Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

 

The Half-Finished Heaven

Despondency breaks off its course.
Anguish breaks off its course.
The vulture breaks off its flight.

The eager light streams out,
even the ghosts take a draught.

And our paintings see daylight,
our red beasts of the ice-age studios.

Everything begins to look around.
We walk in the sun in hundreds.

Each man is a half-open door
leading to a room for everyone.

The endless ground under us.

The water is shining among the trees.

The lake is a window into the earth.

 

Vertaald door Robert Bly

 

Allegro

Ik speel Haydn na een zwarte dag
en voel een simpele warmte in mijn handen.

De toetsen zijn willig. Milde hamers slaan.
De klank is groen, levendig, kalm.

De klank zegt dat vrijheid bestaat
en dat iemand de keizer geen belasting betaalt.

Ik steek mijn handen diep in mijn haydnzakken
en doe als iemand die de wereld in alle rust beschouwt.

Ik hijs de haydnvlag – dat betekent:
‘Wij geven ons niet over. Maar willen vrede.’

De muziek is een glazen huis op de helling
waar stenen rondvliegen, stenen rollen.

En de stenen rollen er dwars doorheen
maar iedere ruit blijft heel.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

A Page Of The Night-Book

I stepped ashore one May night
in the cool moonshine
where grass and flowers were grey
but the scent green.

I glided up the slope
in the colour-blind night
while white stones
signalled to the moon.

A period of time
a few minutes long
fifty-eight years wide.

And behind me
beyond the lead-shimmering waters
was the other shore
and those who ruled.

People with a future
instead of a face.

 

Vertaald door Robin Fulton

 


Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)
Cover

 

De Nederlandse schrijver, columnist, kleinkunstenaar en zanger Daniël Samkalden werd geboren op 15 april 1979 in Naarden. Zie ook alle tags voor Daniël Samkalden op dit blog.

Uit: Nova

“Hij sloeg het fotoalbum open dat op het bureau lag. Hij had het eerder gevonden op zijn boekenkast toen hij ten einde raad besloot een kapot halogeenlampje te vervangen in de beginnende schemer. De bruine kaft glom in het terugge-wonnen licht. Verdomd, had hij gedacht.
Tussen de stijve bladen en vitragevellen had de beklem-mende geur van zijn verleden zich verstopt. Foto’s met veel geel- en groentinten. Van een huwelijk. Hij, dezelfde man, maar met een rijkdom aan onverzorgd haar, kust een be-nige vrouw in het wit. Tijdens een kerstdiner zit hij aan ta-fel in het midden van een klein gezelschap, hij draagt een bruin ribfluwelen jasje, een ongeduldige glimlach. Op de volgende pagina ligt hij aan het zwembad met een melkwit lijf in een ongekend korte zwembroek, achter hem een blo-te baby met donkere vragende ogen op een oranje sprei. Hij legde zijn wijsvinger op het spekkige kind. Hij wreef over het ruwe fotopapier, alsof hij het stof van de jaren af probeerde te wrijven. Alsof hij door de tijd heen de baby probeerde te aaien, te herstellen wat hij op de foto nalaat, zijn weerspannige lichaam afgedraaid van het kind, in de richting van het lichtblauwe zwembad en de lens van het toestel. Hij sloot het album, trok zijn jas aan en liep de stenen trap-pen in het portiek af, over de smalle stoep, tussen de gevel-tuintjes en de geparkeerde auto’s naar het café op de hoek van zijn straat. Schrijven is afstand nemen, wist hij, wat alcohol zal mijn hersenen adem geven. Hij nam plaats aan de kop van de leestafel en liet zich een ijskoude jonge jenever inschenken.”

 

 
Daniël Samkalden (Naarden, 15 april 1979)

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit: Mercredi gentil

« Il y a presque deux semaines, Fatou, Croûton et moi sortions de notre cours de théâtre et je faisais la tête. Jusque-là rien d’anormal puisque la mauvaise humeur est un peu mon état naturel. Passer quatre heures enfermé dans la même pièce avec des gens de mon âge est l’idée que je me fais de l’enfer. Je ne sais plus très bien quelle question Fatou m’a posée juste devant le gymnase, mais je me souviens que j’étais énervé par notre prof, M. Kerkatmec, qui avait épuisé mes maigres réserves de patience. Toujours est-il que j’ai répondu à Fatou d’une manière un peu trop brutale à son goût et que c’était une très très mauvaise idée. Pour être honnête, je m’en suis rendu compte immédiatement, mais il était déjà trop tard pour essayer de me rattraper, les mots étaient sortis de ma bouche tels quels, impossibles à ravaler. La suite ne s’est pas fait attendre. — Bon, mon petit Lucien, tu n’as pas l’air d’humeur à m’écouter attentivement ni à me parler aimablement, m’a-t-elle dit de son ton le plus glacial et le plus formel. Je n’insiste donc pas davantage et nous nous adresserons à nouveau la parole quand tu seras un peu plus sympa. Tu devrais y arriver une fois dans ta vie, non ? Essaie, tu verras, ça fait du bien d’être gentil de temps en temps. Et, sans que je puisse réagir, elle a tourné les talons. Expression absurde puisque Fatou ne porte que des baskets. J’ai eu l’idée géniale de lui courir après pour la rattraper et lui expliquer que cet échange n’était qu’un horrible malentendu très simple à dissiper, mais j’ai ensuite eu l’idée encore plus géniale de ne pas bouger. Je venais de me souvenir que Fatou était aussi têtue que belle et beaucoup plus forte que moi en combats verbaux. L’alternative était simple : soit je changeais de personnalité, soit je perdais ma copine. Autant j’aurais facilement supporté de passer pour un homme mauvais aux yeux du monde entier jusqu’à la fin de mes jours, autant je ne pouvais pas envisager que Fatou me trouve le moindre défaut. Trop peur qu’elle me quitte. Les ados sont des gens très inconstants et j’avais déjà eu cette frayeur quelques semaines auparavantl.
C’est comme ça que j’ai pris ma grande décision concernant la gentillesse. À cause d’une fille. Autant le dire tout de suite, ça n’a pas été facile car je ne savais pas du tout par où commencer ni comment attaquer le problème. Je n’étais même pas sûr qu’on puisse apprendre la gentillesse, mais c’était une question de vie ou de mort. En me renseignant sur des forums dédiés, j’ai compris que ce chemin comportait une première étape nommée « être sympa ».

 

 
Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Vlaamse schrijver, cenarist, acteur en regisseur Patrick Bernauw werd geboren op 15 april 1962 in Aalst. Zie ook alle tags voor Patrick Bernauw op dit blog.

Uit: De paus van Satan

“Ik trachtte mezelf voor te stellen te midden van de schepselen uit een verleden tijd, in hun antieke kleren, terwijl ik hun gedachten dacht. Ondertussen was ik er mij wel van bewust dat mijn handig geselecteerde details alleen maar illusies produceerden. Maar wat deed het ertoe dat ik de minst betrouwbare was van alle geschiedschrijvers? Ik zou dan toch de meest evocatieve zijn! Nee, nee… ik wilde mijzelf niet het kleinste greintje verbeelding onthouden, noch het minste spoortje enthousiasme. En ik zal zeker niet zeggen dat ik nooit iets heb verzonnen. Ik wilde geen stompzinnige vervalser zijn, die uitblonk door een gebrek aan visie, uitsluitend trivialiteiten behandelde en zo even ver bleef van het creëren van een algemeen beeld als de pointillistische puzzels van de moderne schilders. Het ergst van al waren de biografen. Zij schrokken er niet voor terug volumineuze volumes te wijden aan de stelling dat Jan Van Eyck geheelonthouder was of dat de Mollige Margot van Francois Villon niet de naam was van een prostituée, maar van een herberg. Inderdaad is het zo dat biografen hun onderwerp dienen te portretteren met zo weinig passie als menselijkerwijze mogelijk is. Maar ik zou niet in dezelfde vallen trappen als deze kwezelachtige kampioenen van de middenklasse moraal!
Ik was mij er ten zeerste van bewust dat documenten -hoe waar ze ook lijken – vaak slechts halve of niet meer dan schijnbare waarheden bevatten. In dit testament, waarin u mijn laatste woorden over de kwestie van De paus van Satan zult lezen, wil ik het bijgevolg anders aanpakken. Ik zal mij niet alleen baseren op documenten, maar ook steunen op mijn herinneringen, op mijn verbeelding. In mijn dromen heb ik een werkelijkheid gezien die ik wakend nooit kon doorgronden en die ik nu zal pogen te reconstrueren.
Net voor de oorlog van 1870 kwam ik in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1876 werd ik overgeplaatst naar de Sfireté Générale in de rue de Saussaies, op de Rive Droite van Parijs. Ik werkte daar tweeëntwintig jaar. Gewoonlijk verscheen ik omstreeks elf uur op kantoor, om de volgende zes uren allerlei zeer uiteenlopende rapporten te schrijven, te verzamelen, te analyseren. Voor de buitenwereld leek het of ik een van de vele auteurs was die een baantje hadden gekregen van onze geliefde overheid, en zo in staat gesteld werden zich in alle rust aan hun kunst te wijden.”

 


Patrick Bernauw (Aalst, 15 april 1962)
Cover

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook alle tags voor Benjamin Zephania op dit blog.

 

Bought and Sold

Smart big awards and prize money
Is killing off black poetry
It’s not censors or dictators that are cutting up our art.
The lure of meeting royalty
And touching high society
Is damping creativity and eating at our heart.

The ancestors would turn in graves
Those poor black folk that once were slaves would wonder
How our souls were sold
And check our strategies,
The empire strikes back and waves
Tamed warriors bow on parades
When they have done what they’ve been told
They get their OBE’s.

Don’t take my word, go check the verse
Cause every laureate gets worse
A family that you cannot fault as muse will mess your mind,
And yeah, you may fatten your purse
And surely they will check you first when subjects need to be amused
With paid for prose and rhymes.

Take your prize, now write more,
Faster,
Fuck the truth
Now you’re an actor do not fault your benefactor
Write, publish and review,
You look like a dreadlocks Rasta,
You look like a ghetto blaster,
But you can’t diss your paymaster
And bite the hand that feeds you.

What happened to the verse of fire
Cursing cool the empire
What happened to the soul rebel that Marley had in mind,
This bloodstained, stolen empire rewards you and you conspire,
(Yes Marley said that time will tell)
Now look they’ve gone and joined.

We keep getting this beating
It’s bad history repeating
It reminds me of those capitalists that say
‘Look you have a choice,’
It’s sick and self-defeating if our dispossessed keep weeping
And we give these awards meaning
But we end up with no voice.

 

 
Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook alle tags voor Henry James op dit blog.

Uit: The Beast in the Jungle

“What determined the speech that startled him in the course of their encounter scarcely matters, being probably but some words spoken by himself quite without intention—spoken as they lingered and slowly moved together after their renewal of acquaintance.  He had been conveyed by friends an hour or two before to the house at which she was staying; the party of visitors at the other house, of whom he was one, and thanks to whom it was his theory, as always, that he was lost in the crowd, had been invited over to luncheon.  There had been after luncheon much dispersal, all in the interest of the original motive, a view of Weatherend itself and the fine things, intrinsic features, pictures, heirlooms, treasures of all the arts, that made the place almost famous; and the great rooms were so numerous that guests could wander at their will, hang back from the principal group and in cases where they took such matters with the last seriousness give themselves up to mysterious appreciations and measurements.  There were persons to be observed, singly or in couples, bending toward objects in out-of-the-way corners with their hands on their knees and their heads nodding quite as with the emphasis of an excited sense of smell.  When they were two they either mingled their sounds of ecstasy or melted into silences of even deeper import, so that there were aspects of the occasion that gave it for Marcher much the air of the “look round,” previous to a sale highly advertised, that excites or quenches, as may be, the dream of acquisition.  The dream of acquisition at Weatherend would have had to be wild indeed, and John Marcher found himself, among such suggestions, disconcerted almost equally by the presence of those who knew too much and by that of those who knew nothing.  The great rooms caused so much poetry and history to press upon him that he needed some straying apart to feel in a proper relation with them, though this impulse was not, as happened, like the gloating of some of his companions, to be compared to the movements of a dog sniffing a cupboard. It had an issue promptly enough in a direction that was not to have been calculated.
It led, briefly, in the course of the October afternoon, to his closer meeting with May Bartram, whose face, a reminder, yet not quite a remembrance, as they sat much separated at a very long table, had begun merely by troubling him rather pleasantly.”

 

 
Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Cover

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook alle tags voor Wilhelm Busch op dit blog.

 

Höhere Instanz

Was er liebt, ist keinem fraglich;
Triumphierend und behaglich
Nimmt es seine Seele ein
Und befiehlt: So soll es sein.

Suche nie, wo dies geschehen,
Widersprechend vorzugehen,
Sintemalen im Gemüt
Schon die höchste Macht entschied.

Ungestört in ihren Lauben
Laß die Liebe, laß den Glauben,
Der, wenn man es recht ermißt,
Auch nur lauter Liebe ist.

 

Der fremde Hund

Was fällt da im Boskettgesträuch
Dem fremden Hunde ein?
Geht man vorbei, so bellt er gleich
Und scheint wie toll zu sein.
Der Gärtner holt die Flinte her.
Es knallt im Augenblick.
Der arme Hund, getroffen schwer,
Wankt ins Gebüsch zurück.
Vier kleine Hündchen liegen hier
Nackt, blind und unbewußt.
Sie saugen emsig alle vier
An einer toten Brust.

 

Durchweg lebendig

Nirgend sitzen tote Gäste.
Allerorten lebt die Kraft.
Ist nicht selbst der Fels, der feste,
Eine Kraftgenossenschaft?

Durch und durch aus Eigenheiten,
So und so zu sein bestrebt,
Die sich lieben, die sich streiten,
Wird die bunte Welt gewebt.

Hier gelingt es, da missglückt es.
Wünsche finden keine Rast.
Unterdrücker, Unterdrücktes,
Jedes Ding hat seine Last.

 

 
Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Portret door Klaus Ensikat

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook alle tags voor Ina Boudier-Bakker op dit blog.

Uit: De klop op de deur

“Hij ging door zijn stad zooals hij er jaren door gegaan was, en hoewel Zaandammer van geboorte, waar zijn vader kantonrechter geweest was, nauw zich verbonden voelend met Amsterdam in een haast onbewuste liefde. En onveranderd ook zag de oude stad, in de statie zijner beboomde grachten, de rijke kleur van zijn oude buurtjes, de grijze schoonheid van zijn gevels en torens en zijn machtig grauw paleis op den Dam, zijn klokkenspelen beierend hoog in de lucht – het volk dier vijftiger jaren langs zich trekken in een leven van haast provinciale gemoedelijkheid.
Op den Dam was het druk in den vallenden avond. Daar gingen tusschen de nauw gereide visch en zuurkraampjes, de karren met koopwaar, de buitelende straatartiesten in den flauwen olie-lampjesschijn, de oud Amsterdammers uit den koopmansstand naar de bekende café’s, naar de Karseboom, naar Allebrandi, naar het Café restaurant op den hoek – vonden er begeerig elkaar en de gezelligheid van elken Nieuwjaarsdag, terwijl tusschen de dichtbezette tafeltjes door de Jan’s saucijzenbroodjes en pasteitjes presenteerden.
De lange vader en het kleine kind liepen er stil tusschendoor.
‘Daar gaat meneer Weesburg,’ knikte Annètje, en Goldeweijn zag: Weesburg ging juist het café op den hoek van den Dam in. Hij zag rood en opgezet, en lachte luidruchtig met een paar kennissen. Maar Annètje trok hem plotseling sneller voort.
Want daar, op de Kleine Steentjes voor ’t Paleis stond de man met de geleerde honden en gedresseerde kanarievogels,waar ze nooit langs kon zonder te blijven kijken.
Gehoorzaam stak hij met haar over.
De man had hen zien komen.
‘Komt de jongejuffrouw weer ereis kijke?’
En Annètje knikte verheugd, haar vriend kènde haar.
Verslonden stond ze te kijken naar den poedel, die door hoepels sprong. De kanaries mocht ze soms even met een voorzichtig vingertje langs hun veeren rugje aaien, maar nu was ’t te koud voor de vogels. De poedel, op zijn achterpooten, ging met het bakje rond.”

 

 
Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
Cover

 

De Duitse schrijver Bernhard Lassahn werd op 15 april 1951 in Coswig / Anhalt geboren. Zie ook alle tags voor Bernhard Lassahn op dit blog.

Uit: Liebe Frauen! (Briefe)

„Die Hippies gingen noch weiter. Sie wollten nicht nur, dass die Menschen lesen, Musik hören und sich besser verstehen, sie sollten sich auch lieben:
Make Love. Not War.
Remember? Das war die berühmte Hippie-Parole. Ob man tatsächlich Liebe „machen“ kann, lasse ich mal dahingestellt sein. Ich hatte von Anfang an meine Zweifel, ich war aber auch schwer beeindruckt von der praktischen Art der Amerikaner, die kurzerhand die Milch in Cornflakes-Packungen schütteten und die Turnschuhe gleich mit in die Waschmaschine steckten zu den T-shirts mit der Aufschrift „Just do it“.
Sei’s drum. Ich nehme zur Kenntnis, dass wir das heute so handhaben wollen: Liebe „macht“ man, Sex „hat“ man. Na dann: viel Spaß. Für mich klingt es schon wieder nach einem Open-Air-Festival bei freiem Eintritt und mit einer Musik, bei der sich am Ende alle in den Armen liegen. Es kommt mir zu schön vor, um wahr zu sein, aber vielleicht bin ich auch ein schwieriger Fall mit ungewöhnlich trägem Herzen. Ich sollte mich nicht so anstellen und nicht immer so kritisch aus der Wäsche gucken.
Das tue ich aber. Und ich werfe weiterhin einen kritischen Blick auf die Feministen. Die haben nämlich den alten Hippie-Spruch umgedreht: Sie wollen zukünftig keine Liebe mehr zwischen den Geschlechtern – das meinen sie wirklich so, wir sollten uns darüber nicht hinwegtäuschen. Es gibt viele Zitate, die das belegen und viele Taten, die es beweisen. Sie haben stattdessen den Geschlechter-Krieg erklärt
Make Sex War. Do Not Make Love.
So ein Krieg geht notwendigerweise gegen alles, was gegen den Krieg arbeitet. Also: gegen die Kultur. Gegen den Dialog. Gegen die Möglichkeiten der Verständigung. Gegen eine Wertschätzung des anderen.
Es ist also keine Überraschung: Der Feminismus bringt neue Bücherverbote mit sich. Neue Formen der Zensur. Neue Denkverbote. Neue Verständigungsverbote. Boykott von Diskussionsveranstaltungen. Offene Gewaltdrohungen gegen Männer, die sich für ihre Interessen einsetzen wollen. Das Niederbrüllen von Rednern.”

 


Bernhard Lassahn (Coswig 15, april 1951)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn blog van 15 april 2018 deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *