De Nederlandse dichteres en schrijfster Anne Vegter werd geboren in Delfzijl op 31 december 1958. Zie ook alle tags voor Anne Vegter op dit blog.
We weten nog niet hoe
snel alles, hoe snel je zicht verandert
tot je bent wat je verandert,
hoe snel het kind zich in je opbergt.
We weten nog niet hoe ver alles,
hoe ver de echo van je zang reikt,
hoe ver je gaat of buigt.
We weten nog niet hoe licht alles-
hoe licht het dragen van je geluk-
hoe licht van details het gewicht-
We weten nog niet hoe vaak alles,
hoe vaak de stad schittert in je ogen,
hoe vaak de liefde een daad is van genot.
“Kijk, de stad drijft langs!”
“Zie je iets?”
“Zei je iets?”
Je tekent een bed op het water.
“Wacht je daar op me?”
We weten nog niet wanneer je een godensprong waagt.
Het geheim van de boekhandelaar
Je verkoopt boeken maar eigenlijk geef je liefde door
je geeft adviezen maar eigenlijk wijs je op vergezichten
je noemt een auteur maar eigenlijk raad je een verlangen
je wacht op een vraag maar eigenlijk stel je vragen
Je verkoopt boeken maar eigenlijk verplaats je taal
je wijst op de kasten maar eigenlijk zijn het horizonnen
je zegt omzet maar eigenlijk fluister je kapitaalbandje
je noemt een titel maar eigenlijk deel je vleugels uit
Je verkoopt boeken maar eigenlijk vertel je verhalen
je wordt getipt maar eigenlijk ben je een lezers lezer
je citeert ‘mooi is de menselijke rede, en onoverwinnelijk’
je bent een eiland maar eigenlijk verkoop je lifelines
Anne Vegter (Delfzijl, 31 december 1958)
De Nederlandse dichter en schrijver Arjen Duinker werd geboren in Delft op 31 december 1956. Zie ook alle tags voor Arjen Duinker op dit blog.
Fabriek
Hoe zeg ik dit precies en goed,
Op enig moment begreep iemand
Dat licht niet in water ontstaat,
Maar dat je voor het maken van licht
Wel veel naar water moet kijken,
Hij gaf de voorkeur aan mooi water
Dat geen voorzetsels nodig heeft,
Water dat een bloem is, een hand,
Een paar schoenen, een mol,
Er waren nog meer dingen
Die hij meende te begrijpen
Maar die hadden niet zoveel
Met licht te maken.
Gedicht voor een kameel
Morgen is de dag van de kleine dingen,
Van de speld en de gele verf.
Je zult je blij voelen.
Morgen is de dag van de heel kleine dingen,
Van de druppeltjes en het koord.
Je zult vriendschap voelen.
Morgen is de dag van geslenter
Langs de vrucht van schaduwen.
Kom er niet aan.
Morgen is de dag van de liedjes
Die in het geheim worden gezongen.
Je zult zingen met de juwelier.
Morgen is de dag van de kleine jongens
En hun abstracte lawaai in de straten.
Spits je oren.
Ze roepen: ‘Leve de mooiste markt van de wereld!’
Ze roepen: ‘Zo eeuwig zijn de rotsen van trouw!’
Ze roepen: ‘Als je ijdel bent, ga dwalen!’
Arjen Duinker (Delft, 31 december 1956)
De Duitse dichter schrijver Bastian Böttcher werd op 31 december 1974 in Bremen geboren. Zie ook alle tags voor Bastian Bötcher op dit blog.
Nach dem Loop: Leben
Leute laufen im Loop, ihr Blut läuft im Loop
Sie tanzen zu Loops, sind im Loop gefangen!
Wenn-er-sich-nicht-meldet-meld-ich-mich-nicht-Loop
Wenn-sie-sich-nicht-meldet-meld-ich-mich-nicht-Loop
Ich-brauch-den-Kick-also-besorg-ich’s-mir-Loop
Vom-ersten-Programm-bis-zum-letzten-zapp-Loop
Im täglichen Welt-um-sich-selber-dreh-Loop
Im jährlichen Welt-um-die-Sonne-lauf-Loop
Uhren laufen im Loop, Zahnräder laufen im Loop
Leute laufen nach Uhren, sind im Loop gefangen!
Im Kaffee-am-Morgen-am-Abend-Bier-Loop
Ich-krieg-keinen-Job-also-mach-ich-nichts-Loop
Im Kampf-gegen-Terror-und-Gegenschlag-Loop
Im Haltbarkeitsdatum-Ablauf-Neukauf-Loop
Im täglichen Welt-um-sich-selber-dreh-Loop
Im jährlichen Welt-um-die-Sonne-lauf-Loop
Loops laufen im Loop, die ,Os‘ im Wort Loop
Sind selber zwei Loops, und die wiederum haben wieder zwei ,Os‘
Macht also insgesamt 4, 8, 16, 32, 64, 128 und mehr Loops!
Den Geld-verdienen-und-ausgeben-Loop
Wie-Hamster-im-quietschenden-Laufrad-lauf-Loop
Den Wir-sind-schon-so-lang-zusammen-also-bleiben-wir-auch-zusammen-Loop
Den Bitte-haben-Sie-noch-einen-Moment-Geduld-
der-nächste-freie-Mitarbeiter-ist-gleich-für-Sie-da-Loop
Den Wie-du-mir-so-ich-dir-so-du-mir-so-ich-dir-so-du-mir-
so-ich-dir-so-du-mir-so-du-mir-so-ich-dir-so-ich-dir-Loop
Im täglichen Welt-um-sich-selber-dreh-Loop
Im jährlichen Welt-um-die-Sonne-lauf-Loop
Dieser Text läuft im Loop, dieser Text läuft im Loop
Dieser Text läuft im Loop, dieser Text läuft im Loop
Bis zum Break, bis zum Cut, bis zum Schluss, bis zum Bruch
Bis zum Aufbruch
Bastian Böttcher (Bremen, 31 december 1974)
De Nederlandse schrijver, dichter, publicist, rechtsgeleerde Jacob Israël de Haan werd geboren in Smilde op 31 december 1881. Zie ook alle tags voor Jacob Israël de Haan op dit blog.
Terugkeer
Weet Gij nog, moeder, hoe ik jong
Schatten-verlangend u verliet?
Wereld en weelde lokten, mij bedwong
Uw smeken niet.
Ik ging en wierf mij menig schat
Van goed metaal en gave steen,
Rijker dan ik in wereldstad
Was er niet een.
Maar schat verwervende verloor
Ik morgenvrede en avondrust
En wist dat niet. Leefde fel door
Op schat belust.
Zó leed ik pijn, doofde pijn fel
Met wijn en wierook. Nimmer vond
Ik van het leed de gulle wel:
Mijn hartewond.
Dan: ene avond, dat de lucht
Zoetmild was met een matte schijn
En mist van maan, de stad ontvlucht
Zag ik mijn pijn
Het was mijn hart open, het bloedde,
Want niemand heeft mijn hart getroost.
Toen voelde ik rijke, schattenmoede,
Leed eindeloost.
Lang bleef ik stil… die milde lucht
Verfijnd van geur… het maanlicht diep,
Hoorde ik een stem en zachte zucht?
Uw stem, die riep?
En ik bezon mij, moeder, en ik liet
Mijn schatten liggen, voor wie weelde wil.
Wereld en weelde wil ik niet
Maar vrede stil.
Die schatten zocht en schatten vond
In ’t rustloos werven buiten huis,
Keert bedel-arm en hartgewond
Moeder, weer thuis.
En vraagt, dat in het oud gezin,
Hem weder worde een plaats bereid.
Ik wil uw vrede en stille min
Thans en altijd.
Jacob Israël de Haan (31 december 1881 – 30 juni 1924)
De Vlaamse dichter, advocaat en rechter August van Cauwelaert werd geboren in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek op 31 december 1885. Zie ook alle tags voor August van Cauwelaert op dit blog.
Voor mijn jongens (Fragment)
1 Januari 1916
II
En al wat aan haat in uw borst heeft gebroeid
Rukt los in getier, lijk een stier die loeit;
En ge stormt op den vijand, man tegen man,
En velt wie de vlucht niet meer redden kan.
Ge slaat met het staal en ge schopt met den hiel,
Ge vecht met uw vuist en ge’n ziet wie er viel
Aan uw zij, met een zucht op den daavrenden grond
En zoekt met zijn hand naar den beet van een wond.
Weer voelt ge de ruimte, weer rukt ge vrij
Door het veld en weer hoort ge uit de huizenrij,
Daar ge roepend door straten en stegen rent,
De taal en de stem van een volk dat ge kent.
Geen regen van kogels, geen dondrend gevaart’
En dempt of en damt meer ’t geweld van uw vaart;
Reeds ziet ge, zoo stoer naar den hemel gebouwd,
Het Belfort van Brugge op een lucht van goud.
Uw adem is heet en uw hijgende borst
Is schor van geschreeuw en heesch van dorst;
Een haastige dronk en weer voort met uw vlag:
De nacht valt te vroeg op dees heerlijken dag.
August van Cauwelaert (31 december 1885 – 4 juli 1945)
In 1918
De Duitse dichteres en schrijfster Paula Dehmel werd geboren op 31 december 1862 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Paula Dehmel op dit blog.
Gutenachtliedchen
Leise, Peterle, leise,
Der Mond geht auf die Reise,
Er hat sein weißes Pferd gezäumt,
Das geht so still, als ob es träumt,
Leise, Peterle, leise.
Stille, Peterle, stille,
Der Mond hat eine Brille,
Ein graues Wölkchen schob sich vor,
Das sitzt ihm grad auf Nas und Ohr,
Stille, Peterle, stille,
Träume, Peterle, träume,
Der Mond guckt durch die Bäume,
Ich glaube gar, nun bleibt er stehn,
Um unser Peterle im Schlaf zu sehn –
Träume, Peterle, träume.
Siebenschläfer
Ihr Siebenschläfer in den Höhlen,
Reckt euch, streckt euch, aufgewacht!
Der Frühling leuchtet in den Himmel
Nach dieser ersten warmen Nacht!
Ja, schüttelt nur die dicken Zotteln
Und blinzelt in das blaue Licht;
Herr Gott, wer wird so langsam trotteln,
Ich lauf voraus, ich warte nicht.
Die Amsel übt schon ihre Lieder,
Ich sing sie mit, ich kann sie auch;
Und denkt euch nur, der blaue Flieder
Hat Knospen, und der Haselstrauch.
Der Teckel bellt vor lauter Wonne
Und wühlt die frische Erde um;
Na?! seid ihr noch nicht in der Sonne,
Ihr Siebenschläfer, faul und dumm?!
Paula Dehmel (31 december 1862 – 9 juli 1918)
Illustratie van Hans Thoma in een uitgave van de verzamelde “Kindergedichte”, 1919
Zie voor nog meer schrijvers van de 31e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.