Frans Kellendonk, Eva Meijer, Reginald Gibbons

De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook alle tags voor Frans Kellendonk op dit blog.

Uit: Mystiek Lichaam 

De poort werd bekroond door de naam Doornenhof in smeedijzeren letters. Erachter, en achter het gras dat grauw zag van de heiigheid, achter de perebomen die glommen als lantaarnpalen, stond een hoog en ondiep huis. De ramen in de voor- en zijgevels waren gevat in gestucte lijsten met gargouilles. Wanneer het regende gulpte het water uit hun loden kelen, om het huis lag dan een ring van geklater.
Die ring bleef dan aan de achterkant open. De achtergevel was blind, op een lage deur na. Onder de witkalk waren daar de littekens van een amputatie zichtbaar. Het huis leek een half huis, de stenen roerloosheid leek te verlangen naar een verloren wederhelft. Maar die wederhelft was er nooit geweest. Het pand maakte zo’n onvolledige indruk omdat het vroeger gediend had als woonhuis bij een boerderij, waarvan de bedrijfsgebouwen in de loop der jaren waren gesloopt en het land stukje bij beetje was verkocht. Stukje bij telkens duurder beetje was het land gevoerd aan het garagebedrijf links en aan het recreatieterrein aan de zuidkant. De Doornenhof ging langzaam op in geld.
Tussen de poortspijlen en fruitbomen door, achter het raam linksonder, kon je ’s avonds Gijselhart zien zitten. Daar had hij zijn kantoortje. ‘Comptoirtje’ zei hij ouderwets. Hij had dan het avondblad voor zich liggen, opengeslagen op de advertentiepagina of de pagina financiën. De pendellamp was dicht op de krant getrokken en belichtte alleen de onderste helft van zijn gezicht. Baardstoppels flonkerden als rijp, terwijl hij over het montuur van zijn leesbril en over de krant heen zat te staren. De oude lippen rekten zich traag, stulpten zich uit, twee slakken.
Avond aan avond speelde hij daar zijn spelletje solitaire. Er zwermden dan in zijn hoofd getallen rond die guldens vertegenwoordigden en samen als het goed was het bedrag één miljoen moesten vormen. A.W. Gijselhart was miljonair, maar binnen de klasse der miljonairs behoorde hij tot de minima. Hij had de grootste moeite om zich te handhaven boven de magische streep die hem scheidde van al degenen die financieel geen naam mochten hebben. De getallen in zijn hoofd hadden de zenuwslopende onhebbelijkheid om af te dwalen van de zwerm, als je even niet keek tot een lager getal te verspringen of zelfs op te lossen in het niets. De balans die zijn accountant ieder jaar voor hem opmaakte kon hem over zijn rijkdom even weinig vertellen als een luchtfoto over de dramatiek van het weer.“

 

Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)

 

De Nederlandse schrijfster, beeldend kunstenares, filosofe en singer-songwriter Eva Meijer werd geboren in Hoorn op 7 januari 1980. Zie ook alle tags voor Eva Meijer op dit blog.

Uit: Zee Nu

“Het duurde even voor de mensen begrepen wat er aan de hand was.
De eerste dag leek er ook weinig aan de hand: de zee komt de ene dag verder het strand op dan de andere en de dijken waren hoog en breed genoeg. Een enkele strandwandelaar voelde dat er iets niet in de haak was. Maar wat. Ze vergaten het voor ze thuis waren.
De tweede dag naderde de vloedlijn op verschillende kustplekken de duinen. Een aantal burgemeesters van badplaatsen schakelde experts van Rijkswaterstaat in: mannen met koffertjes die in tweetallen kwamen, metingen deden en weer vertrokken. Ze konden er niets over zeggen, de metingen moesten eerst worden geanalyseerd. Ondertussen, in de loop van de middag van die tweede dag, begonnen de mensen over dit zeldzame natuurverschijnsel te praten – want zo noemden ze het in het begin: een zeldzaam natuurverschijnsel. In Scheveningen maakte een restauranteigenaar een foto die hij op internet plaatste, in Domburg deed een metaaldetectorspeurder hetzelfde. Was het eerder zo lang vloed? Was dit nu de waterspiegelstijging waar ze voor waarschuwden?
Het is nog te vroeg in het verhaal om ons te buigen over de beweegredenen van de zee, maar een kleine omschrijving misstaat hier niet. De zee lijkt voor wie vanaf het strand over haar uitkijkt oneindig. Er is weliswaar een horizon, maar die verschuift zodra wij verschuiven en geeft alleen een optische grens aan. De zee leeft niet maar is ook niet dood, een staat waar de meeste mensen zich weinig bij kunnen voorstellen, hoezeer ze misschien ook aan de aanwezigheid van de zee zijn gewend. De zee bestaat uit water, net als mensen, maar heeft geen huid. Haar kleur en vorm zijn afhankelijk van de omgeving: de zon, de wolken, de wind. Mensen zijn ook gevormd door weer en landschap, maar toch veranderen ze niet zo mee met wat om ze heen beweegt, zeker de Nederlanders niet, het volk dat in dit boek centraal staat.
De zee denkt en voelt niet, tenminste niet op een manier die de mensen als zodanig kunnen herkennen, met hun denken en voelen, dat noodzakelijkerwijze beperkt is want gebonden aan hun fysieke gesteldheid en voorstellingsvermogen. Een dichter zou hier kunnen wijzen op de meerstemmigheid en het fluïde karakter van het gevoel, een filosoof op het belang van de erkenning van de materialiteit van het menselijk bestaan, toch brengt dat ze niet dichter bij de zee. Maar over de zee zoals gezegd later meer.”

 

Eva Meijer (Hoorn, 7 januari 1980)

 

De Amerikaanse dichter, redacteur en hoogleraar Reginald Gibbons werd geboren in Houston op 7 januari 1947. Zie ook alle tags voor Reginald Gibbons op dit blog.

 

Wilde bloemen

Coleridge schreef zorgvuldig een hele pagina
vol met ze, allemaal beginnend met de letter b.
Reisgidsen bewaren onze kennis
van hun tinten en vormen, hun voortplanting.
Veel gedichten hebben tere woordklanken geschapen –
als windgongs, niet voor de wind maar voor de adem van de mens –
uit hun mooie namen.
Aan de rand van de prairie in een hut
lijken, wanneer de donder dichterbij komt om hard op het dak te bonzen,
een paar van hen – in een hoek, breekbaar in een droge pot
waar de bedachtzame hand van een vrouw ze liet staan om te verwelken –
mee te waaien met de zich aandienende winden buiten,
wanneer de regen begint te vallen op al hun buigzame verwanten
in alle kleuren, onder een hemel in één kleur, of geen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Reginald Gibbons (Houston, 7 januari 1947)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e januari ook mijn blog van 7 januari 2019 en ook mijn blog van 7 januari 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Georgi Gospodinov

De Bulgaarse schrijver Georgi Georgiew Gospodinov werd geboren op 7 januari 1968 in Yambol, Bulgarije.  Gospodinov groeide op in Thracië. De roman “Het vertrek van de vliegende ploeg. Kroniek van de Bulgaarse opstanden van 1875/1876 van Zakhari Stoyanov had in zijn jeugd een grote invloed op hem. Gospodinov voltooide een graad in Bulgaarse filologie aan de Universiteit van Sofia en behaalde later een doctoraat in Nieuwe Bulgaarse Literatuur aan het Instituut voor Literatuur van de Bulgaarse Academie van Wetenschappen met een proefschrift over poëzie en media. “Film, radio en reclame bij Nikola Vapzaroen de dichters van de jaren veertig”.. Vanaf 1995 werkte hij als onderzoeksassistent aan de Bulgaarse Academie van Wetenschappen en van 1998 tot 2000 als docent essayschrijven en van 1999 tot 2000 in hedendaagse Bulgaarse literatuur aan de Nieuwe Bulgaarse Universiteit.Gospodinov verwierf internationale bekendheid met zijn debuutroman “Natuurlijke roman” (1999), die inmiddels in 25 talen is vertaald. Het tijdschrift New Yorker omschreef het boek als een ‘ongebreideld, experimenteel debuut’.In 2011 verscheen zijn tweede roman “Физика на тъгата” (De wetten van de melancholie). Gospodinov heeft ook twee toneelstukken geschreven, waaronder D.J. (afkorting van Don Juan), dat in 2004 in Sofia in première ging. Het won de prijs voor het beste toneelstuk van het jaar en werd ook opgevoerd in Frankrijk en Oostenrijk. Hij schreef ook de originele Bulgaarse versie van het libretto voor de Engelstalige opera Space Opera van Aleksander Nowak, die op 14 maart 2015 in première ging in het Poznań Teatr Wielki. Hij is ook een van de redacteuren van “Ik leefde het socialisme: 171 persoonlijke verhalen” (2006), het resultaat van een tweejarig internetproject dat tot doel had verhalen van gewone mensen over het leven onder het socialisme te verzamelen.Gospodinov schrijft regelmatig columns voor het Bulgaarse dagblad Dnevnik en Deutsche Welle en werkt als redacteur voor het Bulgaarse literaire tijdschrift Literaturen Westnik. In mei 2016 ontving Gospodinov de Orde van de Heiligen Cyrillus en Methodius I-klasse. In hetzelfde jaar ging de film Blind Vaysha van de Bulgaarse filmmaker Theodore Ushev, gebaseerd op een verhaal van Gospodinov, in première op de Berlinale 2016 en werd genomineerd voor de Academy Awards 2017 voor beste korte animatiefilm.Van januari tot juni 2019 verbleef Gospodinov in Zürich als Writer in Residence bij het Literaturhaus Zürich en de Stichting PWG. Gospodinov woont en werkt in Sofia.

Uit: Physik der Schwermut (Vertaald door Alexander Sitzmann)

„Und dann schnappte sich ein Zauberer die Schirmmütze von meinem Kopf, bohrte seinen Finger hinein und machte so ein großes Loch. Ich brach in Tränen aus, wie sollte ich mich mit kaputter Mütze zu Hause blicken lassen? Er lachte, blies einmal dagegen, und zum Erstaunen aller war sie wieder heil. Ein großer Zauberer.
Das war doch nur eine Illusion, Opa, höre ich mich sagen.
Damals war es Zauberei, sagt mein Großvater, später wurde es zur Illusion.
Aber ich bin schon dort, 12 Jahre alt, wir schreiben wohl das Jahr 1925. Da ist der Fünfer, den ich fest in der Hand halte, schweißnass, ich spüre seinen Rand. Zum ersten Mal bin ich allein auf dem Jahrmarkt und habe Geld. Hierher, meine Herrschaften … Kommen Sie und sehen Sie den Python, vom Kopf bis zum Schwanz drei Meter lang, vom Schwanz bis zum Kopf noch einmal so viel … Oh Mann, was kann denn das für eine Schlange sein, sechs Meter lang … He, warte mal, wo willst du hin, ohne zu zahlen, das macht einen Fünfer … Aber ich habe nur die fünf, die werde ich doch nicht für eine Schlange ausgeben … Gegenüber verkaufen sie Pomaden, Heilerde und Farbe für die Haare. Faaaarbe für den Baaaart, macht die B0000rsten ganz zaaart…
Und wer ist dieser Mann, um den die alten Frauen herumstehen und schniefen?
… und als Nikolöo aus der Kriegsgefangenschaft nach Hause kommt, hört er, dass seine Braut einen anderen genommen hat, Nikolöo passt sie am Ziehbrunnen ab, er reißt ihr den Kopf von den Schultern, der Schädel fliegt durch die Luft und spricht ein letztes Mal, Nikoldo, was hast du nur getan … So, und jetzt weint, ihr alten Frauen … Und die alten Frauen weinen, zum Steinerweichen … Kauft das Liederbuch, um zu erfahren, welch grausiger Irrtum sich zugetragen hat, die Braut ward ohne Schuld aus dem Leben gerissen … Der Verkäufer von Liederbüchern. Oh Mann, was das wohl für ein Irrtum war …
Leute über Leute, sie rempeln mich an, ich halte das Geld fest in der Hand, dass es dir nur keiner klaut, sagte mein Vater, als er es mir gab.
Stopp. Agop. Sirup. Angeschrieben mit großen, siruprosa Buchstaben. Ich schlucke. Soll ich einen trinken …

Ran an die Lutscheeeer … verlockt mich der Teufel, verkleidet als armenische Großmutter. Bist du bei Verstand, dann komm zu mir gerannt … Und jetzt? Sirup oder Lutscher? Ich stehe in der Mitte, schlucke und kann mich überhaupt nicht entscheiden. Mein Großvater in mir kann sich nicht entscheiden. Daher also kommt diese Unentschlossenheit, die mir später zu schaffen machen wird. Ich sehe mich dort sitzen, schlank, großgewachsen, das Knie aufgeschürft, auf dem Kopf die Mütze, der es bevorsteht, vom Zauberer durchbohrt zu werden, mit offenem Mund und verlockt von der Welt, die sich mir rundherum bietet. Ich entferne mich noch ein bisschen, sehe mich aus der Vogelperspektive, um mich herum herrscht reges Treiben, ich stehe da, und mein Großvater steht da, beide im selben Körper.“

 

Georgi Gospodinov (Yambol, 7 januari 1968)