Ernest van der Kwast, Adonis, Jonas T. Bengtsson, Chantal van Gastel, Juan Gabriel Vásquez, Paul Hamilton Hayne

De Nederlandse schrijver Ernest van der Kwast werd geboren in Bombay, India, op 1 januari 1981. Zie ook alle tags voor Ernest van der Kwast op dit blog.

Uit: De IJsmakers

“Vlak voor zijn tachtigste verjaardag werd mijn vader verliefd. Het was liefde op het eerste gezicht, liefde die als een donderslag uit het niets komt, een bliksemstraal die een boom velt. Mijn moeder belde me op. ‘Beppi heeft zijn verstand verloren,’ zei ze.
Het gebeurde tijdens de live-uitzending van de Olympische Spelen in Londen. Om precies te zijn: tijdens de finale van het kogelslingeren voor vrouwen. Mijn vader heeft een satellietschotel op het dak laten plaatsen en kan meer dan duizend kanalen ontvangen. Hij zit hele dagen voor de tv, een prachtig plat scherm, en drukt dan in een constant hoog tempo op de knop van de afstandsbediening. Voetbalwedstrijden in Japan komen voorbij, Arctische natuurfilms, Spaanse arthouse, reportages van rampen in El Salvador, Tadzjikistan, Fiji. En natuurlijk schitterende en glitterende vrouwen van over de hele wereld. De rondborstige Braziliaanse presentatrices, de bijna naakte Griekse showgirls, de nieuwslezeressen wier berichten je, afgezien van de taal (Macedonisch? Sloveens?), ontgaan door hun glanzende, volle lippen.
Meestal zit er zo’n vijf of zes seconden tussen de zenders die mijn vader bezoekt. Maar soms blijft hij hangen en kijkt hij een hele avond en een halve nacht naar de verslaggeving rondom de verkiezingen in Mexico of naar een documentaireserie over de tropische wateren van Polynesië, groen als een edelsteen.
Het was een Turkse sportzender waarbij mijn vader was gestrand. Hij had zojuist met zijn eeltige duim op de knop van de afstandsbediening gedrukt. De Egyptische soap die in vijf se-conden zoveel dramatische vrouwengezichten in beeld had gebracht, had hem niet kunnen bekoren. Beppi drukte op de knop die ooit zwart was, toen grijs en nu wit, haast doorzichtig. Toen werd hij getroffen door de bliksem. Op het scherm verscheen zijn prinses: een huid zo wit als room, koraalrode haren, de bovenarmen van een slager. Ze stapte de ring van het olympisch stadion in, hief de greep van de ketting, bracht de kogel omhoog, over haar linkerschouder, draaide één keer, twee keer, drie keer, vier keer, vijf keer, en slingerde de ijzeren bal toen met alle kracht die ze in zich had weg. Een meteoor die de dampkring heeft overleefd en fonkelt en scheert door de staalblauwe lucht van Londen. De inslag, een bruin gat in het meticuleus gemaaide gazon.”

 
Ernest van der Kwast (Bombay, 1 januari 1981)

 

De Syrische schrijver Adonis (pseudoniem van Ali Ahmad Sa’id) werd geboren op 1 januari 1930 in Qassabin in het noorden van Syrië. Zie ook alle tags voor Adonis op dit blog.

Desert (Fragment)

The cities dissolve, and the earth is a cart loaded with dust
Only poetry knows how to pair itself to this space.
 
No road to this house, a siege,
and his house is graveyard.
               From a distance, above his house
               a perplexed moon dangles
               from threads of dust.
 
I said: this is the way home, he said: No
               you can’t pass, and aimed his bullet at me.
Very well then, friends and their homes
                in all of Beirut’s are my companions.
 
Road for blood now—
               Blood about which a boy talked
               whispered to his friends:
                              nothing remains in the sky now
                              except holes called “stars.”
 
The city’s voice was too tender, even the winds
would not tune its strings—
The city’s face beamed
like a child arranging his dreams for nightfall
bidding the morning to sit beside him on his chair.
 
 
They found people in bags:
              a person                                              without a head
              a person                                              without hands, or tongue
              a person                                              choked to death
              and the rest had no shapes and no names.
                             —Are you mad? Please
                                                             don’t write about these things.
A page in a book
              bombs mirror themselves inside of it
              prophecies and dust-proverbs mirror themselves inside of it
              cloisters mirror themselves inside of it, a carpet made of the alphabet
                             disentangles thread by thread
falls on the face of the city, slipping out of the needles of memory.
A murderer in the city’s air, swimming through its wound—
its wound is a fall
that trembled to its name—to the hemorrhage of its name
and all that surrounds us—
houses left their walls behind
                                               and I am no longer I.

 

Vertaald door Khaled Mattawa

 
Adonis (Qassabin, 1 januari 1930)

 

De Deense schrijver Jonas T. Bengtsson werd geboren op 1 januari 1976 in Kopenhagen. Zie ook alle tags voor Jonas T. Bengtsson op dit blog.

Uit:Wie keiner sonst (Vertaald doorFrank Zuber)

“Ich bin gerade sechs geworden, als Olof Palme erschossen wird. es ist Februar, und draußen ist es sehr kalt. mein Vater und ich sitzen in der Küche, wir essen Brötchen, ich zeichne.
Wir hören es im Radio. mein Vater dreht lauter. Die Frau im Radio hört sich an, als wäre es sehr wichtig. eine große Neuigkeit. ich schnipse einen Mohnsamen über den Tisch.
Mein Vater sagt, ich solle mich anziehen. Ich kann meine Socken nicht finden. Mein Vater bückt sich und steckt meine nackten Füße in die Gummistiefel.
Wir gehen hinunter auf die Straße. mit festem Griff hält mich mein Vater am Arm. Er blickt stur geradeaus. Zieht mich hinterher. Ich bin eine Tasche. ein Koffer mit kleinen Rädern. Ich sag es ihm, dass es wehtut. Dass er zu schnell läuft, aber der Wind bläst die Worte weg.
Samstags ist sonst immer viel los. Autos verlassen und suchen Parkplätze, alte Damen mit Rinkaufsnetzen. Die letzten Besorgungen, bevor alles schließt. aber heute nicht, heute haben wir die Straßen für uns.
Die stadt ist nicht groß, wir sind schnell in der Hauptstraße. mein Vater blickt stur geradeaus, sein Mund ist ein Strich. Ich glaube, er hat vergessen, dass er mich mitzieht.
Mein Vater hat halblanges, blondes Haar mit rötlichem Schimmer, genau wie sein Bart. Er rasiert sich einmal pro Woche, dann darf der Bart wieder wachsen. Die Haare schneidet er sich selbst in der Küche. Die Zigarette ist ein Teil seiner Hand, ein Extraglied an seinem Finger. er trägt nur ein T-shirt unter offenem Mantel, aber er friert nicht.“

 
Jonas T. Bengtsson (Kopenhagen, 1 januari 1976)

 

De Nederlandse schrijfster Chantal van Gastel werd geboren op 1 januari 1980 in Breda. Zie ook alle tags voor Chantal van Gastel op dit blog.

Uit: Zwaar verliefd

“Hij past niet. Shit, hoe kan dat nou? Het is de grootste maat in deze winkel. Ik heb geen andere keus, deze broek moet passen. Het móét.
Ik houd mijn adem in en trek aan de broekspijpen alsof ik een panty aandoe. Natuurlijk helpt dat niet. De broek is gewoon te klein. Flink te klein, zelfs. Het is zaterdagmiddag en in dit benauwde pashokje met onflatteus licht dringt voor het eerst de afschuwelijke waarheid tot me door. Ik ben te dik om nog in ‘gewone’ winkels mijn kleren te kopen. Ongelooflijk dat ik het zo ver heb laten komen.
Floor steekt haar hoofd langs het gordijn. ‘En? Past deze wel?’
Ik kijk van de broek die halverwege mijn dijen is blijven steken naar mijn vriendin. ‘Nee, ook niet. Ik snap er niets van.’ Ik pak mijn eigen broek van het haakje en laat haar het label zien. ‘Zie je? Maat 42. Die past me nog wel en nu kan ik niet eens een broek in maat 44 kopen? Hoe kan dat nou?’
‘Lukt het met passen?’ hoor ik de verkoopster vanachter het gordijn vragen. Alsof ik zit te wachten op advies van een superslank meisje van zeventien.”

 
Chantal van Gastel (Breda, 1 januari 1980)

 

De Colombiaanse schrijver Juan Gabriel Vásquez werd geboren in Bogotá op 1 januari 1973. Zie ook alle tags voor Juan Gabriel Vásquez op dit blog.

Uit: The Sound of Things Falling (Vertaald door Anne McLean)

“That I’m the one who’s ended up telling it is almost beside the point.
The day of hi s death, at the beginning of 1996, Ricardo Laverde had spent the morning walking the narrow sidewalks of La Candelaria, in the center of Bogotá, between old houses with clay roof tiles and unread marble plaques with summaries of historic events, and around one in the afternoon he showed up at the billiards club on 14th Street, ready to play a couple of games with some of the regulars. He didn’t seem nervous or disturbed when he started to play: he played with the same cue and at the same table where he always did, the one closest to the back wall, under the television with the sound turned down. He played three games, though I don’t remember how many he won and how many he lost, because that afternoon I didn’t play with him, but at the next table. I do remember, however, the moment Laverde settled his bets, said good-Bye to the other players, and headed for the corner door. He was passing between the first tables, which are usually empty because the neon lights cast strange shadows on the ivory balls in that part of the hall, when he stumbled as if he’d tripped over something. He turned around and came back over to where we were; waited patiently while I finished a series of six or seven cannons that I’d started, and even applauded a three-cushioned one briefly; and then, as he watched me mark my score on the board, he came over and asked me if I might not know where he could borrow a tape machine to listen to a cassette he’d just received.”

 
Juan Gabriel Vásquez (Bogotá, 1 januari 1973)

 

De Amerikaanse dichter Paul Hamilton Hayne werd geboren in Charleston, South Carolina, op 1 januari 1830. Zie ook alle tags voor Paul Hamilton Hayne op dit blog.

Poets Of The Olden Time

THE brave old poets sing of nobler themes
Than those weak griefs which harass craven souls;
The torrent of their lusty music rolls
Not through dark valleys of distempered dreams,
But murmurous pastures lit by sunny streams;
Or, rushing from some mountain height of thought,
Swells to strange meaning that our minds have sought
Vainly to gather from the doubtful gleams
Of our more gross perceptions. Oh, their strains
Nerve and ennoble manhood! no shrill cry,
Set to a treble, tells of querulous woe;
Yet numbers deep-voiced as the mighty main’s
Merge in the ringdove’s plaining, or the sigh
Of lovers whispering where sweet rivulets flow.

 

Midnight

The moon, a ghost of her sweet self,
And wading through a watery cloud,
Which wraps her lustre like a shroud,
Creeps up the gray, funereal sky,
Wearily! how wearily!

The Wind, with a low, bewildered wail
A homeless spirit, sadly lost,
Sweeps shuddering o’er the pallid frost,
And faints afar, with heart-sick sigh,
Drearily! how drearily!

And now a deathly stillness falls
On earth and heaven, save when the shrill,
Malignant owl o’er heath and hill
Smites the wan silence with a cry,
Eerily! how eerily!

 
Paul Hamilton Hayne (1 januari 1830 – 6 juli 1886)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e januari ook mijn vorige blog van vandaag.