De Nederlandse dichter Pieter Cornelis Boutens werd geboren in Middelburg op 20 februari 1870. Zie ook alle tags voor P. C. Boutens op dit blog.
Waar tijd en eeuwigheid elkaar beroeren
Waar tijd en eeuwigheid elkaar beroeren,
Worden de sterren in de nacht geboren,
Vuurbloemen die de rijzendranke roeren
Van donkre aardtochten naar Gods ooglicht boren.
En waar de heemlen van voor Hem vervloeren
Tot glazen glansbaan eindelozer koren,
Lijnen der stelslen weemlende contouren
Door ’t klaar kristal donkervermoede voren:
Door weerszijds-open venstren als door ogen
Schijnen de heemlen in elkaar en de aarde:
Liefde met liefde wisslen wondre waarden,
Aarddonker tegen Godslicht opgewogen ….
In evenwicht van gulden ruil geheven
Wandelt de wereld vleugelloos te zweven.
Uit: Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe
Tiende strofe (Fragment)
En geen van hen die alle leed en vreugd
vergeten voor den dagelijkschen slaap,
geen maag, geen vriend, geen lief blijft hun nabij,
of spant den schijn van zijn aanwezigheid
tot gouden aandacht die hun lijden deelt.
In eenzaamheid van angst en zelfverwijt
ontluiken langzaam hun verlaten oogen
tot helderdiep ontzag en zoetste schaamte,
de zuivre ootmoedigheid waardoor hun god
zich openbaren kan: hun onbewustheid
glijdt als een blinddoek weg voor hun gezicht.
Daar breekt door dien verteederde’ oogenbloei
het witte licht van zijn onzienlijkheid
in duizendvoudig geschakeerde glanzen
en spiegelt zich in ieder aardeding,
en allerweeg ontvonken zijne spranken
als sterren meerdren in den vroegen nacht –
en hij die nergens was, is overal.
Zoo draagt voor éen verrukten ademtocht
de ziel de weerld als haar doorzichtig kleed,
allevend middelpunt van ’t evenwicht
oneindger sferen siddrend overdauwd
met het versch vuur van haar verzaligd leed…
Doch als een bloem, door overfelle zon
verblind, den nacht nabij vreest en heur hart
wegsluit voor de overdaad van licht, zoo draagt
zij d’ aanblik niet van haar verheerlijking:
haar oogen schuw Gods vollen dag te zien
en huiverend voor zijn verdonkering,
dekken, onwetend dat hun eigen glans
hem schiep, in zich de wellen weg van ’t licht
waarvan hun schroom den weêrschijn wil ontgaan,
en haasten tastend naar den veilgen avond
de schaduw binnen van vertrouwden droom.
En als een minnaar ’t lang verloochend lief
verrast waar zij hem minst verwachten zou,
en wint de schuwheid van haar zaalgen schrik
met teederheid verdubbeld en bewijs
van volle en onvoorwaardlijke overgaaf,
zoo in de binnenkaamren van den slaap
onthult zijn duistre tegenwoordigheid
zich voor het eerst in schoonheid zoo volkomen
als geen oog langer dan éen blik beleven
en geen herinnering vasthouden kan.
De Duitse dichter en schrijver Björn Kuhligk werd geboren op 19 februari 1975 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Björn Kuhligk op dit blog.
Wat vaststaat
Ik ontken de tijdstippen, de oppervlakken
de plaatsen die moeten worden vastgepind
Ik hou van wat ik niet kan verpatsen
Ik haat waar ik anders van zou houden
Ik vertrouw het water, het onvermogen
de vaagheid, het zand
zolang ik me kan herinneren, begint
het wensen steeds weer van voren af aan
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e februari ook mijn blog van 20 februari 2019 en ook mijn blog van 20 februari 2016 deel 2.