De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Dat is vandaag precies 100 jaar geleden. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.
Uit: De donkere kamer van Damokles
“Osewoudt ging op de grond zitten, zijn knieën opgetrokken, zijn handen kruiselings op zijn voeten. Het meisje kwam steeds dichter in de buurt van het huis, zij zwaaide nu niet meer met de tas, maar had haar handen in haar jaszakken gestoken, ook de hand waarmee zij de tas vasthield. Hij haalde zijn pistool uit zijn binnenzak, schoof de zekering heen en weer en nam het magazijn uit de greep. Hij bekeek het magazijn aan alle kanten, blies erop en stak het weer in zijn pistool. Toen sloeg hij zijn ogen op en zag een eekhoorn die aan de voet van een beuk naar hem keek, de twee voorpootjes al tegen de stam. Osewoudt deed het pistool in de rechterzak van zijn regenjas en stond op. De eekhoorn schoot de boom in. Hij keek opnieuw naar het huis en zag even later dat het meisje binnengelaten werd. Door wie zij ontvangen werd, kon hij niet zien. Hij peinsde: zij moet geweten hebben dat Marchiena Siemerink met dezelfde trein zou komen, want deze Lagendaal zal haar naar haar naam vragen. Er moet rekening gehouden worden met de omstandigheid dat hij wist hoe de jeugdleidster heten zou die zijn kind zou halen. Dus moet Dorbeck die naam ook geweten hebben, of beter: hij zou hem hebben moeten weten en ‘Hé jij’ heeft hem ook geweten. Mogelijk. Toch, ik heb er niets van gemerkt. Eerder geloof ik dat ze het niet geweten hebben, alleen geweten met welke trein zij zou komen en erop hebben gerekend dat ik haar onschadelijk zou maken. En als het eens mislukt was? Hij keek naar de deur van het huis, maar die bleef gesloten. Hij wachtte al tien minuten. Toen zag hij het meisje van achter het huis vandaan komen. Zij hield een fiets aan de hand, achter op de fiets zat een kind. De tas hing aan het stuur. Naast haar liep een man, blootshoofds. Nu afscheid nemen en wegrijden, dacht hij, in godsnaam, schiet op! Maar zij namen geen afscheid van elkaar. Het meisje bleef lopen en de man liep naast haar, druk pratend. Hij scheen van plan te zijn haar een eindje weg te brengen. Nu zag Osewoudt bovendien dat de man zich eigenlijk het meest met het kind bezighield. Waarschijnlijk had het kind niet bij zijn ouders vandaan gewild, een keel opgezet en liep de man mee om het te troosten. De man was corpulent en niet groot van stuk. Hij had niets op zijn hoofd, hij was zomaar in zijn colbertje naar buiten gelopen. Hij had een lange, spitse neus, zover uitgerekt dat er in zijn gezicht plooien gekomen waren die er parallel mee liepen. Een kleine, lippenloze mond zat er vrijwel helemaal onder weggescholen. Bij elk woord dat hij tegen het jongetje zei, leek het of hij het afsnauwde, maar het kind zat luid te schateren. Wat er gezegd werd, kon Osewoudt niet verstaan. Ze kwamen tamelijk dicht in zijn buurt, hij had ze met een steen kunnen raken, toen werden ze onzichtbaar achter de bomen.“
De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.
atomic tangerine
een deur, wat voor een praktijk,
een slot, scharnier, kraag-
staafjes, daarmee meet je
stalen deurkozijnen, beton, dossiers
en ja, dossiers. “zo doen we
het licht uit «, op stapels van
papier, maar griezelgrijs is toch ook
een kleur, volstrekt zakelijk met de
bezemsteel, bijna zoals thuis, alleen
hoger, het derde deel van het karma-
spel ging niet door, no alarms and
no surprises, een gang, wat
voor een buis, pizza uit de
koekjestrommel, en daarbuiten
wordt het steeds witter, met kerst-
mis, zegt men, is dat zo traditie,
glinsterhekken, nog een laatste privé-kamerbiertje
maar please, couldn’t you let me out of here
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.