Steffen Popp

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Auratische Flurkunde

I
Unmerklich stilbildender Wind aus Nordwest
und das Garagentor formen ein strömendes Rechteck
das emotionale Projekt, verstimmt
hängt es vor uns, in der Luft, atmet angestrengt
wir suchen die Ordnungen der Liebe
im Gespräch zu binden, auf langen Waldgängen
durch Nebel.

II
Das Herz schäumt groß in seiner Schmerzenslaube
wildes Gerank, Geschrei, trockene Rosen, Stille
Dunkelheit wächst geometrisch, in leisen Reihen
im Seerosengürtel der Insel, treibendes Entengrün
und Wälder sind und
Gründe, darin du schwindest
das Areal, naturidentisch, korrekt bebrütet
die Einsamkeit deiner Gummistiefel, pragmatisch
unter den weißen Knien
und tönt nicht, durch das Gegröl verirrter Zeugen
der Biosphärengesang deiner Schwäne, am Abend.

III
Immer in Graden von Müdigkeit
eingeschneit in Gebirgen, der Ebene, dem eigenen Leib
begegnen – einem
in selbst erzeugten Nebeln, fern
schwimmenden, lichtüberwachsenen Ufer …
Seltsame Korrespondenz mit Narzissen, Steinbrech
diese besondere Technik hieß »wohnen«, »Zuhaus«
wir aber wollten tiefer, in den Destillen der Zartheit
das unverstörte Ja niemals beenden
die Wörter, ihr Elend, Pinguinspuren im Packeis
– dir zusehen beim Gehen, Atmen, deine kindischen
Fäuste betrachten im Schlaf …

IV
Das Sprechen zermürbt die Gemeinde der Schmerzen
Zukunft besiedelt das Denken wie ein Pilz, wie Feuer
ein rotes Pferd steht in der Rotunde, aus Kupfer
das Blut in deinen Fingern, die Festbeleuchtung
hängt in den Kronen wie ein verwelktes Klavier.
Unruhig herumlaufen, einzelne Tasten anschlagen
manchmal lockt die Musik etwas hervor
der Augenblick, eine Sehnsucht im Spiel der Zweige
Liebende aus schlechtem Stein künden die Nacht an
kalte Fusion, Kentaur
wer in den Umkreis der Bäume tritt, ist allein.

 

… wilde de boom nader identificeren

… wilde de boom nader identificeren, wreef mezelf
tegen zijn bast, mijn kenmerken de vacht van een ezel
de met modder bedekte huid van een bruine pad
in de herfst – wreef met mijn bomen, hout

en struiken, tegen de boom. Hij zei niets,
gooide alleen schors, resten van vogels, bladeren
vanaf verdiepingen, aan het zicht onttrokken,
op mijn zingende hoofd. Bleef waar, onbereikbaar

in zijn traagheid, nabijheid die uit oneindige
verte me aanspoorde tot dwaze sprongen, droevige
loofgezangen – zo leefden we zij aan zij
twee wezens, welnu, toen hij iets zei, was ik het

toen hij zweeg. Lange tijd dacht ik dat ik alleen
een wat grovere kever was op zijn houten lijf
later echter over velden naar huis gegaan
leek het me dat hij alleen was, onder sterren, dieren

die hem impulsen, stijlen, al was het maar als kenmerken
aandroegen, zich wreven hem omcirkelden, weg liepen
Ik was slechts een van hen en hij had genoeg voor ons allemaal:
aan taal, aan liefde, aan eten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.