Leonard Nolens, Mark Strand

De Belgische dichter en schrijver Leonard Nolens werd geboren in Bree op 11 april 1947. Zie ook alle tags voor Leonard Nolens op dit blog.

 

IK, Dichter, klokkenist
met de verjaarde vingerzetting
in het karnen van de wijzers opgeschort
tot wichel en windhaan, mene tekel
kraaiend in vervaltermijnen van mijn lijf
dat naar de dood staat opgedanst –

aan de lucht genageld,
bepoeierd met Grote Beer, ramzaad, grondwind,
leef ik in het opgefokte brein van deze eeuw
als een verdwaalde lob, een denkfout,
een bedrieglijke bewoording van het eeuwig nu.

Dwars door de ragebol
van wolgeverfde politiek en gistende kulturen
trek ik de eigenwaanzinnige horoskoop, ikkerig
’s avonds binnen spannende spraakgordels
losgegespt.

Ik ben jullie gevallen steek,
jullie inwendige kneuzing
na de knieval voor de mammoet mammon
en het nirwana nergens.

Ik ben het mangat van de stilte.

 

Brief

Ik schrijf je dit omdat ik op reis werd alleengelaten,
Een lichaam dat zijn gewicht in den vreemde niet kent tussen vier
Denkbeeldige, harde muren. Mijn stem gaat langzaam kwijt

In het gat van de stad, een oor zonder contouren, slapend
Onder dit raam op de hoogste verdieping, hotel l’Avenir.
De hoorn is van de haak, fluit onuitspreekbaarheid.

Vannacht zit het verloren in zichzelf te praten,
Een woordenwater zonder bedding, een wolkenrivier
Gevangen in zijn hemelse, onoverzienbare vrijheid.

Haar verte is mijn cel. Door open deuren en ramen
Kijkt zwart zingen van onzichtbaarheden hier
Naar binnen, de zoemende blik van de leegte, benauwend wijd.

Ik zie mij als een letsel van het licht, het volmaakte,
Als een wandelende wonde van de lucht, een kier
Van vlees in die oorspronkelijke uitgebreidheid.

Hoe herstel ik het gedroomd onaangeraakte
Van vóór mijn vertrek? En waar vind ik bij leven de zwier
Terug van een dansend heelal zonder onzin en zin hun tijd?

 

Meinacht

voor Frans Denissen

In de stille straten het getik van de rivier zijn klok.
De meeste mensen slapen op hun vaste plaatsen
In een langzaam wiel van spijsverteringsresten, flarden
Filmjournaal, vlokkende gesprekken in het zangerige plat
Dat ze vergaten en alleen nog in hun dromen praten.
Ze liggen naamloos in hun strikt persoonlijk rad
Te konverseren met het vlezig donker zijn miljarden
Jaren, zijn vliezige rok van het niets, een godloze gok.

De straten ruisen. Tijd is overrompelend onzichtbaar
Als de klare maten van een fuga die elkander kruisen
In duizenden oren, als denken aan de stem van een verwante dode.
Nu gaan boven, in de ijzersterke wolken, in het gaar
Gedraaide, loze kwartier van de maan, in de huizen
En onder het vel van mensen en dieren wekkers open
En een wel, een zingzang aan van geurend licht
Dat trekt en wrikt aan alles, handen, deuren, monden, bloesems,
Al wat zo diep sliep in het verlangen van de slapeloz
e.

 

Leonard Nolens (Bree, 11 april 1947)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Mark Strand werd geboren op 11 april 1934 in Summerside, Prince Edward Island, Canada. Zie ook alle tags voor Mark Strand op dit blog.

 

De overblijfselen

Ik maak mezelf leeg van de namen van anderen. Ik leeg mijn zakken.
Ik maak mijn schoenen leeg en zet ze langs de weg.
’s Nachts draai ik de klokken terug;
Ik sla het familiealbum open en kijk naar mezelf als jongen.

Waar is het goed voor? De uren hebben hun werk gedaan.
Ik zeg mijn eigen naam. Ik zeg tot ziens.
De woorden volgen elkaar benedenwinds op.
Ik hou van mijn vrouw, maar stuur haar weg.

Mijn ouders stijgen van hun tronen omhoog
de melkachtige wolkenkamers in. Hoe kan ik zingen?
De tijd vertelt me wat ik ben. Ik verander en ik ben dezelfde.
Ik maak mezelf leeg van mijn leven en mijn leven blijft over.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mark Strand (11 april 1934 – 29 november 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e april ook mijn blog van 11 april 2020 en eveneens mijn blog van 11 april 2019 en mijn blog van 11 april 2017 en ook mijn blog van 11 april 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en deel 3.