Rita Bullwinkel

De Amerikaanse schrijfster Rita Ann Bullwinkel werd geboren op 2 september 1988 in Stanford, California. Rita Bullwinkel is bekend is om haar debuutroman” Headshot” uit 2024, die op de longlist stond voor de Booker Prize van 2024. Ze is ook de auteur van de bundel korte verhalen “Belly Up” uit 2018, die in 2022 een Whiting Award kreeg.Bullwinkle is professor aan de Universiteit van San Francisco, waar ze creatief schrijven doceert. Haar andere werken zijn verschenen in literaire tijdschriften, waaronder The White Review, BOMB, NOON en Guernica. In 2024 werd Bullwinkel redacteur van het literaire tijdschrift McSweeney’s Quarterly, nadat ze sinds 2016 als hoofdredacteur had gewerkt.

Uit: Headshot

“The industrial bulbs of Bob’s Boxing Palace cast omnipresent white like the lighting seen in theaters. In stage acting, makeup must be twice as caked to even show up to the eyes of the audience. Because of this, in this washed-out ring of light, Rose Mueller and Tanya Maw both look like they have monochrome white faces. Rose Mueller’s hair is cut so short that you can barely see it under her headgear. Tanya Maw has woven her long hair into two looped braids. Her ovals of hair stick out of her headgear and place droopy circles on her back. Tanya Maw has her shoulders pulled forward over the center of her spine. Tanya Maw pushes her hands towards Rose Mueller and Rose Mueller moves her own hands to greet them. They’re not clapping, but their hands are smacking each other in rhythm. Tanya Maw can hear clapping rhymes as her fists touch the fists of Rose Mueller. I’m an actor, says Tanya Maw, in her head, to herself. Tanya Maw needs to play the part of the winner.

* * *

The most famous hand-clapping game Tanya Maw knows is the one about the tugboat, where the last line of every verse morphs from a normal word into a crude trick. Tanya Maw used to love this game, although now, at seventeen, she is decidedly too old to play it. There had been something wonderful about listening to even her best, most well-behaved classmates put words in their mouths that changed mid-breath from banal to naughty. The words had changed while still lodged in their throats. She could see the words themselves shape-shifting, the strangeness of the word ask changing into ass, a fly bug changing into a crotch-covering zipper. As a young girl, playing hand-clapping games for hours on end, Tanya Maw had seen small, one-inch sculptures of the morphing words on the tongues of her playmates. When her playmates got to the end of a verse, she could see the sculpture of the word remold itself from something boring into something forbidden, and then these forbidden word sculptures were spit out into a pile on the pavement between the two girls who were at play. The more verses the girls got through, the more forbidden word sculptures they made. In those early days of girlhood there were piles of these sculptures all over the playground. It was a graveyard of hand-clapping games that had been played earlier that day. Tanya Maw has never met Rose Mueller before, but the way that Rose is clenching on her mouth guard makes Tanya think Rose is about to spit out a forbidden word sculpture. There is something foul inside the mouth of Rose Mueller.”

 


Rita Bullwinkel (Stanford, 2 september 1988)

W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: De tranen der acacia’s

“De boerenmeid (of -vrouw) had tenslotte niet geprotesteerd toen hij zijn kin op haar schouder liet rusten. Zij had zelfs haar hoofd even bewogen, zodat haar naar zeep geurende haar langs zijn neus en mond streek. Kort daarop had hij alleen nog maar vermoeidheid gevoeld en niet de minste begeerte. Van Zwolle af had hij gestaan, aldoor tegen die vrouwelijke rug aangedrukt. Het was al over zessen. In de trein brandde geen licht. Luidruchtige jongens die zeker dagelijks heen en weer reisden naar een school van een soort als er in Kampen niet was, speelden soms met handdynamo’s en sigarettenaanstekers. De raampjes van de portieren stonden allebei open. Maar grove mannen stonden er tegenaan gedrukt, zodat de lucht bijna niet werd ververst; in de coupé hing zwaar de geur van naar geschroeide paardehoeven stinkende tabak die hem bijna braken deed. Toen begon de trein nog langzamer te rijden en hield daarna geheel stil. De gesprekken werden luider, als het gekakel van in manden opgesloten vogels die op de markt worden neergezet. Maar zij waren nog niet in Kampen. Buiten viel geen licht te bekennen, alleen grijze, hier en daar met nog donkerder wolken zwart besmeurde mist. Hij had geen woord met het meisje gewisseld en ook zij sprak noch tegen hem noch tegen anderen. Hij had erover gedacht haar hand te strelen, hij zou die, zachtjes tastend langs haar dij, behoedzaam moeten vinden, maar hij dacht: waarom eigenlijk? Terwijl de hilariteit van de schooljongens nog even opleefde kwamen de wagens weer in beweging, zo traag, dat de wielen bij iedere las een sonoor geluid gaven alsof het gongen waren. Toen de trein in het station ten slotte stopte, zeeg hij bijna door zijn knieën van vermoeidheid, maar de andere reizigers, die zich tegen hem aanwrongen, hielden hem overeind. Hij wilde net als zij naar zijn koffers grijpen en reikte naar de overzijde van de coupé waar deze in het net moesten liggen. Maar de anderen waren haastiger dan hij. Zij drongen hem neer op de bank, op een plaats waar juist iemand was opgestaan. Daar bleef hij zitten, tot allen de coupé verlaten hadden. Hij steunde zijn hoofd in de handen en was liefst in slaap gevallen.
Hij dacht met weemoed aan het meisje, maar was toch blij dat hij haar feitelijk niet had gezien; immers de kans dat zij lelijk was, was de grootste. Eindelijk stond hij met zijn twee zware koffers bij de controle, er waren nog slechts vijf of zes mensen voor hem. Overigens viel er, behalve een man met een lantaarn die tussen de rails liep, niemand op het hele emplacement te bekennen.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

chartreuse

geloof dat toch alsjeblieft niet
wat men zegt, wat men ziet
de onderbelichte deprivaties
de heldere vlek, en vraag
niet naar correcties, schilderen
heeft toch iets, men kan
ook zakparaplu’s klonen
en beweren dat ze gestolen zijn
totdat daarvan iets zichtbaar wordt
blijft regen regen, “het loopt
de lege façade rolt«
heeft het ooit iemand geïnteresseerd
wat men daarachter hoe distilleert?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971. Zie ook alle tags voor Babs Gons op dit blog.

 

ALS JE NOOIT IN HAAR SCHOENEN HEBT GELOPEN

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
nooit met je sleutels tussen je vingers door het donker hebt
     gefietst
een extra large hoodie over je jurk hebt aangetrokken
je hakken verwisseld voor sneakers
om zo hard mogelijk door de nacht naar huis te trappen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe uitputtend het is om ogen en oren
over je hele lichaam te dragen
de haren in je nek je als alarmbellen
te laten vertellen
wanneer je moet maken dat je wegkomt
je altijd in je hoofd aan het rekenen bent,
hoe laat je waar aankomt,
wanneer je moet vertrekken
en of je dan nog net op tijd
niet hardlopen in het donker
niet via het park
groepjes vermijden
nooit je drankje uit het oog verliezen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe het is om
oogcontact te vermijden, te doen alsof je belt
stoerder te gaan lopen
een busje haarlak in je mouw te dragen
via winkelruiten in de gaten te houden
wie er achter je loopt
een omweg te maken zodat je achtervolger
niet ziet waar je woont
om dan soms het grootste gevaar
in je eigen huis te treffen
het zijn toch vaak bekenden

als je nooit in haar schoenen hebt gestaan
het gevoel niet kent geen adem meer te kunnen halen
omdat iemand opeens een deur in het slot draait
de taxi onverwachts afslaat

als je niet weet hoe het is om in haar schoenen te staan
niet weet hoe het voelt
niet gehoord, niet geloofd
niet geholpen te worden
om de volgende ochtend
gewoon weer een nieuwe dag te beginnen
de verse wonden, de schade
onzichtbaar
onder je kleding, je huid
vanachter een glimlach
de dag zien door te komen

vertel dan nooit
wat zij moet doen
wat ze moet dragen
dat ze moet baren 
en hoe zich te gedragen

hoe te bewegen
wanneer te spreken
hoe ze haar lichaam
hoe ze haar leven

maar leer de wereld van haar houden
zo hard dat ze nooit meer achterom hoeft te kijken
zo hard dat ze mag dansen wanneer ze wil
gaan waar ze wil
laat de wereld nu verdomme eens beginnen
hartgrondig van haar te houden

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.