchtte
per voertuig verdween

er stroomt nog wat water door stille rivieren
er houdt nog één boompje haar blad even vast

de adem van morgen valt wit op de golven
legt zorgzaam een deken op hemelsblauw gras

 

 
Margreet Spoelstra (Vrouwenpolder, 1952)