Cees van der Pluijm, Jacques Hamelink, Haruki Murakami, Alain Teister, Jakob Lenz

De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook mijn blog van 12 januari 2007 en ook mijn blog van 12 januari 2008 en ook mijn blog van 12 januari 2009 en ook mijn blog van 12 januari 2010.

1954

Je was er pas een week of vier
De ouderwetse winterkou
Sloeg bikkelhard de kamer in

Je was de spil van het gezin
De wereld draaide nog om jou
Je leefde, gulzig als een dier

Je moeder in het kraambed lag
Te wachten op de laatste dag

Er werd gebeefd van kou en angst
Je vader was misschien het bangst
Want Oma voerde het gezag

Hij wierp wat plankjes toe naar haar:
Mijn luiers, van de vrieskou zwaar –
Zij brak haar armen bij de vangst

 

 1, JOZEFSSCHOOL

I

Je kunt de bel nog horen als je wilt
Hij staat nog immer in de hoge deur:
Die strenge man, driedelig in het pak

Hij luidt de bel, de kinderschaar verstilt

En schuifelt met een zweem van ongemak
En achting voor hem langs: hij is het Hoofd
Der School (het Hoofd, nog lang geen directeur)
In wiens gezag men moeiteloos gelooft

’t Is winter en de grote kachel brandt
Met af en toe een plof. Je ruikt de geur
Van toen: van ijver, angst en kinderzweet

Zelfs nog in dit verbouwd gebouw; dit pand
Waar werd gezwoegd, gerekend, gedicteet

Men speelt er nu verantwoord interieur

 

LENTE IN ‘T LAAG EN ‘T HOOG 

II

Van bloesem wit de oevers van de beek
Waar pas nog sneeuw de koude grond bedekte;
En waar het uit de bomen constant lekte
Ontsprong het groen terwijl je net niet keek

De specht beukt elke ochtend op de bast
Van oud kastanjehout en alles zingt
Als jij het wakker worden nog bedwingt
En slaperig je ochtendplasje plast

Het kriekend licht komt daag’lijks vroeger binnen
En al wat leeft, is spoorslags buiten zinnen
De morgenstond is ongeremd Bacchantisch

En alles bloeit en lonkt en kwinkeleert
Terwijl jij Morpheus’ armen prefereert
Natuur is onverdragelijk romantisch

 

Cees van der Pluijm (Radio Kootwijk, 12 januari 1954)

 

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacques Hamelink werd geboren op 12 januari 1939 in Driewegen, bij Terneuzen. Zie ook mijn blog van 12 januari 2007  en ook mijn blog van 12 januari 2008 en ook mijn blog van 12 januari 2009 en ook mijn blog van 12 januari 2010.

 

 

Zeemorgen

 

Terwijl in het eiwit zand kinderen alweer grijpgraag

kuilen graven en huilen om de hitte

en hun rode moeders zich openleggen

en de zon een hete man tussen hun dijen plant

komt de dag kentaurisch snuivend nog druipnat

het spierwit borsthaar glinsterend tevoorschijn

uit het water voert luidkeels nieuwe vogels aan

en fluit naar de verspreid spelende meisjes

zilvergroen geschubde meerminnen in bikini

en de duintoppen welven als borsten van een blote heidin

maar tijd hoog op de poten slaakt waarschuwend

zijn kreet die de schelpenzoeker versteent

te midden van zijn koraaleilanden hij vergaat vaag

in de ruimte het galmende water

dat kathedralen bouwt van zand

met ritselende vlaggen helm en brem bezet

en de eerste minnaars in elkaar verdronken

spoelen aan de ogen zwart van stilzwijgen

om hun ligplaats verdampen de voetsporen

van de nacht en zijn geluidloze mannen

aan de vloedlijn maken meeuwen het uur wit

met gebeden en ritueel en laten gretig

hun mossels op de stenen vallen en hese geluiden

maakt de waakzaam blijvende zee

die verder sprakeloos is en inzicht

te pijndoend om uit te spreken vergt

van de mergheldere oude vissers

zonneblind ontwaakt uit een slaap met roggen

en inktvissen spuwen zij kwaad en zwijgend

naar het wrakkenvol water en gaan de eerste borrel drinken

in de bekaaide herberg en vaarten verzinnen

naar de legendarische broedplaatsen van vroeger

een zaagvis draait zich verraderlijk als een hand om in hun verhaal.

 


Jacques Hamelink (Terneuzen, 12 januari 1939)

Doorkijkje in Terneuzen

 

 

 

 De Japanse schrijver en vertaler Haruki Murakami werd geboren op 12 januari 1949 in Kyoto. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007  en ook mijn blog van 12 januari 2008 en ook mijn blog van 12 januari 2009 en ook mijn blog van 12 januari 2010.

 

Uit: South of the Border, West of the Sun (Vertaald door Philip Gabriel)

 

„My birthday’s the fourth of January, 1951. The first week of the first month of the first year of the second half of the twentieth century. Something to commemorate, I guess, which is why my parents named me Hajime–“Beginning” in Japanese. Other than that, a 100 percent average birth. My father worked in a large brokerage firm, my mother was a typical housewife. During the war, my father was drafted as a student and sent to fight in Singapore; after the surrender he spent some time in a POW camp. My mother’s house was burned down in a B-29 raid during the final year of the war. Their generation suffered most during the long war.

When I was born, though, you’d never have known there’d been a war. No more burned-out ruins, no more occupation army. We lived in a small, quiet town, in a house my father’s company provided. The house was prewar, somewhat old but roomy enough. Pine trees grew in the garden, and we even had a small pond and some stone lanterns.

The town I grew up in was your typical middle-class suburb. The classmates I was friendly with all lived in neat little row houses; some might have been a bit larger than mine, but you could count on them all having similar entranceways, pine trees in the garden, the works. My friends’ fathers were employed in companies or else were professionals of some sort. Hardly anyone’s mother worked. And most everyone had a cat or a dog. No one I knew lived in an apartment or a condo. Later on I moved to another part of town, but it was pretty much identical. The upshot of this is that until I moved to Tokyo to go to college, I was convinced everyone in the whole world lived in a single-family home with a garden and a pet, and commuted to work decked out in a suit. I couldn’t for the life of me imagine a different lifestyle.“

 


Haruki Murakami (Kioto, 12 januari 1949)

 

 

 

De Nederlandse dichter, schrijver en schilder Alain Teister (eig. Jacob Martinus Boersma werd geboren in Amsterdam op 12 januari 1932. Zie ook mijn blog van 12 januari 2009 en ook mijn blog van 12 januari 2010.

Zelfportret

Ik ben voornamelijk van geen belang.
Ik ben een zachte wang,
en ik ben mijn eigen lippen.
Meestal zonder gezang,
uitblinkend in knorgeluiden
voor enk’le fijne luiden
die mij ter harte gaan.
Ik ben meer kuiken dan haan.
En: ik ben mijn eigen lippen,
waarmee ik uit eigenbelang
mij kus op mijn eigenwang.


Alain Teister (12 januari 1932 – 6 februari 1979)

 

 

 

De Duitse dichter en schrijver Jakob Michael Reinhold Lenz werd geboren op 12 januari 1751 in Seßwegen. Zie ook mijn blog van 1 maart 2007 en ook mijn blog van 12 januari 2009 en ook mijn blog van 12 januari 2010.

 

Lied eines schiffbrüchigen Europäers,

auf einer wüsten Insel, von der man von Zeit zu Zeit Rauch aufsteigen sehen, aber wegen einer heftigen Brandung nicht zu Hülfe kommen konnte. Diese Insel schien Capitain Wallis als er vorbey segelte, ein völlig unwirthbarer Felsen.

 

Wenn ichs noch bedenke –

Auf der langen Seereis’ – überall –

Wo die Luft so feucht war, gab sie Wein,

Auf Madera, an dem frohen Cap –

Wo sie scharf war, wuchsen Cokusnüsse –

Wo es kalt war, flözte sie uns Holz zu.

Riesen sahen wir, wie David,

Und bezwungen sie mit kleinen Steinchen;

Wilde Teufel sahen wir, sie sangen

Uns die kauderwelschen Friedenslieder

Daß wir ihrer Gutheit lachten –

Ach! wohlthätige Natur!

Ost- und Westwärts – Ueberall!

Sieh! dieß lezte Scheitchen Holz

Leg ich auf – Sein Rauch verschwindet

In die Luft – und Niemand meldet sich – –

Allbedenkende Natur!

Hast du mich vergessen?

 


Jakob Michael Reinhold Lenz (12 januari 1751- 24 mei 1792)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e januari ook mijn vorige blog vandaag.