De Nederlandse schrijfster An Rutgers van der Loeff werd geboren in Amsterdam op 15 maart 1910. Zie ook alle tags voor An Rutgers van der Loeff op dit blog.
Uit: Rossy, dat krantenkind
‘Twee verpleegsters voor één zo’n klein ding,’ zei zijn vrouw dromerig, starend naar het groene dak daar verderop. Toen schoof zij haastig het doekje, dat zij over haar krullen droeg, wat steviger naar voren, want er ging een trilling door het Reuzenwiel. ‘We gaan weer,’ zei ze. Maar tegelijkertijd riep een machtige stem door een luidspreker naar boven dat ze geduld moesten hebben en zich niet ongerust moesten maken. Er werd even iets verholpen aan de machinerie.
‘We hangen hier dus toch niet voor de aardigheid; valt me van ze tegen,’ zei Ricky.
‘Ik vind het hier boven prettiger dan beneden in al die drukte. En het is hier koeler,’ zei het meisje. Zij heette Mary, maar hij noemde haar altijd Baby. En zijn echte baby noemde hij bij al die mooie lange namen, die hij had verzonnen omdat dat het enige was wat ze hun dochtertje hadden kunnen geven bij haar geboorte. En ook omdat hij het leuk vond dat de ambtenaar van de Burgerlijke Stand zo veel moest opschrijven. Want Ricky Carlotto was óók nog erg jong. Hij was negentien en zij achttien.
‘We zijn een mooie vader en moeder,’ zei Ricky, terwijl hij door zijn zwarte haren streek. Zijn strooien hoed lag op Mary’s schoot. ‘Hier zitten wij lekker in het Reuzenwiel, terwijl onze dochter beneden in het tentoonstellingsgebouw door duizenden mensen wordt bekeken en ons geld opbrengt, zo klein als ze is.’
‘Honderd dollar,’ zei Mary ernstig. ‘Honderd dollar verdient ze voor ons, en zij weegt nog geen twee en een half pond. En we krijgen duizend dollar,’ zei ze langzamer, ‘duizend dollar, als ze dood gaat …’
‘Gebeurt niet,’ zei Ricky vastberaden. ‘Gebeurt absoluut niet. Bedenk maar eens even: zij krijgt de beste, de allerbeste, de allerfijnste verzorging die er bestaat. Millionnairs- en senatorenkinderen krijgen het niet beter. Het gebéúrt niet, Baby. Ze is klein, maar taai. Zul je zien. ’t Zit in de familie. Mijn grootmoeder is óók honderd jaar geworden. Wel vijf dokters hebben ons verteld dat dit de beste kans is die er voor haar bestaat!’
An Rutgers van der Loeff(15 maart 1910 – 19 augustus 1990)
De Engelse dichter, essayist en criticus Lionel Pigot Johnson werd geboren op 15 maart 1867 in Broadstairs. Zie ook mijn blog van 15 maart 2009 en ook mijn blog van 15 maart 2010 en ook mijn blog van 15 maart 2011.
July
To More Adey
SUMMER lightning, and rich rain:
Roses perfume the hot air.
All the breathless night is faint,
All the flowery night is fair.
Philomel her joy or plaint
Sings, and sings, and sings again.
What comes now? The earth awaits
What fierce wonder from the skies?
Thunder, trampling through the night?
Morning, with illustrious eyes?
Morning, from the springs of light:
Thunder, round Heaven’s opening gates.
Lionel Johnson (15 maart 1867 – 4 oktober 1902)
De Duitse dichter, schrijver en essayist Paul Heyse werd geboren in Berlijn op 15 maart 1830. Zie ook alle tags voor Paul Heyse op dit blog.
Siesta
Lieb, o lieb war die Nacht
Mitten am hellen Tag,
Als wir die Läden geschlossen,
Als durch die schützenden Sprossen
Goldige Dämmerung brach.
Kühl, o kühl war der Saal,
Drinnen die Welt uns verging,
Da wir in seligem Schmachten
Wandelten, flüsterten, lachten,
Bis uns der Schlummer umfing.
Süß, o süß war der Traum,
Herz am Herzen geträumt!
Über uns schwebend im Kreise
Flattert’ ein Schmetterling leise,
Dunkel die Schwingen umsäumt.
Paul Heyse(15 maart 1830 – 2 april 1914)
De Oostenrijkse schrijver en essayist Franz Schuh werd geboren op 15 maart 1947 in Wenen. Zie ook alle tags voor Franz Schuh op dit blog.
Uit: Schwere Vorwürfe, schmutzige Wäsche
„Mein Vater war Ringer, das heißt, er ging am Sonntag immer ringen, und zwar ins Gasthaus Maderl. Mein Vater hielt mich an der Hand, stellte sich an die Theke, trank ein wenig vom Seidel, während Maderl, der Wirt, bereits unruhig wurde; er wußte ja von vielen Sonntagen her, was kommen mußte. Da ich noch klein war, hatte ich nicht den Überblick, aber wenn mein Vater meine Hand losließ, war es wieder soweit. Gleich rang er irgendeinen Gast nieder, der frech geworden war. »Soll ich mir ein altes Gwand anziehen«, hatte zum Beispiel einer einmal gesagt, nachdem ihn mein Vater eindringlich gemustert, also auf seine Eignung für den Kampf geprüft hatte. Der Mann hatte danach immer noch sein neues Gewand an, das aber so gut war wie ein altes, wie ein sehr altes, in Fetzen hängendes. »Soll ich mir ein altes Gewand anziehen«, bedeutet nämlich, daß einer sich erst umziehen muß, bevor er einen anderen anrührt und sich an ihm dreckig macht. So dialektisch formulierte man damals, als ich noch klein war.
Ich bin im Beisl aufgewachsen. Allmählich, mit den Jahren, wuchs ich dort zur nötigen Größe heran, um alles zu durchschauen: den abgetretenen, ölig schwarzen Fußboden, die dunkelgelben Tische, die verchromten Wasserhähne, den großen Kasten hinter dem Rücken des Wirtes.“
Franz Schuh (Wenen, 15 maart 1947)
De Griekse dichter Ángelos Sikeliános werd geboren op 15 maart 1884 op het eiland Lefkas. Zie ook alle tags voor Ángelos Sikeliános op dit blog.
Village Wedding
To my beloved, who breaks my heart
O Isaiah, dance for joy, for the Virgin is with child.
Do you listen within your veil, silent, God-quickened heart?
O Isaiah,
O depth and stillness of virginity! Follow your man.
O Isaiah,
Let them throw white rice like a spring shower.
O Isaiah,
Like a spring cloud, let her now tenderly spread her bridal veil.
O Isaiah,
O the peace of the bridal dawn.
O Isaiah,
And he listens, and he listens.
O Isaiah,
And, as in front of a fount of crystal water,
Let the girls pass in front of the bride,
Observing her look from the corner of their eyes,
As though balancing pitchers on their heads.
O Isaiah,
O, like Leto giving birth to Apollo,
Do you listen within your veil?
O Isaiah,
When standing, her hands slight and pale,
Let them throw white rice like a spring shower.
O Isaiah,
She clasped the ethereal palm tree on Delos,
Like a spring cloud.
O Isaiah,
May you her mystical image …
O the peace of the bridal dawn.
O Isaiah,
Held by your husband’s strong heart,
And he listens.
O Isaiah,
Bring into the world with a single cry your child,
As the poet brings forth his creation.
Ángelos Sikeliános (15 maart 1884 – 9 juni 1951)
De Duitse dichter, arts en politicus Wolfgang Müller von Königswinter (eig. Peter Wilhelm Karl Müller) werd geboren op 15 maart 1816 in Königswinter. Zie ook mijn blog van 15 maart 2009 en ook mijn blog van 15 maart 2010 en ook mijn blog van 15 maart 2011.
O klingender Frühling
O klingender Frühling, du selige Zeit!
Und bist du vorüber, uns tut es nicht leid;
wir liebten uns gestern, wir liebten uns heut’,
Wir lieben uns morgen, wir glückliche Leut’!
Einst holten wir Burschen die Birke voll Mut,
Und zogen zum Dorfe, die Maien am Hut;
Da traten die Mädchen aus jeglichem Haus,
Wie lachtest du, Herzlieb, verstohlen heraus!
Das Fest ging vorüber, da gabst du zur Stund’
Die Hand mir zum Drucke, zum Kuß mir den Mund;
Mein warst du, o Schatz, und, o Schatz, ich war dein:
Wir wollten verbunden in Ewigkeit sein.
Und sieh, nicht umsonst stand die Ros’ auf der Heid’,
Ich brachte den Strauß dir, du wonnige Maid;
Wir teilten zur Ernte den Tanz und das Lied,
Wir schnitten die Trauben und wurden’s nicht müd’.
Jetzt stürmet der Winter so kalt durch die Welt,
Wir können nicht jubeln durch Berge und Feld,
Wir sitzen zu Hause, ein Herz und ein Sinn.
Im Herzen ist Sommer, blüht Liebe darin.
O klingender Frühling, du selige Zeit!
Und kehrst du, für ewig vereint sind wir beid’:
Wir liebten uns gestern, wir lieben uns heut’,
Wir lieben uns morgen, wir glückliche Leut’!
Wolfgang Müller von Königswinter (15 maart 1816 – 29 juni 1873)
Met zijn gezin