De Nederlandse schrijver Philip Huff werd geboren op 28 september 1984 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Philip Huff op dit blog.
Uit: De ochtenden
“Ik werd wakker in het bed van mijn broertje. Mijn uitgestoken arm, die onder zijn rug lag, sliep nog. Hij tintelde van mijn schouder tot aan de toppen van mijn vingers. Ik keek naar mijn broertje, naar zijn oorschelp, naar de kleine, ronde, kronkelende lijnen.
Voorzichtig, zonder hem wakker te willen maken, trok ik mijn arm onder zijn rug vandaan. Ik drukte mijn lippen op zijn wang – zacht nog, zonder baardgroei. Hij was zes jaar oud.
Ik stapte het bed uit, liep naar de deur en haalde het haakje los. Op de gang lag een bloempot, in vele stukken uiteengevallen. Op het lichtgroene vloerkleed was het restant van een grote vochtvlek te zien. De bloemen lagen verspreid op de grond. Alsof een orkaan ze had opgetild, en hier had neergegooid.
Ik ging naar de wc en moest zo lang plassen dat ik dacht dat er geen einde aan zou komen. Mijn mond was droog. Ik likte mijn lippen.
*
Het bed van mijn ouders was leeg. De donsdeken lag aan één kant opgeslagen, het onderlaken was gerimpeld en zag er klam uit. Op de vloer lag een kapotgeslagen lijst, en veel glas. Ik moest uitkijken voor mijn blote voeten. Ik keek naar de foto: het was een foto van het huwelijk van mijn ouders. Mijn moeder houdt mijn zus vast; haar ogen zijn gesloten.
Ik keek naar mezelf in de spiegel van de klerenkast. Ik had een klein kinderlichaam, met meisjesarmen, en een ronde buik. Twee knokige knieën. Kleine voeten nog. Ik ademde diep in, trok mijn schouders recht, en stootte mijn borst vooruit. Dat was beter. De deur van de klerenkast stond een klein beetje open. Ik trok hem verder open.
De klerenkast van mijn vader. Een lange rij jasjes – grijs, donkerblauw, lichtbruin – met daaronder een rij schoenen, ook lang en met dezelfde kleurschikking. Op de planken, waarvan ik voor het grootste deel de onderkant zag: polo’s, truien, en shirts. Aan de binnenkant van de deur hing een rij dassen, naast elkaar, op elkaar, over elkaar. Het waren er ontelbaar veel. Ik pakte er een in mijn handen. Het was een zwarte das, met diagonale grijze en gele strepen. De stof gleed zacht door mijn handen. Ik deed de deur dicht, zag mijzelf in de spiegel en hing de das om mijn nek. Ik kon hem niet strikken, dus maakte ik er een soort van geïmproviseerde knoop in. Met de das om liep ik de gang weer in.”
De Engelse dichter John Keats werd geboren op 31 oktober 1795 in Finsbury Pavement in Londen. Zie ook alle tags voor John Keats op dit blog.
Op de dood
I
Kan dood slaap zijn, als leven dromen is
En het geluk vervliet als ijdle schijn?
De korte vreugd laat ons geen heugenis
En toch lijkt ons sterven ons de diepste pijn.
II
Vreemd is het, dat de mens op aarde zwerft
En leeft in weedom, maar geen uur verzaakt
Zijn doornig pad; en dat zijn blik hier derft
Het zicht op streken waar hij straks ontwaakt.
Vertaald door Bert Voeten
Zie voor nog meer schrijvers van de 28e september ook mijn blog van 28 september 2020 en eveneens mijn blog van 28 september 2018 en ook mijn blog van 28 september 2017 en eveneens mijn blog van 28 september 2014 deel 1 en eveneens deel 2.