Dolce far niente – Canal Parade
Gay Pride, Amsterdam
Twee vrienden
De maan maakt den nacht tot een sneeuwwit veld.
een man heeft zijn vriend van zijn leven verteld:
er is door dit spreken een wonder gebeurd:
hun harten zijn zoozeer eender gekleurd
dat de een als hij soms naar den ander ziet
bij zichzelven zegt: maar ben ìk dat niet?
een vrouw; nog een vrouw; een verterend gemis.
het is alsof alles ten einde is:
want één hart blijft thuis en één hart gaat op reis
maar geen van twee vindt het Paradijs.
Hendrik Marsman (30 september 1899 – 21 juni 1940)
Met zijn vrouw in 1934
Solidariteit
Op zekere dag zag je een groenteboer,
Een wondermooie Maniak, hij was gewoon
Om alle vrouwen in zijn zaak een loer
Te draaien: hij verkocht ze groente, schoon
Van buiten, maar van binnen enkel schimmel.
O, niet alleen die vrouwen gaf hij dat
Maar ook de doetjes en de boerenpummels,
Kortom, aan wie hij maar een hekel had.
Je lachte. Hij bemerkte je plezier
En knipoogde. Hij zag een kameraad
In je, zoveel was zeker. Een kwartier
Daarna stond je met rotte lof op straat.
Gerrit Komrij (30 maart 1944 – 5 juli 2012)
Hier met Hans Warren (links)
Alweer geknield
Nu de storm is geluwd
de ravage in het serene licht:
wat ben je tenger, vaal. Je voeten
en oksels rieken – een vogeljong
tijdig uit het nest geregend.
Ik stook het vuur hoog, rooster vlees en brood,
en warm de wijn. Je holle wangen krijgen
wat gloed, je ogen worden
groter, zwarter, en je borst
begint begeerlijk te welven
in het openhangend linnen hemd.
Alweer geknield bied ik mijn prins
hetgeen ik heb, hetgeen ik maak.
Hij keurt verwend
en looft verstrooid mijn zorg,
kijkt langs mijn liefde en mijn haat.
Hij geeft een zoen en nog een zoen,
een echte lieve trekkebek, en rekt
bevrijd eer hij opnieuw
op avontuur uitgaat.
Hans Warren (20 oktober 1921 – 19 december 2001)
Hier met Mario Molegraaf (links)
De Amerikaanse schrijver James Baldwin werd op 2 augustus 1924 in Harlem, New York, geboren. Zie ook mijn blog van 2 augustus 2010 en eveneens alle tags voor James Baldwin op dit blog.
Uit: Giovanni’s Room
“You do not,’ cried Giovanni, sitting up, ‘love anyone! You never have loved anyone, I am sure you never will! You love your purity, you love your mirror—you are just like a little virgin, you walk around with your hands in front of you as though you had some precious metal, gold, silver, rubies, maybe diamonds down there between your legs! You will never give it to anybody, you will never let anybody touch it—man or woman. You want to be clean. You think you came here covered with soap and you think you will go out covered with soap—and you do not want to stink, not even for five minutes, in the meantime.’ He grasped me by the collar, wrestling and caressing at once, fluid and iron at once: saliva spraying from his lips and his eyes full of tears, but with the bones of his face showing and the muscles leaping in his arms and neck. ‘You want to leave Giovanni because he makes you stink. You want to despise Giovanni because he is not afraid of the stink of love. You want to kill him in the name of all your lying little moralities. And you—you are immoral. You are, by far, the most immoral man I have met in all my life. Look, look what you have done to me. Do you think you could have done this if I did not love you? Is this what you should do to love?”
(…)
“Love him,’ said Jacques, with vehemence, ‘love him and let him love you. Do you think anything else under heaven really matters? And how long, at the best, can it last, since you are both men and still have everywhere to go? Only five minutes, I assure you, only five minutes, and most of that, helas! in the dark. And if you think of them as dirty, then they will be dirty— they will be dirty because you will be giving nothing, you will be despising your flesh and his. But you can make your time together anything but dirty, you can give each other something which will make both of you better—forever—if you will not be ashamed, if you will only not play it safe.’ He paused, watching me, and then looked down to his cognac. ‘You play it safe long enough,’ he said, in a different tone, ‘and you’ll end up trapped in your own dirty body, forever and forever and forever—like me.”
James Baldwin (2 augustus 1924 – 1 december 1987)
Fotoportret door Carl Van Vechten, 1955
Zie voor nog meer schrijvers van de 2e augustus ook mijn blog van 2 augustus 2012 en eveneens mijn blog van 2 augustus 2011 deel 2.