De Franse schrijver Alexandre Jardin werd geboren in Neuilly op 14 april 1965. Zie ook alle tags voor Alexandre Jardin op dit blog.
Uit: De edelmoedigen (Vertaald door Arthur Wevers)
“Als telg van het geslacht Jardin weet ik dat je niet per se een monster hoeft te zijn om je tot een kampioen van het kwaad te ontpoppen. Mijn opa, Jean Jardin, bijgenaamd de Gele Dwerg, was van 20 april 1942 tot 3o oktober 1943 de hoofdambtenaar van de bereidwilligste collaborateur onder de Franse staatslie-den: Pierre Laval, regeringsleider van maarschalk Pétain, de man die zonder omwegen durfde te verklaren: ‘Ik wil dat Duitsland de oorlog wint: Op de ochtend van de razzia van het Vél d’Hiv, op 16 juli 134z was mijn opa dus zijn departements-directeur, zijn dubbelganger. Zijn ogen, zijn neus, zijn mond, zijn hand, om niet te zeggen: zijn geweten. Toch heeft niemand, of bijna niemand, ooit het verband ge-legd tussen de Gele Dwerg en de grote razzia, die twee dagen in beslag nam en bijna alle 12.884 gearresteerde Joden, onder wie 031 kinderen, het leven kostte. In elk geval niet de Jardins, en zeker niet mijn vader, Pascal Jardin, bijgenaamd de ZubiaL Hij was er al te zeer aan gewend de werkelijkheid buiten de deur te houden. De best bewaarde familiegeheimen laten zich in het open-baar soms van hun beste kant zien. In een verblindend licht dat ze bijna onzichtbaar maakt. Zoals de doeken van oude meesters die tijdens het bewind van Hitler van Joodse verza-melaars werden gestolen en vervolgens in Duitse salons aan de muur werden gehangen. Gunstig belicht hangen ze voor de neus van de huidige erfgenamen, maar niemand ziet hun ijzingwekkende herkomst. Een halve eeuw lang heeft mijn fa-milie in alle onderdelen van deze sport uitgeblonken: zich blootgeven om bepaalde zaken te verdoezelen. Juist die plek-ken in het zonnetje zetten die, bij ons, in nacht en nevel waren gehuld. Door de kunst te verstaan om het onverdraaglijke met blijmoedigheid, argeloosheid en schilderachtigheid te omkle-den. Hoe is het me gelukt om me los te maken van de officiële waarheid van mijn voorvaderen, die trouw waren aan het ze-nofobe regime van Vichy? Hoe heb ik uiteindelijk de schande aanvaard dat ik een afstammeling was van deze zogenaamde ‘nette’ mensen? En mijn woede geaccepteerd toen het me dui-delijk werd dat men in onze kringen het kwaad had kunnen bedrijven zonder zich van enig kwaad bewust te zijn? En zon-der openlijk blijk te geven van enig ongemak. Hoewel het me natuurlijk nooit is ontgaan dat de werkelijke opdrachtgevers van het kwaad in de eerste plaats Duitsers waren: Heinrich, opberg, Dannecker, Knochen en anderen.”
De Ierse dichter Seamus Heaney werd op 13 april 1939 te County Derry, Noord-Ierland, geboren. Zie ook alle tags voor Seamus Heaney op dit blog.
Sloe gin
Het heldere jeneverbessenweer
verdonkerde tot winter.
Zij voedde bessen met gin
en verzegelde de glazen pot.
Toen ik hem openschroefde
rook ik de verstoorde
wrange stilte van een bosje
dat door de keuken opschoot.
Toen ik hem uitschonk
had hij een scherp randje
en hij vlamde
als Betelgeuze.
Ik drink op jou
in doorrookte, blauwzwart
gepolijste bessen, bitter
en betrouwbaar.
Vertaald door Jan Eijkelboom
Zie voor nog meer schrijvers van de 14e april ook mijn blog van 14 april 2020 en eveneens mijn blog van 14 april 2019.