De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.
Uit: Ferrara
“Heel lang is de dood voor ons geen onderwerp van gesprek geweest. Ook niet nadat Peter was overleden, toen we nog geen twintig waren. Het hele idee ‘dood’ vonden we verwerpelijk. Peter was gestorven op de Ventoux, dat viel niet te ontkennen, we stonden er met onze neus bovenop, maar dat was toch wat anders dan dood in de betekenis van einde, afgelopen, van de woordjes The End in de bioscoop.
We vormden een bloeiende coöperatie van gedeelde herinneringen, en daarvan maakte Peter nog deel uit. Hij kon er elk moment bij komen zitten, met z’n getekende dichtershoofd – sterker: hij zát er regelmatig bij. We waren jong en niet van plan ooit oud te worden. Wie oud wordt komt terecht in de gevarenzone en dat was geen optie.
Keith Richards en Mick Jagger waren onze helden en we sloegen geen concert over. Niet vanwege de muziek, die kenden we nu wel, maar omdat ze op het podium als apostelen van de eeuwigheid ons credo verspreidden: dood is onzin en oud worden een gotspe, laten we erover ophouden.
We waren ook bij Leonard Cohen toen die in de Ziggo Dome zijn negenenzeventigste verjaardag vierde met een lang en weergaloos concert. Toen hij drie jaar later toch overleed, vonden we hem een onbetrouwbare boeddhist.
Ontkenning? Wat is er eigenlijk tegen ontkenning? Ontkenning is prima en maakt het leven een stuk leuker. Ontkennen is niet zielig, zoals je weleens hoort beweren. Het vereist moed en vastberadenheid. De erkenners, die zijn de pest. Ze boren alle hoop de grond in.
Wij – ik bedoel David, Joost, André en ik – hadden ons lang verschanst achter hoop en onkwetsbaarheid; niet individueel maar samen, een onneembaar bolwerk tegen sterfelijkheid en wanhoop.
De eerste scheurtjes in de verdedigingslinie ontstaan wanneer je kinderen krijgt. De gedachte aan hun dood maakt je waanzinnig. Dat is het moment waarop je gaat denken: als er dan toch zo nodig moet worden gestorven, dan maar door mij. Je bent ineens bereid je eigen eindigheid te erkennen, niet van harte, onder protest en voorwaardelijk, maar je zwaait met de witte vlag en geeft je over aan het onvermijdelijke.”
De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.
Vuil
Gezichtspoeder, buskruit, anthrax-talkpoeder,
schilfertjes ijzer, as van crematoria, schijfjes
verpulverend poëziepapier – dat alles in mijn kluis,
en vuil, tanks, tempels, tempels vol met vuil.
Zaag-, zijde-, kalkvuil en kaf,
het vuil van het schuim van een stier, zijn kop zwaaiend
omdat-ie droomt dat de dood
aan komt kwijlen: vuil zelfs van de gepoetste,
schoongeschraapte Aegeïsche kust,
massa’s die erover kwamen stromen, schreeuwend
tegen wie die dag, die eeuw of voor altijd
de vijand was, waardig om vuil voor te zijn.
Tenslotte, zwevend vuil van de oogst, eventjes
als dat half-plotse rukje in de vlucht
van de havik, als de hoekjes van licht
door de bladeren van de bruinwordende essen.
Dierlijk vuil, mineraal, mentaal, allemaal verzameld
niet in de doos van sexy Pandora, niet
in de ark waar het vuil van heiligen
die zouden willen stollen als modderspul, nog siddert –
Gewoon deze leren, verweerde, ouwe doos,
groot als een hart of brein, het roestig slot verbrijzeld,
hengsels huilend van vreugd dat ze weer mogen tillen . . .
gezichtsvuil, buskruit, vuil, dierbaar vuil.
Vertaald door Rob Schouten
Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.