Anne Vegter, Arjen Duinker, Junot Díaz, Bastian Böttcher, Jacob Israël de Haan, August van Cauwelaert, Paula Dehmel

De Nederlandse dichteres en schrijfster Anne Vegter werd geboren in Delfzijl op 31 december 1958. Zie ook alle tags voor Anne Vegter op dit blog.

 

Dadaab

We zeggen laten we niet naar school gaan, als je naar school gaat
begin je de wereld te begrijpen, dan breekt de pleuris uit.

We zeggen meisjes zijn duurkoop om toekomst mee te betalen
of is de wereld een markt waar je dochters ruilt voor suiker.

We zeggen achter de tenten is een zandweg en de weg is lang
en het zand leidt terug naar de oorlog, waarom zou je gaan.

We zeggen het schieten klinkt in de slaap zo luid als in het
geheugen maar we zijn doof van honger zeggen we en

het tobben zat. Herkent iemand op school de naam Nadifa al,
geboren tussen seizoenen, woede en onschuld, dan breekt

de pleuris maar uit. De meisjes zeggen whatever wij meisjes
zeggen. Onder de zwarte hemel delen we zandlampen uit,

we spellen een handleiding want morgen breken we de tenten af.

 

Aanslag op de liefde

Is dit hoe dood kan gaan, je richt je geweer, je scant
mijn geheugen: de laatste vakantie, de eerste vliegreis,
de beslagen medaille van de laatste vierdaagse: sterven

voor beginners. Je blik houdt schrik en misbaar
samen, je ogen richten een ravage aan in mijn versie
van een mannenhart. Liefde is de som van gemis.

Je graaft een kuil in je naam, het dagelijks bloed
kan er zomaar in verdwijnen, je zegt dat je
geen vrouwen doodt. Iedereen wijst naar je foto,

je hebt het ‘m geflikt. Je wilde ons waarschuwen:
dit is geen gedicht. Je zegt haast vriendelijk dat je
geen vrouwen doodt, maar het loopt wel eens anders,

het blijft mensenwerk. Welke engelen kent je geloof,
in welke woorden kan een verloren god zich nestelen?
Vergeven is gezegd, onmenselijk godenwerk.

 

 
Anne Vegter (Delfzijl, 31 december 1958)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Arjen Duinker werd geboren in Delft op 31 december 1956. Zie ook alle tags voor Arjen Duinker op dit blog.

 

Bloem blad blad bloem

Bloem blad blad bloem
Zuurtje touw zuurtje cirkel
Wortel oor wortel neus
Voet vlakje vierkantje vogel
Vlieg vogel vlieg punt
Plus zuurtje plus gras
Duim duim duim blad

Liniaal weggetje voet stof
Steen steen weggetje wimper
Oor vlakje bloem bloem
Bel bloem touw vlakje
Driehoek driehoek vogel vogel
Kom kom ruit wimper
Wind vlieg vlieg wolk

 

Wioe-Wioe!

Op een van de tafels
In de transparante kantine
Ligt een appel zonder thuis.

Op een van de tafels
In de kantine van de verte
Ligt een appel zonder bewustzijn,
Zonder de wens om te worden gegeven.

Kek-kek-kek! Kek-kek-kek! Vie-bie!
Kauw-kauw-kauw! Kek-kek-kek! Kittiweek!
Kie-urr! Kie-urr! Kauw-kauw-kauw! Tsju-ik!

De appel spreekt met een Chileens accent,
Met Amerikaans accent of met een Argentijnse tongval.
De appel is in de lucht ontstaan, uit wind en wolk,
Uit regen en zon, uit het roepen van duizenden vogels
Die hun schroom hebben afgeworpen.
De appel heeft geen weet van zijn ontstaan.
Is appel zonder het te weten,
Eenvoudig en magnifiek.

 

 
Arjen Duinker (Delft, 31 december 1956)

 

De Amerikaans-Dominicaans schrijver Junot Díaz werd geboren in Santo Domingo op 31 december 1968. Zie ook alle tags voor Junot Diaz op dit blog.

Uit: The Brief Wondrous Life of Oscar Wao

“Maritza was Lola’s friend. Long-haired and prissy and so pretty she could have played young Dejah Thoris. Olga, on the other hand, was no friend of the family. She lived in the house at the end of the block that his mother complained about because it was filled with puertoricans who were always hanging out on their porch drinking beer. (What, they couldn’t have done that in Cuamo? Oscar’s mom asked crossly.) Olga had like ninety cousins, all who seemed to be named Hector or Luis or Wanda. And since her mother was una maldita borracha (to quote Oscar’s mom), Olga smelled on some days of ass, which is why the kids took to calling her Mrs. Peabody.
Mrs. Peabody or not, Oscar liked how quiet she was, how she let him throw her to the ground and wrestle with her, the interest she showed in his Star Trek dolls. Maritza was just plain beautiful, no need for motivation there, always around too, and it was just a stroke of pure genius that convinced him to kick it to them both at once. At first he pretended that it was his number-one hero, Shazam, who wanted to date them. But after they agreed he dropped all pretense. It wasn’t Shazam—it was Oscar.
Those were more innocent days, so their relationship amounted to standing close to each other at the bus stop, somundercover hand-holding, and twice kissing on the cheeks very seriously, first Maritza, then Olga, while they were hidden from the street by some bushes. (Look at that little macho, his mother’s friends said. Que hombre.)
The threesome only lasted a single beautiful week. One day after school Maritza cornered Oscar behind the swing set and laid down the law, It’s either her or me! Oscar held Maritza’s hand and talked seriously and at great length about his love for her and reminded her that they had agreed to share, but Maritza wasn’t having any of it. She had three older sisters, knew everything she needed to know about the possibilities of sharing. Don’t talk to me no more unless you get rid of her! Maritza, with her chocolate skin and narrow eyes, already expressing the Ogún energy that she would chop at everybody with for the rest of her life. Oscar went home morose to his pre–Korean-sweatshop-era cartoons—to the Herculoids and Space Ghost. What’s wrong with you? his mother asked. She was getting ready to go to her second job, the eczema on her hands looking like a messy meal that had set. When Oscar whimpered, Girls, Moms de León nearly exploded. Tú ta llorando por una muchacha? She hauled Oscar to his feet by his ear.”

 

 
Junot Díaz (Santo Domingo, 31 december 1968)

 

De Duitse dichter schrijver Bastian Böttcher werd op 31 december 1974 in Bremen geboren. Zie ook alle tags voor Bastian Bötcher op dit blog.

 

tag im park

die locken der schönheit im park und die blüten die locken. – die locken.
die funken des glitzernden wassers in welln. handys funken. – die funken.
die schicken ne botschaft an freunde, die netten und schicken. – die schicken.
die rasen des parkes bevölkert. radfahrer die rasen. – die rasen.

die reifen erdbeern gepflückt. es kreisen die reifen. – die reifen.
die wagen beladen. mutproben wagen die kinder. – die wagen.
die streifen durch gärten. an kleidern da strahlen die streifen. – die streifen.
die cliquen der technikstudenten mit laptop, die klicken. – die cliquen.

die summen der prüfungen richtig und bienen, die summen. – die summen.
und boxen vom eismann schallen. teenager boxen. – die boxen.
die backen der kinder knallrot. bagelbäcker die backen. – die backen.
und sorgen fürs picknick im grünen. keine zeit für die sorgen. – die sorgen.

die decken mit speisen gefüllt. mütter decken auf decken. – die decken.
die grilln auf der wiese. am abend da zirpen die grillen. – die grillen.
die reichen geschmäcker und düfte zu haufe. die reichen. – die reichen.
die stimmen der leute im wind. alle eindrücke stimmen. – die stimmen.

 

 
Bastian Böttcher (Bremen, 31 december 1974)

 

De Nederlandse schrijver, dichter, publicist, rechtsgeleerde Jacob Israël de Haan werd geboren in Smilde op 31 december 1881. Zie ook alle tags voor Jacob Israël de Haan op dit blog.

Uit: Pathologieën. De ondergangen van Johan van Vere de With

“3.
De mooiste dingen uit hunne rijke woning waren de deurbel en de gangklok. Die bel hing achter de breede buitendeur. Hij was niet van zilver, maar van een onbekend metaal, dat veel zuiverder was van klank, dan het zilver is, óók veel ontroerender. Het was heerlijk die heldere bel te hooren in de hooge en stille gangen en dan dunde het luiden uit, tot de stilte weder in de woning dichtstond. Het speet Johan, dat deze kostelijke en koninklijke bel zoo weinig luidde, doordat de meeste menschen niet aan hunne voorname voordeur kwamen, maar zij kwamen wel door tuinpoort over het graslandje en de straatweg aan de achterzijde van het huis. Wanneer Johan ’s avonds zonder zijnen vader, te werken zat, en zijne lamp wit dampte en dun ademde, dan verlangde hij dikwijls naar eenen mensch, dat die bellen zou in de stilte, en dat er daarna iets bijzonders gebeuren zou. Maar dat gebeurde nooit, omdat zij zoo stil leefden.
In het hooge en heldere vóórportaal van beneden stond de klok, die Johan ten zeerste liefhad. Die tikte donker en ernstig, alsof een oude man sprak. Maar die sloeg met lichte en lachende slag, alsof een jongen, een groote jongen, lachte, ’s Avonds laat als Johan wakker was, hoorde hij de klok niet tikken, maar hij hoorde hem wel de voltallige heele uren afslaan.
Tegenover hun huis was een bruin-steenen kerk, en daarin hing hoog boven de huizen een zware klok, die luidde des avonds gedurende een kwartier tot tien uren toe. Daarna verzuimde Johan nooit naar beneden in de hooge witte portalen te gaan, om te zien of de huisklok toch wel gelijk met de stadsklok liep.

4.
Toen de vader van Johan achttien jaar was, studeerde hij te Amsterdam in de rechten. Daar kwam hij in de innigste aanraking met eene veel oudere vrouw, eene arts, met wie hij dadelijk daarna huwde. Zoo spoedig mogelijk werd een kind geboren, want de oudere vrouw vreesde, dat zij in latere jaren tot geene veilige geboorte meer in staat zou zijn. Over het geboren kind waren de jonge man en de oude vrouw beiden heerlijk verheugd.”

 

 
Jacob Israël de Haan (31 december 1881 – 30 juni 1924)
Cover

 

De Vlaamse dichter, advocaat en rechter August van Cauwelaert werd geboren in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek op 31 december 1885. Zie ook alle tags voor August van Cauwelaert op dit blog.

 

Voor mijn jongens (Fragment)
1 Januari 1916

Zoo rukt ge weer binnen uw dorpen en stêen;
Met hun kerken gemarteld in bogen en steen;
De mannen ontvoerd, heel wijken verbrand
En vrouwen die weenen om schuldlooze schand….

O vreeslijke wraak, o razend verdriet,
Als ge zóó uw landeke wederziet
En drilt in uw vuist den stam van een speer
Of een zwaard of den kolf van uw trouwe geweer.

Dan sleept ge als een huilenden hond uit zijn nest
Wie met ’t brood van uw kindren zijn maag heeft gemest
En nu kermt om erbarmen, en sleurt hem en slaat
Hem te grond met uw staal en den grijns van uw haat.

Het land is verlost uit zijn moordend gevang;
‘T is rumoer in de stad en getier en gedrang;
Het leger is daar met de kindren vooraan,
En weer waait boven ’t hoofd ons driekleurige vaan.

Het volk is dronken van vreugd en ’t geluid
Der klokken bonst al de torens uit;
De beiaard zingt victorie in ’t land,
Wijl ontzaglijk in ’t oosten de nacht ontbrandt.

 

 
August van Cauwelaert (31 december 1885 – 4 juli 1945)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Paula Dehmel werd geboren op 31 december 1862 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Paula Dehmel op dit blog.

 

Geburtstag

Leises Klopfen an der Türe:
Kann ich ’rein Mama?
Frisch gewaschen, frisch gebügelt
Steht Rumpumpel da.
Rosen in beiden Händchen!
Wie der Kerl sich freut!
Kommt ans Bett, sagt: Guten Morgen,
Mutti Burtstag heut,
Vater putzt die große Stube,
Die ist furchtbar schön;
Lauter Blumen! Und die Torte!
Komm, zu Vati gehn!

 

Das große Karussell

Im Himmel ist ein Karussell,
das dreht sich Tag und Nacht.
Es dreht sich wie im Traum so schnell,
wir sehn es nicht, es ist zu hell
aus lauter Licht gemacht;
still, mein Wildfang, gib acht!

Gib acht, es dreht die Sterne, du,
im ganzen Himmelsraum.
Es dreht die Sterne ohne Ruh
und macht Musik, Musik dazu,
so fein, wir hören′s kaum;
wir hören′s nur im Traum.

Im Traum, da hören wir′s von fern,
von fern im Himmel hell.
Drum träumt mein Wildfang gar so gern,
wir drehn uns mit auf einem Stern;
es geht uns nicht zu schnell,
das große Karussell.

 

 
Paula Dehmel (31 december 1862 – 9 juli 1918)
Berlijn. Oberbaumbrücke tijdens Oud en Nieuw

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 31 december 2006 en ook mijn blog van 31 december 2007 en eveneens mijn blog van 31 december 2008.