De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.
Uit: Een seizoen in het paradijs (Vertaald door Adriaan van Dis)
“Ik getuig voor God en mensdom dat ik heb gedaan wat ik kon doen. De mens is zwak. Nu staat Ashoop weer ergens te treuzelen. En stel je nou voor dat iets op het allerlaatste moment misloopt. Als alles nu in duigen stort? Stel dat een aardbeving de startbaan splijt of dat een doof musje zich nestelt in een van de straalmotoren of dat de Sovjetters en de Amerimoordenaars besluiten om juist deze morgen hun uitstaande geschillen te beslechten?
Maar uiteindelijk. Les passagers pour Nice, Kinshasa, Johannesbourg sont invités… De balans slaat door, we gaan het onvermijdelijke in, we worden van de ene in de andere werkelijkheid geschonken. In een afgeschut hokje worden we gevisiteerd door agenten die duidelijk hun handen kennen. Camera in de lucht, de lens naar boven gericht, en druk op het knopje. Sluiterklik. Zeker bang dat het schiettuig is. En aan boord. Ventilatie. Riemen vast. Laatste psalm.
Ik voel kriebels tussen de schouderbladen waar de vleugels groeien. De dag daagt over Parijs: grijze gebouwen, grijze rook uit de grijze schoorstenen, opgenomen in de grijze lucht. De zon hangt groot en rood en onwerkelijk even boven de horizon van het stadsgroen, zoals een zon op een grijze foto.
Wanneer ieders oren flink zijn dichtgeklapt, rolt het vliegtuig naar voren, en plotseling springen we bijna loodrecht op in de lucht. De huisjes en straatjes met de eerste vroege-ochtend mieren vallen verschrikkelijk snel onder ons weg, worden irreëel en potsierlijk. Over de vlucht zelf valt niet veel te zeggen. Mensen die gehypnotiseerd worden, die met open ogen zwijmelen als levende lijken, ondergaan waarschijnlijk dezelfde ervaring als wij vandaag beleven. Je bent voorbestemd. En afgesteld, als een bom met een ingebouwd mechanisme die jou richt op een doel waar je op een vooraf bepaald ogenblik zult ontploffen. Je eet, je probeert te lezen, je kijkt zonder enige belangstelling uit het raampje, je denkt, je slaapt, je sluit je ogen en ziet alles, het zal nooit weer donker worden, je schrikt wakker en beseft dat je niet hebt geslapen, je leest, je eet, de zon is in je hoofd maar het is een zilverkleurig object, heel licht, van metaal gemaakt, zonder enige hitte, de zon is een vis in de lucht. Nice? Een vliegveld, winkels, passagiers met bontjassen en geïllustreerde tijdschriften, glanzende vloeren, douaniers met kepie’s. Pas boven de Sahara word je weer door de opwinding gepakt. Hoe grandioos en eindeloos is zo’n land! We vliegen hoger dan de vlieswolken maar we zien van de rotsformaties en zandkolken onder ons elke rif en rib en duin en versteende tuin, de subtiele kleurnuances van okergeel over grijs naar baksteenrood. Afrika! Afrika heeft een andere dimensie. Het heeft iets dat zich helemaal niet stoort aan de mens en zijn kleine futiliteiten, iets dat absoluut los staat, en onaantastbaar. Europa is een getemd, bijna zwakzinnig beest, als een koe met puistjes of een kat met verrotte tanden. Maar Afrika is eeuwig. In Afrika is de mens een zwerver, een bezetter, een vergankelijk fenomeen. De Europeaan heeft zijn grond naar behoefte bevuild; de Afrikaan moest zich zelf bij Afrika aanpassen. Niet om bezit te nemen, maar om geduld te worden – of om er deel van te kunnen uitmaken. Wat telt een leeftijd in Afrika? Het is een lange snoer kralen van oerouders tot nageslachten, een kralensnoer dat klikt en klakt, dat makkelijk breekt en uit elkaar spaten in het zand verdwijnt, en de kralen zijn in ieder geval alleen maar besjes van de boom of van klei. De mens was altijd in Afrika. De Afrikaan hoeft niet te weten waar hij vandaan komt of waar hij naar toe gaat. Hij hoeft het niet te weten want hij heeft nog nooit onder de waan geleden dat hij het niet weet.”
De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook mijn blog van 17 september 2010 en eveneens alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.
Een soort lied
Laat de slang wachten onder
haar groen
en het schrijven
van woorden traag en snel zijn, fel
in het toeslaan, stil in het wachten,
slapeloos.
– om de mensen en de stenen
te verzoenen in de metafoor.
Componeer. (Geen ideeën
dan in dingen) Vind uit!
Steenbreek is mijn bloem, ze splijt
rotsen.
Vertaald door Huub Beurskens
Zie voor de schrijvers van de 16e september ook mijn blog van 16 september 2019 en ook mijn blog van 16 september 2018.