Breytenbach, Arp, Sillanpää, Bosboom-Toussaint

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale, een dorp in de West-Kaap, op zo’n 180 kilometer van Kaapstad.Hij studeerde kunst aan de Universiteit van Kaapstad en is een toegewijde tegenstander van het apartheidsbeleid geworden. Hij verliet in de jaren ’60 van de 20e eeuw Zuid-Afrika en ging naar Parijs. Hij trouwde met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst. Vanwege de rassenwetgeving kon hij toen daardoor niet meer terug naar zijn geboorteland.

Tegenwoordig verdeelt hij zijn tijd tussen Europa, Afrika en de Verenigde Staten. Hij is sinds januari 2000 gastdocent in de psychologie aan de Universiteit van Kaapstad en hij is betrokken bij het Gorée-instituut in Dakar, Senegal en de Universiteit van New York. Breytenbachs werk omvat dichtbundels, romans en essays. Veel daarvan is in het Afrikaans, met soms een vertaling in het Engels

Today I Went Down

 

today I went down on your body
while windows were thick white eyes
and hearkened the clogged cavities
in the small darkroom of your chest,
hedging an eternity over the aching voice
from your gorgeous throat,
agony and exaltation flow in one divide
if I may make so bold,
your thighs are a loveword your hair
night’s glittering lining of secret disport:
I aimed for the innermost moon
and rent, moved by the syntax and the slow
of sadness and of joy, so
I love you, love you so

when the blinding comes,
the discomposure of silence,
it must be high up the hills
where hundreds of poor
stamp their feet in the dust, and drums
and woman voices like this
ululating skyline
gag the final ecstasy

 

 

New York, 12 September 2001

 

will the hand endure moving over the paper
will any poem have enough weight
to leave a flightline over a desolate landscape
ever enough face to lift against death’s dark silence
who will tell today? the huge anthill of people remains quiet
somber and shrill, bright and obscure
as if brown effluvium of sputtering towers
still sweeps the skyline with a filthy flag
who will tell today?
today images wail for voice behind the eyes
planes as bombs stuffed with shrapnel of soft bodies
then the fire inferno flame-flowers from skyscrapers
human flares like falling angels from the highest floor
down, down all along shimmering buildings of glass and
steel
weightless and willowy and flame-winged streamlined
reflections fleeting in the fugitive language of forgetting
the hellhound of destruction has a red tongue of laughter
who will tell?
gouged eyes do not understand that the sky is blue
through the dismal and chilly nuclear winter
people stumble people shuffle
stumble-people shuffle-people worm-white-people
where are the faces
old before their ending or their wedding
greyed in ashes from head to toe
as if clothed in the coast of the snowing knowing of ages beneath rummage and debris rosy corpses move and
mumble
and in the East River confidential files and folders float
with shreds and feathers lacerated human meat
scorched confetti for the dog’s feast who will tell tomorrow tomorrow
where are the faces
will the tongue still think
still pulse its dark lair
with the flaming memory of bliss
will any poem some day ever carry sufficient weight
to leave the script of scraps recalling fall and forgetting
will death remain quivering in the paper

 

 

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

Hans (Jean) Arp werd geboren op 16 september 1886 in Straatsburg, als zoon van een moeder uit de Elzas en een Duitse vader. Arp was een oprichter van het dadaïsme in Zürich. In 1920 vestigde hij, toen als Hans Arp, samen met Max Ernst en de sociale activist Alfred Grunwald de Keulse vestiging van Dada. Hij werkte daarbij ook nauw samen met Kurt Schwitters. Het werk van Arp verscheen in 1925 echter ook op de eerste tentoonstelling van de surrealisten in Galerie Pierre te Parijs. In 1926 verhuisde Jean Arp naar de Parijse buitenwijk Meudon. In 1931 brak hij met het surrealisme om een andere groep te vormen, Abstraction-Création, die een periodiek uitgaf, Transition genoemd. Gedurende de 30 jaren tot het eind van zijn leven ging hij echter ook door met het schrijven van essays en gedichten.

 

Sekundenzeiger

 

daß ich als ich
ein und zwei ist
daß ich als ich
drei und vier ist
daß ich als ich
wieviel zeigt sie
daß ich als ich
tickt und tackt sie
daß ich als ich
fünf und sechs ist
daß ich als ich
sieben acht ist
daß ich als ich
wenn sie steht sie
daß ich als ich
wenn sie geht sie
daß ich als ich
neun und zehn ist
daß ich als ich
elf und zwölf ist.

 

Hans Arp16 (september 1886 – 7 juni 1966)

 

De Finse schrijver en Nobelprijswinnaar Frans Eemil Sillanpää werd geboren in Hämeenkyrö op 16 september 1888. Hoewel zijn ouders arm waren, slaagden zij erin om hem in Tampere naar school te sturen. In 1908 verhuisde hij naar Helsinki om geneeskunde te studeren. In 1913 verhuisde Sillanpää van Helsinki terug naar zijn geboortedorp en ging zijn leven aan het schrijven wijden. Hij kreeg internationale bekendheid met zijn roman Nuorena nukkunut (1931). In 1939 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij is tot op heden de enige Fin die deze prijs heeft gewonnen.

Citaat:

“The sun had risen some time after three and climbed gradually to overlook hundreds and thousands of yards and windows, pats and porches, and even to peer into rooms where human beings slept in their beds. It looked also into birds’ nests, in which to be sure there was no atmosphere of Sunday, for in them every morning, especially the sunny one, is equally holy.” (from The Maid Silja, 1931, vertaald door Alex Matson)

 

 

Frans Eemil Sillanpää (16 september 1888 – 3 juni 1964)

 

Anna Bosboom – Toussaint werd geboren te Alkmaar en legde op 16 april 1833 een examen voor het lager onderwijs af, doch volgde haar hoge roeping in de Nederlandse letteren. Ze huwde in 1851 met de schilder Johannes Bosboom en vestigde zich te ‘s-Gravenhage, alwaar zij op 13 april 1886 overleed. Anna Bosboom-Toussaint wordt gerekend tot de beste Nederlandse auteurs van de 19de eeuw. Nadat zij grote verwachtingen had gewekt met haar romans Almagro (1837) en De graaf van Devonshire (1838), beide beïnvloed door de Engelse romantiek, zocht ze op aanraden van Gids-redacteur Potgieter haar onderwerpen voortaan in de vaderlandse geschiedenis. De schrijfster is vooral bekend gebleven door de eigentijdse roman Majoor Frans (1874), over een meisje dat door haar vader als jongen wordt opgevoed.

 

 

Uit Majoor Frans

 

Jonker Leopold van Zonshoven aan Mr. Willem Verheyst, advokaat te A.

Beste Vriend!

 

“Als gij niet al te diep in ’t een of ander proces zijt verwikkeld, kom dan tot mij op de vleugelen der vriendschap, of meer op zijn negentiende eeuws gesproken, met den eersten sneltrein den besten dien gij uit uw provinciestadje kunt bereiken; want ik zit deerlijk in de engte. Daar is mij iets overkomen, waarover de wereld mirakel zal roepen als zij er van hoort. Maar vooreerst mag zij ’t nog niet hooren et pour cause; daarom moet ik het aan de borst van een vertrouwd vriend uitstorten, of ik zou er aan stikken. Het is ook zoo iets ongewoons, zoo iets onwaarschijnlijks, zoo iets onmogelijks, zou mevrouw de Sévigné zeggen, maar dat toch waar is, toch gebeurd is, ja! mij gebeurd is, mij, Leopold van Zonshoven, van der jeugd af bestemd om in de wereld de droevige figuur te maken van: een kale jonker! Ook ben ik er van verbluft, of ik een knodsslag op mijn hoofd had gekregen. Verbeeld je! daar ben ik op eens aangewezen als den universelen erfgenaam van een colossaal vermogen.”

 

Anna Bosboom – Toussaint (16 september 1812 – 13 april 1886)