Astrid Lampe, Kenneth Rexroth

De Nederlandse dichteres en schrijfster Astrid Lampe werd geboren in Tilburg op 22 december 1955. Zie ook alle tags voor Astrid Lampe op dit blog.

 

Schichtval

als kralen van de straal geslipt
als strakke bessen die gestript
na doffe plof op het zuurst van zoet
keurliggen in korf of mand
(en kolfjes naar zijn hand)

trek je gangen na
immens koud is de tochtsluis
van steen behang

en nacht die snood inplugt
het rijggat
het oud van beelden

geen darm-, silkwit weefsel
dat zulks bedekken kan
koud foedraal zonder kleppen
het gans arsenaal dat optrekt
spiraalt vanuit de voet
vortex, dubbele schroef
de spoelen moe

een trekveer die ratelt de
afvoer stroef
expander bleek vlees
dat
hikt
zich verslikt

colon – van
binnenuit houd ik mij stil
mijn kleed zal rekken
tot een kokon

één haal van ’t lemmet:
strak-áf zal ik staan in de zon en me
strekken

 

Gedichten

[I]

niets is pijnlijker dan
werkeloos toezien
bodembewonende zeediertes
zijn massaal uit het slib gekropen
het toneelgezelschap levert spontaan
een snipperdag in om ruim voor de troonrede het
offerfeest de hoedjesparade
met transitie aan de slag te gaan
het fijne van de monoloog
is dat ie voor alles
waarheidsgetrouw is
kameleontisch in essentie
een weinig babbelziek
bloed zien angst ruiken
defensief en
moordlustig
alleen zo begrijpen we
de niche in de markt
de vrijheid als constructie
was dit een leerstuk
we drukten pats boem
afrika in het pluche en met twee vingers in de neus
‘peace man!’
halen we de tempest naar
de biënnale van venetië
dromen doen we
(de kade splijt)
de harde werkelijkheid

 

Astrid Lampe (Tilburg, 22 december 1955)

 

De Amerikaanse dichter Kenneth Rexroth werd geboren in South Bend (Indiana) op 22 december 1905. Zie ook alle tags voor Kenneth Rexroth op dit blog.

 

Gij zult niet doden

Ze vermoorden alle jonge mensen.
Al een halve eeuw lang, elke dag,
Ze hebben hen opgejaagd en vermoord.
Ze vermoorden hen nu.
Op dit moment, over de hele wereld,
Vermoorden ze de jonge mensen.
Ze kennen tienduizend manieren om hen te doden.
Elk jaar bedenken ze nieuwe.
In de jungle van Afrika,
In de moerassen van Azië,
In de woestijnen van Azië,
In de slavenhokken van Siberië,
In de sloppenwijken van Europa,
In de nachtclubs van Amerika,
Zijn de moordenaars aan ’t werk.

Ze stenigen Steven,
Ze werpen hem buiten in elke stad ter wereld.
Onder het welkomstbord,
Onder het Rotary-embleem,
Op de snelweg in de buitenwijken,
Ligt zijn lichaam onder de naar hem gesmeten stenen.
Hij was vol geloof en kracht.
Hij deed grote wonderen onder de mensen.
Ze konden niet tegen zijn wijsheid.
Ze konden de geest waarmee hij sprak niet verdragen.
Hij schreeuwde het uit in de naam
Van het tabernakel der getuigenis in de woestijn.
Ze waren in het hart geraakt.
Ze knarsten hem toe met hun tanden.
Ze schreeuwden het uit met luide stem.
Ze stopten hun oren dicht.
Ze liepen eensgezind op hem af.
Ze jaagden hem de stad uit en stenigden hem.
De getuigen legden hun kleren neer
Aan de voeten van een man wiens naam jouw naam was –
Jij.

Jij bent de moordenaar.
Jij vermoordt de jonge mensen.
Je bent Laurent aan het grillen op zijn rooster.
Toen je erom vroeg, maakte hij de verborgen
Schatten van de geest bekend,
Hij toonde je de armen.
Je keerde je hart tegen hem.
Je greep hem vast en bond hem woedend vast.
Je roosterde hem op een traag vuurtje.
Zijn vet druppelde en spoot in de vlam.
De geur was zoet voor jouw neus.
Hij schreeuwde,
‘Ik ben aan deze kant gekookt,
Draai me om en eet,
Jij
Eet van mijn vlees.’

Je vermoordt de jonge mensen.
Je schiet Sebastiaan met pijlen neer.
Vastberaden beschermde hij de getrouwen voor vervolging.
Eerst schoot je hem met pijlen neer.
Dan sloeg je hem met staven.
Vervolgens gooide je hem in een riool.
Er is niets dat je meer vreest dan moed.
Jij die je ogen afwendt
Van de moed van de jonge mensen.

Jij,
De hyena met blinkend gezicht en vlinderdas,
In het kantoor van een miljard dollar
Onderneming gewijd aan dienstverlening;
De gier druipt van het aas,
Zorgvuldig en slordig gekleed in geïmporteerde tweeds,
Lezingen houdend over het Tijdperk van Overvloed;
De jakhals in gabardine met twee rijen knopen,
Blaffend vanop gecontroleerde afstand,
In de Verenigde Naties;
De vampier die aan de kop van de bank zetelt,
Notitieboekje ter hand, spelend met zijn hersenletsel;
De autonome, ambulante kanker,
Het Superego in wel duizend uniformen;
Jij, die de kolos de slachtoffers aanwijst,
De moordenaar van de jonge mensen.

 

Vertaald door Flor Vandekerckhove

 

Kenneth Rexroth (22 december 1905 – 6 juni 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e december ook mijn blog van 22 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *