Sibylle Berg, Ralf Thenior

De Duitse schrijfster Sibylle Berg werd geboren in Weimar op 2 juni 1962. Zie ook alle tags voor Sibylle Berg op dit blog.

Uit: Nerds retten die Welt

Als ich während der letzten Jahre des Kalten Krieges meinen Doktor in Sicherheitspolitik machte, hätten Sie sämtliche Seminare des Studiengangs besuchen können und dabei
nicht einmal mitbekommen, dass es Frauen auf dem Planeten Erde gibt. Das war eine völlig frauenlose Welt, in die ich da eingetaucht war. Auf meinem Lebensweg als Frau wurde
mir klar, dass es sich hierbei um eine Karikatur handelte.
Und ich bin zu der Überzeugung gelangt, dass sich viele der Wurzeln dessen, was wir schätzen – Frieden, Freiheit, Demokratie –, aus der grundlegenden politischen Ordnung
zwischen Männern und Frauen in der Gesellschaft ergeben.
Man kann keinen Frieden auf der Welt haben, wenn es keinen Frieden zwischen Männern und Frauen gibt. Solange Frauen unfrei sind und kein Mitspracherecht bei der Entscheidung über ihre eigenen Lebensräume haben, wird es keine Freiheit und keine Demokratie geben.

Es gibt verschiedene Theorien zu den Ursachen von Misogynie. Manche besagen, sie begann mit dem Entstehen der monotheistischen Religionen. Dem gegenüber stehen jedoch die Initiationsriten junger Männer, die sich vom Weiblichen reinigen, um ein Mann zu werden. Wissen Sie mehr?
Aus meiner Sicht ist es eine Verknüpfung aus Evolution und kollektiven Entscheidungsprozessen innerhalb der Gemeinschaft. Religionen und Bräuche ergeben sich direkt daraus. Unser evolutionäres Erbe hat Männern einen Körper vermacht, der meist deutlich größer und deutlich stärker ist als jener der durchschnittlichen Frau. Darüber hinaus hat es die Evolution Männern ermöglicht, sich außerhalb ihres Körpers fortzupflanzen, während Frauen sich unter hohen körperlichen Belastungen in ihrem eigenen Körper fortpflanzen. Und schließlich hat es die Evolution Männern ermöglicht, Frauen gewaltsam zu befruchten.
Dennoch resultiert aus diesen drei Tatsachen keineswegs automatisch eine Ungleichstellung zwischen Männern und Frauen. Man könnte sich eine Gesellschaft vorstellen, die in
diesem evolutionär bedingten Kontext lebt und dabei die Gleichstellung von Männern und Frauen anerkennt und sogar institutionalisiert. Doch wie wir sehen, herrschen in den
meisten Gesellschaften der Welt Männer aufgrund dieses Sachverhalts über Frauen, und zwar ganz einfach, weil sie es können.“

 

Sibylle Berg (Weimar, 2 juni 1962)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Het beste, ouwe (1978)

Ik ga nu eerst mijn verjaardag vieren,
Ik zal heel kalm blijven
en niets doen
en gewoon mijn verjaardag vieren,
ik zal mijn hand schudden,
me op de schouder kloppen,
van harte gefeliciteerd ouwe jongen,
het beste enzovoort,
hou je haaks,
zal ik tegen mezelf
zeggen op mijn verjaardag,
‘s nachts om half twee
op het balkon
met de elfde fles bier
onder de grijze ochtendhemel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e juni ook mijn blog van 2 juni 2019 en ook mijn blog van 2 juni 2018 deel 2.

De Grote Poëzieprijs voor Liesbeth Lagemaat

De Nederlandse dichteres Liesbeth Lagemaat heeft voor haar dichtbundel “Vissenschild” De Grote Poëzieprijs 2021 ontvangen, de grootste jaarlijkse prijs voor Nederlandse poëzie. Dat werd maandagavond bekendgemaakt in radioprogramma Opium. De Grote Poëzieprijs is sinds drie jaar de opvolger van de VSB Poëzieprijs. Liesbeth Lagemaat werd geboren in Bergen op Zoom in 1962.  Zie ook alle tags voor Liesbeth Lagemaat op dit blog.

 

Venus (niet die van Botticelli)

Plan A; een gat in je gezicht geslagen,
met een voorhamer misschien of desnoods een tennisracket,
je moet begrijpen, het gaat hier om een straf, wij
spreken van rechtvaardigheden. Zinloosheid is

een parelmoeren doosje, een bijouterieënkistje
vol dierbare obsceniteiten, maar niettemin.
Mijn haar vloeit uit, azuur, mijn lijst is afgezet met
knalroze marshmellows, tempera ben ik, op hout.

Uit zeeschuim, werkelijk? Toch schijnt de wenkbrauw
niet meer dan een litteken, de slapen in hun weekdierenbestaan:
één duimafdruk volstaat. Ik, de met spinrag bedekte?
Kleefdraad, een web van ijzertaal, wij beminnen in woorden van glas.

Het gas is zand plus hitte. En jij noemt je Vulcanus?
Een huidschil dekt de ogbal toe, alles verliest zijn vorm.
De haar verdampt, wij werden gebouwd rond een haarvatenstelsel
van angst. Altijd veel te zachte vingers.

 

Snijd alle knopen los

de nacht een onschuldig anachronisme. Jurken
van grijs, de lichte rouw, in mijn bed krioelt het
van overgrootmoeders die haastige woorden nog
happen, de zwanenhalzen in elkaar verstrengeld.

Dit ochtendlicht een mes met benen heft, snijdt
knopen van de rouw. Mijn hoofdkussen mompelt
wat brokken Bach, mechanisch, maatstrepen
van crêpepapier. Waarom lachen ze dan,

de overgrootmoeders, en buigen alsof, bokkendansen
op een deun van pannendeksels en gebarsten fluitjes.
Ze zwaaien en struikelen weg in het rookgordijn
van deze dag. Een voetafdruk bewijst: ‘Ik ben een kloof.’

Scherfjes, ondeelbaar klein, geen mozaïek maar
as op onze lakens. Het duurt uiteindelijk allemaal
niet langer dan een maat of acht, ik vraag me af of
‘gulzig’ te plaatsen is voor ‘mes’.

 

Liesbeth Lagemaat (Bergen op Zoom, 1962)

Wiel Kusters, Ralf Thenior

De Nederlandse dichter, schrijver en letterkundige Wiel Kusters werd geboren in Spekholzerheide op 1 juni 1947. Zie ook alle tags voor Wiel Kusters op dit blog.

 

Zelfportret in as

‘freilich ist es wieder lyrik geworden’ – webern

Hij staat geheel tevreden
in het gat van de deur
met een hoge noot in zijn keel

de grens lijkt bereikt
de waanzin op zinnige wijze
in vegen as op witte muren
achter hem uitgedrukt

de wolkjes van zijn sigaar
zet hij in namen om, kreeftsomkering
van de allereerste
en laatste

een vaste baan
van ingewijde taal

nietsvermoedend vult hij
een kinderkamer met as en de tijd
van zijn krimpende corona

happend naar lucht
terwijl hij terugloopt,
naar binnen strompelt

 

Zout

Schapevlees, zout en een houweel.
Onthul mij mijn geheimen niet, gebroken tak van goud.
Ik schenk je beker vol en vul je broden. Maar ik ken je niet.
De zon draait zich nog eenmaal om, voor zij haar trap
opgaat. Een knipoog naar wie daalt. Ontken me niet.
Verbannen en vermand, met al mijn accenten. Houwelen.
Ik bleef onschuldig, maar ik was het niet. Verbrande brieven.
Ik ging mijn gangen na.
Geef mij mijn beker en dien op. Schapevlees en zout.
Gesmolten beeld van dit geheel: houwelen in een wond.

 

Trakls koper

Opgedolven bossen, losgeslagen bladeren, bomen aan touwen
omhoog gehesen.
Mijn gang door de struiken: lage takken, kale gewelven.
Najaarsdraden en de haas.

 

Wiel Kusters (Spekholzerheide, 1 juni 1947)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Volle maan boven Balkonia

De klimopripper uit het Rombergpark is weer als een waanzinnige de klimop aan het hakken. Maar dat stoort niemand op Balkonia. Men zit en drinkt Sangria con mucho alegria. Zojuist waren de wolken zalmrood van zonsondergang, nu is het al donker, schemerblauw met een violette gloed, en de vleermuis vliegt door het vierkant van de lucht in de achtertuin. Godzijdank mogen de buren niet meer barbecueën. Zou hij vandaag weer gaan hakken – De klimopripper? Goed mogelijk. Aan de overkant staat een eenzame vrouw en rookt. De maan is opgekomen. Een baby huilt. Dat is de maan! De baby schreeuwt harder. Dan snikt hij alleen nog maar, wordt het stil. De geur van de zomersering die uit het schuurdak groeit, stijgt op en zweeft door de achtertuin. Iedereen praat gedempt, lacht zachtjes, alleen op de derde verdieping gromt er één: altijd dat geklungel met dat weerwolvengebit!

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e juni ook mijn blog van 1 juni 2020 en eveneens mijn blog van 1 juni 2019 en ook mijn blog van 1 juni 2018.

Connie Wanek

De Amerikaanse dichteres Connie Wanek werd geboren op 1 juni 1952 in Madison, Wisconsin, en groeide op in Las Cruces, New Mexico. In 1989 verhuisde ze met haar gezin naar Duluth, Minnesota. Ze verdeelt nu haar tijd tussen Minnesota en New Mexico. Haar werk verscheen in Poetry, The Atlantic Monthly, The Virginia Quarterly Review, Quarterly West, Poetry East, Prairie Schooner, en Missouri Review. Ze heeft vier dichtbundels gepubliceerd, één boek met kort proza, en was co-editor (met Joyce Sutphen en Thom Tammaro) van de uitgebreide historische bloemlezing van vrouwelijke dichters uit Minnesota, genaamd “To Sing Along the Way” (New Rivers Press, 2006). ). Ted Kooser, Poet Laureate of the United States (2004-2006), benoemde haar in 2006 tot Witter Bynner Fellow van de Library of Congress.

 

Monopoly

We used to play, long before we bought real houses.
A roll of the dice could send a girl to jail.
The money was pink, blue, gold, as well as green,
and we could own a whole railroad
or speculate in hotels where others dreaded staying:
the cost was extortionary.

At last one person would own everything,
every teaspoon in the dining car, every spike
driven into the planks by immigrants,
every crooked mayor.
But then, with only the clothes on our backs,
we ran outside, laughing.

 

After Us

I don’t know if we’re in the beginning
or in the final stage.
— Tomas Tranströmer

Rain is falling through the roof.
And all that prospered under the sun,
the books that opened in the morning
and closed at night, and all day
turned their pages to the light;

the sketches of boats and strong forearms
and clever faces, and of fields
and barns, and of a bowl of eggs,
and lying across the piano
the silver stick of a flute; everything

invented and imagined,
everything whispered and sung,
all silenced by cold rain.

The sky is the color of gravestones.
The rain tastes like salt, and rises
in the streets like a ruinous tide.
We spoke of millions, of billions of years.
We talked and talked.

Then a drop of rain fell
into the sound hole of the guitar, another
onto the unmade bed. And after us,
the rain will cease or it will go on falling,
even upon itself.

 

Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)