In Memoriam Louise Glück

In Memoriam Louise Glück

Vrijdagavond, 13 juli, werd bekend dat de Amerikaanse dichteres, essayiste, schrijfster en Nobelprijslaureaat Louise Glück dichteres op 80-jarige leeftijd is overleden. Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.

 

Afterword

Reading what I have just written, I now believe
I stopped precipitously, so that my story seems to have been
slightly distorted, ending, as it did, not abruptly
but in a kind of artificial mist of the sort
sprayed onto stages to allow for difficult set changes.

Why did I stop? Did some instinct
discern a shape, the artist in me
intervening to stop traffic, as it were?

A shape. Or fate, as the poets say,
intuited in those few long ago hours—

I must have thought so once.
And yet I dislike the term
which seems to me a crutch, a phase,
the adolescence of the mind, perhaps—

Still, it was a term I used myself,
frequently to explain my failures.
Fate, destiny, whose designs and warnings
now seem to me simply
local symmetries, metonymic
baubles within immense confusion—

Chaos was what I saw.
My brush froze—I could not paint it.

Darkness, silence: that was the feeling.

What did we call it then?
A “crisis of vision” corresponding, I believed,
to the tree that confronted my parents,

but whereas they were forced
forward into the obstacle,
I retreated or fled—

Mist covered the stage (my life).
Characters came and went, costumes were changed,
my brush hand moved side to side
far from the canvas,
side to side, like a windshield wiper.

Surely this was the desert, the dark night.
(In reality, a crowded street in London,
the tourists waving their colored maps.)

One speaks a word: I.
Out of this stream
the great forms—

I took a deep breath. And it came to me
the person who drew that breath
was not the person in my story, his childish hand
confidently wielding the crayon—

Had I been that person? A child but also
an explorer to whom the path is suddenly clear, for whom
the vegetation parts—

And beyond, no longer screened from view, that exalted
solitude Kant perhaps experienced
on his way to the bridges—
(We share a birthday.)

Outside, the festive streets
were strung, in late January, with exhausted Christmas lights.
A woman leaned against her lover’s shoulder
singing Jacques Brel in her thin soprano—

Bravo! the door is shut.
Now nothing escapes, nothing enters—

I hadn’t moved. I felt the desert
stretching ahead, stretching (it now seems)
on all sides, shifting as I speak,

so that I was constantly
face to face with blankness, that
stepchild of the sublime,

which, it turns out,
has been both my subject and my medium.

What would my twin have said, had my thoughts
reached him?

Perhaps he would have said
in my case there was no obstacle (for the sake of argument)
after which I would have been
referred to religion, the cemetery where
questions of faith are answered.

The mist had cleared. The empty canvases
were turned inward against the wall.

The little cat is dead (so the song went).

Shall I be raised from death, the spirit asks.
And the sun says yes.
And the desert answers
your voice is sand scattered in wind.

 

Louise Glück (22 april 1943 – 13 oktober 2023)

A. F.Th. van der Heijden, Katha Pollitt

De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.

Uit: Gedichten Gods

“Je haalt het, pap. Je moet de Schepselen Gods nog schrijven.”
Hij richtte zijn kin op van zijn borst, en voor even ging het licht weer aan in zijn ogen, als achter vuil vensterglas. “In de Griekse grondtekst staat…”
“Rustig nou. Scheppingen Gods, ik weet het.”
“Gedichten Gods, Jol.”
“Zie je wel. Die moeten nog op papier. Je kunt nu niet doodgaan.”
“Lieve Jolente, stel je een man voor, en die man is je vader, en die heeft zich… na een wanhopige innerlijke strijd…”
“Telegramstijl. Je komt asem tekort.”
“Het onvermijdelijke. Legt zich erbij neer. Dan… respijt. Diagnose te voorbarig. Of… medicijn gevonden. Geen direct stervensgevaar meer. Familie in tranen van geluk. Vrienden feliciteren hem. Zijn verzwakte hart, dat juicht. Waarom? Die man, hij heeft zwaar werk verricht. Nu eens waardig, dan weer laf, zo heeft hij zich…”
“…voorbereid op de dood. Korte zinnen, pap.”
“Ja, met vallen en opstaan, zogezegd. En dan doen ze net alsof… de dood, nou, die is zijn deur voorbijgegaan… die is” – hier hoestte hij kort – “uit zijn balboekje geschrapt. Vreugde? Kom nou. Neerslachtigheid. Nu moet hij het hele proces straks nog een keer doormaken. Van voren af aan. Terwijl die eerste keer, toen hij het karwei niet mocht afmaken… dat ging zijn krachten al te boven.”
“Kort, lieverd. Je hebt weer halvemaantjes in je mondhoeken.”

“Met de dood in het reine… een tweede poging, dat overleeft hij niet. Dus, mijn lieve Jol, dus… mondje dicht. Probeer het me niet… uit het hoofd… Is goed zo. Vrede ermee. Een volgende keer, nee, dan zou ik er geen puf in hebben… er nog eens vrede mee te krijgen.”
“De Gedichten Gods, papa. Volhouden. Ooit vertelde je over die wandeling, van Freud met James. Ze kletsten over de laatste nieuwtjes uit de psychiatrie. Zo was het toch? En William James, die leed aan angina pectoris of zo, en die krijgt opeens een geweldige pijn in de borst, en die blijft stokstijf staan. Hoe ging het ook weer verder?”
De oude man had zijn ogen dicht. “James geeft zijn aktetas aan Freud… en zijn paraplu… en hij verzoekt Freud om door te lopen.”
“O ja, en dan blijkt dat de aanval niet meteen dodelijk is. De pijn zakt. William James zet er de sokken in, en haalt Freud weer in. Hij neemt zijn plu en zijn tas weer van Freud over, en ze kletsen verder. Dat verhaal, pap, dat heb je me niet voor niets verteld. Freud leed tot op dat moment aan verschrikkelijke doodsangsten. Toen hij James zo zag reageren, wilde hij de dood ook zo in de poppetjes van de ogen kunnen kijken. Net zo onverschillig. Dus, pap, of het nou bij die ene keer blijft, of dat je er vaker doorheen moet… God, papa, denk aan de Gedichten Gods. De mensen hebben nog iets van je tegoed.”
“Of Freud, toen die dacht dat het zijn tijd was… of die zijn aktetas en zijn paraplu heeft afgegeven…” Hij praatte nu heel zacht. “De geschiedenis, nee, die vermeldt het niet.”
“Put je toch niet zo uit, lieverd. Freud stierf in Londen. Daar heb je een plu tot het laatst toe hard nodig.”

 

A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.

 

Amor fati

Overal waar ik kijk, zie ik mijn lot.
In de metro. In een steen.
Op de stoeprand waar mensen in de regen op de bus wachten.
In een wolk. In een glas wijn.

Als ik in het park ga wandelen, is het een plataanblad.
Op kantoor, een saai potlood.
In de etalage van Woolworth kijkt mijn lot mij aan
door de sluwe ogen van een stoffige parkiet.

Stukje krant, dubbeltje in een handvol kleingeld,
Door welke drukke straat haast je je vanochtend,
een overjas tussen de overjassen,

met een trein die moet worden gehaald, een agenda vol afspraken?
Als ik je bij mijn naam zou noemen, zou jij je omdraaien
of om de hoek verdwijnen,
een zwakke geur achterlatend van oranjebloesemwater,
tabak, schemering, sneeuw?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Katha Pollitt (New York, 14 oktober 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.